56
Energiebesparing BASF Heerenveen Topsector Chemie wordt slagvaardig Fujifilm Tilburg na het fotorolletje ‘IK HEB NIETS TEGEN DE CHEMIE’ Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie jaargang 56 09 september 2014 SYLVIA BORREN (GREENPEACE)

Chemie Magazine september 2014

  • Upload
    vnci

  • View
    224

  • Download
    4

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Maandblad van de VNCI

Citation preview

Page 1: Chemie Magazine september 2014

Energiebesparing BASF Heerenveen

Topsector Chemie wordt slagvaardig

Fujifi lm Tilburg na het fotorolletje

‘ IK HEB NIETS TEGEN DE CHEMIE’

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • jaargang 56 • 09 • september 2014

SYLVIA BORREN (GREENPEACE)

CM1409_01_A_Cover.indd 1 11-09-14 15:52

Page 2: Chemie Magazine september 2014

Serving the industry

FIB Industries BVEinsteinweg 18

8912 AP Leeuwarden NLT +31 (0)58 - 294 59 45

E [email protected]

FIB Industries BV te Leeuwarden ontwerpt en produceert kwalitatief, hoogwaardige proces- en

drukvaste apparatuur zoals:

• Drukvaten en reactoren • Industriële vergassingsbranders (vergassing en Lo-NOx)

• Kolommen en scrubbers • In- en uitlaatsystemen van gasturbines

• Reactor internals en kolom internals • Modules voor rookgasreiniging (DeNOx)

• Warmtewisselaars

De producten worden gebouwd in alle roestvast staalsoorten, duplex, lean duplex, super duplex,

hoog nikkellegeringen en exotische materialen zoals titanium en zirkonium. FIB Industries werkt

voor uiteenlopende opdrachtgevers, zowel nationaal als internationaal, in alle sectoren van de

procesindustrie.

FIB Industries is een zelfstandige werkmaatschappij binnen de divisie ‘Process Equipment &

Constructions’ van Andus Group. De overige divisies zijn ‘Offshore & Maritime’ en ‘Refractories’.

Andus Group is een internationale onderneming met circa 1.000 medewerkers en 15 gespecialiseerde

werkmaatschappijen wereldwijd actief in een breed, industrieel werkveld.

Kennismaken? Graag. Bel of kijk op www.fib.nl of www.andusgroup.com

ANDUS group companies:

Process Equipment & Constructions

Armada Janse

Armada Mobility

Armada Rail

FIB Industries

HSM Steel Structures

ISS Projects

Lengkeek Staalbouw

RijnDijk Construction

RefractoriesGouda Feuerfest Deutschland

Gouda Refractories

Gouda Vuurvast Belgium

Gouda Vuurvast Services

Offshore & MaritimeHSM Offshore

Van Voorden Castings

Van Voorden Maritime

FIB Corporate MagAd 210x297.indd 1 19-08-14 14:40

Page 3: Chemie Magazine september 2014

INHOUDINHOUD

september 2014 Chemie Magazine 3

“Goed dat het rapport er is”, zei Greenpeace-directeur Sylvia Borren bij de ont-vangst van het eerste duurzaamheidsrapport van de Nederlandse chemische industrie afgelopen juni. Ze vond de vorderingen van de sector echter ‘waar-de-loos’. Twee maanden later nuanceert ze: “Het kan op veel terreinen beter. De sec-tor kan zich steviger inzetten voor een goed ETS-systeem, voor een hogere CO2-prijs, voor energiebesparing en voor schone energie.”26

22

09 | september| 2014

‘HET KAN OP VEEL TERREINEN BETER’

In november presenteert het Topteam Chemie de nieuwe organisatie van de Topsector Chemie. Deze organisatie zal de samenwerking van bedrijven, kennisinstellingen en overheid bij onderzoek en innovatie efficiënter, effectiever en overzichtelijker maken. Drie betrokkenen vertellen waarom een nieuwe organisatie noodzakelijk is en welke voordelen die biedt.

TOPSECTOR CHEMIE WORDT SLAGVAARDIG

CM1409_03-05_inhoud.indd 3 11-09-14 15:51

Page 4: Chemie Magazine september 2014

Leerpunten■ Verschillende communicatiestijlen■ Stoorzenders en miscommunicatie herkennen en

voorkomen■ Overtuigen, beïnvloeden en motiveren■ Informatieoverdracht bij fysieke afwezigheid■ Aanspreken op gedrag

Leerpunten■ Onderhandelen■ Omgaan met diversiteit■ Invloed en overtuigingskracht■ Wat te doen bij escalaties

TRAININGEN

Eff ectief communiceren in de (proces-)industrie

Tijdens deze driedaagse training leer je effectiever, krachtiger en resultaatgerichter te communiceren. Dit zal van toegevoegde waarde

zijn voor jouw individuele functioneren, maar ook voor de werkzaamheid van je team en uiteindelijk voor de gehele organisatie.

DoelgroepenDeze training maakt gebruik van frequent voorkomende situaties binnen de industrie, productie, bouw en techniek. Deze is dus

voornamelijk bedoeld voor leidinggevenden en productiemanagers, afdelingscoördinatoren en ploegchefs in de (proces-)industrie.

Maar ook niet-leidinggevenden in de (proces-)industrie die willen investeren in het verbeteren van hun communicatievaardigheden

zijn welkom. Bijvoorbeeld: HR-functionarissen, TD-medewerkers, opleidingscoördinatoren en veiligheidsmanagers.

InformatieData: 14, 21 en 28 november 2014

2, 9 en 16 februari 2015

Tijden: 9:00 – 17:00

locatie: Nieuwegein

Investering: €1.225,- inclusief materiaalkosten en

exclusief btw.

Informatie

Data: 8 en 15 december 2014

13 en 20 maart 2015

Tijden: 9:00 – 17:00

Locatie: Nieuwegein

Investering: €825,- inclusief materiaalkosten en

exclusief btw.

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

NIEUW

Confl icthantering

Wil je leren hoe je onnodige con� icten kunt voorkomen en ervoor kan zorgen dat dit leidt tot prestatieverbetering? Tijdens deze tweedaagse

training leer je meer invloed uit te oefenen in con� ictsituaties, mede doordat je meerdere con� icthanteringsstijlen leert te beheersen.

DoelgroepenDeze training maakt gebruik van frequent voorkomende situatie binnen de industrie, productie, bouw en techniek. Deze is dus

voornamelijk bedoeld voor leidinggevenden en productiemanagers, afdelingscoördinatoren en ploegchefs in de (proces-)industrie.

Maar ook niet-leidinggevenden in de (proces-)industrie die verantwoordelijk zijn voor het oplossen van con� icten. Bijvoorbeeld:

HR-functionarissen, TD-medewerkers, opleidingscoördinatoren en veiligheidsmanagers.

www.vapro-trainingen.nl/effectiefcommuniceren

www.vapro-trainingen.nl/con� icthantering

Inschrijven kan via www.vapro-trainingen.nl. Voor meer informatie kun je mailen of

bellen naar [email protected] / 070 - 337 83 01.

114.135 Advertentie Trainingen opzt01vj.indd 1 09-09-14 16:53

Page 5: Chemie Magazine september 2014

INHOUD

september 2014 Chemie Magazine 5

Forse energiebesparing bij BASF Heerenveen

PMY Frans Scheeren legt nadruk op rol

individu in het team

Fujifi lm Tilburg boort succesvol nieuwe markten aan

34

49

Kleinschalige productie in containers biedt chemie kansen

44

39

7

7

81517

1921

22

26

30

32

34

36

39

42

44

49

5254 5454

Voorwoord Colette AlmaMachtEvenementen

NIEUWSWillem-Alexander opent POET-DSMTeam voor actieplan Eemsdelta compleetChemie kan meer gebruik maken van bin-nenvaartVerbetering ETSEerste stap naar recycling van autobanden

ACHTERGRONDTopsectorNieuwe organisatie Topsector ChemieNgoInterview Greenpeace-directeur Sylvia BorrenInnovatiePolyscope verovert wereldmarkt met SMAWetenswaardigEerste pompstation voor waterstofauto’sInnovatieFujifi lm boort succesvol nieuwe markten aanEnergie Styron realiseert energiereductie van 15 procentPMYPlant Manager of the Year Frans Scheeren UitgelichtKunststof luchtinlaat DSM in sportautoProcesintensifi catieEconomy of chain biedt chemie kansenEnergieForse energiebesparing bij BASF Heerenveen

VNCI NieuwsMensenVolgende maandColofon

09 | september | 2014

Forse energiebesparing bij BASF Heerenveen

PMY Frans Scheeren legt nadruk op rol

individu in het team

49

39

42

44

49

5254 5454

Plant Manager of the Year Frans Scheeren UitgelichtKunststof luchtinlaat DSM in sportautoProcesintensifi catieEconomy of chainEnergieForse energiebesparing bij BASF Heerenveen

VNCI NieuwsMensenVolgende maandColofon

CM1409_03-05_inhoud.indd 5 11-09-14 15:51

Page 6: Chemie Magazine september 2014

Energyst CAT Rental Power is specialist op het gebied van tijdelijke verhuuroplossingen voor stroomvoorzieningen temperatuurbeheersing binnen onder meer de farmaceutische industrie, food & beverage, facilitair management,installatiebedrijven en (petro)chemie.

Kan niet, bestaat niet. Ieder project vraagt om een unieke benadering. Dus wanneer standaardoplossingen alleen niet voldoen,kijken we samen met u naar nieuwe mogelijkheden. Daar gaan we zover in als mogelijk is. Desnoods ontwikkelen we nieuwetoepassingen of apparatuur waarmee u het best bent geholpen. Zo willen we werken. En niet anders.

ONTDEK ONZE REAL ENERGY OP ENERGYST.COM OF BEL 0497 532 500

WHEN YOU REALLY NEED GUARANTEED EFFICIENCY

DISCOVER THE DIFFERENCE AT ENERGYST.COM

Page 7: Chemie Magazine september 2014

Voorwoord

EVENEMENTEN

In deze editie van Chemie Magazine herhaalt Greenpeace-directeur Sylvia Borren de uitdagende vraag die zij de VNCI voorlegde tijdens onze jaarvergadering afgelopen juni, na ontvangst van het eerste duurzaam-

heidsrapport van de chemische industrie. “Als je de macht hebt deze aarde te behouden, waarom doe je het dan niet?”, vraagt zij zich af, daarbij refererend aan de vele opties die het duurzaam-heidsrapport schetst. Het is een bijna retorische vraag: natuurlijk zou je de aarde behouden als je de macht daartoe had.Maar hebben wij als chemische industrie die macht? Zuiver technologisch gezien is het ant-woord waarschijnlijk bevestigend. Wij beweren zelf al jaren dat de chemische industrie en de chemische wetenschap een belangrijke, zo niet onmisbare, rol spelen in de verduurzaming, en dat wij het benodigde gereedschap daarvoor in handen hebben of kunnen ontwikkelen. Maar een belangrijke rol hebben is niet hetzelfde als ‘de macht hebben’. Wat technologisch kan is niet

altijd politiek en/of bedrijfsmatig haalbaar. Con-currentieverhoudingen, bedrijfseconomische eisen, marktverhoudingen en consumentenge-drag zijn maar een paar elementen die barrières kunnen opwerpen. Dus, hoe goed en machtig onze technologie en kennis ook zijn, we moeten erkennen dat we die zonder vergaande samenwerking met andere partijen nooit ten volle kunnen toepassen. Technici en chemici alleen kunnen deze aarde niet redden, daar is ook de inbreng van poli-tici, economen, maatschappijwetenschap-pers, consumenten en vele anderen voor nodig. En dat is ook precies de insteek van het duurzaamheidsrapport: samenwerking met onze stakeholders. Die samenwerking bestaat al, maar we gaan deze de komende tijd nog verder intensiveren.

Colette Alma, directeur VNCI

I

25.9 Workshop energie-effi ciency voor chemiebedrijven Eemsdelta

‘Hoe onnodige hoge energiekosten met (vaak) simpele maatregelen zijn te ver-mijden.’ SPiCE3-workshop met prakti-sche informatie over technologieën en methodieken die bedrijven kunnen toe-passen voor energie-effi ciency. Locatie: Oude Rechtbank, AppingedamOrganisatie: VNCI samen met Samen-werkende Bedrijven Eemsdelta

29.9 The Chemical Conference 2014Landbouw en de chemische industrie ontmoeten elkaar. Presentatie van de resultaten van een onderzoek naar de mogelijkheden van de fermentatie-industrie als platform voor biobased materialen. Bijdragen van onder andere Suiker Unie, KWS, Corbion, AkzoNobel, DSM en Rabobank.Locatie: Duisenberg Auditorium, UtrechtOrganisatie: Deloitte, Rabobank, TNO en VNCI

30.9 Workshop energie-effi ciency voor chemiebedrijven Zuidoost-Nederland

‘Hoe onnodige hoge energiekosten met (vaak) simpele maatregelen zijn te ver-mijden.’ SPiCE3-workshop met prakti-sche informatie over technologieën en methodieken die bedrijven kunnen toe-passen voor energie-effi ciency. Locatie: Chemelot Campus, Gebouw24Organisatie: VNCI samen met Chemelot Campus

30.9 Topsectoren Chemiebeurs op beurs World of Technology & Science

De technologiebeurs World of Techno-logy & Science is het podium voor de viering van de eerste afstudeerders van het COAST-talentenprogramma ASTP en MSc+. Daarnaast ontvangen circa vijftig nieuwe talenten in deze programma’s de Topsector Chemiebeurs. Locatie: Jaarbeurshal, UtrechtOrganisatie: VNCI, COAST en ISPT

17/18.11 CHAINS 2014 - Chemistry as innovating science

Grootste chemieconferentie van Neder-land laat zien hoe belangrijk chemie is in ons dagelijks leven en voor toekomstige

generaties. Meer dan vijftienhonderd wetenschappers komen bij elkaar om kennis te delen, elkaar te inspireren en te netwerken. Naast lezingen voorziet de conferentie in innovatiesessies, een innovatiemarkt, workshops en netwerk-momenten. Locatie: NH Conference Center Konings-hof, VeldhovenOrganisatie: NWO, Topsector Chemie, VNCI en KNCV

MACHT

VERGADERINGEN VNCI17.9 WG Security18.9 WG Milieuzorg22.9 Dagelijks Bestuur23.9 WG Logistieke Veiligheid24.9 BG VGM29.9 WG Juristen1.10 BG Onderwijs2.10 BAC8.10 Overleg Regionaal Netwerken

Veiligheid9.10 WG Energie en Klimaat

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN

september 2014 Chemie Magazine 7

CM1409_07_Voorwoord-agenda.indd 7 11-09-14 15:50

Page 8: Chemie Magazine september 2014

8 Chemie Magazine september 2014

Koning opent DSM-fabrieK in VS

Project Liberty wint oP commerciëLe schaaL bio-ethanoL uit LandbouwafvaL

Terwijl beleidsmakers in Europa nog altijd steggelen over richtlijnen voor groene benzine, schieten de bio-etha-nolfabrieken in de Verenigde Staten als paddenstoelen uit de grond. Het nieuwste wapenfeit is zelfs van een Nederlands bedrijf, want met Project Liberty heeft DSM sinds begin sep-tember zijn eigen fabriek om land-bouwafval om te zetten in brandstof-fen. Koning Willem-Alexander opende de fabriek in Iowa.

Met een kostenplaatje van 275 miljoen dollar en slechts vijftig medewerkers stelt de Project Liberty-fabriek op zich niet zoveel voor. Toch waren bij de ope-ning op 3 september in de Ameri-kaanse staat Iowa onder meer koning Willem-Alexander en DSM-topman Feike Sijbesma aanwezig. Ook de mon-diale pers nam het nieuwsfeit en masse over. Daar is reden genoeg voor, want de installatie vormt DSM’s eerste bewijs dat je wel degelijk op commerciële schaal ethanol kunt pro-duceren uit landbouwafval. De fabriek komt uit de koker van POET-DSM Advanced Biofuels, een samenwerkingsverband tussen DSM en het Amerikaanse biotechbedrijf POET. Project Liberty gaat op jaarba-sis 285 duizend ton biomassa omzet-ten in 76 miljoen liter ethanol op basis van cellulose. Die groene grondstof komt onder meer uit bladeren, sten-gels, schillen en ander restafval dat ontstaat bij het verbouwen en oogsten van mais. Een enzym fungeert in de installatie als katalysator om de aan-

wezige plantaardige suikers om te zetten.De bio-ethanolfabriek betekent ook goed nieuws voor de massaal aanwe-zige boeren in een straal van 70 kilo-meter rondom de fabriek. DSM en POET trekken namelijk op jaarbasis 20 miljoen dollar uit om het afval van hun maisproductie op te kopen. Daarnaast is ook het milieu gebaat bij het project, aangezien cellulose-ethanol in verge-lijking met reguliere benzine 90 pro-cent minder broeikasgas veroorzaakt.

Een belangrijk voordeel van DSM’s biobrandstof is dat deze van de tweede generatie is. Dit betekent dat er geen kostbare landbouwgrond of eetbare producten voor zijn opgeofferd. Er is dan ook sprake van een ware hausse aan bio-ethanolfabrieken in de VS, maar in Europa loopt het zo’n vaart nog niet. Er staat slechts één instal-latie voor groene benzine die op com-merciële schaal draait: die van Beta-Renewables in Italië. Project Liberty betekent een ‘strategi-sche investering’ voor DSM, zei top-man Sijbesma bij de opening. De bedoeling is namelijk niet om meer van dit soort fabrieken te bouwen, maar om de technologie te verkopen aan andere bedrijven. En daar is vraag naar, weet de topman, aangezien de beschikbaarheid van fossiele olie snel afneemt. “We hoeven niet te wachten tot de olie op is. Het stenen tijdperk stopte niet omdat er geen stenen meer waren, maar omdat er een betere technologie verscheen.” p

CM1409_08-09_Nieuws.indd 8 11-09-14 15:49

Page 9: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 9

Nieuws

DSM-topman Feike Sijbesma (links) en koning Willem-Alexander worden rondgeleid door de fabriek.

fo

to: a

P P

ho

to /

ch

ar

Lie

ne

ibe

rg

aL

L

CM1409_08-09_Nieuws.indd 9 11-09-14 15:49

Page 10: Chemie Magazine september 2014

GOGREEN…

THINKBLUE

Think Magnetrol®

Vertrouw op Thermatel TA2voor de beste oplossingen van jouw energiemanagement en voldoe aan toenemende regelgevingen, milieu en sociale eisen.

• Aardgas• Luchtdebiet• Fakkel gas• Vergisting, methaan en bio gassen

Surf naar magnetrol.com/thermalmassflow voor meer informate over energiemanagement en thermische debietmeting.

magnetrol.com • +32 (0)52 45 11 11 • [email protected]

Page 11: Chemie Magazine september 2014

fo

to: s

hu

tte

rs

toc

k

Actueel

BioBrandstof uit whiskyafvalHet Schotse biobrandstofbedrijf Celtic Renewables gaat zijn proces om bij-producten van de whisky-industrie om te zetten in biobrandstof verder ont-wikkelen. Dit doet het bij Bio Base Europe Pilot Plant (BBEPP) in Gent, een toonaangevende proeffabriek voor industriële biotechnologie.

