56
Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 05 22 mei 2009 Waar blijft de industriepolitiek? Europese verkiezingen Magazine CM0905_p01_cover.indd 2 19-05-2009 11:18:28

Chemie magazine 2009 - mei

  • Upload
    vnci

  • View
    232

  • Download
    9

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Maandblad van de VNCI

Citation preview

Page 1: Chemie magazine 2009 - mei

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 05 22 mei 2009

Waar blijft de industriepolitiek?

Europese verkiezingen

Magazine

CM0905_p01_cover.indd 2 19-05-2009 11:18:28

Page 2: Chemie magazine 2009 - mei

Imagine. Integrate. Innovate.

Alleen branchespecifi eke automatisering

zorgt voor chemie tussen

bedrijfsprocessen en ICT

• Formulebeheer

• Batch/lot management

• Traceerbaarheid

• Emballage

• Quality management

• Klachten en non conformities

• Containermanagement

• Veiligheidsbladen

• Labelling

• Verpakkingsstuklijstbeheer

Een volwaardige, fl exibele, betaalbare en bovendien

gebruiksvriendelijke ERP-oplossing die naadloos

alle bedrijfsfuncties in de semi-procesindustrie

integreert. Dat is Q-SPI, de “Solution for Process

Industry” van Qurius.

Q-SPI is gebaseerd op het ERP pakket Microsoft

Dynamics en biedt naast een krachtige

basisstructuur uitgebreide branchespecifi eke

functionaliteiten. Zo kunnen bedrijven in de semi-

procesindustrie sneller en effi ciënter reageren op

ontwikkelingen in de markt.

Qurius Van Voordenpark 1a, 5301 KP Zaltbommel. Postbus 258, 5300 AG Zaltbommel

t +31 (0)418 68 35 00, e [email protected], i www.qurius.nl

adv chemie.indd 1 27-08-2008 14:21:59

creo
Page 3: Chemie magazine 2009 - mei

De nieuwste zonnecel van Solland Solar komt eind dit jaar op de markt. De Sunweb is een zonnecel die negen procent meer ener-gie oplevert dan zijn voorgangers.Mede als gevolg van de kredietcrisis staat duurzame ontwikke-ling weer stevig op de agenda. Over tien jaar zal zes tot twaalf procent elektriciteit uit zonne-energie gehaald worden.

Solland Solar positief over toekomst

48

26

Chemie belangrijk voor innovatie30Waar denken ze aan bij chemie? Wim van de Camp (CDA) en Thijs Berman (PvdA), lijsttrekkers bij de Europese verkiezingen, zijn het in ieder geval over één ding eens: de chemische indu-strie moet behouden blijven in Europa, onder meer als bron voor innovatie.

Investeren in mensen‘Naar een bruisende chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven’. Dat is de ondertitel van de Human Capital Chemie, een uitvoeringsprogramma van de Regiegroep Chemie. Doel is personeel in de chemie te behouden en de instroom te vergroten. Programma-coördinator Eveline van Hoppe: ‘Wij werken intensief samen met bedrijven en onderwijsinstellingen, zodat de activiteiten naadloos op de praktijk aansluiten.’

22

05 22 mei 2009f

oto

: sh

ut

ter

sto

ck

mei 2009 Chemie magazine 3

Inhoud

CM0905_p03_inhoud.indd 3 19-05-2009 11:17:38

Page 4: Chemie magazine 2009 - mei

Ze kunnen niet leven zonder hun omgeving te beschadigen.Maar u wel. Met bewezen sustainability management software van SAS.

www.sas.com/nl

Olifanten eten duizenden bomen kaal

Page 5: Chemie magazine 2009 - mei

Onderwijs en innovatie 11- Gebruik van plastic bankbiljetten steeds populairder

Duurzaam ondernemen 15- Dertien verschillende projecten dingen mee naar Responsible Care-prijs

Veiligheid, gezondheid en milieu 17- Consequenties GHS voor BRZO

Actueel 19- Symposium driedimensionale chemie in Nemo

Column 51- Jan Zuidam, voorzitter van de VNCI, over de aandacht voor

chemie bij de Europese verkiezingen

Interview 32- Directeur Gerard van Harten van Dow is trots: ‘Doorzetten

overname Rohm and Haas is teken van vertrouwen’

In beeld 36- Snel vervoer door de lucht van chemiemonsters

Opinie 40- Bestrijdingsmiddelen illegaal op de markt? Nee, dat beeld

klopt niet, vindt Frank Hes, coördinator van het Platform Biociden

Kennis en ervaring 42- Hoe loopt de uitwisseling over stofgegevens in het kader

van REACH?

Infographic 46- Chemische fabriek van de toekomst: efficiënter, kleiner en

schoner

32

17

36Nieuws 53- Thema Deltavisie 2009: ‘Wij maken het verschil’

Personalia en agenda 54

Opinie 07- Europa kan niet zonder chemie

05 22 mei 2009

mei 2009 Chemie magazine 5

Inhoud

VNCI

Feiten en Visies

Trends

Achtergrond

CM0905_p03_inhoud.indd 5 19-05-2009 11:17:45

Page 6: Chemie magazine 2009 - mei

SPIEeen gezamenlijke ambitie

Ass

et M

anag

emen

t

Bui

ldin

g Sy

stem

s

Con

trol

ec E

ngin

eeri

ng

Indu

stri

e

Infr

a

Met het oog op de toekomstEen onderneming kan in de 21e eeuw past echt succesvol zijn als deze ookduurzaam is. Om dit te bewerkstelligen zoekt SPIE continu naar oplossingendie werken en blijven werken. Systemen en procedures die kostenreducerend,maar vooral veilig zijn, als het even kan daarbij zelfs de verwachtingen van opdrachtgevers overtreffen. Uiteraard met ontzag voor het milieu. SPIE biedteen compleet pakket multitechnische diensten aan de industriële, commerciëleen institutionele branche. Samen met de klanten ontwerpen en bouwen onzespecialisten innoverende oplossingen die ertoe bijdragen dat onze infra -structuur, industrie en onze leef- en werkwereld erop vooruitgaan.

De bundeling van onze krachtenMet het inschakelen van SPIE staat er een stevig team gemotiveerde specia-listen en vakmensen voor u klaar. Vanzelfsprekend kan elke divisie ook eenberoep doen op de kennis en ervaring van één van de andere divisies.

SPIE-Asset ManagementAdvies over en realisatie van de hoogst mogelijkeeconomische waarde van productiefaciliteitenvoor eigenaars en gebruikers.

SPIE-Building SystemsAdvies, ontwerp, realisatie en onderhoud vanelektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties.

SPIE-Controlec EngineeringAdvies en onafhankelijke, technische, multidisci-plinaire oplossingen op het gebied van engineering& design, procurement, project -en construction management.

SPIE-IndustrieAdvies, ontwerp, installatie, start-up, onderhoud,projectmanagement, processautomatisering eninspectie op het gebied van mechanische technie-ken, piping, luchtconditionering, elektrotechniek,meet- en regeltechniek en analysersystemen.

SPIE-InfraOntwerp, realisatie, inspectie, service en onder-houd op de terreinen: energie, verkeer en vervoer,telecommunicatie en hoogspanningslijnen.

SPIE NEDERLANDHuifakkerstraat 15 • 4815 PN Breda • Postbus 2265 • 4800 CG Bredatel. +31 (0)76 544 54 44 • [email protected] • www.spie-nl.com

280443_SPIE_CORPORATE_AD:210x297 12-06-2008 13:23 Pagina 1

Page 7: Chemie magazine 2009 - mei

VNCI-directeur Colette Alma

p 4 juni, tegelijkertijd met de jaarvergadering van de VNCI in de Nieuwe Kerk in Den Haag, vinden de Europese verkiezingen plaats. Voor de gemiddelde burger vaak een ver-van-mijn-bed-show, maar de betekenis van Europa voor de chemische industrie is groot.

Neem bijvoorbeeld de nieuwe Europese wet- en regelge-ving op stoffengebied REACH en de Classifi catie en Labelling-verordening. Twee zeer ingrijpende zaken die in Europa zijn bedacht, en waar de industrie op dit moment een enorme berg werk voor aan het verzetten is.

Maar ook vrijwel alle wet- en regelgeving op milieuge-bied komt tegenwoordig uit de koker van Europese amb-tenaren. Daarbij bepalen ze in toenemende mate per lidstaat de grenzen waarbinnen een land kan opereren. En dat heeft weer allerlei gevolgen voor de condities waaronder vergunningen aan onze bedrijven worden verstrekt.

De laatste jaren hebben we regelmatig meegemaakt dat de generieke Europese aanpak niet is toegesneden op het zeer dichtbevolkte en hooggeïndustrialiseerde Nederland. En als klap op de vuurpijl legt de Nederlandse overheid de Europese regels vaak nog eens erg streng uit, waardoor onder meer de chemische indu-strie vaak als eerste van alle landen tegen de grenzen van het mogelijke oploopt.

Het valt mij daarom een beetje tegen dat de ontwikkeling van de industrie eigenlijk helemaal niet in de verkiezings-programma’s voorkomt. Ik krijg de indruk dat de politici de bijdrage die de industrie levert aan onze welvaart als een vanzelfsprekendheid beschouwen die ‘vanzelf’ in stand blijft en geen nadere aandacht of zorg behoeft.

En dat terwijl onlangs de High Level Group on the Competitiveness of the Chemical Industry, onder leiding van Eurocommissaris Verheugen, in een rapport duide-lijk heeft aangegeven dat er zeker actie nodig is, om de zo gewenste rol van de chemie als duurzame innovatiemo-tor voor de talrijke problemen waar de wereld zich voor gesteld ziet, voor de toekomst zeker te stellen. De zorg voor de ontwikkeling van de chemische industrie zou dan ook in de top 10 van de Europese politieke programma’s terecht moeten komen.

Kortom, Europa is belangrijk voor de chemische indu-strie, maar Europa kan ook niet zonder ons. Laten we er daarom voor zorgen dat onze stem in Brussel en Den Haag wordt gehoord, collectief, samen met organi-saties als VNO-NCW, Cefi c en Business Europe. Maar ook individueel via de stembus. p

Europa kan niet zonder chemie

O

Opinie VNCI

mei 2009 Chemie magazine 7

CM0905_p07_opinie.indd 7 15-05-2009 10:58:30

Page 8: Chemie magazine 2009 - mei

In 2008 zijn bij het Europees Octrooibureau in totaal 146.600 patentaanvragen binnengekomen, 3,6% meer dan in 2007. De groei is beduidend lager dan in voorgaande jaren. Bijna de helft van de patentaanvragen komt uit Europa en de rest uit andere regio’s in de wereld. Nederland scoort hoog op patentgebied: het staat met 5% van het totaal aantal aanvragen op de derde plaats na Duitsland (18%) en Frankrijk (6%). Dat is vooral te danken aan Philips (medische technologie, verlichting en con-sumentenproducten), het bedrijf dat de meeste patentaanvra-gen (2857) ter wereld heeft ingediend. In de top-25 van bedrij-ven komen vier chemiebedrijven voor: BASF op de 4de plaats, Bayer op de 15de, DSM op 20ste en Fuji Film op de 21ste. Van alle ingediende aanvragen heeft ongeveer 15% betrekking op de chemie, met name de organische chemie. Dit aantal is in 2008 met ca. 2% toegenomen.

Aantal patentaanvragen bij Europees Octrooibureau in 2008

uit totaal wv. chemie % chemie van totaalEuropa 72183 11332 16VS 37359 6152 16Japan 23081 2956 13overige landen 13938 1754 13

totaal 146561 22194 15

FO

TO: C

UR

VE

Nederlandscoort hoog opscoort hoog opscoort hoog op

Aandeel chemie groeit

8 Chemie magazine mei 2009

Nederland

CM0905_p08_wetenswaardig.indd 8 15-05-2009 10:57:43

Page 9: Chemie magazine 2009 - mei

Nederland

Wetenswaardig

mei 2009 Chemie magazine 9

CM0905_p08_wetenswaardig.indd 9 15-05-2009 10:58:04

Page 10: Chemie magazine 2009 - mei

VAPRO MAAKT VAN STILSTAND

VOORUITGANGM E E R W E T E N ? K I J K O P VA P R O . N L O F B E L M E T 0 7 0 – 3 3 7 8 3 0 0 .

CRISIS ?OPLEIDINGS- EN SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN ?

stilstand vooruitgang**.indd 1 17-04-2009 12:47:32

creo
Page 11: Chemie magazine 2009 - mei

Israël introduceert plastic bankbiljet

Frisser en overzichtelijker

Het gebruik van plastic bankbiljetten wordt de laatste decennia steeds populairder.

Australië drukt al sinds 1988 plastic geld en sinds 1996 zijn alle coupures ‘downunder’ van plastic. Het voordeel is dat de biljetten langer meegaan, waterafstotend zijn en meer moge-lijkheden bieden voor veiligheid. Nadeel is dat

de productie van plastic biljetten méér kost. Intussen worden wereldwijd jaarlijks miljar-den plastic biljetten gedrukt, zoals bijvoor-beeld in Brazilië, Thailand, Vietnam en Roe-menië. Veel landen gebruiken het plastic biljet voor de uitgave van herdenkingsbiljet-ten.

