44
Volume 14 2nd edition March 2010 Spelen met de Consul!

Consul - Spelen met de Consul

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Consul - Spelen met de Consul

Citation preview

  • Volume 14 2nd edition March 2010

    Spelen met de Consul!

  • Ik doe mee! Schiphol Traineeship

    In 2012 werken we

    CO2 neutraalEen duurzame toppositie in de wereld bekleden, dat is de ambitie van Schiphol Group. Duurzaam in termen van bijvoorbeeld milieu. En even belangrijk: duurzaam succesvol als bedrijf, als aanjager van de (inter)nationale economie, als innovator en kwaliteitspartner. Zo werken we nu al aan een aantal ambitieuze doelstellingen voor duurzaamheid op de lange termijn. En willen we op korte termijn (2012) bij Schiphol Group als organisatie, volledig CO2 neutraal werken.

    Als trainee lever je een bijdrage aan de realisatie van onze visie. In twee jaar tijd werk je bij verschillende bedrijfs-onderdelen aan vier boeiende opdrachten. Zo maak je in de volle breedte kennis met de dienstverlening van

    Schiphol Group. Gedurende het traineeship word je intensief gecoached en begeleid. En volg je een opleidingsprogramma gericht op persoonlijke en inhoudelijke ontwikkeling. Kortom, we stimuleren je om snel door te groeien naar een toppositie binnen de world of opportunities die Schiphol is. Het traineeship start in september 2010. Studeer je voor die tijd af in economie, bedrijfskunde, techniek of ICT? En hebje de mentaliteit, de creativiteit en de visie om succesvol te zijn in het spanningsveld tussen maatschappelijk en bedrijfs-economisch belang? Dan past het Schiphol traineeship bij jou.

    Kijk voor meer informatie en verhalen op www.schiphol.nl/traineeship

    Schiphol Group. A world of opportunities.

    83547 SPL Adv trainee_Curius_a4.indd 1 18-02-2010 17:37:03

  • 3Consul, volume 14, 2nd edition

    text: Rene Bekker

    From the 17th BoardWhen I was writing this foreword, I always postponed the deadline a little bit. First of course due to my own incapability to work within deadlines, but secondly, because of the ongoing Olympic games. Two days ago the Dutch gold medal count has been raised by two gold medals to a total count of three. Yesterday evening, before the 10 km race, there was no doubt about the upcoming fourth gold medal, which, Sven Kramer was going to win. I thought that this fourth gold medal could be a nice little detail in my story. But sadly, this turned out a little bit different then what we all hoped for. But thats not the point I want to make.

    In both the summer games as the winter games the Netherlands are decent competitors for a lot of the bigger countries. This is not new, in the past Olympic games the Dutch players won a great amount of medals. 246 medals at the summer games and 78 at the winter games, which gives us a top 20 ranking. An extraordinary achievement for a little country as the Netherlands. This created the trust in achievements from Dutch athletes in upcoming games and the high expectations we now have for them.

    The position of Curius in Delft is a little bit similar. We are a not one of the big study associations. However, the part of active members is very high. Also, we set our goals very high, we think big. This is why the activities, since approximately October, have been a big success. Like a 850 people sold out P-co party and two successful freshmen trips. Furthermore a large groups of 2nd en 3th year students went to Philip Morris Holland and went on a business trip to Madrid. Here they visited several TPM-related companies and had a taste of the Spanish culture thru wine tasting, tapas lunches and museum visits. Also many master students enjoyed the Christmas party in the Ruif, the international foodfair and the (new!) case night. For all student groups together there was ski trip, first to Zoetermeer and a few weeks later to France. Every week drinks and pizza in the TB-caf and last but not least, the exciting laser gaming event in the parking lot of the TPM faculty!

    Is this a reason to have high expectations for the future? Yes it is! On our program for the coming months is the Diesweek, where we celebrate the 17th birthday of study association Curius with a big event on Tuesday and a great party on Thursday. In May a group of master students will spend a week visiting companies. First in the Netherlands and after a few days they will continue their trip in Moscow. Also there is the career event, where masters can take a look at their possibilities in the future, and there will be a lot more.

    Thus, many activities in just a few months. And for all the activities we will make the high expectations come true. And eventually, you can win your own gold medal; the new sports committee (Spoco) is busy with preparing for the Batavierenrace (the biggest relay run and party for students in Europe) and a big sports tournament in May.

    Well see you at one of the many events!

    Rene Bekker, President of the 17th board of S.V.T.B. Curius

  • 4 Spelen met de Consul

    Serious. Fun. Curius.Serious. Fun. Curius.

    Racing without exhaust

    Racing without harmful emission, A Utopia? Greenchoice Forze is already doing it!

    Blunderen bij een wissel

    18 en 19 december van vorig jaar liep het nederlandse spoornet door het winterweer helemaal vast. Wie was de schuldige?

    Olympische Winterspelen 2010

    De Consul zet de hoogtepunten en dieptepunten van de afgelopen Winterspelen in Vancouver voor je op een rij!

    12 16 20

    6

    Honderd jaar Olympische Spelen, haalt Nederland na honderd jaar de spelen terug?1928, een jaar dat de meeste onder ons niet hebben meegemaakt, maar dat was het jaar dat Nederland de Olypische Spelen organiseerde in Amsterdam. Nu willen we dat weer proberen in 2028. Hoe zijn de Spelen sindsdien ontwikkeld en wat is er zoal nodig om kandidatuur mogelijk te maken?

    6

    Serious. Fun. Curius.Serious. Fun. Curius.

    66

    1

    Olympisch Plan 2028Heel Nederland naar Olympisch niveau

    plan van aanpak op hoofdlijnen

  • 5Consul, volume 14, 2nd edition

    Table of contents

    De staat van de privacy

    De vraag is soms, wat weten de overheid en bedrijven net van ons. Lopen we niet te veel te koop met onze privzaken?

    24

    3 From the 17th Board 6 Honderd jaar Olympische Spelen11 Curius agenda12 Racing without exhaust!14 Werken bij TNO15 One Cold Hot Winter 16 Blunderen bij een wissel18 The youngest politicians in Europe20 Olympische Winterspelen 201022 Photocollage 24 Staat van de Privacy 26 Programming is serious fun! 29 Consulcommittee 09-10 30 Being a PhD at TPM32 Finance studeren langs de Thames34 SPOT36 De netwerkstrategie van KPN39 Wintersport40 Jaarboek 09-10 / Dies 201041 SpoCo / Barco 2.042 BaCo 09-10

    ColofonMaxim Oei Editor in chief and designerCornelis Eikelboom DesignerDanique Ton Editor Bob Goessen EditorDouwe Kool Editor

    Timo van Dam QQ

    1500 copiesPublished quarterlyDrukkerij Weissenbach, Sneek

    Study Association CuriusJaffalaan 52628 BX, Delft

    Consul is an official organ of Curius, Study Association of Technology, Policy and Management

    Spelen met de Consul

    The title of the Consul you have before you should be interpreted in at least two ways, let me try to explain how and why.

    Olympics with the Consul

    Quite some articles in the Consul youre about to read have their theme based on the Olypics, Not only the Winter Olympics in Vancouver that have just ended, but also the past Summer Olympics. We even take a peek at how the Netherlands could organize the Summer Olympics of 2028, exactly 100 years after the Olympics of 1928 in Amsterdam.

    Play with the Consul

    New developments make things possible once seemed surreal. Greenchoice tells us how we can make racing green without emissions. Driving on hydrogen makes that possible.Also, during the lasts months of 2009 the weather seemed to play a game with us. Heavy snowfalls and extreme colds brought our tiny country to a grinding halt because our public transport wasnt able to cope.

    This Consul is the first one completly made by the new Committee, read more about that on page 29. Enjoy reading!

    Maxim Oei

  • 6 Spelen met de Consul

    Voor de periode van 2009 tot 2011 heeft de regering 13,5 miljoen euro vrijgemaakt om heel Nederland naar Olympisch niveau te tillen. Erica Terpstra zei zelfs: Ook wat ons betreft gebruiken we het Olympisch Plan 2028 om in Nederland een cultuur te realiseren van willen presteren en kunnen excelleren. Niet alleen op het gebied van sport, maar zeker ook op het gebied van onderwijs, cultuur, wetenschap, innovatie en ondernemerschap. En het is daarbij belangrijk dat iedereen mee kan doen en meedoet. Nederland staat dus nog een hoop te wachten, als het aan Terpstra ligt. Toch is het organiseren van de Spelen niet zo makkelijk, want wat komt er allemaal bij kijken? Welke kosten brengen dit met zich mee? Werkt het wel in het voordeel van Nederland? En heeft Nederland wel genoeg in huis om dit sportevenement berhaupt te kunnen organiseren in 2028? Om deze vragen te kunnen beantwoorden, blikken we terug op de Nederlandse prestaties, de sporten en de ontwikkelingen in de organisatie.

    Sporten

    In 1928 bijvoorbeeld, waren er slechts 14 sporten te vinden op de Olympische Spelen. In 2028 zullen dat er 31 zijn. In een eeuw is dat aantal dus meer dan verdubbeld. Per sport zijn er vaak meerdere evenementen, bijvoorbeeld binnen de atletiek. In 1928 waren er 109 evenementen en in 2008 waren dat er 302. Dat is bijna een verdrievoudiging. Op de Olympische Spelen van 1928 mochten de vrouwen nog niet in alle disciplines uitkomen. Dat jaar mochten vrouwen voor het eerst deelnemen in de atletiek en gymnastiek. Nederland kwam met zijn sporters uit in alle sporten. Er waren zelfs afgevaardigden voor de moderne vijfkamp en het schoonspringen. Dit kwam ook doordat de Spelen in dat jaar plaatsvonden in Amsterdam, als gastland mag je vaak meedoen op elke discipline. Nederland was op deze Spelen vertegenwoordigd door 214 sporters.

    Op die Spelen waren de Nederlanders ook zeer succesvol, ze werden 8e in het medailleklassement. Nederland heeft toen op 11 augustus 4 gouden medailles weten te behalen, van de in totaal 6 gouden medailles. De medailles vielen vooral binnen de volgende sporten: gymnastiek, zwemmen, paardensport, wielrennen, hockey en gewichtheffen. Een opvallend evenement waar het goud gepakt werd was het wielrennen op de tandem; een onderdeel dat tegenwoordig niet meer te zien op de Olympische Spelen. Ook is het opvallend dat de Nederlanders medailles pakten bij het gewichtheffen, tegenwoordig wordt die sport meer beoefend door onze oosterburen.