Celtic Renewables, een spin-out van het Biofuel Research Centre van de Edinburgh Napier Univer-

sity, is erin geslaagd om uit draf en pot ale, de twee voornaamste bijproducten van de whiskyproductie, biobutanol te produceren. Het kan dienen als brand-stof voor voertuigen zonder dat aanpas-singen aan de motor nodig zijn. Samen met de experts van BBEPP gaat Celtic Renewables nu proberen het proces op te schalen naar industriële schaal. Dat is mogelijk dankzij een tweede financie-ringsronde, die een bedrag van 1,5 mil-joen euro bij elkaar wist te brengen, waarvan de Britse regering meer dan 1 miljoen voor haar rekening neemt. Celtic Renewables is het eerste Schotse bedrijf dat een partnerschap afsluit met de BBEPP en is wereldwijd het eerste bedrijf dat er testen uitvoert met biobu-tanoltechnologie. Bio Base Europe Pilot Plant werd opgericht om de ontwikke-ling van een duurzame biobased eco-nomy te stimuleren en te katalyseren. p

Cascadering van biomassa, het zo hoogwaardig mogelijk benutten van groene stromen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, stond op 4 september op de agenda van een algemeen overleg in de Tweede Kamer. De VNCI heeft per brief bij de Kamerfracties bepleit om bij EZ-minister Kamp aan te dringen op concrete stappen om cascade-ring van biomassa snel mogelijk te maken.

Vorig jaar is in het Nationaal Energieakkoord afgesproken dat de minister dergelijke stappen zou nemen, maar uit een brief van EZ van 17 juni over dit onderwerp blijkt daar nog weinig van. Tot op

heden stimuleert Den Haag wel de meest laagwaardige benutting van biomassa, het verbranden ervan door energiecentrales voor de opwek-king van energie. De overheid reserveert voor deze toepassing 3,5 miljard euro per jaar aan subsidies.In haar brief bepleit de VNCI een regeling die op korte termijn mogelijk maakt dat een organisatie die subsidie kan krijgen voor de inzet van bio-massa voor energiedoeleinden, ten minste dezelfde subsidie ontvangt als die biomassa of een deel ervan wordt benut als grondstof voor bestaande en te ontwikkelen materialen, toepassingen en processen. Deze toepas-sing, waarvan de subsidie naar verwachting de komende jaren minimaal 50 miljoen euro vergt, is voor de chemische industrie het enige hernieuw-bare alternatief voor het gebruik van fossiele grondstoffen. De brief werd ook ondertekend door het Dutch Biorefinery Cluster en de VPN, de bran-cheorganisatie van papier- en kartonfabrieken.

DuurzaamheidscriteriaMinister Kamp benadrukte tijdens het overleg dat hij overtuigd is van het belang van cascadering. Hij is het eens met de Kamer dat verbranding ‘aan het eind van het rijtje’ zit en dat ‘we naar een ideale situatie moeten’. Een belangrijke stap in die richting is volgens hem het vaststellen van die duurzaamheidscriteria. Hij heeft de Kamer beloofd eind dit jaar te komen met een overzicht van de stand van zaken over het vaststellen van duur-zaamheidscriteria voor biomassa.Hij verwees ook naar de EU. Brussel wil in 2020 naar een methodiek die het mogelijk maakt om alle maatregelen gericht op vermindering van emissies van broeikasgassen tegen elkaar af te wegen. Een interdeparte-mentale groep gaat aangeven hoe Nederland tot 2030 kan inspelen op deze methodiek, bijvoorbeeld om cascadering mogelijk te maken.Overigens staat cascadering volgens Kamp nog in de kinderschoenen. Er moeten nog modellen voor worden ontwikkeld en er moet bij bedrijven nog een cultuuromslag plaatsvinden. p

Bio Base Europe Pilot Plant in Gent.

VNCI bepleIt Impuls Voor CasCaderINg bIomassa

september 2014 Chemie Magazine 11

CM1409_11-15_D_actueel.indd 11 11-09-14 16:03

Page 12: Chemie Magazine september 2014

Bijvoorbeeld met het vinden en/of opzetten van de juiste SIEF …

Wij kunnen uw bedrijf ondersteunen, zodat:» U uw registratiebehoefte en stofidentificatie helder heeft, » U de juiste partners in SIEF of consortium weet te vinden, en» We samen van uw registraties een succes maken, efficient en kosten effectief.We kunnen dit met uw bedrijf alleen of samen met andere registranten doen.

We kennen allemaal het doel. Maar hoe dit het best te bereiken? Knoell biedt u een sterk team van specialisten op het terrein van chemie, toxicologie, ecotoxicologie, risico evaluatie en consortium management, dat meer dan 10% van alle registraties in de EU heeft verzorgd.

Gebruik knoell om de juiste beslissingen te nemen en verzeker zo uw ononderbroken supply chain door compliance.

REACH: Iedereen kan wel eens een helpende hand gebruiken

Sinds 1996 zijn wij, met inmiddels meer dan 400 medewerkers in de EU, Azie en de USA, actief voor zowel grote multina-tionals voor het midden- en kleinbedrijf. Voor meer informatie of een vrijblijvend overleg neemt U contact op met:

Dr. Knoell Consult GmbH, Wageningen Danny Haacke of Jan Tuinstra Tel +31 (0)317 466 [email protected]

www.knoell.com

anzeige_chemie_nl_9-2014_v04.indd 1 28.08.14 18:37

Bereken nu zelf úw besparing opwww.idsnl.com/besparing

Dé Logistics Control Tower voor de chemische industrie

Bekijk de DSM business case

vnci.indd 12 12-09-14 10:52

Page 13: Chemie Magazine september 2014

Actueel

Drie keer brons voor neDerlanD op internationale ChemieolympiaDeDrie bronzen medailles, dat is de mooie score die het Nederlandse team heeft behaald tijdens de 46ste Internationale Chemieolympiade (IChO) van 20 tot en met 29 juli in Hanoi in Vietnam.

De drie winnaars zijn Mike Pols van het Cambreur College in Don-gen, Ymro Hoogendoorn van het Penta college CSG Scala in Spij-kenisse en Maarten Sijm van het ISW Gasthuislaan in ’s-Graven-

zande. Het was voor Ymro al de tweede keer dat hij op een Internationale Chemieolympiade brons won. Manoy Trip van het Hondsrugcollege in Emmen wist helaas net geen medaille in de wacht te slepen. De beste prestatie leverde Sun Jiarui uit Singapore. De tweede plaats was voor de Oekraïner Roman Didenko, derde werd Pham Mai Phuong uit het gast-land Vietnam.

hoog niveauDe IChO bestaat uit een praktisch en een theoretisch gedeelte, die dit jaar beide van een wetenschappelijk hoog niveau waren. Het olympiade-thema Chemistry: the flavor of life kwam in een aantal opdrachten goed tot uiting. Zo werd tijdens het practicum een antimalaria-medicijn gesynthetiseerd en werd onderzoek gedaan aan het dubbelzout zinkijzer(II)oxalaat, dat veel wordt gebruikt in elektronische apparaten. In de theorietoets werden onder andere vragen gesteld over distikstof-tetraoxide, een stof die gebruikt wordt voor de voortstuwing van raket-ten, over de bereiding van artemisine, de grondstof voor het antimalaria-medicijn, en over stoffen die men uit het fruit van de steranijsboom isoleert en die worden toegepast in de Vietnamese geneeskunde en als smaakmaker voor de karakteristieke Vietnamese soep pho.

Er deden 77 landen mee met 291 middelbare scholieren. Het Neder-landse team werd geselecteerd aan de hand van de uitkomsten van de 35ste Nationale Scheikundeolympiade, eerder dit jaar bij de Universiteit van Amsterdam. De Nationale Scheikundeolympiade is een initiatief van SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. De VNCI onder-steunt dit evenement. p

Meer informatie: www.slo.nl

‘Kunstmest’ uit dierlijKe mestAlterra Wageningen UR, Wilba-techniek en vergistingsbedrijf Groot Zevert hebben van de provincie Gelderland 235.000 euro subsi-die gekregen voor de bouw van een proefin-stallatie voor het terugwinnen van fosfaten uit dierlijke mest.

‘Door slimme mechanische en chemi-sche scheidingstechnieken toe te pas-sen zijn we in staat om op een effec-

tieve en relatief goedkope manier grote delen van het fosfaat uit mest te verwijderen, zodat die als secundaire grondstof gebruikt kan worden door de industrie, bijvoorbeeld de kunstmestindustrie”, aldus Alterra-onder-zoeker Oscar Schoumans. Het resultaat is volgens hem een mestproduct dat beter aan-sluit bij de behoefte van de gewassen (betere stikstof-fosfaatverhouding met nog steeds een hoog organische stofgehalte). Volgens Jeroen Sluijsmans van Alterra gaat het hier om een potentiële technologische doorbraak in de mestverwerking. “We moe-ten nu zo snel mogelijk vanuit het laborato-rium naar een eerste toepassing in de onder-nemerspraktijk. En als dat werkt, dan direct door naar een opschaling.” Behalve dat een bijdrage wordt geleverd aan het oplossen van het mestprobleem, wordt ook bijgedragen aan een fosfaat-circulaire economie. p

V.l.n.r.: Mike Pols, Maarten Sijm, Manoy Trip en Ymro Hoogendoorn.

fo

to: s

hu

tte

rs

toc

k

september 2014 Chemie Magazine 13

CM1409_11-15_D_actueel.indd 13 11-09-14 16:03

Page 14: Chemie Magazine september 2014

Stilstand kan geld opleveren. Heeft uw onderneming een duidelijke piek in de energievraag of heeft u signifi cant vermogen binnen uw bedrijfsproces dat op verzoek tijdelijk opgeschakeld of verminderd kan worden? Dan is EnCharge van GDF SUEZ waarschijnlijk interessant voor u. Kijk op www.encharge.nl voor meer informatie.

www.gdfsuez.nl/zakelijk

MIJN PRODUCTIEPROCES STAAT STIL, WAT LEVERT DAT OP? MET ENCHARGE VAN GDF SUEZ PROFITEERT U VAN UW FLEXIBILITEIT IN ENERGIEVERBRUIK

T. +32 9 336 39 [email protected] ERP-SOFTWARE VOOR DE CHEMIE

waar zit uw WINST ?

Natuurlijk maakt u niet evenveel winst op elk product. Net zo min behaalt u dezelfde winstmarge bij elke klant. Precies weten waar uw winst zit, zal u andere en betere beslissingen doen nemen. Laten we samen ontdekken wat nodig is om uw winst veilig te stellen zodat u kunt blijven investeren.

C

M

Y

CM

MY

CY

CMY

K

HIT_Versie3_HighRes.pdf 1 6/02/14 12:13

vnci.indd 14 12-09-14 10:52

Page 15: Chemie Magazine september 2014

Actueel

TWITTER

Jeroen Vergouw @jwvergouw#Atletiek en #chemie, gaat dat

samen? De pupillen van @AVCastricum leren het vandaag van @madsciencenl

DuurzaamGeproduceerd @DGeproduceerdWegvallen suikerquotum biedt

Nederlandse chemie duurzame kansen #duurzaam #biobased http://www.duurzaamgeproduceerd.nl

MoniquevEijkelenburg @mjvaneijkelenbu#AOgroenegroei @Minister-

Kamp 20% omzet chemische industrie in 2020 biobased

ChemieNieuws @chemienieuws#chemie #nieuws: Doe mee

met het C2W Salarisonderzoek en win een iPad mini!: Wil je weten hoe jouw salaris zic... http://bit.ly/1vPLwS7

Clarisse vd Woude @ClarisseBENBboerenbusiness.nl - Met afzet

in chemie meer potentie voor suiker #akker #suikermarkt http://bit.ly/1w02mNX

Stichting C3 @StichtingC3Filmpjes kijken over C3 of

beroepen in de #chemie? We hebben een kanaal op vimeo http://bit.ly/1lvyS9U en YouTube http://bit.ly/1lvyS9V

Peter v. Boesschoten @PAvBoesschotenMooie pagina’s in Chemie

Magazine over 100 jaar Shell Techno-logy Centre Amsterdam. #trots #inno-vation100 (via @vnci) pic.twitter.com/THSvbE1mzT

ENQUÊTE: HOE HOUDEN WE CHEMIE IN NEDERLAND GEZOND?De Chemie & Maatschappij Groep (CMG) van de KNCV onderzoekt deze maand, met medewerking van de VNCI, via een grote enquête de rand-voorwaarden voor een gezonde che-miesector op lange termijn.

 Dit initiatief is ontstaan uit een eerdere enquête onder de leden van de CMG. Daaruit is gebleken

dat werknemers van de verschillende chemie- en life sciences-bedrijven een interessante visie hebben op de toekomst van de chemie in Nederland. De enquête richt zich op zowel de grote bedrijven als op het mkb en startende ondernemers in de gehele chemiesector (onder meer basis- en fijnchemie, gezondheid/life sciences, biochemie, biotechnologie, farmaceutische chemie, voedings-industrie, energie, transport, klimaat,

verpakkingen, rubber- en kunststof-industrie en verf- en drukinktindus- trie).De resultaten van de enquête worden gerapporteerd aan alle responden ten, zowel persoonlijk als via diverse media. Op 17 of 18 november geeft CMG tijdens CHAINS een presentatie met aansluitend een discussie over de resultaten van de enquête. Er zijn ook meetings over de vraag: hoe houden we de chemie in Nederland? Bovendien worden de resultaten van de enquête meegenomen in het ronde tafelgesprek met minister Kamp, dat op 17 november tijdens CHAINS plaatsvindt, in samen werking met de VNCI. p

De enquête kan tot en met 28 september worden ingevuld op www.kncv.nl/cmgenquete (duurt ongeveer 15 minuten).

TEAM VOOR ACTIEPLAN EEMSDELTA COMPLEET Het team dat de uitkomsten van het actieplan Chemiecluster Eemsdelta op stoom gaat uitvoeren is compleet. Onder leiding van René Scheffers, oud-topman bij AkzoNobel, gaan Eertwijn van den Dool (projectdirecteur utilitei-ten) en Monique Smit (gedetacheerd ambtenaar ministerie Economische Zaken) werken aan de aanbevelingen in het actieplan. Het plan is opgesteld door een werkgroep onder leiding van Rein Willems, voormalig topman bij Shell Nederland.

 ‘We gaan in volle vaart werken aan de nieuwe toekomst van het Chemiecluster”, zegt René

Scheffers. “De toekomst ligt in belang-rijke mate bij de vergroening van de che-mie. Dat is een belangwekkende mondi-ale trend waarop we goede aansluiting moeten zien te vinden.” De realisering van een ‘Utiliteiten Entiteit’ is een andere belangrijke voorwaarde voor de verdere ontwikkeling van het cluster. Die moet de benodigde samenhang tussen de bedrijven bewerkstelligen. Het actieplan stelt onder meer voor om het gebruik van infrastructuur rond stoom, water en gas centraal te beheren. Ook het in kaart brengen van belemmerende regelgeving en het slechten van regelbarrières moet

helpen om de werkgelegenheid van het cluster veilig te stellen en uit te breiden. In nauwe samenwerking tussen Gronin-gen Seaports, Noordelijke Ontwikke-lingsmaatschappij (NOM), Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) en de bedrijven wordt gewerkt aan de acquisi-tie voor de Eemsdelta.

Een klankbordgroep met vertegenwoor-digers van Groningen Seaports, Samen-werkende bedrijven Eemsdelta en de provinciale en lokale overheid overleg-gen met het team over de voortgang. Het streven is om op korte termijn concrete resultaten te kunnen tonen die vertrou-wen geven in de nabije toekomst van het cluster.De werkgroep onder leiding van Rein Willems is door gedeputeerde Yvonne van Mastrigt en minister Henk Kamp ingesteld naar aanleiding van het faillis-sement van aluminiumfabriek Aldel in Delfzijl, met als doel versterking van de chemische industrie in de Eemsdelta. Het actieplan is onderschreven door beide opdrachtgevers, waarbij een bud-get voor investeringen van 40 miljoen euro beschikbaar is gesteld. Gedurende vier jaar kunnen budgetten worden toe-gekend aan investeringsprojecten van bedrijven. p

september 2014 Chemie Magazine 15

CM1409_11-15_D_actueel.indd 15 11-09-14 16:03

Page 16: Chemie Magazine september 2014

www.m-tech-nederland.nl

Milieu en Omgevings-vergunning vergt kennis

Roermond Produktieweg 1g6045 JC Roermond

T +31 475 420 [email protected]

Breda Reduitlaan 33 - Unit 0.104814 DC Breda

T +31 767 630 661 [email protected]

Nederland België

Brussel Clovislaan 821000 Brussel

T +32 2 734 02 65 [email protected]

Hasselt Maastrichtersteenweg 2103500 Hasselt

T +32 11 223 240 [email protected]

Gent Industrieweg 118 / 49032 Gent

T +32 9 216 80 00 [email protected]

Namen Route de Hannut 555004 Namur

T +32 81 226 082 [email protected]

m-tech is gespecialiseerd in :– Omgevingsvergunningen– Managementsystemen– Veiligheidsrapportages en -studies– Milieue� ectrapportages en -studies– Ruimtelijke ordening– Waterwet– IPPC– ADR-regelgeving– Afval- en bodemwetgeving– Geluid, geur, luchtkwaliteit, stikstofdepositie– Bestuursrechtelijke procedures– Natuurbescherming

m-tech_2014_scm_adv180x132_final.indd 1 12/02/14 15:41

vnci.indd 16 12-09-14 10:52

Page 17: Chemie Magazine september 2014

Transport

Als het aan de branchevereniging voor binnenvaart BLN ligt, gaan chemiebedrijven voor het bulkvervoer van vloeistoffen meer gebruikmaken van de binnenvaart. Dat wordt steeds goed koper en schoner. En, merkt beleids-adviseur Erwin Tijssen op, de leden transporteren ook kleinere hoeveelheden dan 500 ton.

Tekst: Adriaan van Hooijdonk

In Nederland gaat volgens berekeningen van TNO slechts 2 procent van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor en ruim 90 procent per buisleiding en binnen-

vaart. Het transport via de binnenvaart wordt volgens Erwin Tijssen, beleidsadviseur milieu en veiligheid van BLN-Koninklijke Schuttevaer (kortweg BLN), ook steeds goedkoper in vergelijking met andere modaliteiten. Want door de bouw van grotere binnenvaartschepen in de afge-lopen jaren, in combinatie met de crisis, heeft de binnen-vaart met overcapaciteit te maken. “Het transport moet wel een gezond rendement opleve-ren,” zegt Tijssen, voorheen onder meer werkzaam als transport safety officer bij SABIC, “anders komt de binnen-vaart qua investerings- en verbeteringsmogelijkheden op termijn in een onhoudbare situatie. Ik heb al eens het idee geopperd om geen grotere schepen te bouwen, maar over te schakelen op tankbakken die je voor een schip kunt plaatsen. Tankbakken kun je immers veel eenvoudiger uit gebruik nemen als de economische omstandigheden daartoe aanleiding geven. Het idee heeft wel veel conse-quenties voor de verlaadplaatsen op de terminals.”