Onze eigen eurobiljetten worden nog steeds gemaakt van papier. De Europese Unie heeft destijds gekozen voor papier, omdat zo banen in Europa werden behouden. Er waren toen wereldwijd slechts enkele bedrijven in staat plastic biljetten te drukken. Volgens het Dutch Polymer Institute in Eindhoven echter worden er wel degelijk plastic vezels in de eurobiljetten verwerkt. Denk bijvoorbeeld aan de hologramfolie en de vezels die opgloeien onder ultraviolet licht. p

‘Kennislink oogt nu veel fris-ser en transparanter dan

voorheen’, vindt Harm Ikink, vakredacteur Scheikunde bij de website. Voor de redacteuren is er nog veel meer veranderd dan voor de bezoekers. ‘We beschik-ken nu over een up-to-date systeem voor contentmanage-ment dat in eigen beheer werd ontwikkeld. Daardoor kunnen we veel beter dan vroeger arti-kelen over chemie en chemisch onderzoek geschikt maken voor het internetpubliek.’Kennislink wordt in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) uitgevoerd door Stichting Natio-naal Centrum voor Wetenschap en Technologie (NCWT). De eer-ste versie van Kennislink.nl

werd op 15 april 2002 gelan-ceerd, en de website is sindsdien uitgegroeid tot een van de meest bezochte populair-wetenschap-pelijke websites in het Neder-landse taalgebied. Kennislink fi nanciert het beheer van de vak-pagina’s in samenwerking met organisaties uit de desbetref-fende vakgemeenschappen. Voor scheikunde gaat het om de Regiegroep Chemie en het Platform Bèta Techniek.Ikink stelt dat de vernieuwing van de site een stimulans is om nog beter dan vroeger de popu-larisering van de chemische wetenschap ter hand te nemen. Hij kondigt dossiers aan over onder andere supramoleculaire chemie, forensisch onderzoek en lab-on-a-chip ontwikkelin-

gen. Verder zal Kennislink Scheikunde dit jaar de verza-melbundel ‘De Kleur Van Chemie’ van de Vrije Universiteit bewerken voor internet. Hij hoopt dat de vernieuwing van de site voor wetenschappers en

technologen uit de chemie aan-leiding is om contact te zoeken: ‘We geven de Nederlandse wetenschap een platform op Internet voor communicatie met het grote publiek. Maak daar gebruik van!’ p

Het nieuwe biljet van 20 shekel is van plastic. Dat meldt het blad ‘Driving Innovation’ van PlasticsEurope. Israël volgt daarmee de geleidelijke, internationale overgang van papier naar polymeer.

Gebruik steeds populairder

Website Kennislink vernieuwd

De populair-wetenschappelijke website Kennislink is volledig ver-nieuwd. De site is overzichtelijker en completer. Ook bevatten de vakpagina’s, zoals die over scheikunde, meer foto’s, video’s, en andere, nieuwe inhoud.

Innovatie

mei 2009 Chemie magazine 11

CM0905_p11_innovatie.indd 11 15-05-2009 10:56:31

Page 12: Chemie magazine 2009 - mei

Vraag de Prijscatalogus 2008

aan (hard-copy en op CD-ROM

met zoekmachine)!

+31 (0)26 320 1820 of

[email protected]

PompenArmaturen Meet- en regeltechniek

Alle technische gegevensen meer vindt u op:www.asv-stuebbe.de

Partner for Solutions

ASV Stübbe Nederland B.V. Kronenburgsingel 60-02NL-6831 GX Arnhem, Nederland+31 (0)26 320 1820 tel+31 (0)26 320 1829 [email protected]

Sterke prestaties en gunstig in aanschaf

De nieuwe kunststofcentrifugaalpomp SHBMet de nieuwe SHB serie breidt ASV Stübbe haar pompengamma uit met 3 krachtige types in de maten 25-125, 32-125 en 40-125 met een pompvolume tot 38 m3 en een opvoerhoogte tot 29 m.

Bekijk alle vacatures op:www.labrecruitment.nl | Tel: 0182-590210

Recruitment specialist in Life Sciences(Bio) Chemistry & Pharmacy

9250 - Laboratorium Supervisor

5055 - Ambitieuze Starters(HLO Analytische Chemie of Life Sciences)

9035 - Service Salesagent Benelux

8275 - Development Chemist

9045 - (Senior) Laboratory Technician Biochemistry

8940 - Microbiologisch Analist9100 - Senior Officer International Seed Management9170 - Assistant BioProcess Officer9280 - Regulatory Affairs Reviewer

8610 - Technician

creo
Page 13: Chemie magazine 2009 - mei

Duurzame schoenzolen uit sojabonen

Veel bedrijven geïnteresseerd in Casimir-regeling

Dow en de Italiaanse schoenzolenprodu-cent Mondial Suole gaan schoenzolen testen die deels zijn gemaakt uit sojabo-nen. De Europese Commissie subsidi-eert het project.

De nieuwe schoenzolen bestaan voor 20 tot 25 procent uit milieuvriendelijk

materiaal dat gemaakt is uit sojabonen en voor 75-80 procent uit klassieke polyolen die zijn gemaakt uit aardolie. Voor de productie van het duurzame materiaal RENUVA is 25 procent minder fossiele brandstof en 13 procent minder energie nodig dan bij de klassieke polyolen.Dow en Mondial Suole krijgen steun van-

uit Brussel voor consumententests met het nieuwe materiaal. Als de consumen-ten na de proef tevreden zijn over de nieuwe sojazolen is dat van grote beteke-nis voor de verduurzaming van de schoe-nenindustrie. Dow en Mondial Suole wil-len halverwege 2009 starten met de eerste tests. De nieuwe schoenzolen zijn in een eerder stadium ontwikkeld met een bijdrage vanuit het Europese pro-gramma LIFE+. De productie van het duurzame materiaal vindt in Europa plaats in het Belgische Tertre en het Italiaanse Correggio. RENUVA wordt tevens verwerkt in onder meer auto’s en meubels. p

Veel bedrijven hebben belangstelling voor de Casimir-regeling die technologiestich-ting STW half maart heeft ingesteld. STW verwacht de komende maanden een behoorlijk aantal aanvragen te ontvangen.

Met behulp van de regeling kunnen bedrij-ven hun R&D-medewerkers tijdelijk

detacheren ten behoeve van STW-onder-

zoek. Door de kredietcrisis is er bij bedrijven veel behoefte aan dit soort initiatieven. Dank-zij de Casimir-regeling kunnen kenniswer-kers bij bedrijven gewoon als onderzoekers aan het werk blijven. De maximale full time detacheringstijd bedraagt twee jaar en voor een promotietraject drie jaar. De Casimir-posities worden aangevraagd in het kader van het Open Technologiepro-

gramma van STW en zijn altijd onderdeel van een groter onderzoeksplan. De regeling beoogt een intensieve uitwisseling tussen onderzoekers uit de academische wereld en het bedrijfsleven. De Casimir-regeling was in een licht afwijkende vorm van kracht tussen 2005 en 2007. p

Meer informatie: www.stw.nl

Europese Commissie betaalt mee aan Dow-project

Werkloze onderzoekers tijdelijk aan de slag

fo

to: D

ow

Innovatie

mei 2009 Chemie magazine 13

CM0905_p11_innovatie.indd 13 15-05-2009 10:56:34

Page 14: Chemie magazine 2009 - mei

vaten internals montage

FIB Industriële Bedrijven: specialist in rvs voor de procesindustrie. Kennismaken?

Graag. Belt u even of kijk op www.fib.nl

Serving the industry

FIB Industriële Bedrijven

Einsteinweg 18

8912 AP Leeuwarden

Tel (058) 294 59 45

Fax (058) 212 57 42

Page 15: Chemie magazine 2009 - mei

Sjoerd Looijs van de VNCI is blij met de intensieve deelname:

‘Het illustreert dat veiligheid, gezondheid en duurzame ontwik-keling maatschappelijk steeds breder worden gedragen. Ik denk dat de vernieuwde Responsible Care-prijs, waarbij we meer aan-dacht besteden aan duurzaam-heid en transparantie, beter aan-sluit op de behoefte in de samenleving en dus méér men-sen aanspreekt.’‘Wij hebben het afgelopen jaar gesprekken gevoerd met stake-

holders, zoals onder meer vak-bond het CNV, de Stichting Natuur en Milieu, DCMR Milieudienst Rijnmond en de Arbeidsinspectie. Het advies van hen was om werk-nemers meer te betrekken bij Responsible Care. Jammer genoeg had de Consumentenbond geen interesse voor de gespreks-ronde. Wel opmerkelijk, omdat de bond altijd claimt dat zij zich inzet voor kwaliteit. We hadden niet verwacht dat zij de mogelijkheid om bij te dragen aan betere pro-ducten zouden afwijzen. We zijn

nu nog op zoek naar een consu-mentenorganisatie die deel uit wil maken van de groep stakeholders in het kader van Responsible Care. Wellicht komen we met de hulp van zo’n organisatie tot nieuwe verbeteringen.’Voor deze editie van de uitreiking van de Responsible Care-prijs is een flyer gemaakt met daarin concrete voorbeelden van projec-ten die voor de prijs in aanmer-king komen. ‘Ook kleinere projec-ten zijn door deze aanpak betrokken geraakt. Daar zijn we erg content mee, want hoe meer partijen zich inzetten voor duur-zaamheid hoe beter’, vertelt Sjoerd Looijs.

InzendersDe inzendingen zijn afkomstig van AkzoNobel, Dow Benelux, Dr. W. Kolb Nederland, DSM, Chemtura, Eastman Chemical, SABIC en BASF. Het gaat om projecten variërend van afvalre-ductie, warmtewinning, veiligheid voor personeel, tot het herstel van vertrouwen van bewoners na bijvoorbeeld een bodemveront-reiniging. Sjoerd Looijs vertelt dat de jury nu al in conclaaf is over hoe de kleinere projecten met minder opbrengsten verge-leken kunnen worden met de projecten met grote opbrengsten. Looijs: ‘Ik heb er alle vertrouwen

in dat de deskundige jury daar-voor een goede maatstaf zal vin-den.’De criteria voor jurering bestaan uit de mate waarin een project inspiratie biedt voor andere deel-nemers. Verder is de mate van invoering van de zes Responsible Care thema’s (Procesveiligheid, Arbo, Milieu, Product Steward-ship, Distributie en Communica-tie) van belang en moet er intern en extern zijn gecommuniceerd over het Responsible Care-pro-gramma. In 2008 werd de prijs uitgereikt aan DSM Agro BV voor het beha-len van het wereldrecord emmis-siereductie N2O broeikasgas in de salpeterzuurfabriek. Wie dit jaar de prijs in de wacht zal sle-pen, wordt tijdens de VNCI-jaar-vergadering op 4 juni in de Grote Kerk in Den Haag bekendge-maakt. Het Responsible Care-programma is ruim twintig jaar geleden geïntroduceerd en wordt inmiddels in 53 landen toegepast. De winnaar van de nationale Responsible Care-prijs dingt automatisch mee naar de inter-nationale Responsible Care Award die de Europese branche-vereniging Cefic uitreikt. Meer informatie over het wereldwijde Responsible Care-programma is te vinden op www.responsiblecare.org p

De VNCI gaat half juni weer in gesprek met onder andere vakbond CNV, Natuur en Milieu en het ministerie van VROM over het vernieuwde Responsible Care-rap-port. ‘Daarbij kijken we vooral of ze tevre-den zijn over de manier waarop we in het nieuwe rapport invulling hebben gegeven aan eerdere suggesties voor verbeterin-gen’, zegt VNCI beleidsmedewerker Sjoerd Looijs.

De VNCI is twee jaar geleden gestart met een zogeheten ‘stakeholderdialoog’. In

de praktijk komt het er op neer dat de ver-eniging verschillende gesprekken voert met mensen en organisaties uit de samen-

leving over de manier waarop zij tegen het Responsible Care-rapport aankijken. Het bijbehorende programma is door de indu-strie in de jaren negentig opgezet om de prestaties op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu continu te verbeteren. De vereniging brengt ieder jaar een rapport uit waar belangstellenden informatie over deze verbeteringen kunnen vinden. Sjoerd Looijs: ‘Maar uit eerdere gesprekken met verschillende partijen bleek dat er behoefte bestond aan een ander soort informatie. Niet alleen harde cijfers over de uitstoot van verschillende stoffen, maar bijvoor-beeld ook voorbeelden over de manier waarop bedrijven in de praktijk invulling

aan het programma geven. Verder plaats-ten sommige partijen vraagtekens bij de waarde van de data. Dat hebben we onder-vangen door nog meer gebruik te maken van cijfermateriaal uit CBS- en NMP-rap-porten. Deze zijn immers al gevalideerd. Overigens starten we in 2010 met een steekproefsgewijze controle van alle aan-geleverde informatie op Responsible Care-gebied van enkele lidbedrijven door een onafhankelijke accountant. Ook plaatsen we actueel cijfermateriaal tegenwoordig meteen op de VNCI-website.’ p

Meer informatie: Sjoerd Looijs, tel. 070-3378747, e-mail: [email protected]

Dertien aanmeldingen Responsible Care-prijs

VNCI in gesprek met verschillende partijen

Van afvalreductie tot warmtewinning

Wat vindt de buitenwereld van Responsible Care?

Ondanks de kredietcrisis zijn er dit jaar veel aanmeldingen voor de Responsible Care-prijs 2009. In totaal dingen dertien verschillende projecten mee naar de glazen sculptuur. Verheugend is dat er dit jaar ook enkele kleinere projecten zijn ingediend.

DSM Agro ontving vorig jaar de prijs voor de beëindiging van de uitstoot van lachgas in de salpeterzuurfabriek

Duurzaam ondernemen

mei 2009 Chemie magazine 15

CM0905_p15_duurzaam ondernemen.indd 15 15-05-2009 10:55:47

Page 16: Chemie magazine 2009 - mei

Inspecties Rijnmond werken samen

Overlegggroep vergunningverlening en toezicht

Twaalf inspectiediensten werken vanaf half april samen om toezicht te houden op 45 grotere chemiebedrijven in de Rijnmond. De VNCI staat positief tegenover het initiatief en streeft er met het ministerie van VROM naar om het concept landelijk in te voeren.

Na achttien proefprojecten was het half april eindelijk zover. Twaalf directeuren

van onder andere DCMR Milieudienst Rijn-mond, VROM-Inspectie en Veiligheidsregio Rotterdam, ondertekenden in de Maasstad

een overeenkomst om samen te gaan wer-ken bij het toezicht op 45 grotere chemiebe-drijven in de regio. Volgens beleidsmedewerker Meryam Twisk van DCMR en projectleider van de Frontoffice Chemie Rijnmond ervaren de deelnemende bedrijven in de toekomst minder toezichts-last. ‘Zo hebben ze voortaan een in plaats van twaalf aanspreekpunten. De coördinerend toezichthouder organiseert onder meer de samenwerking en de rapportage. Verder is er slechts één inspectiemaand in plaats van

inspecties door het jaar heen. De inspecteurs zijn op het bedrijf en op elkaar ingespeeld. Er is geen dubbel toezicht en slechts een in plaats van twaalf rapporten.’ De VNCI staat positief tegenover het initiatief en streeft er met het ministerie van VROM naar om dit concept landelijk in te voeren, in het kader van het project Vernieuwing Toezicht. p

Meer informatie: VNCI-speerpuntmanager Veilig-heid, Gezondheid en Milieu Eduard van der Wilt, tel. 070-3378739, e-mail: [email protected]

De VNCI neemt het initiatief voor de oprichting van een overleggroep die zich richt op vraagstukken op het gebied van vergunningverlening en het toezicht van inspectiediensten bij chemische bedrijven.

