Upload
phamdung
View
237
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Energie Efficiënt Basis Uur Patroon
Keteninitiatief Scope 3 emissies
Energie efficiënte spoorinfrastructuur
17 november 2014- Versie 1.0
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
1/16
Inhoudsopgave
1 Scope en afbakening 4
2 Beschrijving keten 7
3 Ketenpartners 8
4 Analyse (van energie effecten) 9 4.1 Huidige verdeling van rijtijdspeling 9 4.2 Het effect van de huidige spelingsverdeling 10
4.2.1. Effect op uitvoerbaarheid 10 4.2.2. Effect op energieverbruik 11 4.2.3. Effect op veiligheid 12
5 Reductie maatregelen 14 5.1 Planning 14
5.1.1. Tools: DONNA naar delen van minuten 14 5.1.2. Tools: tractie-tool 14 5.1.3. Beheersing 14 5.1.4. STS passages 14
5.2 Samenvatting maatregelen 14
Colofon 16
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
2/16
Inleiding
Per 1 december 2009 is door ProRail de CO2-prestatieladder ingevoerd, een instrument
om de CO2-uitstoot van opdrachtnemers terug te dringen en de uitstoot van de sector te
verminderen. Zelf wil ProRail ook invulling geven aan de eisen van deze
prestatieladder. Als onderdeel van de eisen voor het bereiken van niveau 4 en 5 van
deze CO2-prestatieladder dient ProRail scope 3 emissies in kaart te brengen (eis 4A
handboek SKAO1) en dient uit deze scope 3 emissies tenminste 2 analyses van GHG-
genererende ketens van activiteiten te maken (eis 4A11). Scope 3 emissies zijn emissies
van andere ketenpartners waar ProRail met haar activiteiten invloed op heeft.
Movares is een erkend en onafhankelijk kennisinstituut (eis 4A31) en heeft een
ketenanalyse “Energie efficiënt Basis Uur Patroon” samen met ProRail uitgevoerd voor
scope 3 CO2 emissies. Een Basis Uur Patroon bepaalt voor een groot deel de trein
efficiëntie. Trein efficiëntie is de grootste CO2 emissiebron van ProRail2.
Deze analyse is gericht op de keten van processen en activiteiten die leiden tot een
energie zuinig BUP (Basis Uur Patroon) met gereduceerde CO2 uitstoot. Het BUP
vormt de basis voor de dienstregeling die de treinen iedere dag rijden. Dit document
beschrijft de ketenanalyse conform de eisen van het GHG protocol3. De uitgevoerde
stappen in de analyse zijn:
• In kaart brengen van de keten
• Identificeren partners in de keten
• Kwantificeren van de CO2-emissie van de keten
• Formuleren van reductiemaatregelen (eis 4B)
Bij het ontwerp van een BUP wordt speling opgenomen bovenop de kale (minimale)
rijtijd. Door deze rijtijdspeling kunnen variaties worden opvangen en daarmee
vertragingen worden beperkt. Als tijdens een treinrit de beschikbare speling niet nodig
is voor punctualiteit, kan de speling worden benut voor energiezuinig rijden (EZR): het
laten uitrollen van de trein. EZR is een programma van de vervoerder NSR waarmee
machinisten door het uitrollen van de treinen het tractie-energie verbruik verminderen.
Een energie efficiënt BUP heeft de rijtijdspeling zoveel mogelijk verspreid zodat
zoveel mogelijk uitgerold kan worden. Deze keten analyse streeft naar rijtijdspeling die
dusdanig is verdeeld in het BUP dat deze zowel uitvoerbaarheid, punctualiteit als
energiezuinig rijden faciliteert en daarmee de CO2 uitstoot reduceert.
Leeswijzer
Eerst bakenen we de keten af die we analyseren (hoofdstuk 1) waarna we de schakels
van de keten beschrijven (hoofdstuk 2) met de bijbehorende ketenpartners (hoofdstuk
3). Daarna analyseren we de energie en CO2 effecten in de keten (hoofdstuk 4) en de
mogelijke energie reductie maatregelen (hoofdstuk 5).