Fo

to: S

hu

tte

rS

toc

k

BLN-Koninklijke Schuttevaer (Bin-nenvaart Logistiek Nederland) werd september vorig jaar opgericht om op termijn de versplinterde wereld van branche- en ondernemersverenigin-gen in de binnenvaart één duidelijke stem te geven richting de politiek.

Momenteel bestaat BLN-Koninklijke Schuttevaer uit de Binnenvaart Bran-che Unie (BBU), Koninklijke Schutte-vaer en een deel van de varende ondernemers van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB). De brancheorganisatie richt

zich op collectieve belangenbeharti-ging en biedt haar leden onder meer actuele inzichten op het gebied van de markt en wet- en regelgeving. BLN-Koninklijke Schuttevaer is sinds begin dit jaar lid van de VNCI.

Tijssen wijst er overigens op dat de leden van BNL ook kleinere hoeveelheden vloeistoffen dan 500 ton kunnen transporteren. Via tankcontainers of intermediate bulk containers (IBC) zouden grond- en hulpstoffen ook geza-menlijk naar grotere chemielocaties vervoerd kunnen worden.

Milieuvriendelijkere schepen BNL is lid van de VNCI. De branche werkt graag samen met de chemie, bijvoorbeeld op het gebied van verduurza-ming. Tijssen: “De binnenvaart is volop bezig om ideeën uit te werken om de bestaande motoren te vergroenen, waardoor de CO2, NOx en fijnstofemissies afnemen. Wij zouden graag zien dat de VNCI-leden deze inspanningen belonen door vaker van milieuvriendelijkere schepen gebruik te maken. Daarnaast willen wij graag samenwer-ken om een einde te maken aan het ontgassen van sche-pen. De giftige stoffen, met name de CMR-stoffen, die hierbij vrijkomen zijn niet goed voor mens en milieu. Bovendien past een dergelijke samenwerking prima in het Responsible Care-programma, waarin ketenverantwoor-delijkheid een steeds grotere rol speelt.” Verder kan de binnenvaart de expertise van de chemische industrie volgens de beleidsadviseur benutten om onge-vallen zo veel mogelijk te voorkomen. Naar aanleiding van een aantal recente ongevallen op het water, waarbij ook dodelijke slachtoffers waren te betreuren, wordt het Zero Incidents Platform opgericht. BNL wil hiermee de achter-liggende oorzaken van incidenten in kaart brengen, om er vervolgens van te leren. p

BinnenvaartBranche: chemie kan meer geBruik van ons maken

BLN is belangen behartiger binnenvaart

september 2014 Chemie Magazine 17

CM1409_17_G_Transport.indd 17 11-09-14 16:00

Page 18: Chemie Magazine september 2014

PHOV bestaat 25 jaar en dat willen we graag samen met jou vieren tijdens een middag-symposium. Dit wil je toch niet missen?

Tijdens deze middag willen we samen met jou met andere

ogen naar werkomstandigheden kijken:

• De gevolgen van een ongeval zijn duidelijk zichtbaar

(hoge kosten, uitval personeel, uitval materieel). Veel

bedrijven richten zich dan ook op het voorkomen van

deze gevolgen. Maar wat doe je als de gevolgen minder

zichtbaar of pas over 25 jaar zichtbaar zijn, zoals bij

beroepsziekten?

• Hoe kunnen nieuwe technieken en ontwikkelingen ons

helpen in het werk? Kost het alleen maar geld, of levert

het straks ook iets op?

AanmeldenJij bent er toch ook bij?

Meld je nu aan op www.phov-symposium.nl.

Vul de code PHOV25ACM in en betaal slechts

e 75,- excl. btw.

Meld je op tijd aan, want vol = vol.

PHOV opent je de ogenWoensdag 26 november 2014 | Media Plaza, Utrecht (Jaarbeurs)

ProgrammaVanaf 12.00 uur Ontvangst

13.00 uur Opening door dr. Wim van Alphen

13.10 uur Veiligheid kan ook op tijd komen

Dr. Paul Ulenbelt, SP lid Tweede Kamer

13.50 uur Hoe ver moet je kijken?

Prof. dr. Alex Burdorf, Erasmus MC

14.20 uur Terugblik op 25 jaar PHOV

Drs. Johan Gort, voorzitter bestuur PHOV

14.30 uur Maak van je werk een energy boost

Spreker nog onbekend

15.00 uur Pauze

15.30 uur Workshopronde 1

1. Hoe verleid je het management om

lange termijneffecten aan te pakken?

Drs. Felicia Vizi, NSPOH

2. Chemie is meer dan veiligheid alleen

Dirk van Well, VNCI

3. Mensen duurzaam aan het werk houden

Drs. André Verbeek,

Hoogheemraadschap van Delfland

4. Virtual reality training

Spreker nog onbekend

16.25 uur Workshopronde 2 (zie workshopronde 1)

17.15 uur Sluiting met toost op 25 jaar PHOV door

dr. Wim van Alphen

Aansluitend feestelijke borrel

Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | [email protected]

PHOV_adv_A4_chemie_wt.indd 1 15-08-14 16:45

Page 19: Chemie Magazine september 2014

Energie en klimaat

 De lage CO2-prijs is een gevolg van de econo-mische crisis en het daaruit voortvloeiende overschot aan emissierechten. Om het over-

schot te verkleinen heeft de Europese Commissie (EC) backloading ingesteld. Hiermee kan de veiling van nieuwe emissierechten worden uitgesteld tot na de handelsperiode (2020). Nu wil de EC een Market Stability Reserve (MSR) instellen, waarmee na 2020 (of al eerder) rechten van de markt gehaald worden, die dan kunnen terugvloeien op basis van vooraf gestelde grenswaarden aan de hoeveelheid rechten op de markt. De VNCI is hier tegen, omdat het geen oplossing biedt voor de fl uctuaties in productie en alleen kijkt naar hoe-veel rechten er op de markt zijn. Veel beter is het om de structurele weeffouten in het ETS aan te pakken. Tijdens een bijeenkomst van de Neder-landse Emissieautoriteit benadrukte VNCI-direc-teur Colette Alma onlangs dat de prijs geen doel op zich is, maar een gevolg is van het ETS. “Je moet maatregelen nemen om de effectiviteit van het systeem te beïnvloeden en niet om de prijs te beïn-vloeden.”

EnergieakkoordIn het Energieakkoord zijn hierover al goede afspraken gemaakt, waaronder borging van de positie van carbon leakage-bedrijven (waarbij pro-ductie en daarmee CO2-uitstoot naar landen bui-ten Europa verschuift). Energie-intensieve bedrij-ven die tot de beste behoren op het gebied van CO2-effi ciency moeten volgens de VNCI gevrij-waard worden van CO2-kosten. De zogeheten Pij-ler 5-werkgroep van het Energieakkoord heeft zich de afgelopen tijd ingespannen voor meer draag-vlak voor dit verbeterpakket. Volgens Reinier Ger-rits, VNCI-speerpuntmanager Energie en Klimaat, zijn er echter veel partijen die minder geïnteres-seerd zijn in hoe de best presterende bedrijven beschermd kunnen worden tegen carbon leakage. “Zij maken zich vooral zorgen om de lage CO2-prijs en willen een hogere prijs om nu al duurdere CO2-besparingsopties uit te lokken, terwijl ETS juist de meest kosteneffectieve opties stimuleert.”

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

VOLGENDE STAPPENIn oktober vergadert de Europese Raad over volgende stappen. “Het is van cruciaal belang dat de Raad vaststelt dat de Europese Com-missie effectieve voorzieningen moet ontwik-kelen ter voorkoming van carbon leakage”, aldus Gerrits. “Dat kan door na 2020 over te gaan naar allocatie van 100 procent gratis rechten op basis van reële benchmarks en werkelijke productie en continuering van com-pensatie van de indirecte (elektriciteits)kos-ten. Zo kan de Raad voorkomen dat de Euro-pese Commissie het ETS in een lock-in brengt door eenzijdige invoering van hun MSR.”

De afspraken in het Energieakkoord zijn onlangs in samenwerking tussen de industrie (waaronder de VNCI), overheid, energiesector en ngo’s door adviesbureau Ecofys nader uitgewerkt. Uitgangs-punt is dat de meest effi ciënte bedrijven niet geconfronteerd worden met additionele kosten als gevolg van het ETS en dat nieuwe investeringen binnen Europa gestimuleerd worden.

Werkelijke productieEcofys heeft uitgewerkt hoe een Allocation Supply Reserve (ASR) het systeem in staat stelt om bedrij-ven te voorzien van de rechten die zij op basis van realistische benchmarks en hun werkelijke produc-tie nodig hebben. Zo wordt voorkomen dat bedrijven bij economische krimp te veel rechten krijgen of te weinig als zij willen investeren in energie-effi ciën-tere installaties. Met het huidige door de EC voorge-stelde MSR wordt hier niet aan voldaan. Industriële partijen zijn zeer bezorgd dat de rechten die nu in het MSR worden opgenomen later niet meer beschikbaar komen voor het benodigde ASR.Op 4 september bracht de Alliance of Energy Inten-sive Industries in een brief aan diverse Europese instanties nog eens haar standpunten naar voren waaruit blijkt dat er industriebrede steun is voor het verbeterpakket uit het Energieakkoord. p

VNCI IJVERT VOOR STRUCTURELE VERBETERING ETS

De VNCI is, samen met de partners in het Energieakkoord voor duurzame groei van de SER en het ministerie van IenM, op EU-niveau druk doende om draagvlak te krijgen voor hervorming van het Europees emissie-handelssysteem ETS. De VNCI pleit voor allocatie van rechten op basis van werkelijke productie, die ervoor zorgt dat het systeem kan meebewegen met economische groei of krimp. Hiervoor is het creëren van een reserve essentieel. Daarnaast is er een brede roep om versterking van het ETS omdat diverse partijen de CO2-prijs te laag vinden.

Tekst: Igor Znidarsic

september 2014 Chemie Magazine 19

CM1409_19_Energie.indd 19 12-09-14 10:35

Page 20: Chemie Magazine september 2014

Postbus 899, 5000 AW Tilburg - Hectorstraat 23, 5047 RE Tilburg - Tel: 013 5839440 - Fax: 013 5358315 - E-mail: [email protected]

Tijdelijk of semi permanent

behoefte aan extra warmte

en/of energie?

Uw bron van informatie bij

het kopen of huren van

ketelinstallaties voor stoom,

warm en heet water.

Verhuur• warmwaterketels tot 8 MW• heetwaterketels tot 12 MW• automatische expansie-inrichtingen• stoomketelunits tot 28 barg van 400 kg/hr tot 16.000 kg/st• ontgassers, voedingswatertanks, ontharders• olietanks 3, 5, 10 en 20m3• in container, buitenopstelling of romneyloodsen

Services• 24 uurs storingsdienst• leidingwerkmontage• onderhoud• engineering

Milieuzorg• Low-NOx installaties• geluidsbesparende omhuizingen• CE normering

www.ecotilburg.com

vnci.indd 20 12-09-14 10:52

Page 21: Chemie Magazine september 2014

200

100%

The world uses 200 billion paper cups every year

Recapture of paper currently sent to landfill

Our pioneering coatings technology makes this a fully

compostable, recyclable cold drink cup

billion

Innovatie

AutobAnden recyclen stAp dichterbijMomenteel worden autobanden na gebruik verbrand, omdat recycling te moeilijk is. Het nieuwe programma TREC (Tyre Recycling), waarin Michelin samenwerkt met het biotechnologische bedrijf Protéus, moet daarin verande-ring brengen door autobanden te recy-clen door devulkanisatie.

’Rubber krijgt zijn bijzondere mechanische eigenschappen door vulkanisatie”, vertelt

Juliette Martin, algemeen directeur van Protéus, dat gespecialiseerd is in de ont-wikkeling van industriële processen met behulp van enzymen en bacteriestam-men. “Hierbij ontstaat een driedimensio-nale structuur door de vorming van zwa-velbruggen die stevigheid geven aan het materiaal. De eerste onderzoekslijn van

het programma TREC heeft tot doel deze zwavelbruggen langs biologische weg te verbreken, zodat het rubber kan worden gebruikt voor het maken van nieuwe ban-den.” Hierbij helpt de expertise van project-partner SDTech, gespecialiseerd in het analyseren en bewerken van fijne en ultrafijne poeders. De gebruikte banden worden omgezet in een poeder dat ver-volgens biotechnologisch wordt gedevul-kaniseerd. Uit deze twee stappen resul-teert een geregenereerd ‘micropoeder’, dat als grondstof kan dienen voor nieuwe autobanden.

SyngasIn de tweede onderzoekslijn, TREC Alcool, wil men met hulp van technolo-gisch onderzoeksinstituut CEA gebruikte

autobanden omzetten in syngas (CO + H2). Protéus ontwikkelt een proces om syngas door fermentatie om te zetten in ethanol. Dit kan weer worden gebruikt voor de productie van biobased butadi-een, als aanvulling op alcoholen uit sui-ker, hout en andere grondstoffen.Het TREC-project zal acht jaar lopen en heeft een budget van 51 miljoen euro. De Franse overheid draagt hiervan 13,3 mil-joen euro bij. TREC zal alle stadia van onderzoek en ontwikkeling doorlopen, vanaf de ontwikkeling van wetenschap-pelijke concepten, via een proeffabriek, tot een industriële demonstratiefabriek. “Wij hebben al voorbereidend werk gedaan, en daarbij enkele veelbelovende bacteriestammen gevonden”, aldus Juliette Martin. p

Dankzij de nieuwe coatingtechnologie EvCote Water Barrier 3000, die gebruikmaakt van plantaardige oliën en gerecycle- de petflessen, is het AkzoNobel gelukt ‘s werelds eerste vol-ledig composteerbare en recyclebare papieren beker te ont-wikkelen. De beker vereist geen speciale behandeling of aanpassing voor recycling.

Jaarlijks worden wereldwijd zo’n 200 miljard papieren bekertjes gebruikt. De recycling brengt hoge kosten met zich mee en de kwaliteit van de papiervezels neemt daarbij

sterk af. Bij het recyclen van papier gecoat met EvCote blijft de kwaliteit van de papiervezels echter intact. Het papier kan wor-den hergebruikt voor andere papierproducten. In sommige gevallen, als de vezels door de coating zijn versterkt, is papier geproduceerd uit dit afval zelfs sterker dan het oorspronke-lijke, niet-gecoate papier. Een ander voordeel is dat papierfa-brieken de papierresten van het productieproces, die momen-teel naar de vuilstort gaan, volledig kunnen hergebruiken.

De EvCote-coating beschermt papieroppervlakken tegen water, vet en vocht en bestaat tot 95 procent uit duurzame of hernieuwbare grondstoffen. Ze zijn geschikt voor talloze toe-passingen, waaronder golfkarton- en vouwkartonverpakkin-gen, kartonnen drankverpakkingen en verpakkingen voor het serveren van voedsel. “Deze coatingtechnologie zal restau-ranthouders en producenten van papieren bekers helpen om hun afvalstroom te verminderen”, aldus Conrad Keijzer, lid van het executive committee van AkzoNobel, verantwoordelijk voor Performance Coatings. AB Ghosh, managing director van In- dustrial Coatings, denkt dat het product een even grote omslag in gang zal zetten als polypropyleen veertig jaar geleden.

De ontwikkeling van nieuwe innovaties zoals EvCote vormt onderdeel van het Planet Possible-duurzaamheidsbeleid van AkzoNobel. p

AkzoNobel komt met volledig groeNe pApiereN beker

september 2014 Chemie Magazine 21

CM1409_21_Innovatie.indd 21 11-09-14 15:59

Page 22: Chemie Magazine september 2014

22 Chemie Magazine september 2014

Op 17 november presenteert het Topteam Chemie de nieuwe organisa-tie van de Topsector Chemie, compleet met namen en functies. Deze organisatie zal de samenwerking van bedrijven, kennisinstellingen en overheid bij onderzoek en innovatie efficiënter, effectiever en over-zichtelijker maken. VNCI-directeur Colette Alma, hoogleraar Bert Weckhuysen en EZ-topambtenaar Jasper Wesseling vertellen alvast waarom een nieuwe organisatie noodzakelijk is en welke voordelen die biedt. Tekst: Erik te Roller

TOPSECTOR CHEMIE WORDT SLAGVAARDIG

 ‘De concurrentie in de wereld is enorm toegeno-men. Om te overleven en scherp te kunnen blijven concurreren moeten

zowel de overheid als de bedrijven hun kosten omlaag brengen en tegelijk meer doen aan vernieuwing en innovatie”, zegt Jasper Wesse-ling, plaatsvervangend directeur-generaal Bedrijfsleven & Innovatie, tevens directeur Innovatie & Kennis bij het ministerie van Economische Zaken en lid van het Topteam Che-mie. “De tijd dat er dankzij de aard-gasbaten overal geld voor was, ligt achter ons. De uitdaging is nu om met zo min mogelijk geld zo veel mogelijk innovatie te realiseren. Dat is het idee achter de nieuwe opzet

EFFECTIEVER MEER INNOVATIE GENEREREN

van de Topsector Chemie: de juiste mensen van kennisinstellingen en bedrijven op effi ciënte manier bij elkaar brengen en met de beschik-bare middelen zo veel mogelijk innovatie te realiseren.”Enkele jaren geleden nog ging veel geld van de overheid naar technolo-gische topinstituten, dat wil zeggen bureaus die in lijn met de vraag van bedrijven onderzoek aan universi-teiten en onderzoeksinstituten pro-grammeerden. Een deel van de sub-sidie ging op aan begeleiding en kwam dus niet bij de onderzoekers terecht. Die geldkraan is dichtge-draaid. Wesseling: “Om meer van de beschikbare middelen te kunnen inzetten voor innovatie en de juiste mensen bij elkaar te brengen, is

gekozen voor een aanpak bij de bron. Een deel van het budget van universiteiten en onderzoeksinstitu-ten zoals TNO en ECN is geoormerkt voor publiek-privaat onderzoek, zodat zij er alleen over kunnen beschikken als ze samenwerken met bedrijven. Zo duwen wij ze in de richting van de bedrijven, die we op hun beurt met fi scale steun prikke-len tot samenwerking.”

TKI-toeslagWesseling doelt op de WBSO, de fi scale aftrek voor loonkosten van onderzoekers, en op de RDA voor de fi scale aftrek van andere R&D-kos-ten. Hiervoor is substantieel meer geld beschikbaar. Bovendien geeft de overheid een extra bonus. Op elke euro die een bedrijf in publiek-privaat onderzoek steekt, legt de overheid 25 cent toe. Dit is de TKI-toeslag. Ook is er extra geld vrijge-maakt om bedrijven en kennisinstel-lingen te stimuleren om deel te nemen aan Europese onderzoeks-projecten (Horizon 2020), waar in totaal 70 miljard euro in omgaat, zodat langs die weg ook extra geld voor de innovatie in Nederland beschikbaar komt.Dit beleid lijkt zijn vruchten te gaan afwerpen. “Mogelijk zijn er ook andere factoren in het spel. Feit is dat het aandeel van de private R&D-

COLETTE ALMA (VNCI): ‘De Topsector Chemie heeft uit-eindelijk tot doel optimale steun te bieden aan innovatie ten behoeve van de versterking en vernieuwing van de indus- trie, gericht op verduurzaming van de samenleving.’