De overleggroep chemische industrie, samengesteld uit vertegenwoordigers

van chemische bedrijven en de overheid, heeft onlangs in een brief gereageerd op de plannen van het ministerie van VROM om na de afloop van het milieuconvenant in 2010 met elkaar in gesprek te blijven. De groep onderstreept het belang van blijvend over-

leg over het toekomstig bedrijfsgericht milieubeleid, en heeft VROM een aantal concrete aanwijzingen gegeven om het voorstel van het ministerie met de naam ‘Samenwerken op Maat’ (SoM) te verbete-ren. Zo zijn de doelstellingen nog niet helemaal duidelijk en moeten er heldere afspraken worden gemaakt over de status van de nieuwe overleggroep. Volgens VNCI-beleidsmedewerker Leantine Mulder-Boeve zijn er straks drie vormen van over-leg. ‘In de milieucommissie van VNO-NCW, het DG-overleg, praten we over beleidsvor-

mende onderwerpen. Denk bijvoorbeeld aan NOx-emissiehandel. De nieuwe over-leggroep SoM richt zich op de invoering van milieubeleid. Daarnaast neemt de VNCI het initiatief voor de oprichting van een overleg-groep die zich richt op vraagstukken op het gebied van vergunningverlening en het toezicht van inspectiediensten bij chemi-sche bedrijven. Daarbij gaat het om de uit-voering van beleid.’ p

Meer informatie: Leantine Mulder-Boeve; tel. 070-3378742, e-mail: [email protected]

Minder toezichtslast voor bedrijven

VNCI neemt initiatief voor oprichting

Eerste rij (voorgrond van links naar rechts); de heer mr. J.H. van den Heuvel (DCMR Milieudienst Rijnmond), de heer dr. J. Blenkers (VROM inspectie), de heer ing. M.M.J. Allessie (Nederlandse Emissieautoriteit) Midden (van links naar rechts); de heer J. Lems (Het Havenbedrijf Rotterdam), mevrouw ir. M. A. Zuurbier (De Arbeidsinspectie, directie Arbeidsomstandighe-den), de heer ing. D. Verploegh (Inspectie Verkeer en Waterstaat), de heer ir. B.M. van Egmond (Het Hoogheemraadschap Delfland)Achter van links naar rechts; de heer drs. L. Bontes (De regionale brandweerorganisatie), de heer ing. M.R. Rietberg (Provincie Zuid-Holland), de heer ir. H.T.J. Peelen (Het Waterschap Hollandse Delta), de heer R. Valkhof (Rijkswaterstaat)

16 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p16_veiligheid en milieu.indd 16 18-05-2009 10:09:11

Page 17: Chemie magazine 2009 - mei

Begin 2009 is Europa begonnen met de invoering van GHS, het mondiale systeem voor het classificeren en etiketteren van chemische stoffen. Dit heeft ook gevolgen voor het BRZO, oftewel de regels voor het omgaan met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Volgens Robert Mout van DCMR Milieudienst Rijnmond veran-dert er weinig voor brandbare stof-fen, maar wel het een en ander voor toxische stoffen.

Robert Mout van DCMR Milieu-dienst Rijnmond heeft namens het

ministerie van VROM zitting in de Europese technische werkgroep die de afgelopen maanden een voorstel heeft uitgewerkt om de Seveso II-richtlijn in lijn te brengen met GHS. Deze Europese richtlijn is in Neder-land uitgewerkt in het BRZO (Besluit Risico’s Zware ongevallen 1999). Opdrachtgever van de technische werkgroep is het Committee of Com-petent Autorities, een groep ambtena-ren uit verschillende Europese lidsta-ten die een soort bestuur vormen van de Seveso II-richtlijn.Mout schets de belangrijkste gevol-gen: ‘De grenswaarden voor brand-bare vloeistoffen veranderen. Tot nu toe worden er grenswaarden gehan-teerd met een vlampunt tussen 21 en 55 oC. Het vlampunt is de laagste tem-peratuur, waarbij een brandbare stof nog genoeg damp afgeeft om te kun-nen ontbranden. Als gevolg van GHS veranderen de grenswaarden van 21°C naar 23°C en van 55°C naar 61°C. Wanneer je als bedrijf een vloeistof hebt met een vlampunt van bijvoor-beeld 58 graden, dan komt die vloei-stof nu dus onder het BRZO te vallen. Voor de rest blijft de lijst met brand-bare stoffen, die onder het BRZO val-len, grotendeels hetzelfde.’

Uitgebreide verplichtingenBij de groep toxische stoffen veran-dert er meer. Afhankelijk van de hoe-veelheid opgeslagen stoffen moeten bedrijven aan basisverplichtingen dan wel uitgebreide verplichtingen vol-doen. Dat verandert verder niet. De discussie draait vooral om de vraag of de nieuwe indeling voor giftige stoffen, de GHS-categorie 2 en/of 3, hetzelfde moet blijven als de huidige indeling ‘T’ voor alle zogenoemde opnameroutes (door inslikken of inademen en via de huid). Macco Korteweg Maris, beleidsmede-

werker Veiligheid, Gezondheid en Milieu van de VNCI: ‘Afhankelijk van de uitkomst van deze discussie zal het BRZO-regime ofwel iets strenger, ofwel iets soepeler uitpakken. Het uitgangspunt van de overheid is, dat het beschermingsniveau rond giftige stoffen gemiddeld genomen gelijk blijft, maar dat sluit verschuivingen niet uit. Voor individuele bedrijven, die net op de grens zitten van GHS-categorie 2/3, kan dit betekenen dat ze voor het eerst onder het BRZO-regime komen te vallen, of voor het eerst onder de zware categorie. In die gevallen zijn de gevolgen van GHS dus wel ingrijpend. Ook kan GHS conse-quenties hebben voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen (PGS 15), maar die discussie moet het bedrijfs-leven nog met de overheid gaan voe-ren. Ook hierbij is de inzet, dat het allemaal realistisch en pragmatisch moet blijven.’

Geen gevolgen veiligheidMout: ‘Als technische werkgroep pro-beren we de veranderingen zo beperkt mogelijk te houden. We werken bin-nen twee randvoorwaarden. De eerste is dat het aanpassen van de Seveso II-richtlijn aan GHS geen gevolgen heeft voor het niveau van de veiligheid, dus dat de richtlijn niet strenger of minder streng wordt.

De tweede is, dat het aanpassen niet leidt tot het uitbreiden van de scope van de richtlijn. Het is met andere woorden niet de bedoeling, dat er straks ineens veel meer stoffen en bedrijven onder de BRZO komen te vallen en ook niet dat de aanpassing tot een lastenverzwaring van het bedrijfsleven leidt. Kortom “houdt het simpel”, luidt onze opdracht. Het Europese Parlement zal zich waar-schijnlijk in het voorjaar van 2010 over het voorstel buigen. Na goedkeuring zal de wijziging van de Seveso II-richt-lijn eind 2010 of in 2011 ingaan.’ Korteweg Maris: ‘Voor individuele bedrijven met slechts enkele produc-ten kan de aanpassing wel degelijk gevolgen hebben. Als er bijvoorbeeld veel van een product met een vlam-punt tussen de 55 en 61 graden Cel-sius aanwezig is, dan komt het bedrijf ineens onder BRZO te vallen. De meeste VNCI-leden vallen al onder het BRZO en voor hen verandert er weinig. Voor de bedrijven die net op de grens zitten van de lage of hoge drem-pelwaarden van het BRZO kunnen er dus verschuivingen optreden met de nodige consequenties.’ p

Meer informatie: Macco Korteweg Maris, telefoon 070 – 337 87 48 e-mail: [email protected]

GHS heeft gevolgen voor BRZO

Consequenties kunnen voor individuele bedrijven ingrijpend zijn

Robert Mout van DCMR Milieudienst Rijnmond

Veiligheid, gezondheid en milieu

mei 2009 Chemie magazine 17

CM0905_p16_veiligheid en milieu.indd 17 18-05-2009 10:09:19

Page 18: Chemie magazine 2009 - mei

Toonaangevendin duurzaam afvalbeheerwww.indaver.com

Total Waste Management partner voor de industrie

Indaver biedt de industrie totaaloplossingen op het vlak van afvalverwerking, logistiek

en onsite beheer. Wij garanderen voor elke afvalstroom – gevaarlijk en niet-gevaarlijk –

de beste oplossing op het gebied van techniek en kostprijs. Daarvoor beschikken we

over diverse eigen hoogtechnologische installaties en betrouwbare partners.

Indaver beschikt over de juiste expertise om complexe afvalprojecten effi ciënt te

implementeren. Dankzij een transparante dienstverlening die voortdurend wordt

geëvalueerd en verbeterd, garandeert Indaver de laagste Total Cost of Ownership.

Ondertussen kan de klant zich concentreren op zijn eigen corebusiness.

Veiligheid en wettelijke conformiteit zijn steeds van het grootste belang. Op dat

vlak neemt Indaver geen enkel risico en worden liabilities vermeden.

[email protected] Tel. +31 115 61 90 48

www.indaver.nl

IND599AdvIWS_CHM_Ma09.indd 1IND599AdvIWS_CHM_Ma09.indd 1 20-04-2009 11:38:1120-04-2009 11:38:11

creo
Page 19: Chemie magazine 2009 - mei

Symposium driedimensionale chemie

‘ Best practices’ kennis beheer procesindustrie

Online platform voor de chemie

Ter ere van de 135ste ver-jaardag van de ontdekking

van tetraëdische koolstofato-men door Nobelprijswinnaar J.H. van ’t Hoff organiseert de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) een serie lezingen. Van ’t Hoff (1852-1911) ontdekte in 1874 dat moleculen niet plat waren, maar driedimensio-naal. Hij stelde voor om tetra-eders te gebruiken als model voor een molecuul, waarbij het koolstofatoom zich in het mid-den van de tetraëder bevindt. Vier vooraanstaande, interna-tionale wetenschappers bie-den op 19 juni een overzicht van de huidige stand van de

wetenschap. Alle sprekers ontvangen de J.H. van ’t Hoff Awards, die worden gefinan-cierd uit het legaat van de in 1911 overleden chemicus. De J.H. van ’t Hoff Award Lectureship is een terugke-rend evenement. In 2002 werd het laatste symposium gehou-den ter ere van het 100-jarig bestaan van de Nobelprijs. Deelnemers kunnen tevens een bezoek brengen aan de nieuwe NEMO-expositie ‘Searching for Life’. Deelname aan het evenement is gratis. Belangstellenden kunnen een gedetailleerd programma vinden en zich aanmelden via www.hoff2009.nl p

Het netwerk van bedrijven in de procesindustrie (NAP) reikt in een nieuwe publicatie instrumenten aan voor het beheer van kennis in de procesindustrie.

De uitgave ‘Knowledge Manage-ment in the Process Industry’

kwam tot stand na een uitwisseling van ‘best practices’ tussen negen bedrijven, waaronder Unilever, DSM en AkzoNobel. Volgens NAP-direc-teur Jaap de Kleijn zijn de resultaten opmerkelijk: ‘De meest cruciale kennis voor bedrijven is de impliciete kennis die zich in de hoofden van mensen bevindt. Of die mensen bereid zijn om hun kennis te delen, hangt sterk af van de bedrijfscultuur. In een organisatie waar kennis macht betekent, blijkt dat lastig te zijn. Een open managementcultuur biedt daarvoor veel meer mogelijk-heden. We kunnen dus concluderen dat we voor het behoud van harde kennis afhankelijk zijn van zachte factoren zoals mensen en cultuur.’ In de publicatie worden al deze aspecten uitgebreid behandeld. Belangstellenden kunnen de uitgave bestellen op www.napnetwerk.nl NAP-deelnemers betalen 30 euro en niet-deelnemers 40 euro. p

Sdu Uitgevers heeft samen met de VNCI Chemiezone Netwerk ontwikkeld. Een nieuw online platform waar de chemische branche kan zoeken naar leve-ranciers, producten, merken of diensten in de che-mie. Het netwerk is via internet vrij toegankelijk en te vinden via www.chemiezone.nl.

Met de introductie van Chemiezone Netwerk maakt Sdu Uitgevers samen de VNCI de branche inzich-

telijk. Wie zit waar, vergelijken van aanbod, het kan allemaal in Chemiezone Netwerk. Het netwerk is onderdeel van Chemiezone. Deze online portal biedt diverse databases waaronder: Chemiekaarten©, Veilig-heidsbladen, VGS en Gevarenkaarten. Met de toevoe-ging van Chemiezone Netwerk groeit Chemiezone uit tot een complete portal. Behalve alle informatie die nodig is om veilig te werken met chemische stoffen, biedt het een platform om leden van de branche met elkaar in contact te brengen.p

Meer informatie: [email protected]

In Science Center NEMO in Amsterdam kunnen belangstel-lenden op 19 juni de grenzen van de driedimensionale chemie verkennen.

Van ‘t Hoff lezing in NEMO

Nieuwe NAP-publicatie Chemiezone Netwerk

be

eld

: dH

V

Actueel

mei 2009 Chemie magazine 19

CM0905_p19_actueel.indd 19 18-05-2009 10:11:21

Page 20: Chemie magazine 2009 - mei

Dé afvalverwerker

www.atmmoerdijk.nlTel: 0168-389289 Fax: 0168-389270

Contactpersonen:

Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)

Afvalstoffen Terminal

Moerdijk BV

Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk

Verwerker van: Industrieel afvalwaterOliehoudend afval BrandstofrestenChemisch afval

ATM is een bedrijf.

Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

creo
Page 21: Chemie magazine 2009 - mei

Defensief en onzichtbaarChemische bedrijven kunnen op communi-catiegebied een hoop verbeteren. Maar ook de media zouden eens wat kritischer naar hun beoordelend vermogen moeten kijken. Er verschijnt veel onzin over de branche, bleek onlangs tijdens een door ‘Chemie is overal’ georganiseerd journalistenpanel.