    Ook op de Olympische Spelen van 1952 werden vrouwen nog niet op elke discipline toegelaten. Dat jaar werden bij de paardensport de regels aangepast, er mochten nu ook niet-militairen en vrouwen meedoen. Er waren dat jaar drie sporten bijgekomen ten opzichte van de Spelen van 1928. Dit waren basketbal, kanovaren en de schietsport. Nederland had geen afgevaardigden voor basketbal en de schietsport, maar ook niet voor de moderne vijfkamp, schermen en worstelen. Nederland was op de Spelen met 104 sporters.

    We waren op deze Spelen niet heel succesvol en eindigden als 29e in het medailleklassement. Er werden vijf zilveren medailles gewonnen, bij hockey, zwemmen en atletiek. Nederland was bij de mannen waterpolo favoriet. Zo hadden ze de wedstrijd tegen Joegoslavi gewonnen, echter deze dienden protest in. Dit protest werd gehonoreerd en de wedstrijd moest worden overgespeeld. Waarna de Nederlanders verloren en werden uitgeschakeld voor het toernooi.

    tekst: Douwe Kool, Danique Ton & Drs. J. J. Bouma

    Honderd jaar Olypische SpelenHaalt Nederland na honderd jaar de spelen terug?

  • 7Consul, volume 14, 2nd edition

    De Olympische Spelen van 2008 liggen nog vers in ons geheugen. Een van de meest succesvolle sporters van deze Spelen was de Amerikaan Michael Phelps, hij won acht gouden medailles. Saillant detail is dat hij aan een ziekte lijdt die extra lange armen en wervels kan veroorzaken. Ook de Jamaicaan Usain Bolt zorgt voor opschudding, dit bij de 100m sprint. Hij loopt daar een nieuw wereldrecord en wint dus goud. Ten opzichte van 1976 waren er zeven sporten toegevoegd. Dit waren badminton, tafeltennis, taekwondo, tennis, triatlon, softbal en honkbal. Nederland nam op deze Spelen niet deel aan 9 sporten, waaronder tennis, basketbal, handbal en moderne vijfkamp. De Nederlanders waren hier met 245 sporters vertegenwoordigd.

    Nederland haalde op deze Olympische Spelen 16 medailles, waaronder zeven gouden medailles. Daardoor eindigde Nederland in het medailleklassement op de 12e plaats. De medailles vielen bij de sporten judo, paardensport, zeilen, hockey, roeien, waterpolo en de wielersport. Verrassend bij deze Spelen is dat veel favorieten hun rol niet waarmaken en dus verliezen, daar tegenover staan een aantal verrassende winnaars. De Olympische Spelen van 2028 moeten natuurlijk nog komen. Men weet dus nog niet hoe Nederland daar zal gaan presteren. Het is echter al wel beslist welke sporten daar worden beoefend. Dat zal niet veranderen ten opzichte van 2008.Kijkend naar de successen die tijdens de Spelen zijn geboekt en de deelnames, zijn er een paar opvallende feiten te noemen. Zo is er een redelijk constante lijn te zien in het zwemmen, daar worden op elke Spelen, hier besproken, medailles mee verdiend. Hockey en paardensport zijn ook redelijk goed vertegenwoordigd in de medailles.

    Het is opvallend dat er in 1928 nog aan alle sporten werd deelgenomen, waaronder ook de moderne vijfkamp en het gewichtheffen. Dit is later niet meer het geval geweest. Het is niet populair in Nederland, we zijn er niet goed genoeg voor. Daardoor zijn wij ook minder bekend met deze sporten, ze worden namelijk ook niet op de televisie uitgezonden. Veel mensen zullen bijvoorbeeld niet weten waar de moderne vijfkamp uit bestaat. Deze bestaat uit schermen, zwemmen, paardrijden, hardlopen en pistoolschieten. Hierdoor is het heel anders dan bijvoorbeeld een tienkamp bij atletiek.

    Op de Spelen van 1948 was Fanny Blankers-Koen zeer succesvol en men verwachtte dat ze het op de Spelen van 1952 ook zeer goed zou doen. Ze werd echter gehinderd door een steenpuist op een zeer vervelende plek, waardoor ze de races niet uit kon lopen.

    Op de Olympische Spelen van 1976 werd het eerste dopingschandaal bij vrouwen ontdekt. De eer ging naar een Poolse discuswerpster. Ook moesten bij deze Spelen alle dames een geslachtstest ondergaan. Dat jaar waren vier sporten extra ten opzichte van 1952, dat waren boogschieten, handbal, judo en volleybal. We deden daar aan de helft van de sporten mee. Opvallend is daar dat we vooral niet deelnemen aan de teamsporten, zoals basketbal, volleybal, voetbal en handbal. Nederland was op de Spelen met 108 sporters.

    Ook op deze Spelen was Nederland niet zo succesvol; we halen ook hier slechts vijf medailles. Niet eens goud, we moesten het houden bij twee zilveren en drie bronzen. We eindigen in het medailleklassement op de 29e plaats, direct achter Belgi. De medailles vielen voor Nederland bij het zwemmen, waterpolo, wielrennen en de schietsport. De Nederlandse zwemster Enith Brigitha won het brons bij de 100 meter vrije slag, zwemmen. Er waren twee Oost-Duitse dames die zilver en goud wonnen, echter deze werden later op dopinggebruik gepakt, waardoor de race van Brigitha een gouden randje kreeg.

  • 8 Spelen met de Consul

    Organiseren

    Voor de organisatie van het misschien wel mooiste sportevenement ter wereld zijn heel veel bloed, zweet en tranen nodig. Voor de meest recente Zomerspelen van 2008 moesten ongeveer 1,2 miljoen stuks apparaten en uitrusting worden aangevoerd. Wat neerkwam op een operatie die zon 6 miljard dollar kostte. Dat is heel wat meer dan aan het begin van de vorige eeuw, maar de organisatie van de Spelen is door de jaren dan ook ontzettend veranderd.

    We begonnen in 1928 vrij eenvoudig. Nederland mocht eindelijk de Spelen organiseren en natuurlijk maakten we daar werk van. In het zuiden van Amsterdam herrees een stadion met ingebouwde wielerbaan voor 40.000 toeschouwers. Aan het sporten was dus gedacht, de sporters daarentegen waren we even vergeten. De atleten moesten maar roeien met de riemen die ze hadden, zo moesten de Amerikanen en de Italianen aan boord van de schepen slapen die hen naar Amsterdam hadden gebracht. Maar ondanks deze kleine hindernissen verliepen de Spelen uitstekend. De Amerikanen gingen na afloop met 56 medailles terug naar huis. Symbolisch hoogtepunt was natuurlijk dat voor het eerst de Olympische vlam werd aangestoken (door een medewerker van het gasbedrijf).

    Nadat de Spelen van 1948, met dank aan de Tweede Wereldoorlog, uiterst sober uitgevoerd werden, bliezen de Finnen de Spelen in 1952 nieuw leven in. Acht jaar eerder boden ze al aan de Spelen in Helsinki te organiseren. Helaas gooiden Hitler en consorten roet in het eten: van 1936 tot 1948 werden er geen Spelen georganiseerd. Toch zaten de Finnen niet bij de pakken neer en begonnen gewoon met het bouwen van Stadion. Toen het in 1952 weer tijd werd voor een Olympisch feestje stonden de Finnen vooraan in de kandidaten rij.

    Voor de Zomerspelen van 1976 werden Moskou en Los Angelos door Montral gepasseerd, doordat de burgemeester toezegde eenvoudige Spelen te organiseren. Montral voegde de daad bij het woord en trok 350 miljoen dollar uit voor de Spelen. Er werd een stadion gebouwd dat in de zomer open was en in de winter overdekt was. Het dak werd bevestigd aan een overhellende toren waarin ook sportzalen aanwezig waren. Die toren is de grootste overhellende structuur ter wereld. Natuurlijk viel de bouw van dit eenvoudige stadion tegen. De bouw was nog maar net begonnen toen er een staking onder de bouwvakkers uitbrak. De toren en het dak werden pas in 1987 voltooid. Om de kosten enigszins te compenseren introduceerde het bestuur van Quebec zelfs nieuwe accijnzen op tabak. In 2006 was het stadion dan eindelijk afbetaald. Onder de bevolking staat het ook wel bekend als The Big Owe. Uiteindelijk heeft de bouw van het stadion alleen 770 miljoen dollar gekost en was 30 jaar nodig om het stadion af te betalen. De Spelen van 2008 werden zoals we ons allen nog goed kunnen herinneren in Beijing, China gehouden. In 2009 raamde het Beijing Organisatie Comit de kosten gelijk aan die van Athene in 2004, zon slordige 15 miljard dollar. Er zijn echter aanwijzingen dat de Chinezen in totaal meer dan 40 miljard dollar spendeerden voor dit vierjaarlijkse sportevenement.

    Doordat men grote stromen bezoekers verwachtte werd begonnen aan de bouw van Terminal 3 op de luchthaven van Peking. Natuurlijk pakte men dit heel serieus aan en werd het de grootste terminal ter wereld. Daarnaast werd de capaciteit van het metronetwerk van de stad verdubbeld. Zo werden 7 lijnen en 80 stations toegevoegd en kwam er een directe verbinding naar het vliegveld.

    Wil Nederland de Spelen van 2028 in huis halen, dan zal men niet over een nacht ijs moeten gaan. De trend van de afgelopen eeuw maakt duidelijk dat de Spelen nog steeds groeien in omvang. Het aantal deelnemende landen neemt gestaag toe, het aantal toeschouwers blijft groeien en de kosten rijzen de pan uit. Natuurlijk hoeft Nederland niet uit te pakken zoals de Chinezen dat twee jaar geleden hebben gedaan, maar een goed vooronderzoek is noodzakelijk.

    Johnny Weissmuller, later bekend geworden als acteur in een aantal Tarzan-films, won in 1928 twee gouden medailles bij het zwemmen (100 m en 4 x 200 m vrije slag).

    De Zweed Ingemar Johansson raakte in 1952 zo in paniek van zijn tegenstander dat hij begon rond te rennen in de ring. De jury diskwalificeerde hem voor gebrek aan vechtlust.