1 Handboek CO2-Prestatieladder 2.2, stichting SKAO, 4 april 2014 2 Dominantie analyse scope 3 ProRail, Juli 2014. 3 Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard, World Resources Institute and World Business Council of Sustainable Development, September 2011
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
3/16
Verantwoording
De beschrijving van de keten voor een energie efficiënt BUP en de bijbehorende
kengetallen zijn opgesteld met medewerking van Wouter Ludwig en Vincent Weeda
(ProRail/VL PAB), Klaas Hofstra en Michiel Vromans (ProRail V&D),Gerben
Scheepmaker (NS Logistiek Nieuwbouw), Ralph Luijt en Freddy Franke (NSR), Paul
van der Voort en Jelle van Luipen (ProRail/innovatie).
Naast consultatie van bovengenoemde experts binnen en buiten ProRail is gebruik
gemaakt van verschillende interne documenten van ProRail. De exacte
bronvermeldingen kunnen worden teruggevonden in de rapportage. Alle informatie is
direct van belanghebbenden verkregen behalve als dit anders staat aangegeven in de
bronvermelding.
De hele analyse is gereviewd volgens het vier ogen principe door Diederik Verheul
(Manager duurzaamheid Movares).
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
4/16
1 Scope en afbakening
ProRail heeft in haar Meerjarenplan Duurzaamheid van 2013 concrete CO2
reductiedoelstellingen gesteld.
‘ProRail wil jaarlijks 65 kton CO2 in de spoorketen besparen ten opzichte van 2010.
Hiervan betreft 15 kton aan CO2 reductie maatregelen in de keten tussen 2010 en
2020, door middel van invloed op het tractie-energieverbruik en materiaalverbruik in
de spoorketen.’
(Meerjarenplan Duurzaamheid, 2013).
Uit de CO2 voetafdruk van het Nederlandse spoor (zie grafiek hieronder) blijkt dat het
energieverbruik van de trein verreweg de grootste CO2 veroorzaker (75%) is van het
spoorsysteem.
Bron: CO2 voetafdruk Nederlandse spoorketen, Railforum, 3 februari 2011
Figuur 1.1, CO2 veroorzakers spoorsysteem (gram CO2 per reizigerskilometer)
In 2014 heeft ProRail een dominantie analyse laten uitvoeren welke systemen en
processen van ProRail de bron zijn van de grootste emissies van het spoorsysteem4.
Hieronder volgt een top 20 van de meest dominante emissiebronnen voor ProRail. Het
treinverkeer is de grootste verbruiker van energie in het spoorsysteem en zorgt daarmee
voor de grootste CO2 emissie. In de top 20 wordt onderscheid gemaakt in de
transportverliezen van de elektriciteit die aan treinen wordt geleverd (netverlies) en het
verbruik van de trein zelf (energieverbruik trein). Bovenaan staat de trein efficiency
met een bijdrage van 18,54% . Trein efficiency is hierbij de hoeveelheid energie die
gemiddeld nodig is om 1 ton over 1 km spoor te verplaatsen.
4 Dominantie analyse scope 3 ProRail, juli 2014, EDMS-#3642180
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
5/16
Tabel 1.1, Top 20 dominante emissiebronnen
ProRail heeft invloed op het energieverbruik en de bijbehorende efficiency van de
treinen via verschillende lagen van het spoorsysteem. Op basis van de huidige
infrastructuur, treinen en dienstregeling hoort bij elke laag een ketenproces:
Infrastructuur De wijze waarop de infrastructuur wordt ontworpen. Via bijvoorbeeld het
ontwerp van wissels en bogen ontstaan snelheidsbeperkingen, die effect
hebben op het energieverbruik van de trein.
Planning De wijze waarop (gegeven de aanwezige infrastructuur) de treinbewegingen
worden gepland. Dit heeft invloed op energieverbruik, bijvoorbeeld via de
ruimte die de dienstregeling biedt voor uitrollen.
Be- en bijsturing De wijze waarop, gegeven de infrastructuur en de dienstregeling, be- en
bijsturing plaatsvindt. Bijvoorbeeld het inleggen van conflictvrije treinpaden
heeft invloed op het wel/niet remmen en dus op het energieverbruik.