CM1409_22-24_Topsector.indd 22 11-09-14 16:09

Page 23: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 23

TOPSECTOR CHEMIE WORDT SLAGVAARDIG

Topsector

e

uitgaven in het bruto binnenlands product voor het tweede jaar op rij iets omhoog zijn gegaan. Dat is bij-zonder, want dit aandeel is in de voorafgaande tien tot twintig jaar nooit van zijn plaats gekomen. Met andere woorden, de R&D-uitgaven van het bedrijfsleven in Nederland zijn weer aan het stijgen en dat is een belangrijk deel van het Topsec-torenbeleid”, aldus Wesseling. VNCI-directeur Colette Alma geeft aan dat de ondersteuning van de overheid voor publiek-privaat onderzoek al met al fundamenteel is gewijzigd. “Hierdoor verkeren we in een heel andere situatie. Die maakt het noodzakelijk om de structuur van de Topsector Chemie aan te passen. Belangrijk is ook om tege-lijk de effectiviteit van de Topsector te verbeteren. De chemie neemt zo’n centrale positie in bij industriële innovatie, dat je de samenwerking van bedrijven en kennisinstellingen bij onderzoek op allerlei terreinen het beste integraal kunt organise-ren.” Daarnaast is er volgens Alma een nieuwe governance-structuur nodig om de innovaties in de bestaande industrie te versterken, jonge inno-vatieve ondernemingen vooruit te helpen en de samenwerking met andere Topsectoren te verbeteren. Verder moet de nieuwe organisatie voorzien in een goede aansluiting van de chemie in Nederland bij het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020.In de Topsector Chemie draait het ook om de Innovation Labs (iLabs) bij de universiteiten, die startende ondernemers laboratoriumruimte en ondersteuning bieden. En om de Centres of Expertise aan hogescho-len en Centra voor innovatief vak-manschap aan de roc’s, die zorgen voor een betere aansluiting van het beroepsonderwijs op de chemische industrie. Ook gaat het om human capital, het versterken van regionale clusters van industriële bedrijven en

het verminderen van de regeldruk.

Integraal management”Dat alles vraagt om integraal management dat vanuit één punt werkt en de hele Topsector overziet. Daarom zal de Topsector Chemie straks niet meer uit vier, maar slechts uit één TKI bestaan, name-lijk de TKI Chemie”, verklaart Alma.Dit behoeft enige uitleg. In septem-ber 2011 heeft de toenmalige minis-ter van Economische Zaken Maxime Verhagen de negen Topsectoren gevraagd hun publiek-private samenwerking te gieten in zoge-noemde innovatiecontracten en die onder dak te brengen bij zoge-noemde Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s). Voor de Topsec-tor Chemie lag het voor de hand om in lijn met de bestaande technologi-sche topinstituten en programma’s vier TKI’s op te richten en wel voor Smart Polymeric Materials, ISPT (procestechnologie), Biobased Eco-nomy en Nieuwe Chemische Innova-ties. “Met verschillende bureaus was er sprake van een versplinterd land-schap”, zegt Wesseling. “Werkbaar voor de grote bedrijven die hun weg wisten te vinden, maar lastig voor de mkb-bedrijven. In de nieuwe struc-tuur willen we zo min mogelijk over-head en administratieve rompslomp en we concentreren de administra-tie daarom bij het bureau van het TKI Chemie. Hierdoor kunnen de zogenoemde programmaraden, waarin de bedrijven goed vertegen-woordigd zijn, zich helemaal richten op de inhoud van de onderzoeks- programma’s, waardoor het ook gemakkelijker is om nieuwe pro-gramma’s te beginnen. De bedrijven zullen overigens ook op alle andere niveaus in de organisatie goed ver-tegenwoordigd zijn. Het Topteam Chemie ziet dit als de meest effi -ciënte en effectieve opzet.”Bert Weckhuysen, hoogleraar anor-ganische chemie en katalyse aan de

BERT WECKHUYSEN (UNIVERSITEIT UTRECHT):

‘De oude struc-tuur geeft in de praktijk eerder aanleiding tot fragmentering dan tot eenheid van het che-misch onder-zoek. Deze sluit te veel aan op gevestigde belangen...’

CM1409_22-24_Topsector.indd 23 11-09-14 16:09

Page 24: Chemie Magazine september 2014

24 Chemie Magazine september 2014

Universiteit Utrecht en lid van het Topteam Chemie, zegt er het vol-gende over: “Vanwege het geld is aanpassing van de organisatie noodzakelijk. Dit biedt echter de gelegenheid om het huis van de che-mie meteen nieuw in te richten en bepaalde systeemfouten eruit te halen. Zo geeft de oude structuur in de praktijk eerder aanleiding tot fragmentering dan tot eenheid van het chemisch onderzoek. Deze sluit te veel aan op gevestigde belangen en te weinig op onderdelen van de chemie die beter tot hun recht die-nen te komen om de omslag naar duurzame chemische productie te kunnen maken. Denk bijvoorbeeld aan de subsector chemistry of life, die eerder amper opviel, terwijl die subsector eveneens van groot belang voor het bedrijfsleven is.”

Hoofdlijnen onderzoekDe Topsector Chemie kent straks vier hoofdlijnen van onderzoek: advanced materials, chemical micro- and nanotechnology & devices, con-version technology & chemical synthe-sis en chemistry of life. “De oorspronkelijke gebieden worden opgerekt en breder gemaakt”, ver-volgt Weckhuysen. “Advanced mate-rials omvat niet alleen polymeren, maar ook anorganische en hybride organische-anorganische materia-len. En conversion technology & chemical synthesis omvat ook scheidings- en reactortechnologie. Verder krijgt life sciences de ruimte in chemistry of life. Met deze inde-ling kunnen we ook goed inspelen op de maatschappelijke uitdagingen

rond gezondheid, voedsel, klimaat, energie, veiligheid en transport zoals geformuleerd in het Europese programma Horizon 2020.”De technologische topinstituten DPI (polymeren) en ISPT (procestechno-logie) gaan straks op in Centres of Innovation (CoI), die nationaal zullen opereren maar een regionaal

VIJF REGIONALE MKB-STEUNPUNTENMkb-bedrijven wordt het makkelijker gemaakt om de weg binnen de Topsector Chemie te vinden. Er komt een mkb-loket met vijf regionale steunpunten waar kleine en middelgrote bedrijven advies kunnen inwinnen en in contact kunnen komen met de juiste partners om innovatieve samenwerking aan te gaan. Dit loket komt voort uit het DPI Value Centre (netwerk voor de kunst-stofsector) en zal ook voor de Topsector Energie gaan werken.Is dit allemaal aantrekkelijk genoeg voor het bedrijfsleven om in te investeren? Jasper Wesseling van EZ: “Het aantal bedrijven dat geld steekt in publiek-private samenwerking is sinds 2011 ver-dubbeld tot bijna 2000. Dit aantal geeft wel aan dat er nu veel meer kleine bedrijven bij betrokken zijn en het vliegwiel van het Topsectorenbeleid op gang is gekomen.”De Topsector Chemie zal er ook op ingericht zijn om nauw samen te werken met de Topsectoren Energie, Life Sciences & Health en Agri & Food. Overigens is de biobased economy in de Topsector Chemie geen apart programma meer, maar onderdeel van diverse roadmaps.“De Topsector Chemie heeft uiteindelijk tot doel optimale steun te bieden aan innovatie ten behoeve van de versterking en vernieu-wing van de industrie, gericht op verduurzaming van de samenle-ving”, aldus Colette Alma van de VNCI.Hoogleraar Bert Weckhuysen: “Er is straks één loket waar bedrijven en universiteiten gemakkelijker met elkaar in contact zullen komen. Hierdoor zal de organisatie slagvaardiger en dyna-mischer zijn en zo effectiever bijdragen aan de innovatie waarmee de industrie de samenleving van nieuwe duurzame producten en diensten kan voorzien.”

JASPER WESSELING (EZ):

‘De tijd dat er dankzij de aardgas-baten overal geld voor was, ligt achter ons. De uitdaging is nu om met zo min mogelijk geld zo veel mogelijk innovatie te realiseren.’

zwaartepunt hebben. Zo zal het DPI-onderzoek onder dak komen bij het COI Advanced Materials op Cheme-lot in Geleen. Voor een soepele overgang stelt EZ ongeveer 25 mil-joen beschikbaar, zodat het lopende onderzoek van deze instituten de komende paar jaar netjes kan wor-den afgerond. p

CM1409_22-24_Topsector.indd 24 11-09-14 16:10

Page 25: Chemie Magazine september 2014

clear insight

Be responsible

Be the best

Be valuable

Be interested

Be open

T +31 10 716 60 00 E [email protected] www.ApplusRTD.com

Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieën en diensten voor Niet Destructief Onderzoek, inspecties en certificatie.

Onze mensen zullen u, met onze innovatieve technieken, helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficiëntie en het verminderen van risico’s te behalen.

Wij bieden u een helder inzicht in de integriteit van uw installaties.

clear insight

Be responsible

Be the best

Be valuable

Be interested

Be open

T +31 10 716 60 00 E [email protected] www.ApplusRTD.com

Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieën en diensten voor Niet Destructief Onderzoek, inspecties en certificatie.

Onze mensen zullen u, met onze innovatieve technieken, helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficiëntie en het verminderen van risico’s te behalen.

Wij bieden u een helder inzicht in de integriteit van uw installaties.

clear insight

Be responsible

Be the best

Be valuable

Be interested

Be open

T +31 10 716 60 00 E [email protected] www.ApplusRTD.com

Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieën en diensten voor Niet Destructief Onderzoek, inspecties en certificatie.

Onze mensen zullen u, met onze innovatieve technieken, helpen om uw belangrijkste doelstellingen op het gebied van operationele efficiëntie en het verminderen van risico’s te behalen.

Wij bieden u een helder inzicht in de integriteit van uw installaties.

Page 26: Chemie Magazine september 2014

26 Chemie Magazine september 2014

Fo

to: F

ra

nk

gr

oe

lik

en

Sylvia Borren: ‘Ik was echt onder de indruk toen ik het duurzaamheidsrapport las. Ik dacht: wauw, wat zou deze branche veel kunnen als ze echt wil.’

‘Als je de mAcht hebt deze AArde

te behouden, wAArom doe je het dAn niet?’

greenpeace-directeur Sylvia Borren maakt helder statement

CM1409_26-29_K_Sylvia Borren.indd 26 11-09-14 16:08

Page 27: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 27

ambities heeft, de wanhoop in de gerealiseerde en uitgesproken ambities, zoals ten aanzien van reductie van CO2-uitstoot. Borren stelt de zaal een vraag: “Wilt u door Greenpeace de goede kant op gesla-gen worden, of doet u het zelf?”

Circulaire economieEen maand later. Amsterdam-Noord. Greenpeace Nederland is verhuisd naar een adres tussen vervallen fabriekspanden waar los-lopende Amsterdammers en één jaar oude navigatiehulpjes de weg nog niet kennen. In de voormalige smederij heerst de chaos van een bouwplaats in vol bedrijf.“Mooi hè?” wijst Borren enthousiast op de stalen balken die het pand doorkruisen en de metalen lampen aan de dakconstructie. “Allemaal tweedehands. Circulaire economie!”In een scheidingswand zit Diederik Samsom (was ooit campagneleider bij Greenpeace). Op de vragende blik: “Ons oude archief. Tot pulp verwerkt en gebruikt als bouwma-teriaal voor binnenmuren en pla-fonds.”Twee iPhones vragen om beurten om aandacht, onder meer over de afwikkeling van de door Russische autoriteiten gegijzelde Arctic Sun-rise, het schip van de organisatie dat vorig najaar actie voerde tegen olie-boringen in het Noordpoolgebied. Het ligt ‘ontmanteld’ in de haven van Moermansk.

In het verleden voerde Greenpeace ook nog weleens actie tijdens VNCI-jaarvergaderingen. Nu werd u uitge-nodigd. Had uw komst door de hoofd-ingang daardoor symbolische betekenis?

Er was een tijd waarin actievoerders van Greenpeace de jaarvergadering van de VNCI verstoorden. Afgelopen juni kwam Greenpeace-directeur Sylvia Borren via de voordeur binnen om het eerste duurzaamheidsrapport van de branche in ontvangst te nemen. Helemaal koek en ei is het nog niet: “De branche kan zich bijvoorbeeld steviger inzetten voor een goed ETS-systeem, voor een hogere CO2-prijs, voor energiebesparing en voor schone energie.”Tekst: Jos de Gruiter

“Goeie vraag. Wij worden vaak uit-genodigd en altijd is er de afweging: heeft onze aanwezigheid toege-voegde waarde of worden we mis-bruikt als keurmerk. Ik had me voorbereid op een langer verhaal, en toen me duidelijk werd dat ik mijn spreektijd moest delen met twee anderen heb ik gekozen voor een kort, helder statement.”

Waar-de-loos.“Dat is dan wat blijft hangen. Maar ik heb ook gezegd dat ik het een goed rapport vind. Het laat op trans-parante wijze zien waar de branche staat.”

Maar waar de branche staat bevalt u niet.“Het kan op veel terreinen beter. De sector kan zich bijvoorbeeld steviger inzetten voor een goed ETS-sys-teem, voor een hogere CO2-prijs, voor energiebesparing en voor schone energie.”

Liggen de ambitieniveaus werkelijk zo ver uit elkaar? Greenpeace pleit voor vermindering van de CO2-uit-stoot met 55 procent in 2030, de che-mische industrie met 40 procent. Dat is toch geen wereld van verschil?“Onze ambitie om de CO2-uitstoot met 55 procent te verminderen, is niet uit de lucht gegrepen. Die is gebaseerd op de noodzaak om de opwarming van de aarde tot 2 gra-den te beperken – en er bij voorkeur onder te blijven. Daar zit de urgentie voor ons. Wat mij betreft niet eens vanwege de gevolgen voor komende generaties, maar vanwege de hui-dige gevolgen voor mensen aan de onderkant van de armoede, die nu al de prijs van opwarming betalen door

Dat was even slikken. 19 juni 2014. Jaarvergade-ring van de VNCI. Met trots presenteert de organisatie haar eerste

duurzaamheidsrapport, een beschrijving van ambities, doelstel-lingen en bereikte resultaten van de chemische industrie op het gebied van verduurzaming. Prins Carlos de Bourbon de Parme (directeur van het Institute for Sustainable Innova-tion & Development), Jasper Wesse-ling (directeur Innovatie en Kennis bij het Ministerie van Economische Zaken) en directeur Sylvia Borren van Greenpeace Nederland zijn uit-genodigd om het eerste exemplaar van het rapport in een feestelijke setting uit handen van VNCI-direc-teur Colette Alma te ontvangen. Dan gaat er een schokgolfje door de zaal. De Greenpeace-directeur vindt het ‘goed dat het rapport er is’, maar noemt de vorderingen van de bran-che nog ‘waardeloos’, met nadruk op elke lettergreep. Tijdens het lezen is ze ‘heen en weer geworpen tussen hoop en wanhoop’. De hoop zit ‘m in de vaststelling dat de che-mie gigantische mogelijkheden en

e

cV sylViA borrenopleiding: bachelor in Education and religious studies, master in Education.2011-heden: directeur greenpeace nederland2013: mede-ondertekenaar van het Energieakkoord voor duurzame groei1994-2008: directeur oxfam novibVoormalig landelijk bestuurslid bij belangen- organisatie coc

duurzaamheid

CM1409_26-29_K_Sylvia Borren.indd 27 11-09-14 16:08

Page 28: Chemie Magazine september 2014

28 Chemie Magazine september 2014

opdroging in Afrika en orkanen en overstromingen in andere delen van de wereld. Het zijn de mensen die weinig tot geen aandeel hebben gehad in de oorzaak van de ramp en die zich er het minst tegen kunnen beschermen. Ik heb me eerder ingezet voor een aantal zaken, zoals de lesbische homobeweging (als bestuurslid van het COC – red.) en de armoedebestrijding (als direc-teur van Oxfam Novib – red.). Bij sommige doelen kun je tevreden zijn als je stappen in de goede richting zet, maar er zijn ook onderwerpen…Ik heb eens een lezing bijgewoond van een Joodse professor. Hij hield zijn gehoor voor: stel dat we na de Tweede Wereldoorlog hadden vast-gesteld dat de vergassing van Joden verschrikkelijk was en dat we het aantal langzaam moesten afbou-wen. Dat is toch ondenkbaar? Som-mige dingen moet je meteen aan-pakken. We hebben nu nog maximaal twintig jaar om te voorko-men dat de opwarming van de aarde boven de 2 graden uitkomt, maar we zijn nog niet aan het begin van een serieuze aanpak. Ik vind daarom dat elke industrietak zich moet afvragen of hij bijdraagt aan inspanningen om onder die 2 graden te blijven. Met 40 procent CO2-vermindering heeft de

chemie een te lage ambitie. Ik las daarnaast in het rapport Energie-effi ciëntie in de industrie: potentiëlen, barrières en beleid van ECN in een tabel over het jaarlijks primaire energiebesparingstempo in Neder-landse industriesectoren dat de chemische industrie tussen 2000 en 2007 0,1 procent per jaar bespaarde, waar het convenant om 0,5 procent vroeg.”

Tijdens de jaarvergadering waar u aanwezig was, benoemde VNCI-voor-zitter Fuhrmann de actuele proble-men van de branche, zoals het grote verschil in energie- en grondstofprij-zen tussen de Verenigde Staten en Europa. Sluit u daar de ogen voor?“Wijzen op schaliegas zet een race to the bottom in gang. Moeten wij ook kinderarbeid invoeren omdat produ-centen in sommige landen ons daar-mee beconcurreren? Ik heb tijdens jullie jaarvergadering het voorbeeld van AkzoNobel genoemd. Green-peace voerde actie tegen de schade-lijke antifoulingcoatings van het bedrijf. Met de nieuw ontwikkelde milieuvriendelijker variant werd Akzo mondiaal marktleider. De kost gaat voor de baat uit. De industrie kan de hoge energieprijs gebruiken om aan alternatieven te werken.”

Zoals?“Word onze bondgenoot in de lobby voor een CO2-prijs van 80 euro, dan worden de alternatieven rendabel. Als je de 2 graden opwarming seri-eus als uiterste bovengrens neemt, kun je terugredeneren welke maat-regelen er binnen welke termijn nodig zijn. Als de chemie daarbij onze hulp kan gebruiken, is Green-peace de eerste die op de stoep staat.”