’Door de grote werkdruk op redacties nemen journalisten persberichten

steeds vaker een op een over. Het basisprin-cipe van de journalistiek, hoor en wederhoor, komt daardoor in gevaar. Met als gevolg dat zelfs de kolommen van gerenommeerde kranten een hoop onzin bevatten over chemi-sche onderwerpen’, stelde freelance journa-list Joost van Kasteren tijdens de discussie. ‘Bovendien denken veel journalisten in plat-getreden paden. Alles wat riekt naar moderne productiemethoden wekt tegen-woordig wantrouwen op. Kunstmest is slecht en biologische landbouw is goed. De nuance is vaak ver te zoeken.’ ‘Chemie is overal’, het samenwerkingsver-band tussen chemische industrie, onderzoek en onderwijs, had het panel begin mei op het VNCI-kantoor in Den Haag georganiseerd om meer inzicht te krijgen in de manier waarop journalisten tegenover de chemie staan. Wat is hun mening over het imago? Hoe schrijven ze over het vakgebied? Vanuit welke invals-hoeken? Missen ze informatie? En wat weten ze van chemisch onderzoek, het onderwijs en de toepassingen in het dagelijkse leven? Het is overigens de bedoeling dat er verge-lijkbare bijeenkomsten met jongeren, hoogle-raren en politici gaan plaatsvinden.

ThuiswedstrijdVijf journalisten hadden aan de uitnodiging gehoor gegeven. En die speelden een thuis-wedstrijd, want op Koos Schwartz van FemBusiness na maken ze allen als freelan-cer deel uit van redacties van vakbladen en websites waar de chemie al uitgebreid aan bod komt. Bovendien hebben de meesten een bèta-opleiding op universitair niveau gevolgd, in tegenstelling tot journalisten van reguliere media die meestal een alfa-achtergrond heb-ben.De discussie werd geleid door hoofdredac-teur Wim Raaijen van het vakblad Petrochem. Aan de hand van verschillende sheets, met daarop steeds twee tegenstellingen afge-beeld, ontspon zich een levendig debat. Waarom maakt de VNCI zich eigenlijk druk over het imago van de branche, vroegen som-migen zich af? De vereniging representeert immers een sector die jaar na jaar de omzet ziet stijgen. En nieuwe fabrieken komen nog

steeds naar ons land. ‘De chemie heeft, zeker in vergelijking met de bankiers en de kabel-aars, een neutraal imago. Wat is nu het pro-bleem?’, aldus Koos Schwartz van FemBusiness. Volgens bedrijfsjournalist Erik te Roller moet de chemie haar hand gedeeltelijk in eigen boezem steken. ‘De branche heeft twee kan-ten. De kantoorgebouwen en fabrieken zien er vaak onaantrekkelijk uit. Tegelijkertijd worden er zeer innovatieve producten gemaakt die een oplossing bieden voor tal van maatschappelijke problemen. Maar dat zie je niet zo snel als je bijvoorbeeld door de Botlek rijdt.’Strategisch marketing- en communicatiema-nager voor de petrochemische industrie, Marlies Lukkes ziet daarbij een duidelijke rol weggelegd voor het onderwijs. ‘Jonge kinde-ren moeten al op vroege leeftijd kennis maken met techniek. Dan kunnen ze zich nog verwonderen. Dat gebeurt te weinig. Zo heeft mijn zoon als enige in de klas een Natuur- en Techniek-profiel.’

Laag zelfbewustzijnWim Raaijen verwees naar Huntsman waar kinderen van een geadopteerde basisschool silo’s van een vrolijk kleurtje hebben voor-zien. ‘Wellicht zouden meer bedrijven dat kunnen overwegen.’ ‘Of plant eens een paar mooie bomen op de uitgestrekte groene vlak-tes van chemische bedrijven’, suggereerde Joost van Kasteren.Harm Ikink, redacteur van Kennislink, wees op het feit dat mensen zonder al te veel zor-gen in gedateerde vliegtuigen de hele wereld over reizen. ‘En dan hebben ze wel het idee dat ze in een hightech product worden ver-voerd. Het heeft dus met perceptie te maken.’ Wim Raaijen stond ook stil bij het ‘Calimero-effect’ in de chemie. ‘Veel chemici klagen dat de gemiddelde burger geen oog heeft voor de nuttige zaken die zij allemaal ontwikkelen. Verder kruipen ze in hun schulp als er kritiek is op bepaalde onderwerpen. Het zelfbewust-zijn staat op een laag pitje. Dat kan beter.’Deze observatie leidde tot een aantal felle reacties, onder andere van Joost van Kaste-ren. ‘Het is toch van den zotte wat er allemaal voor onzin in de media verschijnt over bepaalde onderwerpen. Neem bijvoorbeeld genetisch gemanipuleerde maïs. Jarenlang onderzocht en tot op het hoogste Europese wetenschappelijke niveau goedgekeurd, maar het komt niet op de markt door de hor-rorverhalen van de milieubeweging. Ik vind dat de betrokken bedrijven zich veel feller in dergelijke discussies moeten opstellen. Met de vuist op tafel! Maar ze laten zich veel te

weinig horen. En dat geldt ook voor de VNCI. Daar hoor je niet veel van in actuele maat-schappelijke discussies.’

VNCI te defensiefTe voorzichtig, te defensief, en in de media kom je ze niet of nauwelijks tegen. Dat waren vervolgens enkele kwalificaties over het persbeleid van de vereniging. ‘Ik heb wel eens het gevoel dat de VNCI zich veel te veel achter het langzaamst lopende lid schaart’, meende Joost van Kasteren. ‘En dat terwijl er toch zoveel positieve zaken zijn om over te berichten’, aldus Wim Raaijen. ‘De branche zou veel meer haar innovatieve kracht over het voetlicht moeten brengen. Maar dat gebeurt veel te weinig. Het hoeft echt niet allemaal wetenschappelijk onder-bouwd te zijn.’‘Om snel op de actualiteit in te spelen, moet de branche een team van communicatiema-nagers het mandaat geven om op alle vragen meteen te kunnen antwoorden’, vond Erik te Roller. ‘Bij een hype à la de scobidootouwtjes, kan de industrie dan meteen goed weerwoord geven.’‘Toch blijft de berichtgeving over de branche een ingewikkelde zaak’, meende Koos Schwartz. ‘Sinds ik over de chemie schrijf, weet ik dat er knap nuttige zaken worden gemaakt. Maar het is en blijft verdomd lastig om het op een aansprekende, begrijpelijke manier aan de lezer uit te leggen.’ p

Journalistenpanel discussieert over imago chemie

Gespreksleider Wim Raaijen, hoofredacteur van Petrochem

Actueel

mei 2009 Chemie magazine 21

CM0905_p19_actueel.indd 21 18-05-2009 10:11:27

Page 22: Chemie magazine 2009 - mei

Lijsttrekkers erkennen belang chemie

voor innovatie

‘De chemische industrie is een bedrijfstak waar we zuinig op

moeten zijn. Zij is van groot belang voor de innovatie. Opmerkelijk in het rapport van de High Level Group on Chemicals vind ik de constatering dat

nieuwe industrielanden weliswaar over de modernste chemische fabrie-ken beschikken, maar toch een con-currentienadeel hebben, omdat ze ver verwijderd zitten van hoogwaardige klanten in Europa. De Nederlandse

chemische industrie zit dichterbij de Europese klanten en profiteert daar dus van. Maar tegelijk zeg ik: ‘Neder-land pas op je zaak. Zorg dat de che-mische industrie in Nederland behou-den blijft met inachtneming natuurlijk van de zorg voor veiligheid en milieu. De bedrijfstak heeft positieve effecten voor de werkgelegenheid en innovatie. Voor mij weegt dat zwaarder dan de risico’s op het gebied van veiligheid en milieu.’‘De sector mag best trots zijn op het

De Europese chemische industrie is innovatief. Ze draagt bij aan de realisatie van duurzame ontwikkeling en moet daarom gekoesterd worden. Dat zeggen twee lijsttrekkers van de Europese Verkiezingen, Wim van de Camp van het CDA en Thijs Berman van de PvdA. Een concrete vertaling van die visie in een industriebeleid ontbreekt echter nog, ook bij de andere politieke partijen.

‘Ik ben opgegroeid onder de rook van Organon in Oss. Later heb ik onder meer bodemkunde en bemestingsleer gestudeerd aan de Rijks Hogere Landbouw-school voor Tropische Landbouw in Deventer. Dat was een en al chemie. Ver-der heb ik als lid van Tweede Kamer veel contact met de VNCI gehad. Kortom, ik heb wel iets met chemie’, zegt Wim van de Camp, lijsttrekker van het CDA voor de Europese Verkiezingen.

‘Nederland, pas op je zaak!’CDA-lijsttrekker Wim van de Camp:

Wim van de Camp

Fo

to: F

lic

kr

22 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p19_actueel.indd 22 18-05-2009 10:11:42

Page 23: Chemie magazine 2009 - mei

‘We zitten nu in een enorme eco-nomische crisis met daarbij

ook nog de uitdaging een klimaatneu-trale samenleving te realiseren. Het werk van werknemers staat op het spel. Daarom moeten we zorgen voor investeringen in duurzame energie en dus zorgen voor een beter milieu, alleen dat is de uitweg uit de crisis. Daar kan de chemiesector aan bijdra-gen door chemische producten niet meer op fossiele grondstoffen te base-ren maar op hernieuwbare grondstof-fen. Dat heeft een enorme toekomst. Het is daarom ook een heel interes-sante tijd voor chemici en biochemici. Zo’n ontwikkeling konden we 25 jaar geleden niet voorzien’, aldus Berman.

Naar aanleiding van het rapport van de High Level Group on Chemicals merkt Berman op dat de chemische industrie op zichzelf geen punt van discussie is. ‘De vraag is niet of Europa zonder chemie kan, maar wat de Europese Unie en de lidstaten kunnen doen om de branche te faciliteren bij haar inno-vatie. Voor het Zevende Kaderpro-gramma van de EU is 50 miljard euro uitgetrokken verspreid over zeven jaar. Dat gaat voor een belangrijk deel naar onderzoek en ontwikkeling op het

gebied van duurzame energie en her-nieuwbare grondstoffen. Dat is veel te weinig vergeleken met de Verenigde Staten en Japan, waar ze twee keer zo veel aan innovatie uitgeven. Dat kan anders. Daarvoor moeten we de Euro-pese landbouwbegroting hervormen, waardoor er meer geld vrijkomt voor onderzoek en ontwikkeling.’

Berman is voor een krachtig over-heidsbeleid. ‘In de afgelopen vijftien jaar domineerde de ideologie van deregulering. Door de financiële crisis is dat nu voorbij. Het is duidelijk dat een sterke markt een sterke overheid nodig heeft. Maar we moeten natuur-lijk niet doorslaan naar overregule-ring. Het gaat om sociaal beleid, waar-mee we zorgen dat werknemers die werkzaam zijn in Europa, dus ook bij de Europese chemieconcerns, beschermd zijn. Dit moet zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden en milieu-voorwaarden. Europa moet zich niet aanpassen aan landen met minder rechten en regels, maar andersom. Mijn voorstel is dan ook om een Euro-pees meldpunt in te stellen voor zaken waarbij sociale rechten en milieurech-ten in het geding zijn, zowel voor bin-nen Europa als daarbuiten. Dit meld-

punt is een van de middelen waarmee je kunt werken aan een gelijk speel-veld.’

De chemische industrie vreest, dat het veilen van CO2-emissierechten vanaf 2012 zal leiden tot een gedeeltelijke verplaatsing van de productie naar landen waar niet, of veel minder, voor de CO2-uitstoot hoeft te worden betaald. Berman: ‘Daar vrezen onder-nemers altijd voor, maar dat is geen argument om van de veiling van CO2-rechten af te zien. Strengere eisen stimuleren bedrijven juist nieuwe pro-cessen en producten te ontwikkelen. Het eerste bedrijf dat aan de nieuwe eisen voldoet wint de concurrentie-slag. Van China kunnen we niet winnen door eisen uit te stellen. Ik sluit niet uit dat de productie van sommige laag-waardige producten uit Europa ver-dwijnt, maar dat proces is al eeuwen aan de gang. De productie van minder winstgevende producten verhuist altijd naar de periferie, dat houd je niet tegen. Voor ons in Europa is het zaak om mensen zo hoog mogelijk te scho-len en te zorgen voor een goede infra-structuur. Als we dat doen, dan winnen we de concurrentieslag.’ p

rapport van de High Level Group. Ik zie veel rapporten, maar bijna nooit zo’n positief rapport. Dit is een uitzon-dering. De High Level Group heeft drie factoren tegen elkaar afgewogen: aan de ene kant de rol die de chemie kan spelen bij het oplossen van de proble-men rond de schaarste aan energie en grondstoffen, plus die van de klimaat-verandering en het milieu. En aan de andere kant de opkomst van de con-currentie in de nieuwe industrielan-den en hoe je daarmee rekening moet houden. Dat die factoren tegelijk gewogen worden, is een eye-opener. De Europese Commissie is ervan overtuigd, dat de chemische industrie behouden moet blijven, dat zij bij-draagt aan de welvaart en het welzijn, en dat zij de ruimte moet krijgen om te innoveren.’‘We moeten ook van het idee af, dat de

vraagstukken op het gebied van ener-gie en milieu een bedreiging voor de industrie vormen. Ze vormen juist een bron van nieuwe ontwikkelingen: nieuwe processen, producten en meer omzet’, aldus Van de Camp.‘De Europese Commissie, het Euro-pese Parlement en de nationale over-heden moeten ervoor zorgen dat de aanbevelingen uit het HLG-rapport worden uitgevoerd. Het gevaar bestaat natuurlijk, dat het rapport onder de tafel verdwijnt en dat bij de huidige economische crisis nationale sentimenten de kop op steken. Als het aan Frankrijk ligt, worden alle Renaults en Peugeots van Franse lak voorzien. Vanuit het Europese Parle-ment moeten we er voor waken dat dit niet gebeurt. De chemische industrie moet het vooral hebben van innovatie, het vermijden van onnodige regeldruk

en een gelijk speelveld en niet van staatssteun. En stimuleren van inno-vatie kan door een goede match van de nationale en Europese program-ma’s voor innovatie. Volgens mij kan de chemische industrie met het HLG-rapport in de hand zeker meer aan-spraak maken op innovatiesubsidie.’Het woord ‘industrie’ komt in de ver-kiezingsprogramma’s van de politieke partijen niet voor. Van de Camp: ‘Bij het CDA zeggen we: “laat ze alsjeblieft op eigen benen staan. Maak ze niet afhankelijk van subsidies en regeltjes. Laat de markt gewoon z’n werk doen”. Ik heb de indruk dat dit de chemische industrie aardig lukt. Daarom richten we ons verkiezingprogramma in het verkiezingsprogramma op de priori-teiten en niet op sectoren als de che-mie die geen enorme overheidsmaat-regelen nodig hebben.’