Informatie voor machinist De wijze waarop informatie wordt verschaft aan machinisten en informatie-
uitwisseling plaatsvindt tussen machinist en verkeersleiding. Bijvoorbeeld
contextinformatie en snelheidsadviezen aan de machinist faciliteren
energiezuinig rijden.
Deze ketenanalyse richt zich op de invloed die ProRail heeft op het tractie-
energieverbruik via de planning (de tweede laag). Het energieverbruik van de trein
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
6/16
wordt onderverdeeld in tractieverbruik en hulpverbruik. Met tractie wordt het
aandrijfmechanisme van de trein bedoeld en met hulpverbruik wordt bijvoorbeeld
verwarming en airconditioning bedoeld. ProRail heeft geen invloed op het
hulpverbruik van de trein, hulpverbruik valt daarom buiten de scope van deze keten
analyse.
De meeste tractie-energie is nodig voor het op het snelheid brengen van een trein
(“aanzetten”), het overwinnen van de rijweerstand en energie transportverlies. Een
grove schatting geeft aan dat ca. 60% van de tractie-energie naar de rijweerstand gaat,
30% nodig is voor het aanzetten en 10% verloren gaat bij het transport van de energie5.
Het planningproces heeft de grootste impact op de tractie-energie via de geplande
rijtijdspeling in het Basis Uur Patroon (BUP) volgens welke de treinen rijden.
Rijtijdspeling maakt het mogelijk dat treinen kunnen uitrollen en daardoor meer
energie efficiënt kunnen rijden. Deze ketenanalyse richt zich daarom op het inzetten
van rijtijdspeling zodat deze zo goed mogelijk voor energie efficiënt rijden gebruikt
kan worden.
Bij het ontwerp van een BUP wordt speling opgenomen, bovenop kale rijtijd. Door
deze rijtijdspeling kunnen variaties in treinrijtijden worden opvangen en daarmee
vertragingen worden beperkt. Het achterliggende doel is om tot een uitvoerbare
planning te komen en de punctualiteit te verhogen. Als tijdens een treinrit de
beschikbare speling niet nodig is voor punctualiteit, kan de speling worden benut voor
energiezuinig rijden: het laten uitrollen van de trein.
5 Energieverbruik Treinen, inzicht en maatregelen, LRRE MV/AH/002/03-448120, versie 1.0, februari 2012.
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
7/16
2 Beschrijving keten
We beschrijven hier alle activiteiten die leiden tot een BUP met eventueel
rijtijdspeling.
Figuur 2.1, Scope rijtijdspeling
De rijtijden en speling voor het basisuurpatroon (BUP) worden momenteel als volgt
bepaald:
1. Vervoerders vragen treinpaden aan van A naar B voor een trein van een door de
vervoerder gespecificeerde materieelsamenstelling en materieeltype.
2. De planners bij ProRail gebruiken de opgegeven materieelsamenstelling om in het
softwaresysteem DONNA de minimaal benodigde rijtijd te berekenen van station
A naar B..
3. Vervolgens geeft DONNA op basis van de vertrektijd vanaf het startstation voor
ieder dienstregelpunt de (onafgeronde) doorkomsttijd, inclusief 5% speling. De
planner rondt deze doorkomsttijden af: in principe onderweg altijd naar beneden en
bij een blokpunt naar boven.
4. Om conflicten in de dienstregeling op te lossen, voegt een planner soms speling toe
of haalt speling weg.
Figuur 2.2, ketenstappen planning proces
Het planningproces vraagt zelf nauwelijks energieverbruik. Dit energieverbruik met
bijbehorende emissies valt bovendien onder de scope 1 en 2 emissies die buiten deze
ketenanalyse vallen.
Het energieverbruik met emissies scope 3 vindt vooral plaats als treinen van een
vervoerder gaan rijden. De planning kan grote invloed hebben op dit energieverbruik
als de treinen de dienstregeling niet energie efficiënt kunnen rijden.