  • 9Consul, volume 14, 2nd edition

    2028

    Om nog beter beeld van de organisatie van de Spelen te krijgen, vroegen we Prof.dr. Jan Jaap Bouma van de sectie Economie van Infrastructuren aan onze faculteit Techniek, Bestuur en Management naar zijn visie op de Spelen van 2028 in Nederland:

    De economische effecten van de Olympische Spelen zijn voor de relevante landen vaak onderwerp van discussies en onderzoek. Deze effecten op nationaal niveau kunnen aan de hand van verschillende variabelen tot uitdrukking worden gebracht. Gedacht kan worden aan economische groei, gemeten in het Bruto Nationaal Product. Indien er gekeken wordt naar deze variabele dan zal er niet alleen naar het jaar van de Spelen moeten worden gekeken, maar naar een aantal jaren rondom dit inspirerende en feestelijke jaar. Inzicht in statistisch significante effecten op deze grootheid is nochtans niet beschikbaar. Dat valt ook niet te verwachten voor Nederland aangezien dat er ook niet is voor de landen die eerder de Spelen hebben georganiseerd. Internationale en andere nationale variabelen zijn veel meer bepaalbaar voor de groeicijfers van een nationale economie. Hierbij gaat het om variabelen zoals de export- en importcijfers, consumenten en producenten vertrouwen in de economische ontwikkelingen in het buitenland. De beperkte, dan wel moeilijk meetbare, invloed van de Olympische Spelen op andere variabelen op nationaal niveau is ook van toepassing op het meten van de effecten op de werkgelegenheid. Wel blijken de Spelen te leiden tot hogere overheidstekorten die gedeeltelijk kunnen worden herleid uit de additionele investeringen in de infrastructuur die een land realiseert ten behoeve van Olympische Spelen. Overigens, de Olympische Spelen hebben wel aantoonbare positieve effecten voor de meer directe lokale en regionale omgeving van de Spelen. Het gaat dan om de steden en regio Amsterdam, Rotterdam of misschien Utrecht. Hierbij kunnen individuele bedrijven en organisaties wel degelijk economisch gewin realiseren als gevolg van de Spelen. Denk hierbij aan de horeca en recreatieve voorzieningen. Maar ook als de Spelen naar het buitenland gaan, kunnen individuele Nederlandse bedrijven baten realiseren.

    De gemeenten en provincies die geen faciliteiten bieden voor de Spelen kunnen geconfronteerd worden met uitstel of zelfs afstel van investeringen die worden gefinancierd uit Rijksmiddelen ten behoeve van de infrastructuur. Dit effect als gevolg van de overheidsuitgaven kan wel degelijk negatieve invloed hebben op die gebieden die niet direct betrokken worden bij de Spelen. Het draagvlak voor de Spelen in Nederland te organiseren kan hierdoor kleiner worden. De concentratie van economische effecten wordt versterkt door de het 45 minuten criterium van het IOC. Hierdoor wordt de reistijd van de hoofdlocatie en de overige evenementen beperkt maar ook de spreiding van de economische effecten. Het organiseren van de Spelen an sich kan voor de direct betrokken organisaties wel lucratief zijn. Dit blijkt uit de resultatenrekening van de afzonderlijke spelen die bijvoorbeeld in Los Angelos (1984) en Barcelona (1992) werden georganiseerd. Daarbij lijken de opbrengsten in relatie tot reclame- en televisierechten van grote betekenis te zijn. Echter andere Spelen laten zien dat dit financile resultaat ook negatief kan zijn (Mnchen in 1972).

    De haalbaarheid

    Of de Olympische Spelen 2028 haalbaar zijn voor Nederland? Op zich wel. Als de politieke keuze dusdanig uitvalt en er draagvlak is voor de economische consequenties. Dit draagvlak vloeit mede voort uit andere effecten op sportief, cultureel en sociaal vlak.

    Noodzakelijke aanpassingen in de infrastructuur

    Voor het mogelijk maken van de Olympische Spelen zal wellicht n hoofdlocatie worden aangewezen. Voor elk van deze steden zijn additionele infrastructurele aanpassingen nodig in relatie tot het Olympisch stadion en het Olympisch Dorp. Maar ook voor de diverse vestigingen van de sportieve activiteiten zullen vele maatregelen moeten worden genomen voor het transport van personen en goederen. Bovendien is er het mediacentrum. In het geval dat de locatiekeuze in Nederland moet worden genomen is een afzonderlijke kosten- en batenanalyse voor de locatiekeuze uiterst zinvol. Dan rest er nog een politieke vraag of je de locatiekeuze moet laten afhangen van een economische analyse als je deze op nationaal niveau ook niet daarvan afhankelijk stelt.

    Toen de Canadezen in 1976 de Spelen organiseerde, gebeurde voor het eerst in de geschiedenis van de Olympische Spelen, dat het organiserende land geen enkele gouden medaille won.

    Het Amerikaanse softbalteam heeft in 2008 speciale modder laten aanvoeren, zodat de pitcher zich meer thuis zou voelen.

  • AU D I T TA X A DV I S O RY

    Waar ga jij jescriptie schrijven?

    WWW.GAAAN.NU 2010 KPMG N.V., alle rechten voorbehouden.

    -03995_A4_Uitwonend_OF.indd 1 16-02-2010 14:42:47

  • 11Consul, volume 14, 2nd edition

    Curius CaseNight

    Interactie Citytrip to Madrid

    AC Lasergame

    Diesweek

    Diesactivity at TBM

    Diesparty at Koornbeurs, Delft

    Interesseborrel LCB-Bestuur 2011

    2

    4 - 7

    9

    15 - 19

    16

    18

    25

    Examweek

    Batavierenrace

    Queensday

    12 - 16

    23 - 25

    30

    International Business Tour to Moscow

    Landelijk Congres Bestuurskunde

    Curius Sportstournament

    3 - 8

    10 - 11

    21

    Third Baco event, with sleepover 10 - 11

    Curius Agenda

  • 12 Spelen met de Consul

    Racing without exhaust!Hydrogen is the futureBurning rubber and still being sustainable? This seems to be contradictory, but it is possible by using hydrogen fuel cell technology. Greenchoice Forze participates in the Formula Zero Championship, the racing class of the future. This racing class is all about high speed racing while producing no other emissions than pure water!

    The greenhouse effect is one of the biggest problems of the 21st century. A big contributor to the greenhouse effect is the automotive industry. Though, millions of people enjoy motorsport and mobility in general every day. Wouldnt it be great if motorsport and sustainability would go hand in hand?

    Formula ZeroIn 2003, a couple of engineers from Delft founded Formula Zero BV. The philosophy of Formula Zero is fun + eco = future. Motorsport has always played a pioneering role in developing new technology, so Formula Zero is a great way to give the development of hydrogen technology a boost.Formula Zero is the driving force behind the 2010 Formula Zero Cup, a championship for hydrogen fuel cell powered karts. This is a zero emission racing class, where the only exhaust is pure water. The 2010 Formula Zero Cup will be the third season of hydrogen races. This year, Greenchoice Forze will organize the Dutch race in cooperation with Formula Zero. It will be a race in the car free centre of The Hague, at the Spuiplein. The race will take place on July 8th!

    Greenchoice ForzeGreenchoice Forze wrote history by winning the first hydrogen race ever. On the 23rd of August 2008, the team defeated five teams from international top universities. The Formula Zero team from Delft is also the first world champion ever. The team was founded in 2007, to show the world that sustainability and

    motorsport do not have to be contradictory. They do this by participating in international races on hydrogen. The team consists of over 50 highly motivated students from every faculty of the TU Delft. Besides designing and engineering the kart, the team members also take care of management and marketing of the team. At this point, students from the faculty of Technology, Policy and Management really come in handy.

    The hydrogen kartNormally a kart has a gasoline tank, a small combustion engine and an exhaust. The Forze II, however, is far more complicated. Instead of using a simple combustion engine that runs on gasoline, the Forze II has two DC electro motors which are powered by a proton exchange membrane (PEM) fuel cell. The gasoline tank is replaced by a 5L tank in which hydrogen is stored at a pressure of 200 bar. In a nutshell the Forze II works as follows: Hydrogen is fed to the fuel cell. In the fuel cell the hydrogen and oxygen, taken from the ambient air, react and produce electricity. The voltage produced by the fuel cell is then brought to a higher level by using a DC/DC boostconverter. Afterwards the electric energy is

    text: Greenchoice Forze

  • 13Consul, volume 14, 2nd edition

    stored in boostcaps, also called supercapacitors. When the driver kicks down the pedal, the electric motors subtract their energy from these boostcaps. When braking, energy is generated by the electric motors and stored in the boostcaps again.

    Where do students of the faculty Technology, Policy and Management fit in?Students of the faculty Technology, Policy and Management are very important for the team. Besides hardcore engineering, a big part of the workload is non-technical. Fuel cell technology is not only very interesting, but also very expensive. Therefore it is vital to attract sponsors, who can either offer support in materials or in a monetary manner. Relation management is one of the most important tasks within the team.Because of the size of the team (over 50 students), managing all the different team members is very important to fully exploit the potential of its members. Team members work on a voluntary base, but always need some extra motivation. People skills are essential to make everybody feel appreciated and motivated. It

    is also very important to keep everybody involved and uptodate.This year Greenchoice Forze is organizing the Dutch GP in the centre of The Hague. Organizing this event takes a lot of time, planning and networking. There are three team members putting all of their spare time into this huge event. A lot of sponsors have to be acquired to make this happen and a lot has to be sorted out. Also the track has to be designed, safety protocols have to be written and catering has to be arranged.Besides maintaining a good relation with your sponsors, a good relation with the press is also very important. Publicity is essential for attracting new sponsors and pleasing the current sponsors. As you can see, there are a lot of tasks for students like you to fulfill within Greenchoice Forze!

    The futureGreenchoice Forze is promoting sustainable technology by racing. Formula Zero is the first hydrogen racing class ever, but will definitely not be the last one. There have been a lot of developments over the last years in hydrogen technology, but it is important to realize that this technology, in comparison to the combustion engine, is still in its infancy state. By racing on hydrogen, the development of this new technology will gain a huge boost.There are still some big logistical problems to be solved for the application of hydrogen cars, but there are no real technical barriers left to implement fuel cell technology in the automotive industry on a large scale. Being part of the future If you would like to have some more information or if you are interested in being part of this project, please go to our website www.greenchoice-forze.nl or send an e-mail to [email protected]

    Fotos ontleend van www.greenchoice-forze.nl

  • 14 Spelen met de Consul

    Werken bij TNOTPM graduates are attractive to most companies. One of those is TNO, an independent research corporation that tries to improve the clients competitiveness by her expertise and research. Consul interviewed Thomas Bachet, a TNO ICT consultant, to find out more about working at TNO.

    ProfileThomas started studying Economics at TH Rijswijk in 1999. He switched to Communications at the University of Amsterdam is 2001. In 2004 Thomas starts studying Information Science parallel to his Communications study. He finishes both in 2007.