‘Chemie is voor mij een vak waar ik op de middelbare school slecht in was. In natuurkunde was ik veel beter. Verder associeer ik chemie vooral met innova-tie en kunststofmaterialen, zoals nylon, die een eeuw geleden nog ondenk-baar waren’, zegt Thijs Berman, lijsttrekker van de PvdA bij de Europese ver-kiezingen op 4 juni aanstaande. Hij houdt zich in het Europese Parlement bezig met ontwikkelingssamenwerking en de Europese begroting.

‘Strengere eisen stimuleren de innovatie’Thijs Berman, PvdA-lijsttrekker:

Thijs Berman

Fo

to: F

lic

kr

Actueel

mei 2009 Chemie magazine 23

CM0905_p19_actueel.indd 23 18-05-2009 10:11:42

Page 24: Chemie magazine 2009 - mei

Gettin’ it done!

© d

ecre

alis

ten.

nl

What’s in the pipeline?

Nederland: T +31(0)10 462 16 66België: T +32(0)3 568 74 12

[email protected] www.mob-bv.nl

industrial projects multidisciplinaire shutdowns prefabrication piping

construction piping construction equipment steam-tracing

creo
Page 25: Chemie magazine 2009 - mei

Dow reikt prijs uit voor beste contractor

Congres over scheidingstechnologie

De technische dienstverlener GTI Zuidwest is voor haar veiligheidsprestaties door Dow Terneuzen beloond met de Contractor Award 2008.

Van de ruim twintig grote, vaste contrac-tors, die verenigd zijn in de Verenigde

Dow Partners (VDP), presteerde GTI in 2008 het best. De technische dienstverlener

voerde binnen VDP drie verbeterprojecten uit, leverde verschillende malen de MOS (Melding Ongewenste Situaties) van de maand en excelleerde in een specifiek pro-ject. Met de Award wil Dow waardering tonen voor haar contractors, omdat zij een belang-rijke bijdrage leveren aan de veiligheid. Alle contractors worden naast hun prestaties op

het gebied van veiligheid ook op een aantal andere gebieden beoordeeld, zoals innova-tie. DEMIS v.o.f. sleepte de eerste Innovatie Award in de wacht. De Awards werden op woensdagavond 15 april, uitgereikt in Dow’s communicatiecentrum ‘De Boerderij’ in Terneuzen. p

Het Dutch Separation Technology Institute (DSTI) organiseert op 4 en 5 juni een con-gres in Amersfoort over scheidingstechno-logie onder het motto: ‘Transforming Inven-tions into Innovations’.

Scheidingstechnologie is een van de the-ma’s van de Regiegroep Chemie. Tijdens

de bijeenkomst verzorgen Tim Cook (profes-

sor in Science Entrepreneurship aan de SAID Business School Oxford) en Frames-ceo Mat-thijs de Wilde een aantal lezingen. Daarnaast vinden er zes themasessies en twee work-shops plaats. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder meer energie en CO2, het compact maken van processen en gereed-schappen voor innovaties. Ook is er een beurs met informatie over scheidingsinnovaties en

posterpresentaties. Het congres vindt plaats in meeting center ‘De Eenhoorn’ in Amers-foort. De eerste dag is voor genodigden, dag twee staat open voor belangstellenden. p

Meer informatie: www.dsti.nl

GTI Zuidwest beloond voor veiligheidsprestaties

Lezingen en workshops

Hans de Rijk (GTI Zuidwest) neemt de award in ontvangst van Frans Kempenaars

Actueel

mei 2009 Chemie magazine 25

CM0905_p19_actueel.indd 25 18-05-2009 10:11:45

Page 26: Chemie magazine 2009 - mei

26 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p26_thema.indd 26 18-05-2009 11:14:15

Page 27: Chemie magazine 2009 - mei

Glanzende toekomst voor zonnecellen

Kredietcrisis stimuleert duurzame energievoorziening

eFo

to: S

hu

tte

rS

toc

k

Het is een merkwaardige paradox. Aan de ene kant moet Nederlands grootste fabriek van zonnecellen Solland Solar in Heerlen arbeidstijdverkorting voor zijn 200 productiemedewerkers aanvragen. Aan de andere kant verwacht het Solar Europe Industry Initiative dat de EU over tien jaar zes tot twaalf procent van de gevraagde elektriciteit produceert uit zonne-energie: een verveelvoudiging van de huidige capaciteit. Joost van Kasteren

et enige trots laat George Vervuurt, die bij Solland Solar verantwoordelijk is voor marke-ting en sales, het nieuwste product zien dat eind dit jaar op de markt komt: de Sunweb. De zon-necel is het resultaat van een samenwerking met het Energieonderzoek Centrum Nederland

(ECN ) en het bedrijf TTA/Eurotron dat zonnepanelen bouwt. Het bijzondere van de nieuwe zonnecel is dat er geen con-tactpunten meer op de voorkant zitten. Vervuurt: ‘Waar je vroeger enige afstand tussen de cellen in het paneel moest bewaren om een verbinding te leggen tussen de minpool van de ene en de pluspool van de andere, kunnen ze nu

tegen elkaar aan worden gelegd. Daarnaast kunnen we zilverdraden als geleider vervangen door koper, dat minder weerstand heeft. Bij elkaar levert dat tot negen procent meer energie op; in plaats van 200 Watt piekvermogen (Wp) levert de cel 220 Wp op.’ De Sunweb illustreert dat de rol van kristallijn silicium als basismateriaal voor zonnecellen nog lang niet is uitge-speeld. Sterker nog: kristallijn silicium is voorlopig nog het ‘werkpaard’ dat de doelstelling van zes tot twaalf procent elektriciteit uit zonne-energie moet zien te realiseren. Wim Sinke van Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN): ‘We hebben inmiddels een halve eeuw ervaring met dit type zonnecellen. Het rendement ligt nu tussen de

M

mei 2009 Chemie magazine 27

Thema

CM0905_p26_thema.indd 27 18-05-2009 11:14:23

Page 28: Chemie magazine 2009 - mei

twaalf en twintig procent, en kan de komende jaren verder stijgen naar 22 procent.’ Naast de ‘klassieke’ kristallijne zonnecel worden ook andere materialen gebruikt om een deel van de energie van de zon om te zetten in elektriciteit. Dunne filmsilicium bij-voorbeeld, waarbij amorf silicium in een laagje van enkele micrometers dik op folie wordt aangebracht. Een van de producenten is Nuon Helianthos in Arnhem. Het grote voordeel is de buigzaamheid van het materiaal waardoor het op allerlei gebogen oppervlakken kan worden aange-bracht. Het rendement is met zes – negen procent echter nog vrij laag. Daardoor is vrij veel oppervlak nodig per watt

piekvermogen. Volgens Sinke zit er op de langere termijn echter wel een verbetering in tot vijftien procent. Ook andere materialen dan silicium worden gebruikt voor het maken van zonnecellen. Cadmium Telluride (CdTe) bijvoorbeeld, dat goedkope zonnecellen levert met een ren-dement van acht tot elf procent, dat volgens Sinke nog kan worden opgeschroefd naar vijftien procent. Het probleem is echter dat tellurium niet op grote schaal beschikbaar is. Die beperking geldt minder voor componenten van een ander type zonnecel, die gemaakt worden van koper, indium, gallium en selenide, de CIS en de CIGS-cellen. Zij hebben bovendien een wat hoger rendement. Nadeel van deze cellen is dat de gebruikte materialen vrij duur zijn. Bij Scheuten Solar in Venlo probeert men dat te ondervangen door het coaten van glaspareltjes met CIS (het Sunrise-project), waardoor de kosten substantieel worden ver-laagd.

Gunstige technologische vooruitzichtenNaast deze min of meer gevestigde technieken om elektri-citeit uit zonlicht te halen, is er ook een aantal opkomende technieken, zoals Power Plastic van Konarka, een zonnecel van halfgeleidende polymeren, die onder meer in kleding kan worden gebruikt. Een ander voorbeeld is de zonnecel die gebruikt maakt van kleurstoffen, waarvan de e

Hoe maakt Solland Solar een zonnecel?Het uitgangsmateriaal van Solland Solar bestaat uit dunne (200 micrometer) plakjes polykristallijn silicium, licht verontreinigd met borium. In het eerste cluster wordt het oppervlak van de plaatjes schoongemaakt en opgeruwd. Met fosforzure mist wordt fosfor gedo-teerd als elektronendonor. Borium fungeert als elektronen-acceptor; het creëert ‘gaten’ in het halfgeleidermateriaal. Fosfor fungeert als elektronendonor; het levert mobiele elektronen. Door de dotering met fosfor ontstaat een zogeheten p-n overgang net onder het opper-

vlak van de siliciumcel. De fotonen van het opvallend zonlicht zorgen ervoor dat elektronen losraken en gaan stromen van donor naar acceptor. Na het aanbrengen van fosfor wordt in het tweede cluster een anti-reflectielaag van siliciumnitride aangebracht met behulp van PECVD (plasman enhanced chemical vapour deposition). In het derde cluster worden lijntjes zilverpasta ingebrand (voor de geleiding) en wordt er met de laser een groef in de zijkant van de cel aangebracht om kortsluiting in de cel te voorkomen.

‘Rendement zonnecellen stijgt nog steeds’

1830 1840 1850 1860 1870 1880 1890 1900 1910 1920

1839 De Franse fysicus A.E. Becquerel ontdekt het foto-voltaïsch effect.

1883 De Amerikaanse uitvinder Charles Fritts bouwt de eer-ste werkende zonnecel van selenium met een dun laagje goud. Het rendement is circa 1 procent.Tijdlijn

28 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p26_thema.indd 28 18-05-2009 11:14:33

Page 29: Chemie magazine 2009 - mei

1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010

1939 De Amerikaan Russell Shoema-ker Ohl ontrafelt het mechanisme achter de P/N junction en legt daarmee de basis voor de latere transistor en de moderne zonnecel.

1954 Daryl Chapin en zijn col-lega’s van Bell Laboratories presenteren de eerste bruikbare zonnecel op basis van silicium met een rende-ment van zes procent. In daaropvolgende jaren stijgt het rendement voortdurend tot 25 procent voor mono-kristallijn en 20 procent voor polykristallijn silicium.

1993 De eerste zonnecel met ‘dual junction’ komt in productie met een rendement van twintig procent. Ook hiervan stijgt het rendement voortdurend.

1989 Applied Solar Energy Corporation ontdekt per ongeluk de zonnecel met dubbele p/n overgang door gallium arsenide te hechten op een substraat van – onbedoeld – verontreinigd germanium.

1970 De Rus en latere Nobel-prijswinnaar (2000) Zhores Alferov bouwt de eerste gal-lium-arsenide zonnecel met een rendement van circa 15 procent.

1946 Diezelfde Russell Shoe-maker Ohl octrooieert de eerste halfgeleider zonnecel.

2009 Het Fraunhofer Instituut in Duits-land realiseert een rendement van 41,1 procent met een multiple junc-tion cell annex concentrator.

1958 Lancering van de eerste satelliet aangedreven door zonne-energie, de Vanguard 1.

mei 2009 Chemie magazine 29

Thema

CM0905_p26_thema.indd 29 18-05-2009 11:14:41

Page 30: Chemie magazine 2009 - mei

Grätzel-cell een variant is. Kenmerkend voor deze soorten zonnecellen is dat de kosten – in principe – vrij laag zijn, maar helaas ook het rendement. Dat laatste geldt dan weer niet voor nog geavanceerdere zonnecellen, die uit meerdere lagen bestaan, de zogeheten ‘multi-junction cells’. Door meerdere overgangen (junctions) te creëren en het zonlicht op de cel te concen-treren is het Duitse Fraunhofer Instituut er vorig jaar in geslaagd om een rendement van 41 procent te realiseren. Volgens Sinke moet langs deze weg uiteindelijk een rende-ment van 70 procent kunnen worden gehaald. Hoewel de technologische vooruitzichten gunstig zijn, heeft kristallijn silicium de beste papieren om op relatief korte termijn (tien jaar) het aandeel van zonne-energie in de elektriciteitsvoorziening op te krikken tot minimaal vier

procent. De voortekenen leken gunstig. ‘Tot medio septem-ber konden we niet aan de vraag voldoen’, zegt George Vervuurt van Solland Solar. Solland Solar is een Nederlands-Duits bedrijf met energiebedrijf Delta als grootste aandeelhouder. In 2005 werd begonnen met een productiecapaciteit van 20 MW per jaar. In de zomer van 2008 is de tweede productiehal in gebruik genomen, waar-door de capaciteit nu op 170 MW per jaar ligt.

Merkwaardig subsidiebeleidVervuurt: ‘In september 2008 zag onze vertegenwoordiger in Sjanghai in één week tijd de markt veranderen. Het aantal orders liep terug en er werden zelfs orders afbesteld.’ Een van de oorzaken van het inzakken van de vraag is de krediet-crisis, die het veel moeilijker maakt om zonne-energie pro-jecten gefinancierd te krijgen. Een andere, misschien nog belangrijkere oorzaak, is het merkwaardige subsidiebeleid van sommige overheden. Niet eens zozeer het schrale beleid van de Nederlandse overheid, die voor dit jaar subsidie ver-

leend voor 20 MW geïnstalleerd vermogen, als wel het te ruimhartige beleid van de Spaanse overheid. Vervuurt: ‘Spanje lanceerde enkele jaren geleden een uiterst gunstige regeling voor zonne-energie, waarna de markt explodeerde. In 2008 werd niet minder dan 2 gigawatt aan zonnepanelen besteld. Omdat er geen plafond was aan-gebracht, liepen ook de kosten hoog op; kosten die de Spaanse gebruiker betaalde via zijn elektriciteitsrekening. Daardoor zag de regering zich genoodzaakt om voor dit jaar een plafond aan te brengen van 500 MW. Het gevolg is wel dat er een behoorlijke overcapaciteit is ontstaan.’ Voor concurrentie uit lagelonenlanden, zoals China en India, is Vervuurt niet bang. Niet omdat ze in die landen geen zon-necellen kunnen maken, want dat kunnen ze wel. Maar vooral omdat loonkosten niet de grootste post zijn voor een zonnecellenbedrijf. Naast kapitaalskosten worden de kosten van zonnecellen vooral bepaald door de grondstof silicium. In principe is die overvloedig aanwezig in de wereld, maar er zijn maar een paar bedrijven die zand kunnen omzetten in zuiver silicium. Dat drijft de prijs op, zeker in een groeiende markt. Vervuurt: ‘De kosten van zuiver silicium liggen in de orde van grootte van 30 tot 50 dollar per kilo, maar op de spotmarkt betaal je soms het tienvoudige.’