ProRail
Infrastructuur ProRail
Planning Vervoerder
Treinen rijden
Planning:
Rijtijdspeling
ProRail
Be- en
bijsturing
ProRail
Informatievoorziening
machinist Scopegrens
Vervoerder
Aanvraag
treinpad
(1)
Planner ProRail
Rijtijd berekenen
met DONNA
(2)
Planner ProRail
Rijtijden
afronden
(3)
Planner ProRail
Rijtijdspeling
toevoegen/weghalen
(4)
Opdrachtgever
Vervoersproduct
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
8/16
3 Ketenpartners
In onderstaande tabel staan de belangrijkste ketenpartners van ProRail met betrekking
tot rijtijdspeling in het BUP.
Ketenschakels Ketenpartner
Opdrachtgever Ministerie IenM
Provincies
Gemeentes
Planning BUP ProRail/ V&D
ProRail/ VL PAB
NS Logistiek Nieuwbouw
Treinen rijden Vervoerders (NSR, Arriva, Veolia, Connexxion)
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
9/16
4 Analyse (van energie effecten)
Hieronder beschrijven we per ketenschakel de belangrijkste energie effecten.
Bij het ontwerp van een dienstregeling wordt speling opgenomen, bovenop kale rijtijd.
Door deze rijtijdspeling kunnen variaties worden opvangen en daarmee vertragingen
worden beperkt. Het achterliggende doel is om tot een uitvoerbare planning te komen
en de punctualiteit te verhogen. Als tijdens een treinrit de beschikbare speling niet
nodig is voor punctualiteit, kan de speling worden benut voor energiezuinig rijden
(EZR): het laten uitrollen van de trein.
Onderstaande grafiek toont de aankomstspeling van de huidige werkwijze (BUP2013)
op de blokpunten (knooppuntstations), tussengelegen stations en doorkomstpunten
(dienstregelpunten die geen halteringen zijn).
Figuur 4.1, Aankomstspeling in BUP 2013
Uit deze grafiek blijkt:
De speling is gemiddeld 11% (hiervan is 5% nodig volgens netverklaring, ca.
2% om conflicten op te lossen en ca. 4% afronding).
De spreiding van de speling is groot. Bij tussenhaltes en doorkomstpunten ligt
de speling in minder dan 50% van de gevallen tussen de 0 en 15%.
De speling is negatief (<0%) bij ca. 21% van op tussengelegen stations, en bij
30% van de doorkomstpunten.
De belangrijkste reden voor deze grote spreiding en de negatieve speling, is de
afronding op hele minuten die wordt toegepast in het planningproces. De rijtijden die
de planners berekenen tussen station A en B zijn op de seconde nauwkeurig. De
rijtijden worden daarom meestal naar boven afgerond op hele minuten. Soms ronden
de planners ook de rijtijden naar beneden af op hele minuten. De afronding naar boven
zorgt voor extra speling, de afronding naar beneden zorgt juist voor verlies aan speling
of zelfs negatieve speling. Dit wordt geïllustreerd middels onderstaande figuur waaruit
4.1 Huidige verdeling van rijtijdspeling
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
10/16
blijkt dat de spreiding in de speling het grootst is op korte stukken. Daar heeft de
afronding op hele minuten de grootste impact.
Figuur 4.2, procentuele rijtijdspeling per station
De huidige spelingsverdeling heeft negatieve effecten op de uitvoerbaarheid van de
dienstregeling, energieverbruik en veiligheid/punctualiteit.
De afronding van dienstregelpunten leidt ertoe dat de dienstregelpunten niet altijd in
een vloeiende lijn liggen. ‘Trein op de lijn’ betekent in de praktijk dus ‘trein op de
zaag’. In onderstaande figuur is voor treinserie 1700 tussen Amersfoort en Utrecht
weergegeven welke snelheden gereden moeten worden om de plantijden van de
verschillende dienstregelpunten exact te realiseren. De betreffende rode lijn laat een
zaagtandpatroon zien met snelheden boven de 140 km/u en onder de 40 km/u: een lijn
die onmogelijk uitvoerbaar is6.