Vader was chemicusBorren wil een mogelijk vooroordeel wegnemen. “Greenpeace is niet tegen de chemische industrie en vindt dat de branche in Nederland

moet blijven”, zegt ze. “Al was het maar omdat hier nog regels en afspraken te maken zijn.” Haar vader was chemicus, vertelt ze, en ze heeft heel wat bedrijven van bin-nen gezien, ook in de chemie.“Ik heb niets tegen de chemie. De sector zorgt voor werkgelegenheid en economische stabiliteit. Maar soms staan we recht tegenover elkaar: bijvoorbeeld als er produc-ten worden gemaakt die het milieu schaden, zoals landbouwgif dat de bijenstand bedreigt. Aan de andere kant is het diezelfde chemische industrie die voor oplossingen kan zorgen. Ook op het gebied van duur-zaamheid overigens. Ik was echt onder de indruk toen ik het duur-zaamheidsrapport las. Ik dacht: wauw, wat zou deze branche veel kunnen als ze echt wil.”

Als ze echt wil?“Toen ik mijn oordeel over het duur-zaamheidsrapport gaf tijdens de VNCI-jaarvergadering, zag ik veel mensen in de zaal goedkeurend knikken. Het was echt niet zo dat ik een bom tot ontploffi ng bracht waar niemand op gerekend had. Maar in zijn algemeenheid vind ik dat men-sen, bedrijven en organisaties net

GreenpeAce stAAt open Voor ‘serieuze diAlooG’ met sectorBorren staat open voor een serieuze dialoog met de sector, zegt ze. “een serieuze dialoog”, herhaalt ze. “niet in de zin van: greenpeace zit bij ons aan tafel, dus onze duurzaamheidsinspanningen zijn goed genoeg. en uiteindelijk gaat het altijd om het gedrag, niet om mooie woorden. ik snap dat er fouten worden gemaakt – die maken we zelf ook, dat is de laatste tijd wel duidelijk geworden – maar het gesprek moet gaan over maatre-gelen om onder de 2 graden opwarming te blijven en over de vaststelling dat we het niet halen als we in dit tempo doorgaan.”

‘ Greenpeace is niet tegen de chemische industrie en vindt dat de branche in Nederland moet blijven’

CM1409_26-29_K_Sylvia Borren.indd 28 11-09-14 16:08

Page 29: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 29

iets meer verantwoordelijkheid moeten nemen dan van ze wordt verwacht. Dat vraag ik dus ook van een organisatie als de VNCI: kijk eens naar je ambitieniveau en vraag je af of het niet een tandje meer mag zijn. Richt je je op wat ik noem de ‘hindermacht’ of trek je mee met de voorlopers. Ik denk dat de chemi-sche industrie van beide voorbeel-den in huis heeft.”

Is het niet productiever om achterblij-vers bij te trekken in plaats van voor-lopers te stimuleren nog harder te lopen?“Onze strategie gaat ervan uit dat we de voorlopers prikkelen om ver-der te springen. De achterblijvers aanpakken heeft geen zin, daarmee verhoog je het niveau niet.”

U had het zojuist over ‘net iets meer verantwoordelijkheid nemen’. Wat verstaat u daaronder?“We hadden enige tijd geleden de discussie over de aanvoer van Noordpoololie naar de haven van Rotterdam. Greenpeace vindt dat Rotterdam zo’n tanker moet weige-ren, maar de haven stond op het standpunt dat de olie niet illegaal was en dat het vrij verkeer van goe-

deren niet mocht worden belem-merd. Dat snap ik dan niet. Een haven kan eigen regels stellen en doet dat ook, bijvoorbeeld als het gaat om vuurwerk. Bovendien is er een recente uitspraak van de Wereldhandelsorganisatie WTO die de import van zeehondenvacht ver-biedt. Het vrije verkeer is dus niet onbeperkt en het gaat er dan om welke beperkingen je wilt opleggen. Then we’re talking, dan ben je met elkaar in gesprek. Dat bedoel ik daarmee.”

Profit wintZe benadrukt niet tegen winst te zijn. “Maar het gaat om de balans. Ondernemers hebben de mond vol van planet, people en profit, maar in de praktijk wint de profit het toch vaak van de planet en de people. Als ik me opwind over olieproductie op de Noordpool, dan zie ik beelden van de Niger Delta, waar het milieu en de mensen die daar wonen onvoor-stelbare schade is toegebracht. Het gaat erom dat we opvattingen ont-wikkelen over produceren met oog voor de planeet en de mens en de toekomst van beide. Als je de macht hebt om deze aarde te behouden, waarom doe je het dan niet?” p

duurzAAmheidsrApporthet duurzaamheidsrapport geeft een beeld over de rol van de chemie in duurzame ontwikkeling en over haar impact op milieu en samenleving. het belicht de resultaten, de inspanningen en de ambi-ties van de chemische industrie in nederland en zet daarnaast de knelpunten en uitdagingen, waar de industrie mee te maken krijgt, uiteen. dit eerste rapport is het begin van een proces om te komen tot een regelmatige monitoring van en rapportage over de bijdrage van de chemie aan verduurzaming van de industrie en de samenleving.

Meer informatie: www.vnci.nl/duurzaamheidsrapport

discussieer mee!sylvia Borren is kritisch over het eerste duurzaamheidsrapport van de chemi-sche industrie. Zij vindt de ambities, doelstellingen en de tot nu bereikte resultaten voor verduurzaming niet te ver gaan. Ben u het met Borren eens? of juist niet? discussieer mee op linkedin.

http://linkd.in/1nnwsWv

duurzaamheid

CM1409_26-29_K_Sylvia Borren.indd 29 11-09-14 16:08

Page 30: Chemie Magazine september 2014

30 Chemie Magazine september 2014

HET IS (NU ECHT) TIJD VOOR SMA Deze zomer zette het FD het copolymeer styreenmaleïne-zuuranhydride (SMA) nog in de top-3 van De Nieuwe Kampioenen in nieuwe materialen. Eigenlijk bestaat SMA al 25 jaar, maar nu pas is deze hoogwaardige kunststof aan zijn veelzijdige opmars bezig. Polyscope Polymers werd in één klap wereldleider. Tekst: Astrid van de Graaf

POLYSCOPE VEROVERT WERELDMARKT MET STYREENMALEÏNEZUURANHYDRIDE

A l zes jaar stond de fabriek van DSM weg te kwijnen op het Chemelot-terrein in Geleen, totdat start-up

Polyscope de hele boel opkocht en de productie van het copolymeer styreenmaleïnezuuranhydride (SMA) nieuw leven in blies. Volgens de initiatiefnemers met een lange ervaring in de kunststof- en auto-mobielindustrie was er op de Euro-pese markt plek voor een tweede speler. Gesteund door Industriebank LIOF, investeringsfonds DSM Lim-burg Ventures en privaat geld werd de oprichting van Polyscope Poly-mers BV in 2006 een feit. Dat DSM haar SMA-fabriek rond de eeuwwisseling stillegde, had alles te maken met de verkoop van haar ABS-activiteiten aan BASF. Het copolymeer is een additief om de kunststof ABS (acrylonitril-butadi-een-styreen) hittebestendiger te

maken. “Niet dat er geen markt was voor SMA. Het polymeer kan heel divers worden ingezet in allerlei eindapplicaties”, vertelt algemeen directeur Patrick Muezers van Poly-scope. “Maar bij DSM ontbrak van-wege de geringe schaalgrootte de interesse om een positie in de vele nichemarkten te veroveren. Het bedrijf concentreerde zich op haar Vision 2010, rondom life sciences en materials sciences.”

BelemmeringDe grootste belemmering was vol-gens Muezers dat de gevestigde chemische ondernemingen dachten vanuit hun assets: de fabrieken die continu moeten blijven draaien wil de productie rendabel zijn. “Dat geldt misschien voor bulkpolymeren als polypropeen of polyetheen, waarmee je andere bedrijven door schaalvergroting op prijs van de markt kan drukken. Maar bij het polymeer SMA, dat kleinschaliger wordt ingezet, gaat die vlieger niet op.” Dat het een jong, dynamisch bedrijf als Polyscope nu wel lukt, komt doordat de organisatie – met inmiddels vijftig werknemers – is ingericht om snel in te spelen op wensen van klanten. “We produce-ren geen kilo meer dan gevraagd”, zegt Muezers. In de opstartfase kreeg Polyscope nog een duwtje in de rug toen Nova Chemicals in 2009 kleinschalige operaties afstootte en stopte met zijn productie van SMA. Het copoly-meer werd verwerkt in dashboards

BIOBASED OPWAARDEREN MET SMAEen interessante beweging vindt Muezers de zoektocht naar biobased alternatieven. Deze materialen bieden in principe dezelfde functionaliteit, maar halen vaak niet de technische kwaliteit van de eindapplicatie. SMA als additief kan deze biobased materialen opwaarderen en eigenschappen verbeteren. “Ook als vervanger voor giftige formaldehyde in de glaswol- isolatiesystemen kan SMA een mooie technisch hoogwaardige oplossing bieden als de wet- en regelgeving aanscherpt”, aldus Muezers.

CM1409_30-31_P_Polyscope.indd 30 11-09-14 16:07

Page 31: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 31

Innovatie

en interieuronderdelen van vele automerken. Polyscope was inmid-dels goed op stoom. Muezers: “We hadden onze eigen producten voor de automotive ontwikkeld en op eigen kracht de Europese markt veroverd, daar kwam de Ameri-kaanse bij.” Hiermee was het bedrijf in één klap wereldleider in SMA. En momenteel is de automobielindu-strie nog steeds goed voor 60 pro-cent van de omzet van circa 40 mil-joen per jaar.

Legio mogelijkhedenSMA staat bekend om zijn hoge hit-tebestendigheid, vormvastheid en transparantie. Maar wat het zo spe-ciaal maakt is de component maleï-nezuuranhydride (MA). Hierdoor is het polymeer makkelijk chemisch te modifi ceren en kunnen er allerlei functionaliteiten aan gegeven wor-den, zoals de hoge hittebestendig-heid en oplosbaarheid in water. Door ook nog het MA-gehalte en het moleculair gewicht van de poly-meerketens te variëren, zijn de mogelijke varianten van het copoly-meer legio, net als de toepassingen. Zo zorgt SMA bijvoorbeeld in de papierbehandeling voor een toplaag die beter bedrukt kan worden. Of het zorgt als binder dat onmengbare polymeren hechten. Ook hecht het polymeer goed aan glas of natuur-vezels, zoals zetmeel en cellulose. “Je kunt het een actief copolymeer noemen, dat twee basiseigenschap-pen heeft: dispergeren en binden”,

Dashboard van SMA. De automobielindustrie is goed voor 60 procent van de omzet.

FO

TO: P

OLY

SC

OP

E

legt Muezers uit. “De reden dat deze polymeren bijvoorbeeld in dash-boards worden ingezet, is dat er een reactie plaatsvindt tussen het poly-meer en het polyurethaanschuim. Hierdoor krijg je een 100 procent chemische hechting.” Boven de 25 procent MA is het polymeer water-oplosbaar. Dat is belangrijk voor de vele toepassingen die gebaseerd zijn op water- of oplosmiddelgedragen systemen. Zo wordt SMA ingezet als dispergeermiddel voor pigment-deeltjes in inkten en coatings. Een nieuwe loot aan de SMA-stam zijn de terpolymeren, een copoly-meer met als derde component N-fenylmaleimide, dat de hittebe-stendigheid van technische kunst-stoffen verder verhoogt. “Met deze polymeren slaan we een brug tus-sen de engineering plastics zoals ABS/SMA en high performance poly-mers, zoals polyimide en polyether-sulfon”, zegt Mue zers met gepaste trots. Polyscope ontving hiervoor vorig jaar nog de prestigieuze ‘Euro-pean Plastic Modifi ers New Product Innovation Leadership Award’ van het internationaal consultantsbedrijf Frost & Sullivan (Muezers zelf loopt inmiddels warm als fi nalist voor de ‘EY Entrepreneur Of The Year 2014’ in de categorie ‘emerging’).

Nieuwe KampioenMisschien wel mede daardoor zette Het Financieele Dagblad deze zomer SMA in de top-3 van De Nieuwe-Kampioenen met nieuwe, veelbelo-

vende innovatieve materialen. Ook al is het copolymeer al 25 jaar gele-den uitgevonden. “Innovatie is vooral verbeterd toepassen”, vindt Muezers. En dat is iets waar Poly-scope veel tijd en energie in steekt. Per jaar krijgt het bedrijf 250 aan-vragen voor samples. Dat kan zijn als vervanger voor een ander mate-riaal in bestaande producten of een geheel nieuwe ontwikkeling. “We zijn heel open in wat we doen. We geloven dat door te vertellen wat we kunnen en hoe we dat doen, we samen met onze businesspartners tot mooie innovaties kunnen komen. We vragen ook nauwelijks patenten aan. Dan ben je alleen maar bezig informatie te beschermen en het blokkeert anderen om nieuwe ideeën te introduceren. We willen juist dat iedereen op de hoogte is van wat SMA kan betekenen.” Het komt er nu op aan de juiste keu-zes te blijven maken in het oerwoud van mogelijkheden. Volgens Mue-zers is dat een kwestie van een goed marktgevoel ontwikkelen op basis van een allesomvattend informatie-systeem. “Dan zie je bijvoorbeeld in een gebied waarvan je dacht dat het een eendagsvlieg was, een vraag zich herhalen omdat andere bedrij-ven dezelfde functionaliteit zoeken. Zo krijg je gevoel voor wat er beweegt en wat die marktspelers beweegt." p

Patrick Muezers:

‘ Innovatie is vooral verbeterd toepassen.’

CM1409_30-31_P_Polyscope.indd 31 11-09-14 16:07

Page 32: Chemie Magazine september 2014

32 Chemie Magazine september 2014

Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu opende op 3 september langs de A15 in het Zuid-Hollandse Rhoon een pomp-station voor personenauto’s die op waterstof rijden. Het is de eerste van twintig openbare tankpunten die de komende jaren in Neder-land langs de weg verrijzen. Air Liquide exploiteert het station.

Met een capaciteit van vijftig tank-beurten per dag levert het pomp-station waterstof aan voertuigen die uitgerust zijn met brandstofcel-len. Een volle tank met 5 kilo waterstof is voldoende om een personenauto zo’n 600 kilometer te laten rijden. Zonder verontreiniging en fluisterstil. In een brandstofcel wordt waterstof met zuurstof uit de lucht omgezet in elektriciteit, waarbij waterdamp het enige rest-product is. “Waterstof is daarmee een van de oplossingen voor scho-nere steden, omdat de luchtkwali-teit verbetert en elektrische auto’s nauwelijks geluid maken”, aldus staatssecretaris Mansveld van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) tijdens de opening. Het ministerie wordt zelf klant van het pompstation, dat financieel is gesteund door de EU. Rijkswater-staat heeft sinds kort de eerste twee Nederlandse waterstofauto’s in het wagenpark. Onder andere Toyota, Hyundai en BMW hebben een waterstofauto op de markt gebracht.

Het tankstation is van Air Liquide, gespecialiseerd in het produceren

en leveren van industriële en medi-sche gassen en de daaraan gekop-pelde services. Het Franse bedrijf bouwt aan een Europees netwerk van waterstofstations en onder-steunt de visie van het ministerie van IenM over waterstofmobiliteit in de context van de toekomstige inzet van een duurzame brandstof-fenmix in Nederland. “Waterstof is één van de innovatieve oplossingen die op de korte termijn een ant-woord bieden op de uitdagingen van duurzame mobiliteit: het redu-ceren van broeikasgassen, lokale luchtverontreiniging en de afhan-kelijkheid van op olie gebaseerde brandstoffen”, zegt Ronnie Chal-mers, managing director Air Liquide Benelux Industries. Water-stof kan worden geproduceerd op basis van diverse energiebronnen, in het bijzonder aardgas, maar ook op basis van hernieuwbare ener-giebronnen. Air Liquide zet met dit station een belangrijke stap naar het behalen van haar ´Blue Hydrogen -doelstelling, namelijk het in 2020 produceren van ten minste 50 procent van de waterstof voor energie-doeleinden door koolstofvrije processen.

Mansveld gaf aan dat er 4 miljoen euro beschikbaar is voor provincies die proeven willen doen met water-stofbussen voor personenvervoer. Tot nu toe rijden in Nederland alleen enkele vrachtauto’s, een bestelauto en een aantal bussen op waterstof, die voor een tankbeurt terecht konden in Amsterdam, Arnhem en Helmond. p

EErstE tankstation voor watErstofauto’s

600 kilometer op 1 tankbeurt

CM1409_32-33_Wetenswaardig.indd 32 11-09-14 16:26

Page 33: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 33

Wetenswaardig

Staatssecretaris Wilma Mansveld van IenM en Eric Putman, senior projectmanager New Technologies van Air Liquide, tanken bij het eerste openbare waterstoftankstation van Nederland.

fo

to: r

ob

Er

t vo

s /

Ho

ll

an

ds

E H

oo

gtE

CM1409_32-33_Wetenswaardig.indd 33 11-09-14 16:26

Page 34: Chemie Magazine september 2014

34 Chemie Magazine september 2014

FujiFilm boort succesvol nieuwe markten aan

Fujifilm produceert in Tilburg al sinds 1982 offsetplaten en fotopapier. Maar die markten krimpen. Van het fotorolletje werd al in 2006 afscheid genomen. Dankzij een sterke R&D-afdeling en steun uit Japan ontwikkelde het bedrijf een aantal innovaties waarmee het succesvol nieuwe markten betreedt.Tekst: Igor Znidarsic

Er is lEvEn na hEt fotoroll

Blue energyin 2012 zetten technologisch instituut wetsus, reDstack en Fujifilm de proef-installatie blue energy neer op de afsluitdijk. tot 2016 onderzoeken zij er of reD-technologie (reverse electro Dialyse), waarbij door het mengen van zoet en zout water elektriciteit wordt opgewekt, winstgevend te exploiteren is. “vooralsnog moet de energie-densiteit per vierkante meter omhoog en moet de prijs omlaag”, aldus struik. “maar de targets zijn haalbaar.” De vol-gende stap is een democentrale, die 500 kilowatt (goed voor 1250 gezinnen) per jaar gaat leveren. Het einddoel is een centrale met een capaciteit van 200 megawatt, genoeg voor 500.000 gezinnen. struik: “je kunt dit bij elke rivier-monding neerzetten. als het lukt, hebben wij de wereld een beetje duurza-mer gemaakt. Dat zou de kroon op ons werk zijn.”

in zijn kantoor op de Tilburgse locatie laat Peter Struik, presi-dent van Fujifilm Manufacturing Europe, het laatste filmrolletje zien dat in Tilburg in 2006 van de

band rolde. Er is een verguld beeldje van gemaakt. Fujifilm heeft vele generaties voorzien van fotorolle-tjes. 2000 was volgens Struik een topjaar. Daarna maakte de digitale camera er een einde aan. Bleef over de productie van offsetplaten en fotopapier. Na een reorganisatie, waarbij het personeelsbestand werd teruggebracht van 1400 naar 900, betrad het bedrijf nieuwe markten, onder andere die van de digitale televisie. “Wij konden cel-lulose triacetaat, de doorzichtige basis van het fotofilmpje, beter en efficiënter maken dan onze concur-renten”, vertelt Struik. “Daardoor konden we diezelfde film, met een nieuwe coating, toepassen in tv- en computerschermen, om de kijkhoek te vergroten. Als u thuis een platte tv heeft staan, is de kans groot dat onze film erin zit.” Mede dankzij deze inkomstenbron kon Fujifilm Tilburg nieuwe produc-ten ontwikkelen, zoals membranen voor aardgas en water. Struik legt uit: “We zijn met onze sterke R&D-

Fo

to: F

uji

Fil

m

In de gasproductie laten de membranen methaan of ethaan door en houden grotere moleculen zoals CO2 en H2S (de vervuiling) tegen.

sectie eerst gaan kijken naar pro-ducten die dicht bij ons lagen, zoals inkjetpapier. Dat werd commercieel geen succes. Daarna zijn we via de poreuze laag van dat papier bij membranen uitgekomen. Wij krijgen vaak de vraag waarom we nog steeds Fujifilm heten. Dat komt doordat wij goed zijn in het roll-to-roll coaten van dunne films, dus niet in batches op losse vellen maar in een doorlopend proces. Dat deden we bij het fotorolletje en dat doen we bij fotopapier en offsetplaten. Bij membranen coaten we ook een dunne film, alleen hebben we hier-voor een technologie ontwikkeld om dat op een poreuze, doorlatende drager te doen.”