Zonnecellen op dakenIn 2007 lanceerden de oorspronkelijke oprichters van Solland Solar - Gosse Boxhoorn, Hubert Thijs en Jan-Willem Hendriks - het plan om een ‘silicium mijn’ op te richten op het terrein van Chemelot in Limburg: ‘The Silicon Mine’ ofwel TSM. Geen echte mijn, maar een fabriek waar onzuiver silicium wordt onttrokken aan gesteente en via verdamping en destillatie wordt gezuiverd tot ‘solar grade’ silicium. De bedoeling was dat TSM eind dit jaar de poorten zou openen, maar door gebrek aan financiering is het project voorlopig in de ijskast terecht gekomen. Hoewel Solland Solar werktijdverkorting heeft moeten aanvragen is Vervuurt niet pessimistisch over de nabije toekomst. De markt in Duitsland trekt weer aan en ook elders groeit de animo voor het installeren van zonnecel-len. ‘Mede als gevolg van de kredietcrisis is duurzame ont-wikkeling weer stevig op de agenda komen te staan. Overal worden plannen gemaakt voor een duurzamere energie-voorziening en daar kunnen wij op meeliften. We hebben natuurlijk wel last van de crisis, maar veel minder dan andere bedrijfstakken.’ Wel is het zo dat de oorspronkelijke ambitie van Solland Solar, een productiecapaciteit van 500 MW in 2010, naar beneden is bijgesteld en nu is vastgesteld op 320 MW. Volgens Wim Sinke van ECN is het optimisme van Solland Solar niet uit de lucht gegrepen. Ondanks de crisis is de wereldwijde vraag vorig jaar gestegen van vier gigawatt tot 6,85 gigawatt en ook dit jaar zal die waarschijnlijk weer hoger zijn. Door schaalvergroting, technische ontwikkeling en gebruik van goedkopere materialen zal de prijs voor zonne-energie dalen van nu nog vijf dollar per watt piekver-mogen naar één dollar per watt voor een turn key installatie. Afhankelijk van de gemiddelde instraling van de zon kan de prijs voor elektriciteit dalen van nu nog 40 cent per kilowatt-uur naar twintig cent in 2020 en tien cent in 2030. Al bij twintig cent per kilowattuur - in 2020 - is het rendabel voor de consument om zonnepanelen op zijn dak te plaat-sen. Deze zogeheten ‘grid parity’ wordt volgend jaar al in Italië, waar zoals bekend de zon vaker schijnt dan bij ons. In de loop van het volgende decennium breidt de grid parity zich uit over Europa, vanuit het zuidoosten naar het noord-westen tot ruimschoots boven de poolcirkel in 2030. Kortom, een zonnige toekomst voor zonne-energie, die Sinke inspireert tot het aanhalen van een beroemde uit-spraak van Ronald Reagan: ‘You ain’t seen nothing yet. We’ve only just begun.'p

‘Minder last van crisis dan andere bedrijfstakken’

De oven waarin fosfor wordt ingebrand

30 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p26_thema.indd 30 18-05-2009 11:14:45

Page 31: Chemie magazine 2009 - mei

Answers for industry.

SIMATIC PCS 7Simatic PCS 7 onderscheidt zich van andere DCS-systemen als een process control and safety system voor het gehele werkgebied van de procesautomatisering. Eén van onze specialisaties is de migratie van bestaande DCS-applicaties naar PCS 7. Siemens levert hiervoor intelligente oplossingen van sensorniveau tot MES. Met Simatic IT voor een geïntegreerde modulaire MES-oplossing. PCS 7 en Simatic IT zijn bij uitstek geschikt voor het synchroniseren van uw productieprocessen in bestaande en in geheel nieuwe supply chain-processen. Voor meer informatie mail naar [email protected]. www.siemens.nl/dcs Setting standards with Totally Integrated Automation.

Vandaag investeren in DCS migratie?

Lease uw procesautomatisering bij Siemens

Simatic PCS7 A4.indd 1 12-05-2009 13:53:42

Page 32: Chemie magazine 2009 - mei

‘Doorzetten overname Rohm and Haas is teken

van vertrouwen’Chemiereus Dow heeft hectische maanden

achter de rug. In december werd een reorganisatie aangekondigd. In dezelfde maand liep een deal met partner PIC te elfder ure mis,

waardoor tevens de overname van fijnchemieconcern Rohm and Haas op losse

schroeven kwam te staan en daarmee een belangrijke stap in het ingezette

transformatieproces van bulk- naar fijnchemie. Maar eind maart werd alsnog de overname van

Rohm and Haas succesvol afgerond en kon over het eerste kwartaal van 2009 een (bescheiden)

winst worden genoteerd. Jos de Gruiter

Gerard van Harten (Dow) trots op ‘rondbreien’ deal

ow Chemical heeft in het eerste kwartaal van 2009 verrassend zwarte cijfers geschreven. De nettowinst kwam uit op 24 miljoen dol-lar, tegen overigens 941 mil-

joen dollar in hetzelfde kwartaal van een jaar eerder. De winst per aandeel, exclusief eenmalige posten, bedroeg twaalf dollarcent, terwijl analisten een verlies hadden voorzien van twintig cent per aandeel. De omzet daalde met 39 procent tot 9,09 miljard dollar. Analisten voorzagen een omzet van 11,6 miljard dollar.‘Goed dat we positief nieuws kunnen vertellen’, analyseert directeur Gerard

van Harten van Dow Terneuzen de cijfers, om er meteen relativerend aan toe te voegen: ‘Het is natuurlijk wel zo dat het resultaat voor een belangrijk deel het gevolg is van de doorge-voerde kostenreductie van 240 mil-joen. Als we die achterwege hadden gelaten, was er geen winst geboekt, maar zou het inderdaad zijn neergeko-men op die twintig cent verlies per aandeel. De organisatie heeft een hoge prijs betaald voor deze beschei-den winst.’Sinds medio februari combineert Van Harten de functie van directeur van de site in Terneuzen met het voorzitter-schap van de Raad van Bestuur van

Dow Benelux. Ook is hij verantwoor-delijk voor de coördinatie van de Manufacturing & Engineering activi-teiten van Dow in de regio Europa, Oost-Europa, Rusland, het Midden- Oosten en Afrika. Hij waarschuwt dat het onverwachte resultaat nog geen vroege zwaluw is die verbetering van de ontwikkeling op langere termijn aankondigt. ‘Bepaalde marktsegmen-ten doen het goed. Dow AgroSciences heeft bijvoorbeeld een goed eerste kwartaal gedraaid en ik verwacht dat die ontwikkeling zich in het tweede kwartaal voortzet. Dat segment heeft dus niet zo veel last van de crisis. In andere sectoren zien we natuurlijk

D

32 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p32_interview.indd 32 19-05-2009 11:51:53

Page 33: Chemie magazine 2009 - mei

e

wel degelijk dramatische cijfers: de automotive, de consumer durables en de bouw doen het nog uitgesproken slecht. Bovendien lijkt het alsof Europa het als regio minder goed doet dan de Verenigde Staten. Juist van-daag (4 mei jl., red.) heeft de Europese Commissie bekendgemaakt dat de economie in de EU dit jaar met vier procent krimpt. Dat betekent dat de crisis hier dieper ingrijpt dan in de VS, waar de krimp zal uitkomen op 2,9 procent, en waar voor volgend jaar al een bescheiden groei is geprognosti-ceerd. Amerika blijkt dus weer flexi-beler in het opvangen van een crisis dan Europa. Dat betekent voor ons dat

we nog goed de vinger aan de pols moeten houden. We zullen dus blijven kijken naar maatregelen die nodig zijn om onder deze businessomstandighe-den winstgevend te kunnen zijn. Uit-eindelijk komt het daar toch op neer.’Of er op korte termijn verdergaande kostenreducerende maatregelen genomen moeten worden, laat Van Harten in het midden. ‘We kijken altijd naar mogelijkheden van kostenredu-cerende maatregelen, maar dat is niet omdat we nu in deze economische situatie zitten. We blijven dat doen en onder druk van de economie mis-schien iets intenser. Ook moeten we bedenken dat de maatregelen die nu

hun eerste vruchten afwerpen, zijn afgekondigd op 8 december. Het kost tijd om ze geïmplementeerd te krijgen, dus moeten we continue blijven wer-ken aan ons kostenniveau.’

Met nogmaals mogelijke gevolgen voor de werkgelegenheid?

mei 2009 Chemie magazine 33

Interview

CM0905_p32_interview.indd 33 19-05-2009 11:52:01

Page 34: Chemie magazine 2009 - mei

‘Er zijn een paar dingen aan de hand: ons werkaanbod is anders dan in verleden. Verder zijn onze investe-ringsprogramma’s gereduceerd en lopen enkele grote projecten op enig moment af. Dat zal zijn weerslag heb-ben op mensen die we aan het werk hebben. Maar de fabrieken moeten draaien en nog steeds onderhouden worden.’

TrotsKortgeleden maakte Dow bekend dat zij de overname van fijnchemiecon-cern Rohm and Haas heeft afgerond. De acquisitie was vorig jaar zomer al overeengekomen maar stuitte onver-wacht op financieringsproblemen. De transactie van zo’n vijftien miljard dollar zou voor de helft worden betaald door de verkoop van een belang van 50 procent in Dow’s polyolefinenproductie aan de Koeweitse staatsoliemaatschappij Petrochemical Industries Company (PIC). Deze overeenkomst strandde in de laatste dagen van 2008, waarna Dow op zoek moest naar alternatieve financieringsbronnen. Die werden gevonden doordat de twee grootste aandeelhouders van Rohm and Haas, Paulson & Co. en de familie Haas, genoegen nemen met betaling in preferente aandelen Dow. Dat scheelt Dow 2,5 miljard dollar in contanten. Bovendien heeft de familie Haas toe-gezegd dat ze voor 500 miljoen dollar extra aan Dow-aandelen zal kopen

als dat nodig blijkt te zijn. Dow zet voorts haar belang van 45 procent in de Total-raffinaderij in Vlissingen-Oost te koop, evenals een aantal acti-viteiten in Zuidoost-Azië.Met de acquisitie wil Dow zich trans-formeren van hoofdzakelijk bulk- naar fijnchemieconcern. De portfolio met prestatieproducten en specialties wordt uitgebreid om zo een gelijkma-tiger (minder conjunctuurgevoelige) winstgroei te kunnen behalen.Van Harten steekt niet onder stoelen of banken dat hij trots is op de alsnog tot stand gekomen overeenkomst.‘Ik mag wel zeggen dat we onver-wacht een moeilijke aanloop hebben gehad naar de closing toe. De situatie in de economie veranderde vorig jaar heel snel, waardoor de deal met PIC in Koeweit op het laatste moment afketste. Dus na alle commotie op de

financiële markten hadden we tot 1 april de tijd nodig om een oplossing te zoeken. Dat was een vreemde gewaarwording: niet alle partijen die bij de onderhandelingen betrokken waren geweest, stonden nog over-eind. De bank Lehman Brothers bij-voorbeeld bestond niet meer. Eigen-lijk zaten we in een situatie waarin het voor ons het eenvoudigst was geweest om de onderhandelingen te stoppen. Maar de stap naar special-ties is een belangrijk onderdeel van onze transformatie. Om in deze tijd, toch de eerste maanden van een cri-sis, waarvan we niet weten waar die heen gaat, toch deze deal weten rond te breien… ik ben er trots op dat het ons gelukt is. Het is toch een teken van vertrouwen dat je dit doet.’

IntegratieRohm and Haas vormt het belangrijk-ste element in Dow’s nieuwe Advanced Materials divisie, die bestaat uit de onderdelen Coatings, Building & Construction, Specialty Materials, Adhesives & Functional Polymers en Electronic Materials. Van Harten heeft voor zich op tafel een schema van de nieuwe divisie liggen waarop de syner-gie tussen Dow en Rohm and Haas zichtbaar is. ‘Een heleboel businesses vormen een combinatie van Dow businesses en Rohm and Haas businesses’, wijst hij aan. ‘Electronic materials en adhesives and functional polymers zijn daarbij nieuw voor ons, maar als je kijkt naar specialty materials, dan zitten er veel gecombi-

neerde businesses in. We gaan daar-mee dus een stap verder dan waar we zelf in zaten. En dus is het een goede completering van de integratie die we willen blijven voorstaan. Want integra-tie is een voordeel in de keten.’Aan de vraag of hij rekening heeft gehouden met het stuklopen van de overname, maakt Van Harten niet veel woorden vuil. ‘Rohm and Haas sluit perfect aan bij de Dowportefeuilles en is een bedrijf waar we al langer naar keken als een potentiële acquisitie-partner, maar de tijd was eerder niet rijp. Door de overname nu te realise-ren, positioneren we ons voor de toe-komst. Als het niet was doorgegaan, zou het een set back geweest zijn, net als het stuklopen van de deal met PIC een set back was. Onze transformatie van bulk- naar fijnchemie zou even op hold staan, maar Dow blijft natuurlijk

een goed bedrijf zoals het is. Ook in de base chemicals is een goede boterham te verdienen, maar het is een cyclische industrie. En dat wordt niet erg gewaardeerd door de aandeelhouders. Het was dus zaak dat cyclische terug te dringen, overigens zonder de integratie uit het oog te verliezen.’De overname van Rohm and Haas moet snel tot resultaten leiden, vindt Van Harten. ‘Dit jaar moeten de eerste aanzetten al zichtbaar zijn en eind vol-gend jaar moet het proces voltooid zijn.’Om een tipje van de sluier op te lichten over mogelijk nieuwe producten of markten van de divisie, is het nog te vroeg, laat Van Harten vriendelijk lachend weten. ‘De eerste maand dat we samen aan tafel zitten heeft wel duidelijk gemaakt dat beide organisa-ties dezelfde ambitie en innovatiedrive hebben.’