6 memo ‘TOL visie en achtergrond’, nov 2013, Ralph Luijt (NSR)
4.2 Het effect van de huidige spelingsverdeling
4.2.1. Effect op uitvoerbaarheid
-100%
-80%
-60%
-40%
-20%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
0 5 10 15 20
Spel
ingp
erce
ntag
e
Kale rijtijd tov vorig drgp
Speling Korte stop drglpt per treinserie (zonder blokpunten)
Lineair (5%)
Lineair (11%)
Procentuele speling naar kale
rijtijd, per tussengelegen station
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
11/16
Figuur 4.3, geplande en te realiseren snelheidsprofielen
Als treinen op tijd rijden kan speling gebruikt worden om (voor een haltering) uit te
rollen met energiewinsten tot gevolg. Uitrollen betekent dat de machinist geen energie
gebruikt voor zijn trein, maar deze laat rollen zonder te remmen. Omdat de spoorstaven
en de trein beperkte weerstanden hebben kan hiermee grote afstanden op hoge snelheid
afgelegd worden zonder tractie-energieverbruik van de trein.
Simulaties tonen aan dat ongeacht de lengte van het traject, de eerste 20 seconden
speling voor het uitrollen de grootste energiebesparing opleveren. Daarna vlakt de
curve af. Bij de start van het uitrollen kan een trein nog relatief een grote afstand
afleggen voordat de speling is verbruikt, waardoor bij de start de meeste energie
bespaard kan worden.
Figuur 4.4, extra energie opbrengst per extra seconde uitrollen
Voor energiezuinig rijden is dus wenselijk dat voor zoveel mogelijk tussenhaltes
tenminste 20 seconden rijtijdspeling beschikbaar is. Dit wordt door de afronding op
hele minuten nu op een groot deel van de tussenhaltes niet gerealiseerd.
Een grove eerste inschatting van de mogelijke energiebesparing indien deze negatieve
speling wordt omgezet in tenminste 20 sec. speling:
4.2.2. Effect op energieverbruik
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
12/16
Aantal halteringen per uur met negatieve speling (BUP2013) 412 Halteringen
Aantal halteringen per jaar met negatieve speling
(ca. 16u per dag, 365 dg per jaar)
2.406.080 Halteringen
Halvering van de negatieve speling
(hypothese dat door aanpassen systematiek 50% van de halteringen met
negatieve speling kan worden omgezet naar min. 20 sec. speling)
1.203.040 Halteringen
Potentiele energiebesparing als deze speling volledig wordt benut (ca. 20 kWh
per haltering)
24.060.800 kWh
Gedeelte dat hiervan geïncasseerd kan worden
(20% van de ritten waarbij EZR wordt toegepast)
4.812.160 kWh
Tabel 4.1, Schatting energiebesparing
Voor de conversie van de energiebesparing naar de CO2 besparing gebruiken we de
conversiefactor voor grijze stroom (455 gr CO2 eq. /kWh stroom) zoals aangegeven in
het handboek CO2 prestatieladder versie 2.2.
De 4.812.160 kWh energiebesparing bij tenminste 20 sec. speling per halte zorgt dan
voor een besparing van 2,2 kton CO2.
Een belangrijke graadmeter voor veiligheid is het aantal rood sein passages (STS-
passages) per jaar. Recent is onderzocht wat de belangrijkste oorzaken zijn voor rood
sein passages, zie onderstaande figuur.
Figuur 4.5, oorzaken STS passages
Een groot deel van de oorzaken voor STS-passages zijn gerelateerd aan treinen die te
vroeg of vertraagd zijn. In het betreffende rapport wordt gesteld: ‘Geaccepteerde
kraptes hebben niet alleen een negatieve invloed op punctualiteit in uitvoerbaarheid,
4.2.3. Effect op veiligheid
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
13/16
maar zijn direct gerelateerd aan veiligheid’. (Rood seinnaderingen, PAB, november
2013)
Het voorkomen van negatieve speling (kraptes) in een BUP zorgt voor een
vermindering van het aantal vertraagde treinen. Het voorkomen van zeer ruime speling
zorgt voor een vermindering van het aantal treinen dat te vroeg is. Het terugdringen
van een brede spreiding in de rijtijdspeling, kan dus een positieve invloed hebben op de
vermindering van het aantal STS-passages. Deze keten-analyse beveelt aan om de
relatie tussen rijtijdspeling in een BUP en STS-passages verder te onderzoeken.