GasveldenIn de gasproductie laten de mem-branen methaan of ethaan door en houden grotere moleculen zoals CO2 en H2S (de vervuiling) tegen. Een watermembraan werkt met elektriciteit en filtert negatief en positief geladen ionen. “Je kan er water mee zuiveren of ontharden of zeewater ontzouten”, aldus Struik. Een andere toepassing is het opwekken van elektriciteit door zoet en zout water bij elkaar te brengen

‘ Nederlanders zijn goed in bedenken van nieuwe dingen, Japanners heel goed in verfijnen’

CM1409_34-35_O_Fujifilm.indd 34 11-09-14 16:17

Page 35: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 35

t fotorollEtjE Innovatie

(zie kader Blue Energy). De markt voor membranen is volgens Struik groot. “De schone gasvelden begin-nen op te raken, de nieuwe hebben over het algemeen meer vervuiling. En water wordt een steeds groter probleem op deze wereld.”Struik benadrukt dat Fujifilm Til-burg nog steeds de meeste omzet haalt uit fotopapier, voor het printen van foto’s en billboards, en offset-platen voor drukkers. “Maar die markten zijn aan het einde van hun groei, vanwege de omschakeling van print naar digitaal.” Dus moet het bedrijf innoveren. “Vroeger waren veranderingen hier niet wel-kom, want elke verandering kon een probleem veroorzaken. Nu heerst er een sfeer van: we moeten veran-deren om nieuwe business te ver-zinnen. We zijn een mooi transitie-traject aan het doorlopen van een traditioneel naar een innovatief pro-ductiebedrijf.”De goede samenwerking met Japan helpt daarbij. Struik: “Nederlanders zijn goed in het bedenken van nieuwe dingen. Japanners zijn heel goed in het verfijnen. Wij kunnen het goed maken tot 90 procent van het eindproduct, Japanners zijn heel goed in het van 90 naar 100 procent brengen. Dat wekt bij ons soms wat wrevel, want ze blijven maar door-vragen en doorzoeken. Maar dankzij deze samenwerking kunnen we wel een beter product op de markt zetten.”

GelatineEen andere innovatie is een nieuwe toepassing van gelatine, standaard grondstof voor fotopapier. Door-gaans wordt die gemaakt uit huid en botten van dieren. Fujifilm heeft een procedé ontwikkeld om via een bac-

FujIFIlmFujifilm werd in 1934 opgericht als fabrikant van film-materiaal. inmiddels produceert het japanse bedrijf door eigen innovaties en door overnames ook onder andere cameralenzen, opslagmedia zoals dvd’s en cd’s, digitale fotocamera’s, camera’s voor eenmalig gebruik, directklaarfoto’s (het oude Polaroid-idee, “krijg je niet aangesleept”, aldus struik, “de jeugd vindt het gewel-dig, vooral in korea”), printers, medische apparatuur, pharma (onder meer een anti-alzheimermedicijn) en elektronische componenten. wereldwijd werken er zo’n 75.000 mensen. in 1982 werd in tilburg de eerste pro-ductiefaciliteit buiten japan geopend. aanvankelijk werd er fotopapier geproduceerd, later kwamen daar fotorolletjes (tot 2006) en offsetplaten bij.

terie niet-dierlijke gelatine te maken. Struik: “Een collega-fabriek in Engeland kan het inmiddels onder GMP-condities maken, waardoor het voor medische en pharmaceuti-sche toepassingen geschikt is. Een innovatie is een soort matrix met zogeheten recombinatie-gelatine die botgroei bevordert, bijvoorbeeld als iemand die een kaakimplantaat nodig heeft te weinig kaakbot heeft. In de toekomst zou je zo’n drager met lichaamseigen cellen kunnen injecteren voor herstel van weefsel.”Het productieproces wordt intussen steeds duurzamer. Op het terrein in Tilburg staan vijf windmolens en een waterzuiveringsinstallatie. Daarnaast wint Fujifilm zelf energie met een grote naverbrander. Struik ziet in de hoge energieprijzen en het gebrek aan innovatiegelden een bedreiging voor de chemie in Neder-land en Europa. Toch vreest hij niet dat Fujifilm uit Nederland zal ver-trekken. “We staan bij ons Japanse hoofdkantoor goed op de kaart van-wege al onze innovaties. Bovendien heeft Europa een aantal voordelen, zoals een goede arbeidsstabiliteit, een hoog kennisniveau, en het is nog steeds een van de grootste markten van de wereld. Maar we moeten wel uitkijken dat we niet achterop raken bij andere grote spelers zoals Azië en de VS.” p

CM1409_34-35_O_Fujifilm.indd 35 11-09-14 16:17

Page 36: Chemie Magazine september 2014

36 Chemie Magazine september 2014

Styron realiSeert StrakS energiereductie van 15 procentStyron in Terneuzen reduceert op verschillende manieren het energieverbruik in de styreen-monomeerfabriek. In 2011 is er een nieuwe warmtewisselaar in gebruik genomen en twee andere worden momenteel gemaakt. “Zo kunnen wij volgend jaar, in combinatie met andere projecten, het energieverbruik met 15 procent reduceren”, aldus styrene technology center leader Adrie Overdulve.Tekst: Adriaan van Hooijdonk

‘Energie is de belangrijkste kostenpost bij de produc-tie van styreen-mono-meer”, zegt styrene tech-nology center leader Adrie

Overdulve van Styron. “Het energie-verbruik willen wij daarom zo veel mogelijk reduceren. Dat is niet alleen goed voor het milieu omdat de CO2-uitstoot afneemt, maar zorgt er tevens voor dat wij onze producten mondiaal concurrerend kunnen blijven aanbieden.” Het wereldwijde materialenbedrijf voor plastics, latex en rubber beweegt zich immers in een zeer competi-tieve omgeving. “Wij betalen voor de energie van onze styreen-mono-meerfabriek in Terneuzen bijna drie keer zo veel in vergelijking met het Midden-Oosten en de Verenigde Staten”, licht Overdulve toe. “De opkomst van goedkoop schaliegas zorgt er in de Verenigde Staten immers voor dat er steeds meer gasgestookte energiecentrales in gebruik worden genomen. Ook zul-len er steeds meer chemiefabrieken on stream komen die schaliegas als grondstof gebruiken. Dat brengt de Europese chemie in problemen.” De Europese markt van ruim 400 miljoen mensen is groot en de investeringen in chemische instal-laties hoog. Dit maakt dat chemie-producenten hier voorlopig nog wel zullen blijven. Overdulve: “Maar dat kan de komende jaren wel gaan

Miljoeneninvestering in warMtewisselaars

veranderen. Op lange termijn heb-ben spelers die grondstoffen en energie uit het Midden-Oosten en de VS betrekken immers een belang-rijk competitief voordeel in vergelij-king tot Europese bedrijven.”

WKK-centraleDe WKK-installatie van Elsta op de site in Terneuzen levert de beno-digde energie voor het productie-proces van de styreen-monomeer-fabriek, die in 1990 werd opgeleverd. Overdulve benadrukt dat de ener-giehuishouding van de fabriek, met een jaarlijkse productiecapaciteit van 400.000 ton, volledig is geïnte-greerd in het Dow-energiegrid. In de praktijk komt het erop neer dat de verschillende fabrieken op het ter-rein zo optimaal mogelijk reststro-men van elkaar gebruiken, zoals stoom om turbines mee aan te drij-ven. “De belangrijkste manier om op korte termijn het energieverbruik te reduceren, is om het proces van de styreen-monomeerfabriek op een

andere manier in te richten. En dan heb ik het niet over doorbraaktech-nologieën, maar meer over continue verbetering binnen de bestaande technologie. De inzet van nieuwe warmtewisselaars in de reactor-sectie zorgt voor een drukverlaging, waardoor het energieverbruik af- neemt en de selectiviteit toeneemt. Het komt er dus op neer dat wij min-der energie nodig hebben en onze grondstoffen veel efficiënter in eind-producten kunnen omzetten.”Styron koos ervoor om het warmte-wisselaarproject in twee delen uit te voeren. De eerste warmtewisselaar, een apparaat van 15 meter lang met een doorsnede van 5,5 meter en 15.000 pijpen, werd in 2011 geïnstal-leerd. Schelde Exotech, aan de over-kant van de Westerschelde, maakt momenteel de twee andere warm-tewisselaars. Overdulve: “Het zijn unieke apparaten die in eigen huis zijn ontwikkeld en zich vooral onder- scheiden door de speciale staal-soort. Er zijn maar weinig staalfa-

Styron-producten in dagelijkS levenstyron produceert in terneuzen onder meer de grondstof styreen en de kunststoffen polysty-reen en latex. Daarnaast is het onderzoekscentrum voor de plasticsdivisie er gevestigd. De producten van styron worden toegepast in verpakkingen, elektronica, huishoudelijke appara-ten, tapijten, papier en auto’s. Zo zorgen de kunststoffen voor lichtere auto’s en het rubber in banden voor een betere rolweerstand, waardoor het brandstofverbruik afneemt. ook het gebruik van styron-product in ledlampen zorgt voor een aanzienlijke energiereductie.

CM1409_36-37_Styron.indd 36 11-09-14 16:19

Page 37: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 37

energie & klimaat

Fo

to: H

uib

De

jon

ge

brikanten die het volgens de juiste specificaties kunnen maken. Vol-gend jaar nemen wij de twee warm-tewisselaars in gebruik.”

16 miljoen Met de investering van ruim 16 mil-joen dollar voor de warmtewisse-laars onderstreept Styron volgens hem het vertrouwen in de toekomst. De relatief korte terugverdientijd speelde een belangrijke rol bij de investeringsbeslissing. Styron werkt ook aan andere projecten voor ener-giereductie. “Bijvoorbeeld om door middel van azeotropische verdam-ping nog meer kracht uit dezelfde hoeveelheid stoom te halen. Het voordeel voor Styron is dat Dow de stoom goedkoper kan aanbieden. En uiteindelijk is er voor de gehele site minder brandstof nodig om stoom op te wekken.”Overdulve ziet graag dat de over-heid meer subsidiemogelijkheden be- schikbaar stelt voor dit soort projecten. “Nu kunnen wij alleen be- perkt gebruikmaken van de Energie Investeringsaftrek. De overheid subsidieert wind- en zonne-ener-gieprojecten met miljoenen euro’s exploitatiesubsidie, maar energiere-ducerende projecten in de industrie dragen net zo goed bij aan de Haag- se milieudoelstellingen. Ook zorgen ze ervoor dat de aardgasvoorraad minder snel wordt uitgeput. Daar zou best meer oog voor mogen zijn.” p

De oude warmtewisselaar wordt op de transportauto

geplaatst.

Styron heet vanaf februari 2015 trinSeo Dow besloot in 2009 een aantal bedrijfsonderdelen samen te voegen in een aparte divisie om deze vervolgens te verkopen aan het amerikaanse private equity-bedrijf bain Capital. Daarbij ging het om de styreen-monomeerfabrie-ken, styreen-plastics, latex, evenals verschillende rubber- en polycarbonaat-plants. Dow wilde zich meer toeleggen op specialistische chemicaliën en geavanceerde materialen, omdat hier hogere marges zijn te behalen. styron heeft besloten om vanaf februari 2015 de huidige naam te veranderen in trin-seo omdat het de positie als materialenbedrijf beter reflecteert. De naam trinseo reikt verder dan producten, zoals styreen en polystyreen. Daarnaast geeft het een breder beeld van de markten, producten en technologieën. sty-ron heeft momenteel 2100 medewerkers in 25 landen, die in 67 fabrieken op 19 sites actief zijn. Het bedrijf staat sinds juni dit jaar genoteerd aan de new York stock exchange en behaalde in 2013 een omzet van 5,3 miljard dollar.

CM1409_36-37_Styron.indd 37 11-09-14 16:19

Page 38: Chemie Magazine september 2014

Technip-EPG B.V.Postbus 85683009 AN RotterdamTel: 010 220 70 70Email: [email protected]: www.technip-epg.nl

Technip Benelux B.V.Technip Benelux B.V. voert wereldwijd complexe EPC projecten uit op het gebied van o.a. ethyleen- en waterstof/synthesegasprojecten, raffinaderijprojecten, gasbehandeling, alsmede, CO2-verwijdering en bio-energie. Onze activiteitengaan van de haalbaarheidsstudiefase tot de ingebruikname, dus inclusief plant ontwerp, engineering, inkoop, bouw enmanagement op basis van eigen technologie en onder licentie van derden.

Technip-EPG B.V.Technip-EPG levert, als multidisciplinair ingenieursbureau, al ruim 30 jaar haar diensten en services aan de Nederlandse markt.Om onze dienstverlening verder te optimaliseren en uit te breiden, werken we binnen de Technip Groep intensief samen.Hierdoor wordt onze ervaring op het gebied van olie & gas, (petro)chemie, offshore, bouw & infra, HVAC en energy & watergecombineerd met de uitstekende project- en constructiemanagement expertise van Technip.

www.technip.com

Technip is een wereldwijd leider in design, engineering, levering enbouw van installaties in de olie & gas en (petro)chemie.Met vertegenwoordigingen in 48 landen en 40.000 medewerkers kanTechnip projecten van elke omvang en op elke locatie uitvoeren. In Nederland werken 500 mensen bij Technip.

Technip Benelux B.V.Postbus 862700 AB ZoetermeerTel: 079 3293 600Email: [email protected]: www.technip.nl

Technip: a leader in plantdesign and construction

Pub TP Benelux & TP-EPG BV_A4_March 2014 15/04/2014 16:11 Page 1

Page 39: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 39

 A fgelopen juni werd Frans Scheeren van OCI Nitrogen in Geleen tij-dens het Deltavisie-congres in Rotterdam

gekozen tot Plant Manager of the Year 2014. De prijs heeft volgens hem veel positieve energie losge-maakt. “Tijdens de internetverkie-zing kreeg ik al verschillende leuke reacties. Ook van gepensioneerden die ik lang niet had gesproken, zoals ‘je hebt het verdiend’. En 5 juni, op de dag van de verkiezing, stond er op de site in Geleen een busje met medewerkers klaar om naar het Deltavisie-congres te gaan. Ieder-een droeg t-shirts met mijn foto en de opdruk ‘Frans Scheeren nummer 1’.” Hij benadrukt graag dat de prijs niet alleen zijn verdienste is, maar ook van het team en de servicepro-viders.

Waarom koos de jury voor u? Waarin onderscheidt u zich van de andere genomineerden?“Ik hoor vaak dat zowel in- als externe medewerkers gecharmeerd zijn van de manier waarop ik com-municeer. Daarbij leg ik altijd de nadruk op de rol van het individu in het team. Veel mensen realiseren zich niet dat zij bijdragen aan het bedrijfsresultaat. Daarom wijs ik regelmatig op de eigen verantwoor-delijkheid. Fouten maken mag, daar

Plant Manager of the Year Frans Scheeren (OCI Nitrogen) gaat zich als boegbeeld van de procesindustrie komend jaar vooral inzetten om mensen op hun eigen verantwoordelijkheid te wijzen. “Chemiebedrijven hebben op papier de prachtig-ste procedures om HSEQ-zaken te borgen, maar als je vraagt wie zich nu écht verantwoordelijk voelt, blijft het vaak stil.”Tekst: Adriaan van Hooijdonk

Plant Manager of the Year Frans Scheeren benadrukt rol individu

‘ IK GEEF MENSEN ZO VEEL MOGELIJK VERANTWOORDELIJKHEID’

Plant Manager of the Year

e

CV FRANS SCHEEREN Opleiding Hts chemische technologie1975-1978: Chemisch technoloog

polyetheenfabrieken - DSM1978-1981: Technoloog/Chef van dienst bouw

polyetheenfabriek 3 - DSM1981-1989: Senior technoloog/Chef staf high

density polyethylene - DSM1989-1996: Productiechef polyetheen fabriek

- DSM1996-2001: Manager operations DEX

Plastomers - DSM/ExxonMobil2001 -2004: Plantmanager DEX Plastomers

- DSM/ExxonMobil2004-heden: Plantmanager ammoniak-

fabrieken - OCI Nitrogen

FO

TO: E

RM

IND

O A

RM

INO

CM1409_39-40_S_Plantmanager.indd 39 11-09-14 16:21

Page 40: Chemie Magazine september 2014

40 Chemie Magazine september 2014

leren we van, maar niet structureel. Zo creëer je een solide veiligheids-cultuur.”

U bent een jaar lang boegbeeld van de procesindustrie. Hoe gaat u deze rol invullen?“Chemiebedrijven hebben op papier de prachtigste procedures om HSEQ-zaken te borgen. Maar als je vraagt wie zich nu écht verant- woordelijk voelt, blijft het vaak stil... Daarom wil ik dat mensen hun ver-antwoordelijkheid nemen. Maar dan moeten ze natuurlijk wel weten waar ze nu precies verantwoordelijk voor zijn. Als je ze dat niet vertelt, ontstaan er al snel misverstanden en gaan mensen naar elkaar wijzen.”

Wat wilde u vroeger eigenlijk wor-den?“Architect of aannemer. Mijn vader had een bouwbedrijf in de oostelijke mijnstreek, maar zag al snel dat de chemische industrie hier enorm zou gaan groeien. Op zijn advies ben ik een hts-opleiding chemische tech-nologie gaan volgen. Vervolgens ben ik als technoloog bij DSM in dienst getreden.”

Het vak van plantmanager is prach-tig in al zijn facetten, stelt u op de site van OCI Nitrogen. Wat is er zo prachtig aan?“Ik vind het leuk om in multidiscipli-naire teams aan de invoering van een heldere langetermijnvisie te werken. Daar krijg ik bij OCI Nitro-gen alle ruimte voor. Het bedrijf heeft een duidelijke strategie en de bereidheid om te investeren.”