Midden-OostenDe voorgenomen joint venture met PIC is niet van de grond gekomen. Een belangrijke doelstelling daarvan was, zoals Dow zelf aankondigde, een stevi-ger voet tussen de deur te krijgen in het Midden-Oosten, fysiek en mentaal dichter bij de oliebronnen. De joint venture werd aangekondigd als een bedrijf met een omzet van elf miljard dollar, met een hoofdkantoor in de Verenigde Staten. Het moest een wereldwijde, toonaangevende markt-leider worden vanaf het moment dat het operationeel zou zijn Het bedrijf zou polyethyleen, ethyleenaminen, ethanolaminen, polypropyleen en

Geboren Twentenaar Gerard van Harten startte in 1977 bij Dow als process engineer. Tussen 1988 en 1991 werkte hij in Freeport (TX) aan het LHC-8 pro-ject. Tussen 1998 en 2001 keerde hij terug naar Freeport, nu om leiding te geven aan de Hydrocarbons and Energy Manufacturing Group van het concern. In 2001 werd hij, terug in Terneuzen, Production Manager Polyolefins. In maart 2002 werd hij benoemd tot President and Chairman of the Board of Dow Benelux, een functie waarin hij verantwoor-delijk was voor alle Dow-vestigingen in de Benelux. Tussen 2002 en 2006 was hij tevens ‘site leader’ in Terneuzen. In 2004 kwam daarbij het vice-presi-dentschap Manufacturing & Engineering for Hydro-carbons and Energy en was hij verantwoordelijk voor de mondiale activiteiten van de HC&E Business Group.Afgelopen februari nam hij de rol van directeur van Dow Terneuzen weer op zich. Van Harten is voorts onder meer bestuurslid van de VNCI en van VNO-NCW. Hij is daarnaast voorzitter van Suschem Nederland, onderdeel van Suschem, een Europees platform voor duurzame chemie.

Gerard van Harten

‘Winst is belangrijk, maar niet ten koste van alles’

34 Chemie magazine mei 2009

Interview

CM0905_p32_interview.indd 34 19-05-2009 11:52:01

Page 35: Chemie magazine 2009 - mei

polycarbonaat gaan produceren. Dat die strategische stap te elfder ure is gestrand, zoals Van Harten zegt, een set back, maar geen afgesloten hoofd-stuk.‘PIC is nog altijd een partner met wie we een chemisch complex met twee ethaankrakers, grootschalige glycol-productie, twee glycoltreinen en poly-ethyleen exploiteren. We zijn dus gewoon on speaking terms met PIC. Verder participeren we met Saudi Aramco in een chemische site in Saoedie-Arabië. Die projecten lopen gewoon door en zijn allemaal gericht op het hebben van footprints in het Midden-Oosten, waar je nog wat advanced feedstocks hebt. We zijn dus actief in het Midden-Oosten.’En helemaal afgesloten is de geza-menlijke weg nog niet, blijkt uit de woorden van chemisch technoloog Van Harten.‘Als deel van onze transformatiestra-tegie onderzoeken we nog steeds of we hetzelfde concept als de afgebla-zen joint venture met PIC kunnen rea-liseren, hetzij met PIC, hetzij met een andere partij.’De locatie in Terneuzen speelt daarbij een belangrijke rol. ‘De deal met PIC had ingehouden dat onze polyethy-leenproductie in Terneuzen onderdeel van de nieuwe joint venture was geweest. We zijn bezig die transfor-matie nog te bewerkstelligen, want op termijn zou er best een nieuwe deal kunnen zijn waarvan dit idee op de een of andere manier deel uitmaakt. De Terneuzen site van Dow is een grote, geïntegreerde vestiging op een aan-trekkelijke plek bij water-, auto en spoorwegen. Als iemand mij vraagt waar ik nog locaties met toekomstmu-ziek zie, dan is dit er een van. Ik zie de toekomst van Dow in Terneuzen met vertrouwen tegemoet.’

Niet alleen Terneuzen, maar alle Euro-pese vestigingsplaatsen van chemische installaties, werden vorig jaar bedreigd door aangekondigde Europese wetge-ving op het gebied van emissies. Hoe kijkt u en hoe kijkt uw grote baas in Mid-land (MI) daar op dit moment tegenaan?

‘We hebben vorig jaar een eerste stap gezet om de regels te definiëren waaronder emissiehandel zou moeten optreden en dit jaar moeten we hard werken om te zien op welke manier de regels voor óns gelden. In elk geval zijn er opties. In de aanloop naar de Top van Kopenhagen, waar over dit onderwerp besluiten zullen worden genomen, moeten we onze argumen-ten blijven aandragen om te voorko-men dat de Europese concurrentiepo-sitie wordt aangetast. En wat betreft mijn grote baas in Midland: die kijkt

naar Europa als een continent dat voorop loopt op het gebied van milieu-wetgeving. Wat hier aan wetgeving tot stand komt, volgt later misschien elders in de wereld. Hij volgt daarom uiterst nauwlettend de gebeurtenis-sen in Brussel. Bij dat alles blijft Europa natuurlijk een interessante vestigingsplaats: een markt van 27 landen met goed opgeleide inwoners, die bereid zijn en de middelen hebben om kwaliteit te kiezen. In Europa gevestigde fabrikanten hebben daar-door meer mogelijkheden om te inno-veren dan in China of India waar je eerder aan vervulling van de basisbe-hoeften moet denken.’

Dichter bij huis: deze crisistijd maakt weer duidelijk hoe invloedrijk de aanwe-zigheid van een dominante werkgever als Dow in de regio is. U hebt de afgelo-pen maanden mensen moeten ontslaan en onderaannemers even in de wacht moeten zetten. Hoe zwaar drukt die verantwoordelijkheid voor de regionale economie op u?

‘Terneuzen is in grootte de tweede vestiging van Dow, maar andere vesti-gingen zijn ook vaak de grootste werk-gever in hun regio. We kennen het verschijnsel dus en we proberen ons op te stellen als iemand die in de regio onderneemt. Maar onze reorganisatie heeft ook hier acht procent van de medewerkers hun baan gekost. We proberen dat wel in overleg te doen.

Hetzelfde geldt voor onze onderaan-nemers. Met veel van hen doen we al lang zaken en het is niet de eerste keer dat we door een dal gaan. Dat hebben we samen meestal wel weten op te vangen. Tegelijkertijd hebben we de verantwoordelijkheid om concur-rerender uit een crisis te komen dan we er ín gingen. We nemen onze ver-antwoordelijkheid voor de regionale economie en arbeidsmarkt, maar dat wil niet zeggen dat we ontslagen kun-nen voorkomen: uiteindelijk wil je de vestiging concurrerend laten zijn. Ook dat is in het belang van de regio.’

Als de bandrecorder al is uitgezet, wil hij nog één ding kwijt:

‘We hebben nu een hectische periode achter de rug, met Rohm, PIC en we hebben te maken met een slechte con-junctuur. Desondanks hebben we mon-diaal ons beste kwartaal op het gebied van gezondheid, veiligheid en milieu achter de rug. Dat zegt wel iets.’

Even provoceren: Geen wonder dat er niets gebeurt: heel veel fabrieken liggen stil!

Bingo: ‘Nee, je start ze juist meer op en neemt ze meer down. Op die momenten loop je de meeste risico’s. Goed dat we bij alles die drie belang-rijkste dingen in acht hebben geno-men. Winst is belangrijk, maar niet ten koste van alles.’ p

q Gerard van Harten: ‘Eigenlijk zaten we in een situatie waarin het voor ons het eenvou-digst was geweest om de onderhandelingen te stoppen’

mei 2009 Chemie magazine 35

Interview

CM0905_p32_interview.indd 35 19-05-2009 11:52:05

Page 36: Chemie magazine 2009 - mei

Chemie in de lucht

36 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p36_in beeld.indd 36 15-05-2009 12:18:30

Page 37: Chemie magazine 2009 - mei

Chemie in de lucht

Chemie is overal, en komt overal. Maar bij het express vervoer van chemische stoffen komt nogal wat kijken. Specialistenwerk met veiligheid bovenaan. Een kijkje achter de schermen bij het internationale express vervoer van Dangerous Goods.

fo

to: C

as

pe

r r

ila

mei 2009 Chemie magazine 37

In beeld

CM0905_p36_in beeld.indd 37 15-05-2009 12:18:40

Page 38: Chemie magazine 2009 - mei

Foto 1: Monsters worden opgehaald bij Hexion Specialty Chemicals. Foto 2: SGS Sample Management vervoert de monsters conform ADR naar

locatie Spijkenisse.Foto 3: Monsters worden geëtiketteerd volgens EU-regelgeving. Foto 4: SGS Sample Management verpakt glazen flessen in blikken bussen

om breuk te voorkomen.Foto 5: SGS Sample Management verzorgt verpakking, etikettering en

documentatie conform transportwetgeving.Foto 6: De FedEx koerier haalt het pakket op en controleert de papieren. Foto 7: In de hub worden de pakketten gescand en gesorteerd op land van

bestemming.Foto 8: ‘Accessible’ en ‘not accessible’. Dangerous Goods worden apart

geladen in het vliegtuig.Foto 9: Een paar uur nadat het vliegtuig is geland, is het pakket ingeklaard

en gaat het mee met de koerier.Foto 10: De monsters zijn afgeleverd! Via de e-mail ontvangt Hexion enkele

minuten later bericht.

3

5

4

1 2

38 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p36_in beeld.indd 38 15-05-2009 12:19:37

Page 39: Chemie magazine 2009 - mei

Vervoer optimaal gestroomlijnd

6 7

8

9 10mei 2009 Chemie magazine 39

In beeld

CM0905_p36_in beeld.indd 39 15-05-2009 12:20:25

Page 40: Chemie magazine 2009 - mei

et ministerie van VROM schat dat er zo’n 800 tot 1000 bioci-den zonder de vereiste toela-ting, ‘illegaal’, in Nederland op de markt zijn. Het College voor de toelating van gewas-

beschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft ze dus niet beoordeeld op eventuele schadelijkheid voor mens, dier en milieu. ‘Ons land heeft destijds zijn wetgeving op tijd aangepast aan de Europese biocidenrichtlijn uit 1998. En daarmee ook de definitie van wat een biocide is. Er werd echter geen overgangstermijn gehanteerd, terwijl dit in de EU wel mogelijk was’, zegt Hes. ‘Zodoende vielen heel veel mid-delen van de ene dag op de andere onder de biocidenwetgeving, en waren ze in één klap illegaal. Het probleem van illegaliteit heeft de wetgever dus over zichzelf afgeroepen door het veranderen van de definitie. Verder kende Nederland al een toelatings-procedure voor biociden, terwijl andere landen dat nog niet hadden of nog steeds niet hebben. De oplossing die VROM bedrijven nu biedt, kun je

door het Ctgb, die voor mei 2014 zal plaatsvinden. Na 15 juli zijn niet-aan-gemelde middelen verboden. Bedrij-ven die zich niet aan de regels houden, kunnen op sancties rekenen.Bedrijven hoeven in deze fase geen dik dossier te overleggen om aan te tonen dat het middel zonder schade voor mens, dier en milieu kan worden toe-gepast. In plaats daarvan kunnen ze volstaan met het indienen van de con-clusies van betrouwbare studies. Het Ctgb spreekt vervolgens op basis van ‘expert judgement’ een oordeel uit over de toelaatbaarheid van het mid-del. In uitzonderlijke gevallen kan het Ctgb om extra informatie vragen. Volgens Jan-Jaap Eikelboom, woord-voerder van het ministerie van VROM, gaat de toetsingsprocedure dan wel langer duren en mogelijk ook meer geld kosten. Bedrijven doen er daarom verstandig aan een adequaat dossier in te dienen. Overigens werkt het Ctgb de aanvra-gen naar prioriteit af. De potentieel meest risicovolle middelen komen het eerste aan bod. Bedrijven met minder risicovolle middelen kunnen daardoor wat langer wachten met het indienen van hun aanvraagdossier en zullen ook langer op het antwoord van het Ctgb moeten wachten. Maar in de tussentijd kunnen ze hun producten gewoon blijven verkopen. Buiten-landse producenten die na 15 juli besluiten een, voor de Nederlandse markt, nieuw middel in ons land te introduceren, krijgen hiervoor alleen toelating, volgens Eikelboom, als ze de Europese procedure volgen.

Beoordelingen wederzijdsHet ministerie van VROM verwacht, dat alle bestaande middelen voor mei 2014 zullen zijn getoetst. Hoe snel dit gaat, hangt onder meer af van het

H

’Een charmante oplossing’, noemt Frank Hes, coördinator van het Biociden Platform, de manier

waarop het ministerie van VROM bedrijven in de gelegenheid stelt alle middelen met biociden die nog

niet waren toegelaten op de Nederlandse markt, voor 15 juli aan te melden. ‘Alleen jammer dat het beeld is

ontstaan dat veel bestrijdingsmiddelen “illegaal” op de markt zijn. Dat is niet terecht.’ Erik te Roller

zien als een verstandige correctie van het beleid, waarmee Nederland ver voor de Europese muziek uitliep’, aldus Hes.Veel andere Europese landen zijn de afgelopen jaren op de oude voet voort gegaan en verlangen helemaal geen dossier. Vanwege het ongelijke Europese speelveld heeft het ministe-rie van VROM noodgedwongen een soort gedoogbeleid moeten voeren. Het ministerie heeft na overleg met het Platform Biociden een modus gevonden om de teugels strakker aan te trekken, zonder bedrijven en instel-lingen die biociden al jaar en dag gebruiken in de problemen te bren-gen. ‘Althans dat is de verwachting. De praktijk zal leren of dit ook werkelijk zo uitpakt’, zegt Hes.

Versnelde toetsingsprocedureHet ministerie van VROM roept de producenten en importeurs op om deze voor 15 juli 2009 aan te melden bij het Ctgb. Daarna kan het bedrijf de biocide gewoon blijven verkopen in afwachting van de versnelde toetsing

Bestrijdingsmiddelen illegaal op de markt?