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
14/16
5 Reductie maatregelen
We streven naar rijtijdspeling die dusdanig is verdeeld dat deze zowel uitvoerbaarheid,
punctualiteit als energiezuinig rijden faciliteert. Een dergelijke rijtijdspeling kenmerkt
zich door een minder grote spreiding van de speling, waaronder het (vrijwel) niet meer
voorkomen van negatieve speling.
Een cruciale eerste stap om te komen tot een betere verdeling van de rijtijdspeling is
het plannen op delen van minuten. Een groot deel van het planningsproces verloopt al
in tienden van minuten. Alleen de laatste stap moet nog genomen worden: de plantijd
in delen van minuten. Hierbij is het planningsysteem DONNA een bottleneck.
Om te komen tot een beter verdeelde rijtijdspeling adviseren wij om DONNA geschikt
te maken voor plantijden in tienden van minuten. Laat onderzoeken wat hiervoor nodig
is, en neem in de besluitvorming punctualiteit, uitvoerbaarheid en energieverbruik mee.
Onderstaande tabel geeft aan welk CO2 effect aanpassing van DONNA heeft (zie ook
paragraaf 4.2.2.).
Type situatie / Case Energie-
besparing
(gWh p. jr)
CO2 effect
(Kton)
Aard maatregel Schaalbaarheid 2020 Totale
CO2
potentie
(Kton)
Rijtijdspeling
Halvering van aantal
tussengelegen haltes met
negatieve rijtijdspeling
4,8
2,2
Plansysteem
DONNA geschikt
maken voor plannen
op delen van
minuten.
Totale potentie van
elimineren negatieve
speling (ook op
doorkomstpunten) wordt
ingeschat op het
drievoudige
7
Tabel 5.1, CO2 effect aanpassing DONNA
Daarnaast kan de tractie-tool geschikt gemaakt worden om een dienstregeling (BUP) te
toetsen op energie-efficiency. Hiervoor moet de tractie-energie uitgebreid worden met
formules voor uitrollen. Input voor de tool zou dan zijn: de speling (in seconden) voor
alle halteringen in het BUP. Output kan zijn: het energie besparingspotentieel bij het
benutten van deze speling voor uitrollen.
Om te sturen op een energie-efficiënte dienstregeling is als KPI mogelijk:
% halteringen in het BUP met negatieve speling
Hiermee kan jaarlijks een nieuwe dienstregeling op energie-efficiency getoetst worden.
Dit zou één van de ‘lagging KPI’s’ kunnen zijn die invulling geven aan de doelstelling
‘CO2 reductie in de keten’.
Analyse opstarten wat de samenhang is tussen STS passages, de rijtijdspeling in een
BUP en energieverbruik van de trein.
Hier volgt een samenvatting van de maatregelen
5.1 Planning
5.1.1. Tools: DONNA naar delen van minuten
5.1.2. Tools: tractie-tool
5.1.3. Beheersing
5.1.4. STS passages
5.2 Samenvatting maatregelen
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
15/16
Maatregel
nummer
Beschrijving maatregel
1 Tools: DONNA naar delen van minuten
DONNA geschikt maken voor plantijden in
tienden van minuten.
2 Tools: tractie-tool
De tractie-tool geschikt maken om een
dienstregeling (BUP) te toetsen op energie-
efficiency
3 Beheersing
Voer KPI in: “% halteringen in het BUP met
negatieve speling”.
4 STS-Passages
Relatie bepalen tussen STS-passages en
rijtijdspeling in een BUP met eventuele energie
effecten.
Tabel 5.2, Maatregelen voor energiebesparing
A40-AWE-KA-1400078 / Proj.nr. RM002653 / Vrijgegeven / Versie 1.0 / 17 november 2014
Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra/ Afdeling Regio: Regio Noordoost
16/16
Colofon
Opdrachtgever ProRail B.V.
M. Ubink
Uitgave Movares Nederland B.V.
Utrecht
Telefoon 030-2653462
Ondertekenaar A. van Weert
Adviseur Duurzaamheid
Projectnummer RM002653
Opgesteld door A. van Weert
2014, Movares Nederland B.V.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar
gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van Movares Nederland B.V.