    After working as Communication Advisor for the Ministry of Finance, Thomas starts working as Business Information Consultant at Logica. Hes mostly detached to Royal Dutch Shell to set up a knowledge information system. Thomas finds himself missing a research part in his job. Innovation is inferior to delivery. Thomas therefore starts searching for another job, a job with a research component in it. In December 2008, Thomas starts working at TNO as an ICT consultant.

    Working at TNOAs said, Thomas particularly likes how TNO combines commercial projects with research. Within TNO you can pretty much choose your own ratio between commercial projects and research.

    Working for TNO means working for and with a lot of different institutions. One of these is the Dutch government, especially the Department of Defense. But branch organizations, telecom providers, etc. all use the knowledge and innovative strength of TNO.

    Research at TNO is often combined with other organizations as well. TNO collaborates with Delft University of Technology as well as several other universities and institutions. Thomas mentions the Mixed-Reality Collaboration (MiReCol) project as an example. The MiReCol project is developed by TNO and tries to improve the coordination during big (unexpected) events/operations. This is done in collaboration with several stakeholders, including emergency services.

    Apart from the commercial project/research ratio, Thomas likes the TNO culture. Projects are often done in small groups; bigger projects are usually split up to subprojects. And a person usually works on several projects at once. This is one reason of the open TNO culture. With an average age of under 35, Thomas describes the ICT section as dynamic and youthful. The atmosphere is relaxed in a very constructive manner.

    Starting at TNOTNO offers a Talent Development Program for recent graduates. There are six different programs based on your preferences, but the main focus is on your personal development. The program consists of several trainings, workshops, working in different projects/functions and coaching interviews. All in all, it takes about two years. This is all based on you taking your initiative and responsibility. You dont have to participate, but the program supports your development if you want to.

    InternshipsUndergraduates are welcomed at TNO as well. TNO has its own database with possible Bachelor/Master Thesis projects. But its also possible to send in your own idea. TNO also offers internships. Its preferred that students are available for at least four days per week during an internship. This way, students maintain the feeling for the project that way. During an internship/Thesis project people are treated as full staff members and are therefore invited to all relevant meetings and parties.

    tekst: Cornelis Eikelboom

    Working for TNO means working for and with a lot of different institutions.

    Thomas Bachet, TNO

  • 15Consul, volume 14, 2nd edition

    text: Erik Pruyt

    One Cold Hot Winter Im glad the winter slowly subsides. Because of snow and ice on my 15km home-work track, I have hardly commuted by bike over the last two months... and commuting by public transport makes me grumpy. What makes me even more grumpy than a long winter on a tram, is the attempt by climate change deniers to discredit climate change science and the extensive coverage of these non-stories by the media (followed by surprised reactions by intelligent at least, that is what I thought politicians).

    Does the recent winter episode disprove anthropogenic climate change? No. Climate change is about long-term global warming, with large local and temporal variations in weather patterns. Maybe some of our winters will be colder, but the world on average will witness serious warming. If anecdotic evidence would suffice which is not the case in science then lousy snow conditions at the current Olympic winter games would actually disproof the point made by the deniers.Or do some recently discovered errors and typos in the IPCC reports disprove climate change? No. These errors and typos are not as important as the media wants us to believe. The IPCC reports contain thousands of pages of summarised climate change related research. Could they be error-free at all? Come on! You will even discover errors on this page, and I am not even summarising scientific findingsPersonally, I find it really sad that the media reports at length about these clumsy typos and minor mistakes, but does not report on the real climate change issues, that have by the way not changed a bit. The same was true for the media coverage of the Copenhagen Climate Change summit, which focussed on incidents, protesters and celebrity politicians, not on truly important issues.

    So, what are the real issues? Solving the climate change issue is dauntingly complex because:1. the climate change phenomenon itself is very complex due to accumulation effects (half of our CO2 emissions remains in the atmosphere for more than a century), the intricate interplay of feedback effects, and extremely long delays (our current atmospheric CO2 concentration will already cause sea level rise to continue for thousands of years) and deeply uncertain (some aspects will never be understood), and therefore hard to understand even by highly educated people;2. complex ethical dilemmas e.g. past versus future responsibilities with important underlying interests e.g. (oil-)rich versus vulnerable/poor need to be tackled;3. necessary emission reductions in the order of 80-90% by 2050 will have a substantial cost and will not be realised overnight;4. the atmosphere is a common resource, which means, in this case, that substantial contributions (in terms of climate change mitigation efforts) are required from all nations and individuals, although each of them has a natural incentive to emit more even more so if others take action (e.g. less fossil fuel consumption by some will make it cheaper for others);5. current political decision processes/procedures with more than 15000 negotiators are utterly inappropriate for concluding effective climate change deals.

    TPM students who played the Climate Change Negotiation Game right at the time the highly mediatised climate summit took place in Copenhagen had to deal with all of these aspects, but to a lesser extent: there were just 30-40 (highly motivated and highly-educated) participants, subdivided into three coalitions (the developed, developing, and underdeveloped nations), all gathered in the same room. Moreover, negotiations were supported by a relatively simple dynamic simulation model, multiple negotiation rounds were played to allow for learning, and double-sided negotiations summit agreements need to be confirmed by each of the national parliaments were not considered. Even then, the participants needed three rounds before they agreed upon sufficient emission reductions in order to stabilise CO2 concentrations below a dangerous level. Just imagine the complexity of 15000 negotiators, double-sided negotiations, uncertainty about aspects of climate change science, competing simulation models, etc.

    Given the fact that climate change and societal change are highly complex and characterised by deep uncertainty, it should not come as a surprise that these climate change models cannot generate certain predictions. Hence, climate change also requires decision making under deep uncertainty in view of the long term future (say the year 2200). Given the long climate system delays and the long mitigation and adaptation delays, it is worrisome that politicians mainly focus on the short term. Shouldnt we for example start considering what conservative sea-level rise estimates of 1.5 to 4 meters by 2200 really mean for the world as we know it for us?

    Luckily I live 7 meters above sea level just in case I am not dead by then.

  • 16 Spelen met de Consul

    tekst: Bob Goessen

    Blunderen bij een wisselNiet alleen Kramers coach heeft er last van.Eind december viel treinreizend Nederland van verbazing stijl achterover. Het waaide buiten en tevens lag er wel vijf centimeter sneeuw! Prorail omschreef het als Zwaar winterweer. Gevolg waren lege college banken, gergerde treinreizigers en NS personeel dat alle synoniemen voor sorry al tot in het vijfvoudige had gebruikt. Kortom: Nederland lag op zijn kop.

    Waar in Nederland slechts 15 procent van de treinen reed, leken buurlanden maar betrekkelijk weinig last te hebben van het winterse weer. Toch zijn er genoeg landen in onze omgeving met een vergelijkbaar spoorwegennet. Hieruit kan verondersteld worden dat er bij ons iets principieel verkeerd gaat. Heeft dat te maken met de hoge bezettingsgraad van ons spoornet? Wordt er misschien een andere wissel verwarmingstechniek gebruikt? Of ligt het aan gebrekkig onderhoud? Onze hoofdvraag luidt dan ook: Waardoor was er zon grote treinchaos ten tijde van het winterweer in Nederland?

    Nederland heeft een veredeld metronet. Wat bij ons een intercity wordt genoemd heet in Frankrijk de stoptrein. Het langste stuk is immers tussen Den Bosch en Utrecht, wat nog net geen half uur duurt. Met ons geliefde treinstelsel hebben we een van de meest gebruikte spoornetten ter wereld. Maar in Zwitserland en in het noorden van Duitsland hebben ze ook zulke drukke spoorwegenstelsels. Tevens is het in die gebieden vaak nog kouder en guurder weer dan bij ons. Een Deutsche-Bahn zegsman reageerde dan ook verbaast op onze problemen. De Duitsers hadden ten tijde van onze problemen zelf ook last van het winterweer. Maar zon uitval van treinen hebben we niet in Duitsland. In grote delen van ons land hebben we te maken met

    dezelfde omstandigheden, aldus de DB-woordvoerder. Opvallend, nagenoeg alle treinen bij de oosterburen rijden op schema. ,,Natuurlijk is er ook bij ons vertraging, maar ons spoorboekje is niet in de war door de sneeuw. De wintervoorbereidingen voor de DB zijn altijd grndlich. We zorgen ervoor dat het materieel, spoor, wissels en seinen in goede staat zijn. Ook zetten we speciale sneeuwploegen in die met speciale treinen het spoor continu schoonvegen. Volgens Fohrmann zijn er in Duitsland grote landschapverschillen. ,,We houden daar altijd rekening mee. Vandaar we altijd veel tijd besteden om alles winterklaar te maken. Volgens hem zijn de omstandigheden in het noorden van Duitsland gelijk aan Nederland. De DB vindt het daarom bijzonder dat er in ons land veel uitval is en dat veel treinreizigers niet naar de plaats van bestemming kunnen komen. Aan onze bezettingsgraad zal het dus niet echt liggen. Naast een veredeld metronet heeft Nederland ook het spoornet met de meeste wissels. Ligt hier misschien het probleem? Al deze wissels dienen verwarmd te worden als het vriest.

    In Nederland wordt daar nu in de meeste gevallen gasverwarming voor gebruikt. Dit systeem maakt gebruik van een gasvlam. Deze kan echter gedoofd worden waardoor de wissels alsnog kunnen bevriezen. In Oostenrijk en Zwitserland gebruikt men een ander systeem, namelijk elektrische verwarming. Deze valt niet uit bij sneeuwval, alleen bij extreme sneeuwjacht of een sneeuwstorm kunnen er vertragingen ontstaan door bevroren wissels. Zon situatie doet zich in Oostenrijk 1 a 2 keer per jaar voor, waarbij dan vertragingen van 2 tot 4 uur voortkomen. In Zwitserland rijden, ondanks de barre winteromstandigheden, de treinen gewoon op tijd. Ook in Zwitserland gebruikt men elektronische wisselverwarming. Wel laat een woordvoerder weten dat er bij grote hoeveelheden sneeuw soms ook problemen kunnen ontstaan. Een woordvoerder van Infrabel, de Belgische ProRail, zegt ook vooral gebruik te maken van elektrische verwarming bij de wissels. We hebben 12.000 wissels. De 4.000 primaire wissels op het hoofdnet worden elektrisch verwarmd. Wellicht dat we vroeger ook gasverwarming hadden. Nederland gebruikt dus een verouderde wissel verwarmingstechniek. Een reden waarom de wissels nog niet vervangen zijn is simpel, volgens een woordvoerder