Cultuur en sfeer zijn volgens u bepa-lende factoren voor het succesvol continu verbeteren van onder meer de HSEQ-prestaties. De manage-mentstijl speelt daarbij een cruciale rol. Hoe zou u uw managementstijl omschrijven?“Ik ben voor iedereen toegankelijk. Ook probeer ik zo veel mogelijk con-sequent te zijn in wat ik zeg en wat ik doe. Daarnaast kan ik goed luiste-ren, zodat ik weet wat er speelt. Verder geef ik mensen zo veel mogelijk verantwoordelijkheid, ver-trouwen en respect. Ook waarde-ring uiten is essentieel, zodat ieder-een elke dag weer met plezier naar het werk gaat.”

Kan iedereen deze managementstijl leren? Of moet het deels al in je zit-ten?“Persoonlijke eigenschappen kun je moeilijk veranderen. Daarom is ook niet iedereen geschikt om leiding te geven. Sommige mensen moet je dat niet aandoen. Worden ze alleen maar ongelukkig van.”

Wat wilt u nog bereiken in uw hui-dige baan?“Ik vind mijn werk veel te leuk om te stoppen. Maar ik ben 63 jaar en mijn pensioen komt in zicht. Mijn veertig dienstjaren maak ik in ieder geval vol. Daarna wil ik ruimte maken voor de jongere generatie. Ik sluit niet uit dat ik na mijn pensionering nog een of twee dagen per week actief blijf, bijvoorbeeld in de regio-nale veiligheidsnetwerken van de VNCI. Graag wil ik mijn kennis en ervaring overdragen aan de jongere garde.”

Hoe ziet u de toekomst van de che-mische industrie in Nederland en Europa? Waar liggen de kansen en bedreigingen?“Aardgas is onze belangrijkste grondstof. Daarvoor betalen wij momenteel drie keer zo veel als in de Verenigde Staten en het Midden-Oosten. Ik heb dus niet de illusie dat OCI Nitrogen hier nieuwe ammoni-akfabrieken gaat bouwen. Daarom is het belangrijk dat wij zo effi ciënt mogelijk opereren om de internatio-nale concurrentie het hoofd te bie-den. Europa én Nederland moeten de industrie verder niet te veel ver-plichtingen opleggen om het kli-maatprobleem aan te pakken. Dat is een mondiale uitdaging en die kun-nen wij niet alleen oplossen. Over de toekomst van OCI Nitrogen maak ik mij geen zorgen. De wereldbevol-king neemt de komende jaren fors toe en kunstmest is essentieel om de negen miljard mensen die straks de aarde bevolken van genoeg voed-sel te voorzien.” p

‘ Waardering uiten is essentieel, zodat iedereen elke dag weer met plezier naar het werk gaat’

JURY-OORDEEL: ‘BELANGRIJKE VERBETERINGEN BEHAALD’ De jury van de Plant Manager of the Year-verkie-zing oordeelde als volgt: “Als we het over ketenin-tegratie hebben dan is de omgeving van OCI Nitro-gen er duidelijk een voorbeeld van. Specifi ek de ammoniakproductie heeft hier een duidelijk kern-rol te midden van de kunstmest- en melaminepro-ductie-installaties. Overduidelijk is hoe belangrijk integriteit en veiligheid is in deze omgeving. Plant-manager Frans Scheeren is verantwoordelijk voor deze resultaten en heeft laten zien dat hier belang-rijke verbeteringen zijn behaald in de operationele kernparameters zoals veiligheid, productievolu-mes, vaste kosten en milieuaspecten. Hij heeft dit tot stand gebracht door cultuur- en sfeerbepalende factoren te adresseren, door zijn mensen verantwoordelijkheid, vertrouwen en res-pect te geven. Zijn vakbekwaamheid stelt hem in de gelegenheid duidelijk te communiceren, beslis-singen te nemen en strategie te onderbouwen en dit verder te verankeren naar de toekomst. Zijn externe activiteiten betreffen hoofdzakelijk een coördinerende rol in het locatiebrede overleg tus-sen de producenten, afnemers en utility-suppliers.”

CM1409_39-40_S_Plantmanager.indd 40 11-09-14 16:21

Page 41: Chemie Magazine september 2014

www.abb.com/800xA

It’s a great feeling — the feeling that you get when you are in complete control of your cyber security, costs, and productivity.

Take control with System 800xA version 6.

System 800xAIt’s all about control

ABB 800xA v6 A4 adv.indd 1 09/05/2014 07:51:24

Page 42: Chemie Magazine september 2014

42 Chemie Magazine september 2014

CM1409_42-43_uitgelicht.indd 42 11-09-14 16:21

Page 43: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 43

Uitgelicht

Luchtinlaat met geïnte-greerde intercooler uit Stanyl Diablo PA46.

FO

TO: D

SM

EN

GIN

EE

RIN

G P

LA

STI

CS

DSM heeft een luchtinlaat met geïntegreerde luchtkoeler op de markt gebracht die geheel is gemaakt van Stanyl Diablo PA 46, het hoge-temperatuurpolyamide van DSM. De luchtinlaat wordt toegepast in een onlangs geïntroduceerde hybride sportauto, waar het onderdeel blootstaat aan een temperatuur van 220 graden en een hoge inwen-dige druk.

Stanyl Diablo OCD2100, dat 40 procent glasvezels en een speciale tem-peratuurstabilisator bevat, is bestand tegen een continue gebruikstem-peratuur van 220 graden en tegen piektemperaturen tot 250 graden. De auto waarin de luchtinlaat is geplaatst levert de prestaties van een sportauto, maar heeft een koolstof-voetafdruk die kleiner is dan die van een compacte stadsauto. Dit komt grotendeels door de synchrone elek-trische motor in combinatie met de krachtige 1,5-liter- turbobenzinemo-tor.

De motor heeft een hoge turbodruk en daardoor een hoge inwendige luchttemperatuur. Om de luchtstroom af te koelen wordt gebruik gemaakt van een vloeistofgekoelde luchtkoeler die in de luchtinlaat is geïntegreerd. Dit is effi ciënter dan een luchtgekoelde luchtkoeler. Er zijn meer kunststof luchtkoelers, maar deze bevatten meestal toch nog metalen onderdelen volgens DSM. De autofabrikant wilde een vol-ledig kunststof oplossing, om het gewicht te minimaliseren en de ont-werpvrijheid te maximaliseren. Het geheel moest passen in een kleine ruimte. Stanyl Diablo PA 46 is tot 40 procent lichter dan aluminium. p

CM1409_42-43_uitgelicht.indd 43 11-09-14 16:21

Page 44: Chemie Magazine september 2014

44 Chemie Magazine september 2014

MANTRA BIGGER IS BETTER RAAKT ACHTERHAALD

KLEINSCHALIGE PRODUCTIE IN CONTAINERS VERGT FUNDAMENTELE TRANSITIE

Een omschakeling naar kleine, modulaire productie-installaties

kan de chemische industrie aanzienlijke voordelen

opleveren. Dat blijkt uit een casestudie van de TU Delft, op

initiatief van DSM. Het businessmodel economy

of chain wint het van economy of scale.

Tekst: Harm Ikink

 In Pernis, Terneuzen en Geleen is de common sense van de che-miesector tastbare realiteit. Volgens het mantra bigger is bet-ter ontwikkelden procestechno-

logen er enorme gespecialiseerde installaties waarin schaalvergroting tot kostenbesparing leidt. Maar door procesintensifi catie en nieuwe pro-ductieconcepten hoeven chemische installaties tegenwoordig niet groter te zijn dan een scheepscontainer. Dat biedt mogelijkheden voor keten-integratie, waarbij op één locatie – bijvoorbeeld in een aantal gekop-pelde containers – de complete productie van grondstof naar eind-product plaatsvindt. De productie per ton product is dan weliswaar duurder, maar er wordt bespaard op uitgaven voor het transport van (tus-sen)producten van de ene naar de

andere chemielocatie. Dat zijn kos-ten voor vervoer en opslag, maar ook voor bewerkingen die het pro-duct transporteerbaar maken. “Bovendien zijn er potentiële voor-delen op het gebied van kwaliteit en service”, zegt Dorus van der Linden van DSM. “Je vermijdt de bewer-kingsstappen die noodzakelijk zijn voor het transport, en het eindpro-duct is sneller bij de afnemer. Dat is beide beter voor de kwaliteit. En door een grotere fl exibiliteit kun je sneller inspelen op de wensen van de klant.”Als global competence manager modelling was Van der Linden ver-antwoordelijk voor de inbreng van DSM in het project Economy of Chain bij het Institute for Sustainable Pro-cess Technology. Daarin is onder leiding van de TU Delft voor het

CM1409_44-46_T_Intensificatie.indd 44 11-09-14 16:19

Page 45: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 45

Procesintensifi catie

e

Een door Bayer en de TU Dortmund

ontwikkelde ‘modular produc-tion container’ in het Invite-onder-zoekscentrum in

Leverkusen.

eerst een integrale en inzichtelijke analyse uitgevoerd van de waarde van dit nieuwe businessconcept. Van der Linden: “Ketenintegratie bete-kent natuurlijk een forse omschake-ling in bedrijfsvoering. We zijn daarin zeker geïnteresseerd, maar willen graag weten hoe en wanneer compacte, modulaire installaties kunnen concurreren met de traditi-onele bedrijfsconcepten. Aangezien er nog geen echt concrete voorbeel-den zijn, kun je alleen met behulp van modellering vaststellen waar precies de waarde ligt. Ik moet zeg-gen dat wij daar positief door verrast waren. Voor DSM is dit project echt een eyeopener.”

MarktdynamiekTelli van der Lei van de TU Delft leidt het project. Ze is universitair docent

‘ Voor DSM is dit project echt een eyeopener’

FO

TO: I

NV

ITE

strategic engineering asset manage-ment bij de sectie Energie en Indus- trie (faculteit Techniek, Bestuur en Management), die onder andere computermodellen voor beslis-singsondersteuning ontwikkelt. Zo was de sectie betrokken bij het ont-werpen van robuuste chemische clusters op de Tweede Maasvlakte. In het project Economy of Chain ligt het accent op zogenoemde ‘agent gebaseerde modellering’, een aan-pak die veel verder gaat dan op technologie gebaseerde kosten-batenanalyse. Van der Lei: “Chemie-bedrijven zijn onderdeel van een

dynamisch systeem waarin de prijs van de producten sterk afhangt van de interactie tussen marktpartijen. Ons model beschrijft hoe de intro-ductie van ketenintegratie de che-miewereld beïnvloedt in marktdyna-miek, concurrentie en samenwerking.” Volgens haar is die aanpak uniek: “Dit is de eerste keer dat een wereldwijde toeleveringske-ten van meerdere stappen is gemo-delleerd als geïntegreerde decen-trale markt.”Het model is gebaseerd op de busi-nesscase van de kunststofproductie voor de omhulling van elektriciteits-

De containerfabrieken die de voordelen van economy of chain kunnen realiseren

zijn volop in ontwikkeling, maar van proven technology is nog geen sprake. Dat zegt Jaap Schouten, hoogleraar chemische reactortechnologie aan de Technische Uni-versiteit Eindhoven. Zijn groep werkt in samenwerking met de chemische industrie aan innovatieve microreactorsystemen en spinning disc reactoren en scheiders. Via spin-off-bedrijfjes, zoals Flowid, bereikt die technologie inmiddels de markt. Voor wat betreft de containerfabrieken wijst Schou-ten op het Europese project ‘F3 Factory’, waarin de Europese chemische industrie (onder meer Bayer, BASF en Evonik) samen met kennisinstellingen voor zeven verschil-lende chemische processen compacte, modulaire demonstratie-units ontwikkelt. Het is een belangrijk project, aldus Schou-ten, maar in feite niet meer dan een begin. “Voor veel andere processen moet de ver-eiste technologie en apparatuur nog gro-tendeels ontwikkeld worden. Van simpel-weg miniaturisering van bestaande apparaten kan daarbij geen sprake zijn. Er zijn radicaal nieuwe geïntensifeerde pro-cessen en apparaten nodig, met nieuwe mengsystemen, katalysatoren, reactoren en scheidingsstappen.” Schouten verwacht veel van het nieuwe Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020. Procesintensifi catie staat daar weer hoog op de agenda, onder andere in het SPIRE-project (Sustainable Process Industry

through Resource and Energy Effi ciency). “Het is te hopen dat het de Europese pro-cesindustrie lukt de slag naar deze nieuwe productieconcepten te maken. Dat gaat overigens veel verder dan de ontwikkeling van technologie. Het is evenzeer nodig het huidige ketenbeheer en de logistiek van transport, opslag en distributie van zowel grondstoffen als eindproducten hierop af te stemmen. Zover is het zeker nog niet.”

Niet persé kleinerAan de Technische Universiteit Delft werkt Andrzej Stankiewicz, hoogleraar procesin-tensifi catie, over het algemeen aan groot-schaliger toepassingen. Zijn groep partici-peert weliswaar in een project voor de ‘Reinvent the toilet challenge’ van de Bill and Melissa Gates foundation, waarin met pro-cesintensifi catie-technieken een wc wordt ontworpen die menselijke uitwerpselen kan benutten, maar voor de chemie gaat het toch om de grote ‘traditionele’ produc-tie-installaties. “De industriële belangstel-ling voor procesintensifi catie is groot, maar die ligt niet persé in schaalverkleining. Als je in bestaande installaties de opbrengst kunt verdubbelen, maak je óók een forse effi ciëntieslag. Wij werken daarbij vooral aan het verbeteren van de energie-effi ciën-tie, bijvoorbeeld in onderzoek naar de mogelijkheden om licht, elektriciteit en magnetisme als productietools in te zetten.”

TECHNOLOGIE VOOR PROCESINTENSIFICATIE IN ONTWIKKELING

CM1409_44-46_T_Intensificatie.indd 45 11-09-14 16:19

Page 46: Chemie Magazine september 2014

46 Chemie Magazine september 201446 Chemie Magazine september 2014

snoertjes. Op basis van data aange-leverd door DSM modelleerde pro-movendus Gerben Bas eerst de bestaande keten van monomeer tot eindproduct. Vervolgens werd daarin het businessconcept eco-nomy of chain geïntroduceerd.

Supermooie toolDorus van der Linden was ‘zéér onder de indruk’ van het Delftse model. “De voorspelde marktdyna-miek, transportstromen en prijsont-wikkelingen kwamen verbluffend goed overeen met wat we bij DSM in de praktijk waarnemen. Het is echt een supermooie tool.” Wel denkt hij dat verdere verbetering nodig is. “In een industriële omgeving wil je dit soort modellen graag voor verschil-lende projecten en onderzoeksvra-gen gebruiken en snel resultaat boeken. Daar is nog wel een slag te maken.”Ondertussen maakt het model vol-gens Van der Linden nu al duidelijk dat het concept van ketenintegratie duidelijk waarde heeft. In de gemo-delleerde case blijkt een investering tot 2,5 keer die voor traditionele fullscale installaties nog te rende-ren. Van der Linden ziet vooral kan-sen in complexe, gedistribueerde productieketens en in markten met sterke regionale schommelingen. “Daar zijn de voordelen maximaal. Niet alleen uit oogpunt van kosten-reductie, maar ook door de moge-lijkheid om de fabriek te verplaat-sen, in plaats van het product.”Wouter van Gerwen, director indu-strial projects bij ingenieursbureau Tebodin, dat meewerkt in het pro-ject, legt de nadruk op het fi nanciële aspect: “Als je uitgaat van min of meer standaardmodules, dan kun je die in bedrijf nemen zonder langdu-rig engineeringtraject. Dat betekent

De ‘economy of scale’ zit in de genen van de chemische industrie. Het leidde tot grootschalige productiecomplexen, zoals hier in Pernis.

een geringere aanvangsinvestering, terwijl bovendien volgens dit model de operationele kosten in de keten lager zijn en dus de terugverdien-curve steiler. Vervolgens kun je line-air opschalen, met de oplopende vraag mee. Dit kan zowel de time to market als de terugverdientijd aan-zienlijk bekorten.”

Heilig geloofHet project heeft inmiddels een ver-volg gekregen waarin de TU Delft de nauwkeurigheid en gebruiksvrien-delijkheid van het model gaat verbe-teren. Telli van der Lei hoopt daar-

SAMENWERKINGSPROJECT ECONOMY OF CHAINIn het Institute for Sustainable Process Technology werken industrie, universiteiten en kennisinstellingen samen om innovatie in de procesindustrie te versnellen. Het in Amers-foort gevestigde instituut coördineert onderzoek gericht op de ontwikkeling, demonstra-tie en toepassing van doorbraaktechnologie. In het project Economy of Chain werkten DSM, Tebodin, TRI-VIZOR en BearingPoint samen met de stichting Dutch Institute World Class Maintenance en de Rotterdam School of Management, onder leiding van de TU Delft.

PLUG-AND-PLAY PAST BIJ BIOBASED ECONOMIEDe overgang naar een biobased economie kan weleens een belangrijke drijfveer zijn voor de introductie van kleinschalige plug-and-play-containerfabrieken. Productie direct bij de klant, in compacte, goed controleerbare en beheersbare fabriekjes, verkleint de risico’s. Bovendien gaan biobased productieketens van start met grote hoeveelheden natte bio-massa. Kleinschalige fabrieken maken het mogelijk deze grondstoffen lokaal te bewerken tot compacte materiaalstromen die beter te transporteren en te verwerken zijn.

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

‘ Het gaat er nu om wie durft en wie doet’

mee de drempels te kunnen slechten die de chemische industrie er nog van weerhouden om te scha-kelen van economy of scale naar eco-nomy of chain. “Het zou een tamelijk fundamentele transitie betekenen, maar ik geloof heilig in dit soort concepten als het erom gaat de positie van de Europese industrie te versterken. Hier liggen kansen die we moeten pakken, voordat lan-den als China dat gaan doen. Die zien ook wel dat de voordelen van de economy of scale eindig zijn. Het gaat er nu om wie durft en wie doet.” p

CM1409_44-46_T_Intensificatie.indd 46 11-09-14 16:19

Page 47: Chemie Magazine september 2014

ATM Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijkwww.atmmoerdijk.nlTel: 0168-389289Fax: 0168-389270

Contactpersonen:Rick Leerink (06-53698983)& Ron van Verk (06-51124004)

Dé afvalverwerkerVerwerker van: Industrieel afvalwaterOliehoudend afval BrandstofrestenChemisch afval

Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

Page 48: Chemie Magazine september 2014

Beneluxpark 1 B - 8500 Kortrijk+32 (0)56 20 36 23 [email protected] www.amelior.be

Basisprincipestoxicologie(incl. ARBO wetgeving)

Op 16 en 23 maart 2015in NH Waalwijk

U krijgt iNzicHt iN :• Belangrijke toxicologische begrippen

en principes• Opmaak en interpretatie van e-SDS• Toxicologische risico-evaluatie• Toxicologische informatiebronnen• REACH• Stoffenmanager en ECETOC TRA TOOL

(incl praktijkgerichte oefeningen)

phone (31) 10.7541 600 | [email protected] | www.leschaco.com

Leschaco Nederland B.V.Hoogvlietsekerkweg 164NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet

Forwarding is our passion.Since 1879.