  • 17Consul, volume 14, 2nd edition

    van de NS. Bij het aanschaffen van nieuwe wissels wordt ook gekeken naar hoe vaak die verwarming aanmoet. Nu komt sneeuw over het algemeen niet zo vaak voor in Nederland. Om alle wissels te vervangen door elektrisch verwarmde wissels zullen we miljarden moeten investeren. De vraag is dus of dat het waard is. Ook omdat het spoornet onderhouden wordt door een (deels) private onderneming, wordt er vooral naar kosten en winst gekeken. Het investeren van miljarden om enkele uitzonderingen aan te kunnen is vanuit economisch opzicht dan ook geen goed idee. Wel worden bij nieuwe projecten gebruikt gemaakt van nieuwere technieken, zoals bijvoorbeeld bij de aanleg van de Hanzenlijn, die Zwolle en Lelystad moet verbinden. Hier wordt gebruik gemaakt van bodemverwarming, waarover in het kader hiernaast meer over wordt verteld. De problemen zouden dus kunnen liggen aan de verouderde verwarming installaties van de wissels. Liggen onze problemen misschien ook aan gebrekkig onderhoud? Ik denk dat we hier een behoorlijk goede reden hebben gevonden voor onze problemen. De RTL-Z site kopt namelijk het volgende: ProRail liet zelf de wissels bevriezen. Het artikel meldt vervolgens dat het spoorbeheer verzuimde een enorme blunder te melden. Wat blijkt: drie dagen voor het winterse weer toesloeg is de wisselverwarming rondom Den Haag HS uitgezet, in verband met werkzaamheden. De wissels bevroren en dat had gevolgen voor het hele spoornetwerk: totale chaos. Toch verzuimde ProRail deze blunder te melden aan minister Camiel Eurlings van Verkeer en Waterstaat. Zelfs in het geiste officile rapport over de uitval stond hierover niets vermeld. Ook heeft ProRail verzuimd de reden van de problemen op Den Haag HS te melden in de rapportage die op 17 december naar de vervoerders is gestuurd. In de rapportage van 18 december worden de problemen wel genoemd, maar wordt enkel gesproken van strubbelingen met de wisselverwarming, die niet brandde. Waarom die wisselverwarming niet brandde: hij was door ProRail zelf uitgezet! Vervolgens haalt de moeite die het kostte om de zaak weer werkend te krijgen het dagverslag niet. Hiermee kan ook verklaard worden waarom er minder uitval was tijdens de sneeuwval in januari. Er reden weliswaar minder treinen, maar niet maar de 15 procent die er op 17 en 18 december waren. Op onze vraag: Waardoor was er zon grote treinchaos ten tijde van het winterweer? kan nu ook wel een goed antwoord worden gegeven. Ons spoorwegennet is weliswaar een van de drukst bereden van de wereld, maar dit zou niet pers met meer uitval gepaard hoeven te gaan. In Zwitserland en Noord-Duitsland is er immers een vergelijkbaar systeem. Wel heeft het Nederlandse net een verouderd verwarmingssysteem om de wissels in werking te houden. Hier wordt echter aan gewerkt. De grootste oorzaak was echter nog altijd de verzwegen blunder van ProRail: de verwarming drie dagen voor vorst uitzetten. Waarmee het raadsel van de extreme ongeregeldheden opgelost is.

    Het hoe en wat van warme wissels

    De huidige wisselverwarming blijkt verouderd te zijn. Gelukkig is er een nieuw alternatief: Bodemwarmte. Wat biedt deze nieuwe techniek t.o.v. de traditionele systemen?

    Op 40 procent van onze 8900 wissels zit gasverwarming. Deze techniek maakt gebruikt van een gasbuis die naast de wissel zit. Met een brander en een elektrische ontsteker wordt de wissel verwarmd. De kans bestaat dat een passerende trein de vlam uitblaast. Normaal is dat geen probleem, aangezien de vlam automatisch opnieuw wordt aangestoken. De ontsteking blijkt echter gevoelig te zijn voor vuil en stof. Ook kan de zuurstoftoevoer geblokkeerd raken door sneeuw. Als alleen al de wisselverwarming in Utrecht Noord aangaat, wordt er 300 kuub aardgas per uur verstookt. Ga na dat dit slechts een klein deel van het totaal is, en dat de verwarming gemiddeld 500 uur per jaar aanstaat: Niet echt iets waar wij als milieubewuste TBers blij van worden!

    Een elektrische verwarming, die in Nederland niet of nauwelijks gebruikt wordt, werkt met het opwekken van warmte d.m.v. elektriciteit. Dit systeem is echter niet zo heel efficint. Zo betalen de Finnen, die weliswaar in veel kouder gebied wonen, zon 8 miljoen euro aan stroom per jaar om hun 6000 wissels verwarmd te houden.

    De nieuwe techniek bodemwarmte maakt bijna geen gebruik van bewegende delen, geen open vlammen en ook geen kwetsbare ontstekers. Dit, terwijl hetzelfde resultaat kan worden behaald met slechts 20 procent van de energie die nodig is bij het verwarmen middels traditionele systemen. Het systeem ontrekt warmte aan bijvoorbeeld een waterbron gelegen op zon 100 meter diepte. Er wordt een warmtepomp aan de zijkant van de rails gemonteerd. Deze pomp is zelfs zo gebouwd dat alle onderdelen makkelijk te bereiken zijn, zodat ten tijde een storing er snel gerepareerd kan worden. Zoals al in het artikel vermeld is wordt de nieuwe treinverbinding tussen Lelystad en Zwolle uitgerust met deze nieuwe techniek. Er heeft al een proef plaatsgevonden in Lelystad zelf, waarbij er zich in de afgelopen jaren nog nooit, en afgelopen december ook niet, problemen hebben voorgedaan. Ook in Spanje en Duitsland heeft men goede ervaringen met dit systeem. Wellicht dat onze winterweer vertragingen binnenkort tot de geschiedenis behoren? Laten we hopen van wel.

  • 18 Spelen met de Consul

    The youngest politicians in EuropeIn 1993, a group of TU Delft students created a new City Council party called STIP (Students of Technology In Politics) after a conflict between the Delft City Council and the Executive Board of TU Delft. There were three main reasons for the conflict. First, the City prevented the construction of the new University library. Second, public transportation to the University had been scaled down. Last but not least, there was a huge shortage of student housing. STIP joined City Council elections for the first time in 1994. We immediately won one seat, which was rather unique for a local party run by students! Right now, we have two seats in the City Council and a deputy mayor (wethouder in Dutch) so we also form coalitions with other parties. Although STIP is a party run by students, it is definitely not a one-issue party. STIP has a young vision for an old city and has solutions for many of the problems in Delft.

    From the beginning, a lot of TPM students joined STIP. Some examples include former City Council members Job Veltman, Pieter Guldemond, David Riphagen, Joost van Putten, Jan Pedro Vis, Sander Reuvers, Mirik Castro and Liane van der Zalm. For the 2010 elections, we have a new list of City Council candidates, with again two TPM students: Ferrie Frster and Yke Wynia. They both have a chance to join the City Council and have real influence in our city. People in the Delft political arena often think that all STIP members are TPM students. In the beginning, this view was rather strange to me, but slowly, the link between TPM and politics became clearer and clearer.

    As a TPM student, you learn a lot of TPM skills. TPM develops our analytical ability, which allows us to see problems, analyze them and generate alternatives. We also develop our communication and debating skills. These abilities are also crucial in politics. In the bachelor phase, you learn to identify problems and define problem statements, which can be directly translated to the political environment. As a TPM student you also learn to identify problems on a large technical scale, and in local politics you have to deal with the same type of problems on a smaller scale.

    One example is the lack of bicycle parking at Delft central station. How can we realize sufficient bicycle parking despite the temporary construction situation, and how can we ensure there is enough bicycle parking in the future situation? Many alternatives are possible, but it is difficult to choose the most robust one. Of course, it is time-consuming to do a complete multi criteria decision analysis (MCDA). But as a TPM student, you are probably so accustomed to doing a MCDA for every alternative that you can do it in your head. You have more analytical ability than other local politicians. You have an intelligent, young view based on your field of study, and are therefore more successful in finding the most robust alternative.

    The skills you learn in the course Introduction to Policy Analysis are especially used in politics. In a political environment, you have to deal with a multi actor network. Goal trees, an often-used method to visualize the wishes of the involved actors, is now being used within the City Council. The City of Delft has also introduced the SMART method (Specific, Measurable, Achievable, Realistic, Timely) to check if it has achieved its predefined goals. With this method, you can measure your goals in quantitative values. You dont know how well you are performing, but you have a quantitative direction to build on. We also use this technique at TPM, so we are used to working with it, and even help other local politicians use this method. Its rather funny that we, as the youngest politicians in Europe, can teach the long-sitting City Council members some new techniques to improve Delft!

    By the time this Consul is released, we hope to have collected enough votes, and therefore enough seats, to represent the voice of all students in Delft: Lets make Delft a better city!

    text: STIP

    You may ask yourself, why is this article written in English? Well, thanks to us, Delft is going to be the first bilingual city in the Netherlands! Besides that, our focus is on all people with a young vision, Dutch or otherwise. Our main points for the next few years are:

    Strengthen Delft as a centre of technology by further developing concepts like Technopolis, YES!Delft (initiated by STIP) and Bacinol. Use available knowledge for the whole city.More student housing in Delft, so that every student who wants to live in Delft has the possibility to do so.Boost cultural life in Delft by investing more money, improving co-operation between cultural institutions and giving citizens the possibility to start their own cultural projects.Smart sustainable policies; use innovative ideas from the TU Delft to make Delft more sustainable.Pay attention to mobility. Delft is a small city, easy accessible by bike. Stimulate bicycling and take care of a good public transport system.

  • 19Consul, volume 14, 2nd edition

    My name is Ferrie Frster, and Im 22 years old. Ive been studying for 4,5 years in Delft, but I was born and raised in Tilburg, where I finished my secondary education. In 2005, I came to Delft and began to study Aerospace Engineering. The study wasnt what I expected, so after one year I switched to Technology, Policy and Management. Last September, I started the masters programme Systems Engineering, Policy Analysis and Management (SEPAM). I also became a member of the TIL-dispute board, which organizes activities for the Transport, Infrastructure and Logistics (TIL) domain. Ive participated in several committees within Curius during my study. For example, I organized the First Years weekend and a city trip to Milan. I also joined Virgiel in 2005, and did some committee work and advisory over there. You can still find me around there regularly.