Leschaco –

your specialist

for supply chain

solutions.

We offer

integrated,

intercontinental

logistics with

responsible care

for the chemical

industry.

vnci.indd 48 12-09-14 10:52

Page 49: Chemie Magazine september 2014

september 2014 Chemie Magazine 49

 ‘H et verschil tussen de hoge gasprijs en de lage elektriciteitsprijs speelde wel een rol bij het afstoten van de

warmtekrachtinstallatie, maar was niet doorslaggevend”, zegt Sjoerd Visser, sinds 1 september site direc-tor van BASF in Heerenveen. “Zelfs al zou de gasprijs signifi cant dalen, dan nog zouden we het project gaan uitvoeren. Alleen had het dan wat langer geduurd voordat we onze investeringskosten – 2,5 miljoen euro – hadden terugverdiend. De kans dat de gasprijs de komende jaren zo fors zal gaan dalen wordt echter vrij laag ingeschat door de experts van BASF die zich bezighou-den met de prijsvorming van grond-stoffen op de lange termijn.”Het verhaal begint met de noodza-

De geplande revisie van de eigen warmtekrachtcentrale was voor BASF in Heerenveen aanleiding om nog eens goed te kijken naar de

energiestromen binnen het bedrijf. Daaruit bleek dat het goedkoper en energie-efficiënter was om de warmtekrachtcentrale stil te zetten.

Tekst: Joost van Kasteren

BASF ZET WARMTEKRACHTCENTRALE STIL

ELEKTRICITEIT INKOPEN VOORDELIGER DAN ZELF MAKEN

Energie

e

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

Kkelijke onderhoudsbeurt van de warmtekrachtinstallatie, die uit 1996 dateert. “Zeg maar gerust een vol-ledige revisie”, aldus Visser, die er toen nog als operations manager bij betrokken was. “In die tijd kreeg ook de fusie tussen BASF en Ciba zijn beslag en werden de twee sites in Heerenveen gecombineerd. Een goed moment dus om eens na te denken over de energiestromen op de site.”Een grondige analyse van het adviesbureau Water + Energy Solu-tions uit Groningen leverde een tien-tal voorstellen op voor een effi ciën-ter energiegebruik. Visser: “Daarbij kozen ze voor een benadering waar-bij de site werd gezien als een bak waar energie in de vorm van gas en elektriciteit aan de ene kant in stroomt en aan de andere kant ook

weer uit stroomt in de vorm van daadwerkelijk benodigd vermogen voor het koelen van onze processen en energieverliezen naar de omge-ving. Daaruit bleek dat we zo’n 33 procent energie zouden kunnen besparen op de energiekosten.”

WegkoelenNa de globale analyse – de ‘black box’ – stelden ze samen een tiental maatregelen op om energie effi ciën-ter te benutten en de verliezen te beperken. Een ervan was het uitfa-seren van de warmtekrachtinstal-latie. Visser: “De warmte van de WK-installatie wordt momenteel vooral gebruikt voor het maken van koud water voor koeling en de opge-wekte elektriciteit leverden we voorheen voor het overgrote deel aan het net. Bovendien fungeerde de

CM1409_49-50_BASF.indd 49 11-09-14 16:17

Page 50: Chemie Magazine september 2014

50 Chemie Magazine september 2014

WK-installatie als noodstroomvoor-ziening. Op een gegeven moment was dat niet meer rendabel, omdat de prijs van elektriciteit zo sterk daalde dat het voordeliger was om het in te kopen dan om zelf te maken.”Die lage elektriciteitsprijs maakt het ook interessant om de bestaande absorptiekoeling te vervangen door hoogeffi ciënte compressiekoeling. Visser – van huis uit polymeerche-micus: “Op deze site maken we onder meer harsen voor waterge-dragen inkten en coatings. Bij de polymerisatie komt veel reactie-warmte vrij. Vandaar dat koelen noodzakelijk is. We hebben wel wat warmte nodig om de reactoren op te warmen tot ongeveer 80 graden, maar daarna moeten we veel warmte wegkoelen.”Bij absorptiekoeling wordt warmte in plaats van elektriciteit gebruikt om energie te leveren voor het koel-systeem. Bij elektrisch aangedreven koelsystemen wordt een compres-sor gebruikt om de cyclus van ver-dampen en condenseren aan te drij-ven; bij een absorptiekoeler gebeurt dat door het oplossen en weer ‘uit-koken’ van de koelvloeistof. “Hoewel we de warmte die vrijkomt bij het koelen van de reactoren ook weer kunnen benutten, zijn absorptiekoe-lers energetisch niet erg effi ciënt”, zegt Visser. “Het koelrendement ligt

BASF wordt er ook nog veelvuldig gebruik van gemaakt. Alleen in ons geval was het niet meer rendabel, omdat we zo veel overcapaciteit aan warmte hadden, die we elders niet konden afzetten. De elektriciteit die we nu gebruiken wordt elders opge-wekt met duurzame bronnen, maar ook met steenkool, dus hoe dat uit-pakt voor de CO2-uitstoot weet ik niet. In ieder geval stoten we minder CO2 uit. We hebben ook subsidie aangevraagd voor dit project.”Bedrijfseconomisch zijn de geplande investeringen van 2,5 mil-joen zonder meer interessant. Vis-ser verwacht dat die binnen twee tot drie jaar zijn terugverdiend, dankzij de fors lagere energiekosten. “Die korte terugverdientijd heeft ons ook verrast – in positieve zin natuurlijk. We hadden ons niet gerealiseerd dat we zo veel effi ciënter kunnen opere-ren. We hebben de apparatuur besteld en gaan in oktober aan de slag. Voor het eind van het jaar moet het project zijn afgerond.” p

‘We hadden ons niet gerealiseerd dat we zo veel efficiënter kunnen opereren’

op 40 procent, terwijl een elektri-sche koeler een rendement heeft van bijna 100 procent. Daarom is het inzetten van de WK-installatie voor koeling niet meer effi ciënt.”Zelf elektriciteit opwekken is niet meer rendabel en ook de warmte van de installatie was niet meer nodig voor koeling. De WK-installa-tie fungeert echter ook nog als noodstroomvoorziening, dus ook daarvoor moest een oplossing wor-den gevonden. Visser: “We gaan nieuwe dieselmotoren plaatsen, want dat blijkt uit fi nancieel, opera-tioneel en milieu-oogpunt voordeli-ger. Ze staan namelijk het grootste deel van de tijd stil; afgezien van stroomuitval hoef je ze maar een uur of wat per jaar te laten draaien. Het vergt wel een behoorlijke inves-tering, maar omdat je geen brand-stofkosten hebt, is het goedkoper dan het in stand houden van een WK-installatie. Bovendien schakelt een dieselmotor sneller op dan een gasmotor, zodat je net iets sneller kunt reageren als de stroom onver-hoopt uitvalt.”

TerugverdientijdOf de energiebesparing leidt tot een evenredige afname van de CO2-uitstoot durft Visser niet te zeggen. “Een warmtekrachtinstallatie gaat natuurlijk buitengewoon effi ciënt om met energie. Elders binnen

HARSEN VOOR INKT, LAK EN COATING BASF in Heerenveen maakt watergedra-gen, milieuvriendelijke harsen voor drukinkten en overdruklakken en addi-tieven voor coatings. Het gaat vooral om styreenacrylaten die via radicaalvorming polymeriseren, een proces waarbij veel warmte vrijkomt. De drukinkten en lak-ken worden vooral gebruikt voor het bedrukken van karton en voedselverpak-kingen. Niet alleen aan de buitenkant, maar steeds vaker ook aan de binnen-kant. Daarbij gaat het onder andere om functionele coatings met bijvoorbeeld barrière-eigenschappen. Omdat de ink-ten en coatings in contact komen met voedsel worden er zeer hoge eisen gesteld aan de veiligheid van de harsen.

Een grondige analyse van de energiestromen bij BASF in

Heerenveen leverde een tien-tal voorstellen op voor een

effi ciënter energiegebruik.

FO

TO: B

AS

F

CM1409_49-50_BASF.indd 50 11-09-14 16:17

Page 51: Chemie Magazine september 2014

Al 35 jaar leverancier van industriële water- en afvalwaterzuiveringsinstallaties

Waarderweg 52C

2031 BP Haarlem+31(0)[email protected]

enviro-chemie.nl

Safe, sustainable enterprise software solutions

• Realize a 10% cost reduction in product development with powerful, industry-specific business applications that enable stronger relationships with customers and suppliers.

• Infor’s intuitive user interface and flexible architecture provide agility to respond swiftly to changes in the marketplace.

• Automotive coatings producer AkzoNobel uses Infor Optiva to reduce waste and costs, gain global operational efficiency, and improve development quality across all sites.

Copyright 2014 © Infor. www.infor.com. All rights reserved.

70.000 customers in 200 countries & territories supported by 13.000 employeesTel: +31 (0)342-42 88 88 infor.com/industries/chemicals

Infor goes the whole way for us by delivering useful, practical solutions for our industry. Infor understands how we think.” Dr. Luc Turkenburg Director R&D Services and Regulatory Affairs AkzoNobel Automotive and Aerospace Coatings

Oplossend vermogen dat er toe doet!

Energiekmet

Energie

Debbemeerstraat 25 | 2131 HE Hoofddorp+31(0)23 5680080 | [email protected] | getec-benelux.eu

vnci.indd 51 12-09-14 10:52

Page 52: Chemie Magazine september 2014

VNCI

ETSVNCI-directeur Colette Alma bracht tijdens een bijeenkomst van de Nederlandse Emissie-autoriteit de standpunten naar voren van de chemische indus- trie over de ontwikkelingen rond het emissiehandelssys- teem ETS. Ze benadrukte dat de deelnemers aan het SER-akkoord, waaronder de VNCI, samen met het ministerie van IenM momenteel druk doende zijn om op Europees niveau een verbetering van het ETS te bewerkstelligen.

SPiCE3-workShoPSOp 25 en 30 september vinden er SPiCE3-workshops plaats over energie-efficiency voor chemiebedrijven in de regio’s Eemsdelta en Zuidoost-Neder-land. De workshops bieden praktische informatie over technologieën en methodieken die bedrijven kunnen toepassen voor energie-efficiency. Organi-satie: VNCI samen met Samen-werkende Bedrijven Eemsdelta en Chemelot Campus.

wET oPEn ovErhEid In een rondetafelgesprek over het initiatiefwetsvoorstel Wet open overheid (Woo), dat alle overheidsinformatie in een openbaar toegankelijk elektro-nisch register wil plaatsen, stelde de VNCI zich als een van de zestien genodigde stakehol-ders kritisch op. De VNCI vindt dat als er problemen in de uit-voering zijn, die moeten worden aangepakt, in plaats van dat er nieuwe wetgeving wordt inge-voerd. Daarnaast vindt de VNCI dat niet alle informatie zich leent voor openbaarmaking zonder duiding, toelichting en achtergrondinformatie.

AgrI meets ChemICAlsOp 29 september vindt de conferentie Agri meets chemicals: the biobased (r)evolution in the chemical industry plaats in het Duisenberg Auditorium in Utrecht. Daar wor-den de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar de mogelijkheden van de wereldwijde fermentatie-industrie als platform voor biobased materialen. Met onder meer bijdragen van Corbion, AkzoNobel en DSM. De organisatie is in handen van Deloitte, Rabobank, TNO en de VNCI.

CoNCurreNtIekrAChtVNCI-directeur Colette Alma is op 1 juli 2014 met een vertegenwoordiging van het ministerie van Economische Zaken en zeven andere Europese chemielanden in Rome geweest om te verkennen wat Europa zou moeten doen om de concurrentie-kracht van de chemische industrie te versterken. Dit wordt in september vervolgd.

ClusterVersterkINgIn navolging van de gesprekken over het chemiecluster in Delfzijl, hebben ook eer-ste gesprekken over clusterversterking plaatsgevonden in Emmen, Zeeland, Rot-terdam en Geleen. Op 8 juli werden de ervaringen met de genoemde clusters besproken, mede ter voorbereiding van een rondetafelgesprek met minister Kamp van Economische Zaken op 17 november.

CAsCAderINgCascadering van biomassa, het zo hoogwaardig mogelijk benutten van groene stro-men om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, stond op 4 september op de agenda van een algemeen overleg in de Tweede Kamer. De VNCI heeft per brief bij de Kamerfracties bepleit om bij EZ-minister Kamp aan te dringen op concrete stappen om cascadering van biomassa snel mogelijk te maken. Dezelfde bood-schap viel te lezen in het FD van 4 september: “De VNCI roept de overheid op om 50 miljoen euro vrij te maken, zodat van biomassa ook chemicaliën, kunststoffen, voedsel en medicijnen gemaakt kunnen worden.”

fo

to’s

: sh

ut

ter

sto

ck

52 Chemie magazine september 2014

VNCI NIeuws

CM1409_53_VNCI.indd 52 11-09-14 16:16

Page 53: Chemie Magazine september 2014

The + in your logistics

WWW.VERSTEIJNEN.NL

ADR OPSLAG (KLASSE 3,6,8 EN 9)•

DIRECTE DISTRIBUTIE•

GECONDITIONEERD TRANSPORT•

GESPECIALISEERD IN TIJDLEVERINGEN•

ISO, AEO EN SQAS GECERTIFICEERD•

Wat is de + voor uw bedrijf?

(GECONDITIONEERD) TRANSPORTHANDLINGOPSLAG

09MOB03 chemie B.indd 2 01-03-2010 10:39:58

vnci.indd 53 12-09-14 10:52

Page 54: Chemie Magazine september 2014

Service

MENSEN

Chemie Magazine is het maandbladvan de Vereniging van de Nederlandse Chemi-sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

RedactieIgor Znidarsic (hoofdredacteur)Marloes Hooimeijer (eindredactie)Jos de Gruiter (redacteur)

Contact redactieLoire 150, 2491 AK, Den HaagT 070 337 87 28, F 070 320 39 03E [email protected]

MedewerkersJoost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan van Hooijdonk, Marga van Zundert

VormgevingCurve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatieMooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17,2551 KS Den Haag,T 070 323 40 70, E [email protected] vallen buiten de verantwoordelijk-heid van de redactie

DrukMediaCenter Rotterdam

AbonnementenWie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via [email protected] of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: [email protected] of 070 337 87 28. OvernameOvername van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schrifte-lijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld coverFrank Groeliken

ISSN 1572-2996

COLOFON

VNCI ONLINEWWW.VNCI.NL Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

TWITTER.COM/VNCI De VNCI op Twitter met het laat-ste nieuws, vacatures en reac-

tiemogelijkheden op alle berichten

WW.VNCI.NL/LINKEDIN Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemi-

sche industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

ODFJELLOdfjell Terminals heeft zijn managementteam versterkt met onder andere manager technical services Bas Kimpel (voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud), commercial manager Abel Noordanus, manager QHSSE Gerard van Gerven en manager operations Ron Bal. Johan Brekelmans is benoemd tot mana-ger fi nance a.i. De versterking past in de strategie van Odfjell om uit te

groeien tot koploper in haar industrie.

NAM Per 1 oktober is Gerald Schotman de nieuwe directeur van de Neder-landse Aardolie Maatschappij (NAM). Schotman is sinds 2009 chief tech-nology offi cer en executive vice president Innovatie en Research & Deve-lopment bij Shell. Daarvoor werkte hij sinds 1985 bij Shell in diverse technische en commerciële functies. Hij volgt Bart van de Leemput op, die al vijf jaar leiding geeft aan de NAM. Hij wordt bij Shell (voor 50 pro-

cent aandeelhouder van de NAM) verantwoordelijk voor de upstream-activiteiten.

BIOPORT HOLLAND BioPort Holland heeft de Delftse hoogleraar Luuk van der Wielen benoemd tot voorzitter van het bestuur. BioPort Holland, een publiek-privaat initiatief op het gebied van duur-zame vliegtuigbrandstoffen, is een samenwerking van KLM, Schiphol Airport, SkyNRG, Neste Oil, Port of Rotterdam en de ministeries van I&M en EZ.

DUURZAAMHEID: PEOPLE+ VAN DSMLANDELIJKE DEKKING REGIONALE VEILIGHEIDSNETWERKENVISIE OP PGS 31HOE MEDICAL2MARKET DE BOER OP GAAT MET INNOVATIEWAT MAAKT WERKEN IN DE CHEMIE ZO LEUK?EN NOG VEEL MEER…

VOLGENDE MAAND (15 OKTOBER)

54 Chemie Magazine september 2014

CM1409_54_service.indd 54 11-09-14 16:01

Page 55: Chemie Magazine september 2014

serv

ices

Onderzoek jij nieuwe mogelijkheden?Onder het motto ‘Confidence in your product is our mission’ voert TNO Triskelion research uit, met als doel de kwaliteit en veiligheid van voedingsingrediënten, chemische substanties en medicijnen te garanderen voor haar klanten.

Het cluster risico evaluatie & registratie zoekt een een enthousiaste collega. Als Registratiespecialist/toxicoloog heb je verschillende taken in het kader van REACH en Biociden. Jouw academische opleiding wordt ondersteund door ervaring met registratie trajecten van chemische stoffen of biociden en kennis van humane (milieu)toxicologie. Heb je een commerciële en klantgerichte houding? Goede communicatieve vaardigheden? Weet jij je teamgenoten te enthousiasmeren en ben je stressbestendig, flexibel, energiek en pragmatisch ingesteld? Dan is dit de baan voor jou!

Geïnteresseerd? Bezoek dan onze website voor meer informatie en reageer online.

TNO Triskelion - Zeist

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nlrecruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food

Dedicated to Excellence

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Custom Manufacturing, Blending and Toll servicesAD Productions is a service business that allows customers to benefi t from AD International’s state of the art manufacturing expertise.

Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefi t from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certifi cation.

Custom Manufacturing, Blending and Toll servicesAD Productions is a service business that allows customers to benefi t from AD International’s state of the art manufacturing expertise.

Overview of production capabilities

Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees) Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags)

Possibility to fi ll product from 0,5 liter up till road tankers or Iso ContainersPossibility to fi ll product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Production capabilities

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | [email protected]

vnci.indd 55 12-09-14 10:52

Page 56: Chemie Magazine september 2014

WWW.SGS.COM

SGS GROUP NETHERLANDSMalledijk 18P.O. Box 200NL-3200 AE Spijkenisset +31 (0)181 69 33 33e [email protected]

SGS GROUP BELGIUMSGS HouseNoorderlaan 87B-2030 Antwerpent +32 (0)3 545 44 00e [email protected]

SGS is unique in the market in finding and creating opportunities and is recognized as the global benchmark for quality and integrity. As the world’s leading inspection, verification, testing and certification company, with more than 75,000 employees, SGS operates a network of over 1,500 offices and laboratories around the world.

SGS helps to improve quality, safety, performance and efficiency for the following industries: Agricultural - Automotive - Consumer Testing - Environmental - Industrial - Life Science - Minerals - Oil, Gas & Chemicals - Systems & Services Certification - Governments & Institutions.

MAKING THE DIFFERENCE