    Ive spent the last few weeks in STIP outfit due to the local elections. STIP can make a major contribution to the future of Delft. Our city is known for its students, and its innovative ideas Delft is a place where history and technology are interrelated. We believe the city and the TU Delft can make so much better use of each other. STIP is the bridge between these two sides. We aim to analyze problems in the city, and find long-term solutions. Our most important points in the coming few years include progress in the Delft Centre of Technology; support of young entrepreneurs; incentives for Delfts cultural life, with Lijm&Cultuur as the new flagship; and, finally, attention for student housing, because every Delft student has the right to live in Delft. STIP is your student vote in the Delft City Council!

    My name is Yke Wynia and Im 20 years old. Ive lived in Delft for 2,5 years. I studied Architecture when I first started at the University, but it was not the right choice for me. After six months, I stopped and started working at Kobus Kuch. Now, Im studying Technology, Policy and Management and Im in the second year.At Curius, I did the Consul committee for a year. Now, Im a member of the Education Committee, where, together with three other students, I represent all students with respect to educational issues within TPM.Next to that, Im a member of Sint Jansbrug, and have joined several committees there. Examples include the Parents Days, Boards Advisory Committee and the CvB as head of the bar team. The name of my club is Stoot.Finally, Im a member at WAVE, the students swimming club in Delft. So when I have an evening off, you can find me at the pool.

    When I was approached by STIP, I didnt really know what it was. But in the last few months, Ive learned a lot and became very enthusiastic. In the first place, it is fantastic that STIP exists! The presence of a City Council party founded by students makes Delft a unique city, but it is not very surprising that such a party exists here. Many of Delfts inhabitants are students; therefore, it is logical they are being represented in the City Council. Delft is a real student city.

    Because of my study, the organizations and committees Ive joined, and especially all the people Ive met, Delft has become very important to me. Delft is a symbol of everything Ive learned the past 2.5 years. And, of course, STIP is my party. STIP is for all students who want to make Delft a better city.

    Combining STIP and TPM

  • 20 Spelen met de Consul

    Olympische Winterspelen 2010Een terugblik op het falen en de successenEen paar weken geleden zijn de Olympische Winterspelen 2010 in Vancouver afgesloten, en de Consul zou de Consul niet zijn als zij geen kritische noot bij dit mega event plaatsten.Want, hoe winters Winterspelen ook klinkt, met het onsteken van de Olympische vlam lag er geen vlokje sneeuw in Vancouver en omstreken. Bovendien lieten, zoals iedereen wel weet, een paar sporters het op de cruciale momenten afweten. Succes was er ook, met vooral veel verassingen. Al met al hebben we het voor een kikkerlandje toch goed gedaan: we zijn zelfs boven het grote Rusland geindigd! Hoe deden onze buurlanden het trouwens? Kortom: een overzicht met leuke feitjes en bijzonderheden over ht sportevenement van dit voorjaar.

    De voorbereiding:

    Het Canadees Olympisch Comit verkoos Vancouver boven Calgary, nadat het Qubec niet was gelukt om de Spelen van 2002 binnen te halen. Er waren naast Vancouver aanvankelijk zeven andere kandidaten: Andorra la Vella (Andorra), Bern (Zwitserland), Harbin (China), Jaca (Spanje), Pyeongchang (Zuid-Korea), Salzburg (Oostenrijk) en Sarajevo (Bosni en Herzegovina). Bern viel al vroeg af, nadat een referendum in Zwitserland had uitgewezen dat de bevolking een kandidatuur niet steunde. Na een selectie bleven Pyeongchang, Salzburg en Vancouver over. De Canadese stad werd echter met 56 tegen 53 stemmen verkozen. Salzburg was met slechts 16 stemmen al in de eerste ronde afgevallen.

    Het logo van de Olympische Winterspelen werd op 23 april 2005 onthuld en kreeg de naam Ilanaaq de Inunnguaq. Ilanaaq betekent vriend in het Inuktitut. Het logo is gebaseerd op de Inuksuk, die voor de Expo 86 werd gebouwd en tegenwoordig bij de English Bay Beach staat. De mascottes zelf werden op 27 november 2007 gentroduceerd aan het publiek. Er zijn twee mascottes voor de Olympische Spelen, n voor de Paralympische Spelen en er is een sidekick. Dit zijn: Miga (Olympic): een mythologische beer Quatchi (Olympic): een bigfoot Sumi (Paralympic): iets wat voor een orka moet

    doorgaan Mukmuk (Sidekick): een marmot.

    Het plaatje van deze vier beestjes werd bij vele krantenartikelen gebruikt ter illustratie. Echter, ging het ook twee keer mis: zowel de Poolse krant Gazeta Olsztynska als het AVRO magazine drukten een afbeelding af waarop ook de wereldberoemde 4-chan meme Pedobear opstond. Niet echt subtiel

    Het kost een beetje, maar dan heb je ook wat. In 2004, toen de voorbereidingen begonnen, werden de kosten rond de 1,354 miljard Canadese dollars geschat. Midden 2009 werd dit bedrag bijgesteld naar $1,76 miljard. Maar ja, iedereen weet hoe dat met dit soort dingen gaat. De eerste week van de Spelen werd dan ook duidelijk dat het uiteindelijke bedrag dat aan de Spelen was uitgegeven gestegen was tot zon $6 miljard. De opbrengsten voor de regio zijn echter niet mis, welke door Price-Waterhouse op $10 miljard zijn geschat, waarbij directe winsten op zon $1 miljard worden geschat.

    Nog voordat de Spelen berhaupt begonnen waren, konden we meteen het grootste dieptepunt noteren. We hebben het uiteraard over de tragische dood van de Georgische rodelaar Nodar Kumaritishvili. Nodar had nog de dag ervoor met zijn vader gebeld, welke hij vertelde dat hij bang voor de baan was. Hij is de eerste dode die ooit tijdens de Winterspelen is gevallen.

    Tijdens de spelen:

    Laten we beginnen met de hoogtepunten. De vier gouden medailles uiteraard voor Nederland, waarvan er drie toch cht een verrassing waren. De meest opmerkelijke was toch die van Nicolien Sauerbreij, die voor de meeste Nederlanders echt uit het niets leek te komen. Natuurlijk, ze presteerde al jaren op topniveau, maar de doorsnee Nederlander volgt het snowboarden niet zo. De wedstrijd was er niet minder spectaculair door en dit onderdeel behaalde op de 10 km schaatsen na, het hoogste kijkcijferaantal van de Spelen. Ook de twee gouden medailles behaald op de 1500 meter schaatsen, misstaan niet. De koning- en de koninginnenrit zijn toch echt d te winnen afstanden bij het schaatsen.

    Buiten Nederland is de schaatssport niet zo groot, vandaar dat het absolute hoogtepunt van de Spelen zelf bij een andere sport ligt: de finale van het ijshockey, tussen Canada en de Verenigde Staten. De prijzen van de tickets voor de finale liepen op tot ongekende

    tekst: Bob Goessen

  • 21Consul, volume 14, 2nd edition

    Foto

    : G.J.

    Wolke

    rs

    hoogte, maar het publiek kreeg waar voor zijn geld. Spektakel, strijd en spanning; alle ingredinten die een finale tot een waar festijn maken. Canada won, en heeft daarmee de meeste gouden medailles ooit op een Olympisch toernooi behaald.

    Dan was er nog een vellassing, ehm, verrassing. Schaatsnatie Zuid-Korea. Het klonk vreemd maar is nu toch echt harde werkelijkheid. Maar liefst 5 medailles, waarvan 4 goud, werden door dit land behaald. Seung-hoon Lee is de man van het goud op de 10km, en zilver op de 5km. Opvallend: de 10km reed hij pas voor de 3de keer in wedstrijdverband. Bovendien heeft hij tijdens die race zijn persoonlijk record met 20 seconden verbeterd. Een bijzondere prestatie dus!

    Naast deze opvallende hoogtepunten waren er ook een aantal opvallende dieptepunten. Over Kramer is al veel gezegd, maar het is wel sportief dat hij toch bij zijn coach blijft, ondanks dat deze hem de verkeerde baan in stuurde. Had hij dat niet gedaan dan had Kramer allicht een nieuw Olympisch record gereden. Wat echter niet aan domme pech, maar echt aan gezond verstand te wijten viel was het terugtrekken van onze 4-mans bob. De door de TU-Delft mede ontwikkelde slee is niet gestart omdat de stuur het te gevaarlijk vond. Edwin van Calker trok zich vlak voor de wedstrijd terug. Heel Nederland viel over de piloot heen en zijn sportieve carrire is nu wel ten einde. Edwin bleef echter bij zijn beslissing, hij vertrouwde niet op zijn eigen stuurmanskunsten. Later tijdens de race bleek ook waarom: de ene na de andere bobslee crashte op de baan in Whistler. Het blijft echter wrang voor zijn team en iedereen die al die tijd aan de slee gewerkt heeft. Waarmee Edwin toch het lachertje van onze Nederlandse delegatie is geworden.

    We willen het ook nog even over onze buurlanden hebben. De Duitsers deden het erg goed met in totaal wel 30 medailles, waarvan 10 goud. Onze Zuiderburen faalden echter jammerlijk. Met geen enkele medaille keerden zij huiswaarts, terwijl er aanvankelijk hooggespannen verwachtingen waren. De Belgische delegatie was de grootste in jaren en haar atleten kwamen uit op de dames bobslee, in het kunstschaatsen, in het schaatsen (5000m en shorttrack) en bij het skin. Er werd dan ook teleurstellend gereageerd.De Russen waren echter nog meer teleur gesteld. Zo

    verklaarde Poetin zelfs niet op bezoek te komen op de Spelen vanwege de slechte prestaties. Rusland eindigde op de elfde plaats, achter Nederland. De atleten zouden thuis nog wat te wachten staan, verklaarde hij

    Het lachertje van de spelen kwam uit Noorwegen. De clownsbroeken van de curlingheren zagen er ronduit lachwekkend uit. De Noren zeiden de broeken als geluksbroek te dragen, zij hadden er nog nooit in verloren. Nadat in de finale van Canada alsnog verloren werd verklaarden de curlingmannen de broeken nooit meer aan te doen.

    Dan waren er nog een paar relletjes tijdens de Spelen. Zo nam de Amerikaanse snowboarder Scott Lago het er goed van na zijn gewonnen bronzen medaille op de halfpipe. Diezelfde nacht nog werd hij tijdens een feestje in een nachtclub gefotografeerd met een dame, waarmee hij een aantal nogal pikante poses uitoefende. De fotos werden verspreid via internet, en Lago vertrok met de staart tussen de benen. Een andere opvallende rel bedroeg een dopingbeschuldiging. Justyna Kowalczyk insinueerde dopinggebruik bij haar aartsrivale Marit Bjoergen, die driemaal goud won. Kowalczyk vertelde dat Bjoergen zonder astma-middel nooit tot zulke grote prestaties zou komen. Nadat Kowalczyk zelf goud had gewonnen, trok ze haar woorden weer terug. Een beetje laf dus.

    Kortom: het waren interessante Olympische winterspelen, welke geen moment verveeld hebben. Om dat alsnog toch te doen, hebben we hier nog een paar interessante cijfertjes om dit stuk mee af te sluiten.

    De sociale verzekeringsbank kan bij een verdenking van uitkeringsfraude gegevens opvragen bij de Albert Heijn.

    Corien Prins, Hoogleraar UvT

    Olympische atleten en officials: 5,500 Pararlympische atleten en officials: 1,350 Deelnemende landen: 80+ Tickets verkocht: 1,6 miljoen stuks Aantal aanwezige journalisten: 10,000 Aantal vrijwilligers: 25,000 Gemiddelde temperatuur in Vancouver: 13,4C De opening is voor het eerst indoor gehouden,

    in het BC Place Stadium. 12 mrt starten de Paralympische winterspelen.

  • 24 Spelen met de Consul

    De staat van de privacyStel je eens voor: op de grond zit een groepje Britse schoolkinderen vol spanning te wachten op niemand minder dan J.K. Rowling. Ze komt die dag voorlezen uit n van haar Harry Potter boeken. Het schoolhoofd kijkt met een gerust hart toe. Eerder die ochtend heeft de wereldberoemde schrijfster immers al aangetoond dat ze geen pedofiel is. Ook al is het bovenstaande een fictief voorbeeld, de realiteit erachter is dat allesbehalve. Sinds 12 oktober 2009 moet elke Brit die regelmatig met kinderen werkt zich bij een overheidsinstantie (Independent Safeguard Authority) laten registreren. Daar krijgt hij of zij, na een uitgebreide controle, voor 64 pond een certificaat waarmee ze onder meer kunnen aantonen dat ze geen pedoseksuele gevoelens hebben. Volgens de vele critici is dit Britse Vetting and Barring Scheme in strijd met een fundamenteel beginsel van de rechtstaat; je bent onschuldig tot het tegendeel bewezen is. De discussie daarover is in volle gang, maar laten we eerst eens kijken naar hoe het zo ver heeft kunnen komen.

    Internationale ontwikkelingenDe aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001 deden de wereld op haar grondvesten schudden. Inmiddels weten we dat de gevolgen van de aanslagen nog veel verder gaan dan de oorlogen in het Midden-Oosten. De War on Terror heeft ook een heel duidelijk preventief karakter. Een concreet voorbeeld hiervan is de invoering van de omstreden Patriot Act.

    De Patriot Act voorziet in de behoefte van Amerikaanse inlichtingendiensten om bij verdenking iemand onder surveillance te plaatsen. Wordt iemand verdacht van bijvoorbeeld het voorbereiden van een terroristische aanslag, dan mag de FBI afluisterapparatuur plaatsen in de woning van de verdachte. De kritiek op de Patriot Act komt in deze voort uit het ontbreken van checks and balances. Who guards the guardians? Wie is er verantwoordelijk voor het voorkomen van misbruik van deze verregaande bevoegdheden, en daarmee tevens verantwoordelijk voor het beschermen van de burgerrechten?

    De angst na de aanslagen van 11 september lijkt een leidende rol te hebben gespeeld bij het nemen van maatregelen, zoals de invoering van de Patriot Act, kort na de bewuste dag. In de loop van de jaren is het aantal maatregelen echter niet afgenomen. Inmiddels moeten we in Nederland onze vingerafdrukken afgeven wanneer we een nieuw paspoort of identiteitsbewijs afhalen. Deze vingerafdrukken worden uiteindelijk in een centrale database opgeslagen. Daarnaast stelt een Europese richtlijn1 dat onze bel-, mail- en surfgegevens een half jaar lang moeten worden bewaard. En, zeer recentelijk, moeten we door een bodyscan als we naar de Verenigde Staten willen vliegen.

    Bovenstaande voorbeelden zijn illustratief voor het probleem van een wetgever die reageert op technologische turbulentie, het zogeheten problem of pace. Zodra technologische mogelijkheden zich aandienen lijkt de wetgever daarop te moeten reageren. Alles om veiligheid en een bepaalde mate van service te kunnen blijven garanderen. Waar leiden deze ontwikkelingen ons momenteel naartoe?

    Technologische ontwikkelingenNa 11 september is de technologie die verband houdt met onze privacy zich sterk gaan ontwikkelen. Wereldwijd nam de vraag naar registratiesystemen toe. In het onderzoek Onze digitale schaduw2 wordt geschat dat de gemiddelde Nederlander inmiddels in zon 250 tot 500 bestanden staat geregistreerd. De informatie die in die bestanden staat loopt uiteen van je betalings-, surf- en koopgedrag tot de kleur van je ogen. Met andere woorden; er is weinig dat niet geregistreerd staat.

    Een aanhoudende trend is het zogenaamde datamining, het koppelen van gegevens uit verschillende databases. Zo staat in een interview in de Volkskrant met Corien Prins3 (hoogleraar op de UvT) het volgende: De sociale verzekeringsbank kan bij een verdenking van

    tekst: Bestuur LCB

    De sociale verzekeringsbank kan bij een verdenking van uitkeringsfraude gegevens opvragen bij de Albert Heijn.

    Corien Prins, Hoogleraar UvT

  • 25Consul, volume 14, 2nd edition

    uitkeringsfraude gegevens opvragen bij de Albert Heijn. De AH-bonuskaart staat op naam en zo kan onderzocht worden of het patroon van de afgerekende boodschappen overeenkomt met het officile inkomen. Hier wordt heel duidelijk aangegeven dat de toepassing van technologische mogelijkheden niet los staat van de privacy.

    Zo ook bij de OV-chipkaart. Trans Link Systems, de organisatie die het OV-chipkaartsysteem heeft gerealiseerd, heeft over elke gebruiker de volgende informatie: naam, adres, woonplaats, geboortedatum, pasfoto, kaartnummer en eventuele andere contact-gegevens zoals telefoonnummer, e-mailadres en bank-rekeningnummer4. Daarnaast natuurlijk reisgegevens zoals de reisfrequentie, voorkeursstations en trajecten en de reistijden. Naast het feit dat onder meer politie en justitie deze informatie op kunnen vragen kunnen de gegevens onder bepaalde voorwaarden gebruikt worden voor direct-marketing doeleinden van OV-bedrijven.

    Bovenstaande voorbeelden illustreren dat het tegenwoordig mogelijk is om een zeer gedetailleerd beeld van een persoon op te stellen. De gegevens zijn er in overvloed, en middels het burgerservicenummer (BSN) gaat datamining makkelijker en sneller dan ooit tevoren. De Raad van State waarschuwde in een rapport5 uit 2005 dat het in de praktijk onvermijdbaar is dat het BSN van diverse personen ruim bekend wordt. En de risicos, op bijvoorbeeld identiteitsfraude, die daarmee gepaard gaan zijn de voedingsbodem voor ht maatschappelijk debat van dit moment.

    Het debatWaarom zijn deze ontwikkelingen momenteel zon groot onderdeel van het publiek debat? Als je als burger niets te verbergen hebt, dan heb je toch ook niets te vrezen? Meer informatie helpt in de strijd tegen het terrorisme, criminaliteit en fraude. Zo bezien is het een goede zaak dat de overheid zoveel mogelijk gegevens over haar burgers verzameld. Door middel van onder andere het plaatsen van telefoontaps kunnen politie en justitie sterker preventief optreden. Waar maakt men zich dan zo druk om?

    Een veelvuldig aangehaald punt is dat de verzameldrift van de overheid, bedoeld om onze veiligheid te

    bevorderen, een gevaar op zich zou kunnen zijn. Los van de vraag of het gewenst is dat een overheid zoveel controle en toezicht uitoefent op haar burgers, ligt het gevaar van misbruik door criminelen op de loer. De centrale database waarin overheden de biometrische gegevens van burgers op (willen) slaan is een mogelijk doelwit voor hackers. Kwaadwillenden zouden met die informatie op grote schaal identiteitsfraude kunnen plegen.

    De vicieuze cirkel wordt zichtbaar. De maatregelen die ons moeten beschermen tegen risicos lijken een risico op zich te zijn geworden. Maar niets doen is zelden een optie. De vraag is; hoe gaan we op een verstandige manier met de ontwikkelingen om? Wat zijn de kansen, en wat zijn de valkuilen?

    AfsluitendAls het gaat om het privacyvraagstuk is er n ding duidelijk: het gaat iedereen aan! Op symposia uitten advocaten en rechters hun zorgen, wetenschappers doen onderzoek naar de voors en tegens, politici maken zich hard voor burgerrechten en op internet discussiren jong en oud over de laatste ontwikkelingen. In Tilburg zullen op 10 en 11 mei 2010 al deze groepen bij elkaar komen op het Landelijk Congres der Bestuurskunde (LCB).

    Op de tiende editie van het LCB zullen (ex-)ministers, politici en wetenschappers hun visies omtrent het privacyvraagstuk voorleggen aan honderden studenten en (young) professionals. Naast grote sprekers en interessante workshops krijgen bezoekers van het congres natuurlijk een uitgebreide lunch aangeboden en wordt de dag afgesloten met een borrel. Ben je op zoek naar meer informatie f wil je het LCB graag bijwonen? Ga dan naar www.lcb.nl en schrijf je in!

    BelangrijkHet bezoek aan het Landelijk Congres der Bestuurskunde in Tilburg is voor studenten Technische Bestuurskunde in Delft extra interessant. Waarom? Omdat jullie studievereniging Curius het voor elkaar heeft gekregen om het prestigieuze congres naar Delft te halen. In 2011 wordt het LCB georganiseerd door Delftse studenten Technische Bestuurskunde. Heb jij interesse in de organisatie van dit grootse congres houdt dan de website (www.curius.nl) goed in de gaten!

    1. Richtlijn 2006/24/EG oftewel de databewaringsrichtlijn 2. www.cbpweb.nl/downloads_rapporten/rap_2009_onze_digitale_schaduw.pdf3. www.volkskrant.nl/binnenland/article542005.ece/Wie_heeft_er_niets_te_verbergen4. www.ov-chipkaart.nl/pdf/22246/privacybeleidtls5. www.minbzk.nl/contents/pages/43941/adviesrvswetsvoorstelwetalgemenebepalingenburgerservicenummer.pdf

  • 26 Spelen met de Consul

    Programming is serious fun!

    My SPACE game was extremely popular for two years, but then fell into oblivion as Dickinson College upgraded to a VAX computer system, while students started buying their own PCs. But my passion for programming only increased as I studied computer science at Leiden University, and then researched information systems design in Delft. I now programmed models and tools for analysts and decision makers, and got an even bigger thrill out of seeing my software being used and appreciated by professionals.

    In 1992, when I helped design the first curriculum for Technische Bestuurskunde (todays SEPAM), it was totally obvious that a SEPAM engineer should have at least basic programming skills. Wander van den Berg inspired the first generations of SEPAM students with his lucid lectures, explaining the essence of computer architecture and algorithmic thinking with countless didactic metaphors. But curriculum development is a dynamic multi-actor process that involves trade-offs between many competing interests. In successive curriculum changes, basic programming skills eventually disappeared from the list of requirements. Today, most students receive only the barest formal training in algorithms and data structures.

    Is that a problem? Not if you are a computer natural (to avoid words like geek and freak) who, like me, takes to programming as easily as a young duck takes to water. Nor if you are an autodidact, who again like me, eagerly explores the internet with its countless forums on how to do it. But Ive come to learn that these types are uncommon among SEPAM students. Although many enjoy building models in Arena or Powersim, the majority is unskilled in algorithmic thinking and data abstraction skills that you typically acquire by programming. Is that a problem, then? No. But surely it is a missed opportunity, because these skills transcend writing computer code.

    tekst: Pieter Bots

    It will take time, it will make you swear, but it will give satisfaction in the end.

    Pieter Bots

    The theme of this Consul winter games revived some fond old memories. Thirty years ago, I studied for one year at Dickinson College in Carlisle, Pennsylvania. The winter of 1980-1981 was cold, and I remember how white snowflakes were accumulating against the black window panes of the computer center as I spent yet another all-nighter behind the black-and-white screen of a DEC VT52 terminal, working happily on my SPACE game1. Rod Stewart sang Even the president needs passion! on the radio, and the disc jockey skeptically wondered whether this still applied to the newly elected Ronald Reagan, then 70 years old. I did not care much. My newly discovered passion was computer programming. How it thrilled me to see my friends play my game, my creation, and to devise new features that would heighten their pleasure. But more importantly, how much did I enjoy the challenge of programming, translating my imagination alien space craft, a legendary planet, smart lasers into arrays, while loops, and ASCII art, and then getting the computer to do what I wanted! For me, computer programming was the real game.

  • 27Consul, volume 14, 2nd edition

    Let me give one small piece of anecdotal evidence. Some time ago, a student came to me with a paper on transport networks in which she was explaining how costs were accounted for and allocated to different actors. To show how different actors could gain in eight different scenarios, she had made a diagram for each scenario. As the diagrams were very illustrative, I suggested making similar sets of diagrams for the alternative ways of cost accounting and allocation she wanted to evaluate. She agreed, though making the figures had cost her a full day, as she had drawn them using Visio. Why didnt you make them in Excel? I asked. Because theyre unlike the diagrams that Excels Chart Wizard offers. That was true. Her diagrams did not depict time series data; they showed the origins of different cost components, and their redistribution across actors. But to my programmers eyes, each diagram was a configuration of stacks of colored rectangles of different sizes, with some logic behind them. It should be possible to somehow represent this information as a matrix that, when interpreted by Excel as a set of time series, would yield a picture like the one the student had made using Visio. In less than five minutes, I made the Chart Wizard produce a crude diagram, and then used the Chart menu to improve it step by step, basically telling Excel which things to show (e.g., numerical values in each rectangle) and which things to hide (e.g., axis lines and labels coloring). Thirty minutes later, I had a worksheet that could produce neat diagrams for hundreds of different scenarios simply by changing a few cell values.

    How come that the student did not come up with this idea herself? Was it because I was more intelligent? Not likely, knowing how easily she got high grades in all her courses. Was it because I knew more about Excel? Surely this gave me a significant advantage. But the key factor was that she could not switch to my programmers mindset:

    1. Be lazy: if you need to do a job many times, get the computer to help you do it;

    2. Decompose and sequence: analyze the job and think up a stepwise procedure for doing it;

    3. Abstract: think of the job in the most abstract concepts (so in this case: not cost components and actors, but numbers and stacks of rectangles), as computers crunch numbers without knowing what they mean;

    4. Re-use: identify existing tools or components that can do the bigger parts of the job, use these, and then tweak the result;

    5. Blame yourself: if the computer does not do what you want, it is because you have made a mistake;

    6. Keep trying: persist with 2-5, and you will eventually find a solution;

    7. Aim for elegance: less is more, simple is smart, stark is beautiful and beauty gives pleasure not only to the programmer, but also to the user.

    Ill admit that these seven principles often did not save me time. But they always increased the quality of my work. Thinking about how to do a job makes you understand better what the job is about. Decomposition and abstraction help you separate between what problems you (or others) have solved before (re-use!) and what not (invent!). Through trial and error you accumulate experience. And aesthetics is a great incentive to do the best job you can.

    I realize that you do not acquire a programmers mindset by taking an introductory course in Java or C. But it may be a start, especially when you discover that even very small programs can be time-saving tools. Or that a simple game can be a powerful communication device2. So if you havent seriously tried it yet, do what I did and try programming a little game. Spend some long winter nights creating a piece of software that is fun to play with. Make balls bounce around your screen and duplicate as they collide. Then let you catch them with your mouse. Add a score. And a high score that shows your name. It will take time, it will make you swear, but it will give satisfaction in the end. And it will improve your quality as an engineer.

    1. Visit http://actoranalysis.net/software.html to test a DOS-compatible version of the game.2. Again visit http://actoranalysis.net/software.html but now try my Classifier and Examinator games.

  • Oranjewoud is een advies- en ingenieursbureau met passie en

    karakter. We kijken bewust naar de wereld om ons heen en dragen graag ons steentje

    bij aan het verbeteren van de leefomgeving. Daarin gaan we behoorlijk ver. Neem ons plan voor

    een nieuw Waddeneiland om het noorden van Nederland een economische impuls te geven. Zon

    idee kan alleen ontstaan als je de vrijheid hebt om je creativiteit te gebruiken. En die vrijheid krijg

    je als je bij ons komt werken. Anders gezegd, er wacht je net zoveel uitdaging als je zelf kunt

    verzinnen. Voorwaarde is natuurlijk dat projecten commercieel aantrekkelijk zijn n dat je

    regelmatig nadenkt over de inrichting van je carrire. Meer weten?

    Bekijk de mogelijkheden op onze site.

    WWW.CREEERJEEIGENWERELD.NL

    Van starter tot ervaren senior adviseur, van archeoloog tot ingenieur.

    Van bouwkunde tot milieumanagement, van planologie tot organisatie

    en management. Ons werkterrein is breed en biedt ruimte om je ambities

    waar te maken.

  • 29Consul, volume 14, 2nd edition

    Consulcommittee 09 - 10A new year brings a new Consul Committee and since were complete now, its time for an introduction! The Consul you are reading right now is a product of ten weeks of brainstorming, writing true pieces of art, contacting external writers and engaging other Curius Committees to write an article. For some of us this is the second Consul, for some the first. Its great to be part of such a diverse committee with members from several study phases. The deadline seemed more tight than ever, as we wanted to incorporate as much of the Winter Olympics in Vancouver as possible.

    We cant deny that we are proud of the magazine you have before you. All of our creativity and enthusiasm has been put in this 44 page counting issue of the Consul. We hope that you will enjoy reading it at least as much as we did making it. With a few more issues ahead of us our goals are to write and gather interesting articles for everyone, always making sure that a good proportion of that is in English and try to make every new Consul always a little bit better than the last one.

    The Consul is made by members of Curius and foremost for the members of Curius. So dont hesitate to approach us with new ideas, critics or compliments. That way we can make sure that the Consul stays as close to the readers as possible. Enjoy!

    Serious. Fun. Curius.

    Maxim Oei Editor in chief and designerCornelis Eikelboom DesignerDanique Ton Editor Bob Goessen EditorDouwe Kool Editor

    Timo van Dam QQ

    tekst: Maxim Oei

  • 30 Spelen met de Consul

    Being a PhD at TPMWhat does it mean to be a PhD? This really depends on who you are and the department youre in. Your biggest goal is to produce this large scientific document known as your thesis. How you get there comes in many flavors and can lead you through different adventures.

    A PhD is really something that you take ownership of, and youre there because you want to be there. Being a PhD means that you have four years to explore a field and learn about the boundaries between the known and unknown. Theres this great quote by Max Planck saying that Science advances one funeral at a time. This isnt meant to downplay the discoveries that people who came before you have made, but it means that even experts can get fixed in their ways of thinking. While their work can be truly brilliant, there are subtle holes in it that represent the areas where big discoveries will happen by the next generation. Even Einstein was skeptical about certain aspects of Quantum Mechanics. Because you are fresh to the field you may bring in things that others have not considered, and you may not know why people think possible things are impossible. At the same time, you have to accept criticism and understand where people are coming from with their viewpoints, since they have much more experience than you do.

    What is your PhD about? Its common nowadays to hear hypes about Complex Systems, and theres examples such as how the flocking behavior of birds can be explained by using several simple rules, or how the collective actions of many can lead to emergent phenomenon, where the whole is greater than the sum of its parts. This is all interesting, but the challenge is figuring out how to apply this to messy real-world situations.

    When we look at topics such as sustainability, it can get mind boggling, since if you try to make a change by introducing some technology, you may run into some economic constraint, which is imposed by some policy, which is dictated by some dominant social perspective. Its clear that we cant study systems in isolation, but we need to get better at understanding their connections and how they influence, constrain, and enhance each other. We need a systems view to help deal with these issues, but its difficult. C. West Churchman has said that the real challenge posed by the systems idea [...] is not that in order to be rational we need to be omniscient but, rather, that we must learn to deal critically with the fact that we never are. We cant know everything, but we have to figure out ways to do the best that we can.

    tekst: Chris Davis

    Even Einstein was skeptical about certain aspects of Quantum Mechanics.

    Chris Davis, PhD

  • 31Consul, volume 14, 2nd edition

    One of the ways that we do this within my group is through techniques such as Agent Based Modeling. This is a type of modeling where we create simulations of individual actors who can make decisions, respond to other actors, and affect the environment in which they live. This allows us to test out different scenarios, such as looking at how different decision making types influence the total system. A particularly well developed model by another colleague, Emile Chappin, involves simulations of groups of individual companies such as electricity producers, where we see how various forms of policies, such as a CO2 tax or Cap and Trade, affect their investment and production decisions, and have propagating effects throughout the market and environment. Part of my work involves creating these types of models for various case studies, ranging from investigating mobile phone recycling networks, to tryi