40 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p40_opinie2.indd 40 15-05-2009 10:50:19

Page 41: Chemie magazine 2009 - mei

aantal middelen met biociden dat bedrijven de komende maanden daad-werkelijk aanmelden. Dit najaar publi-ceert het ministerie in de Staatscourant een lijst van alle mid-delen die tijdig zijn aangemeld. Alleen diè biociden mogen dan nog verhan-deld en toegepast worden. De vereenvoudigde Nederlandse pro-cedure geldt alleen voor biociden die vóór 1 januari 2009 in de handel waren en waarvan de werkzame stoffen door de industrie Europees zijn aangemeld. De bedrijven die na 1 januari 2009 nieuwe middelen op de markt hebben gebracht of gaan brengen komen niet in aanmerking voor de simpele proce-dure, en moeten de Europese proce-dure volgen om het middel toegelaten te krijgen. Dat wil zeggen dat de werk-zame stof eerst Europees beoordeeld en toegelaten moet zijn, voordat het Ctgb het middel nationaal kan toela-ten. Als het middel eenmaal in Neder-land is toegelaten, moet het ook vlot in andere landen toegelaten kunnen worden. Afgesproken is dat de autori-teiten uit verschillende landen hun beoordelingen wederzijds erkennen.

Groot maatschappelijk nutHes maakt bij het nieuwe beleid drie kanttekeningen. ‘Bij het aanmelden moet een bedrijf per middel een voor-schot van 5000 euro betalen voor het dekken van de beoordelingskosten. Dat lijkt niet veel, maar bij veel pro-ducten gaat het in Nederland om een relatief kleine markt. De producent of importeur moet dan afwegen of het nog de moeite loont om de stof aan te melden. Ik verwacht zeker dat hier-door middelen van de markt zullen verdwijnen. VROM is daar laconiek over en stelt, dat als een leverancier een product van de markt terugtrekt, de handel blijkbaar niet interessant

‘ Verstandige correctie van beleid’

genoeg is. Maar geen enkele leveran-cier neemt producten graag uit de handel. Het kan ook betekenen, dat een bedrijf de productie van een mid-del verplaatst naar landen waar nog geen eisen aan biociden worden gesteld. Als een producent een biocide aan verf of een reinigingsmiddel toe-voegt om dit te conserveren, mag het gewoon in Nederland geïmporteerd worden. Als het gaat om biociden met een algendodende werking niet. De kans bestaat dus dat er productie naar het buitenland verdwijnt. We hebben dit onder de aandacht gebracht van de Tweede Kamer die zich in juni over het nieuwe handhavingsbeleid uitspreekt.’Over de importen oordeelt VROM absoluut. Eikelboom: ‘Het is niet mogelijk om een middel met een bio-cide in Nederland te importeren, zon-der dat dit is toegelaten. In een andere land met een ander overgangsregime kan dat misschien wel, maar niet in ons land.’Hes: ‘Wat we ook in het oog moeten houden is, dat de biocidenmarkt wel-iswaar klein is, maar toch een groot maatschappelijk nut heeft. Denk maar aan het voorkomen van legionella, het bestrijden van ongedierte in opslag-plaatsen van levensmiddelen, het desinfecteren van ziekenhuizen, zwembaden, stallen en koelsystemen en het beschermen van monumenten tegen houtrot.’ p

Europese wetgeving biocidenBiociden zijn bestrijdingsmiddelen die buiten de landbouw worden gebruikt om ongedierte, rot en bederf tegen te gaan. Voorbeelden zijn aangroeiwerende verven voor schepen, insecticiden, houtconserveringsmiddelen en desinfecterende middelen. Het gaat hierbij vooral om middelen voor ontsmetting, con-servering en plaagbestrijding. Het beleid kent een lange voorgeschiedenis. De biociden vallen onder de Wet gewasbeschermingsmid-delen en biociden, die in oktober 2007 in wer-king is getreden. De wet is een uitwerking van de Europese biocidenrichtlijn uit 1998. Toen heeft Brussel de lidstaten tot begin 2000 de tijd gegeven om hun nationale wetgeving aan de Europese richtlijn aan te passen, met een overgangstermijn tot 2010 voor het beoorde-len van de werkzame stoffen in Europees verband. Inmiddels is die overgangstermijn verlengd tot 2014, omdat het beoordelen van al die stoffen veel moeizamer op gang is gekomen dan werd verwacht.

Platform BiocidenBij het Platform Biociden zijn zo’n tien brancheorganisaties aangesloten, waaronder de VNCI, Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten (VVVF), het Verbond van Handelaren in Chemische Producten (VHCP), Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten (NVZ) en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en kartonfabrieken (VNP). Via het platform kunnen zij met één mond spreken. Ook functioneert het platform als aanspreekpunt van de overheid.

Bestrijdingsmiddelen illegaal op de markt?

Opinie

Frank Hes: ‘Biociden hebben een groot maatschappelijk nut’

mei 2009 Chemie magazine 41

CM0905_p40_opinie2.indd 41 15-05-2009 10:50:20

Page 42: Chemie magazine 2009 - mei

Grote administraUitwisseling stofgegevens loopt nog niet overal goed

42 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p42_kennis en ervaring.indd 42 15-05-2009 10:49:38

Page 43: Chemie magazine 2009 - mei

en bedrijf dat een stof heeft gepreregistreerd, is vanaf 1 januari 2009 automatisch en verplicht lid van een zoge-noemd Substance Information Exchange Forum (SIEF), ofte-wel een forum waarin bedrij-

ven informatie over die stof uitwisse-len. Op de website van het Europees agentschap voor chemicaliën, ECHA, is te vinden, welke bedrijven een spe-cifieke stof hebben gepreregistreerd. Op die manier kunnen de bedrijven zien met wie ze contact moeten zoe-ken. De ECHA heeft daar verder geen bemoeienis mee. Binnen een SIEF maken bedrijven onderling uit wie de leiding neemt, wie wat doet en hoe de kosten worden verdeeld. Dirk van Well, Secretaris Stoffenbeleid en Chloorzaken van de VNCI: ‘Probleem is het grote aantal preregistraties: ruim 2 miljoen. Dat is vijftien keer zoveel als de Europese Commissie had verwacht. Veel bedrij-ven hebben het zekere voor het onze-kere genomen en heel veel stoffen gepreregistreerd om hun business zeker te stellen. Op basis van deze preregistraties zouden er nu zo’n 4000 SIEF’s met meer dan 100 bedrijven en zelfs twee met meer dan 5000 bedrij-ven moeten zijn. Alleen al het organi-

Eind vorig jaar hebben bedrijven in Europa chemische stoffen gepreregistreerd in het kader van de Europese stoffenwetgeving REACH. De bedoeling is dat ze in forums informatie over hun stoffen uitwisselen, zodat ze bij het opstellen van hun registratiedossiers niet steeds opnieuw het wiel hoeven uit te vinden, maar gebruik kunnen maken van elkaars informatie. Hoe verloopt de samenwerking tot nu toe? De geluiden zijn wisselend. Erik te Roller

seren van alle SIEF’s is dus een grote administratieve klus.’

ConsortiaGrote chemiebedrijven hebben niet stilgezeten en vorig jaar al consortia gevormd om informatie over stoffen te verzamelen en uit te wisselen. Het gaat om de bedrijven die deel uitma-ken van de diverse sectorgroepen van de Cefic. Annamaria Frascaria, REACH implementation leader van Dow: ‘We hebben met andere bedrij-ven overeenkomsten gesloten om consortia te vormen en de taken ver-deeld. We maken goede voortgang. Een gestructureerde vorm van samenwerking, zoals in consortia, is de beste manier om duidelijkheid te krijgen over hoe het werk georgani-seerd moet worden en snel resultaten te bereiken.’Anouk Carlier, product safety advisor van DSM: ‘Bepaalde stoffen, zoals melamine, zijn voor ons erg belang-rijk. Voor die stoffen hebben we vorig jaar al consortia opgericht, waarin wij de kar trekken. Bij veel andere stoffen leunen we op de kennis en het inzicht van anderen. Mijn advies: word niet zomaar lid van een consortium. Je moet wat te delen hebben, anders heeft het weinig zin om mee te doen.’

E

Grote administratieve klus

e

mei 2009 Chemie magazine 43

Kennis en ervaring

CM0905_p42_kennis en ervaring.indd 43 15-05-2009 10:49:39

Page 44: Chemie magazine 2009 - mei

Bedrijven zijn verplicht om via een SIEF samen te werken aan de regi-stratie van een stof en daarvoor infor-matie uit te wisselen. Deelname aan een consortium geschiedt op vrijwil-lige basis en bedrijven gaan daar meestal toe over als meerdere produ-centen veel informatie over een stof hebben. Zo’n consortium kan echter niet om een SIEF heen. Het maken van een gezamenlijk deel van het dossier voor de registratie van een stof gebeurt uiteindelijk in een SIEF.Voor de meeste stoffen zijn er echter geen consortia, maar alleen SIEF’s en die komen maar moeizaam van de grond. Leendert van Dijk, products

issue manager van Eastman: ‘De SIEF’s lopen langzaam, té langzaam als je het mij vraagt. Om het beter van de grond te kunnen krijgen heeft Cefic in samenwerking met IBM een IT-tool gemaakt, SIEFreach, dat door Reach-Link wordt aangeboden. Dat bedrijf is opgericht door Cefic en diverse natio-nale chemische verenigingen. Met SIEFreach kun je per e-mail een vra-genformulier uitsturen naar alle pre-registranten van een bepaalde stof en de antwoorden automatisch verzame-len en verwerken. Daarmee kun je helderheid krijgen over de rol die iedere participant in de SIEF wil spe-len en welke bedrijven uiteindelijk actief mee willen doen met het opstel-len van een registratiedossier. SIEF-reach werkt met horten en stoten. Er wordt hard aan gewerkt om de kin-derziekten eruit te halen.’Cefic heeft hiervoor een handige inde-ling gemaakt. Bedrijven die niet van plan zijn een stof te gaan registreren, kunnen aangeven dat ze de status van ‘slapend’ willen hebben. Andere die overwegen wel te registreren, maar alleen in het eindresultaat geïnteres-seerd zijn, kunnen zich laten registre-ren als ‘passief’. Partijen die actief mee willen doen, kunnen als ‘betrok-ken’ aangemerkt worden en een bedrijf dat het voortouw wil nemen kan zich als ‘leider’ opwerpen.Van Dijk: ‘Voor de stoffen waarvoor wij graag leider willen zijn, hebben we vragenformulieren uitgestuurd. Die hebben gemiddeld minder dan 10%

respons opgeleverd. Dit geeft wel aan dat het aantal SIEF-leden dat daad-werkelijk tot registratie wil overgaan veel lager is dan je zou denken. Uitein-delijk zijn we bij de bedrijven uitgeko-men, die we toch al kenden. Niettemin ben je als leider verplicht iedereen in de SIEF te informeren. Daarom heb-ben we ook de uitslag van de survey rondgestuurd met de vraag of alles klopt.’

ConsultantsEr zijn ook diverse consultants die stoffen gepreregistreerd hebben om binnen de SIEF’s aan tafel te kunnen zitten en opdrachten in de wacht te kunnen slepen. Zij hebben dit kunnen

doen, omdat volgens de REACH-wet-geving ook dienstverleners kunnen preregistreren. Ook is een bedrijf dat preregistreert niet verplicht om daad-werkelijk tot registratie over te gaan. De consultants werpen zich vaak op als facilitator, een term die voorkomt in de technische handleidingen van REACH, maar niet in de REACH-wet-geving zelf. Hierdoor heeft een facili-tator geen officiële juridische status. Consultants kunnen zich dus opwer-pen als facilitator, maar SIEF-leden zijn niet verplicht daarop in te gaan en al helemaal niet om aanbetalingen te doen.Anouk Carlier: ‘Diaminobutaan is voor ons een belangrijke stof. Daarom wil-den we de leiding nemen in de SIEF voor diaminobutaan en hebben de consultant, die zich de rol van facilita-tor had aangemeten, met de instem-ming van andere partijen opzij geschoven.’‘Wat telt is de rol van de Lead Registrant. Als onder de leiding van een partij die zichzelf als “SIEF For-mation Facilitator” heeft aangesteld een SIEF niet echt op gang komt, ver-lies dan geen tijd en praat met andere firma’s binnen de SIEF om samen te beslissen wie de rol van Lead Registrant op zich neemt, zodat het werk kan vorderen ’, luidt het advies van Annamaria Frascaria. ‘De SIEF Formation Facilitator is niet echt nodig als er een Lead Registrant is gekozen. Dow is Lead Registrant voor een aan-tal stoffen en heeft in diverse gevallen

het initiatief genomen om partijen bij elkaar te brengen. Ook nemen we deel aan consortia. In totaal zijn we bij zo’n 600 tot 1000 SIEF’s betrokken.’Leendert van Dijk: ‘Eastman heeft zich voor 13 stoffen als leider opgeworpen voor de registraties die uiterlijk 2010 rond moeten zijn en nog eens voor 12 stoffen met als deadlines 2013 en 2018.’

DeadlineDe komende anderhalf jaar gaat het erom spannen. De eerste deadline voor de registratie van stoffen is op 1 december 2010. Dan moeten bij het ECHA in Helsinki de registraties bin-nen zijn van alle chemische stoffen die jaarlijks in hoeveelheden van meer dan 1000 ton worden geproduceerd of geïmporteerd, plus die van alle kan-kerverwekkende, mutagene en repro-toxische stoffen die jaarlijks in hoe-veelheden van meer dan één ton worden geproduceerd of geïmpor-teerd; ook die van de stoffen die zeer giftig zijn voor het waterig milieu (R50-53) en jaarlijks in hoeveelheden van meer dan 100 ton worden geprodu-ceerd of geïmporteerd moeten er dan zijn. Leendert van Dijk: ‘We zijn ver-plicht om deze deadline te halen. Een-voudig is dat niet, omdat nog niet alles klaar is en werkt. Je kunt het vergelij-ken met het afbouwen van een vlieg-tuig tijdens de eerste vlucht. Het lan-dingsgestel moet nog gemonteerd worden.’Anouk Carlier: ‘Bepaalde tools ont-breken nog. Zo zijn de voorbeeld-overeenkomsten voor de SIEF’s van Cefic nog niet af en ook de tool om vast te stellen of je echt over dezelfde stof praat en niet over twee verschil-lende. Ook zijn er nog een heleboel SIEF’s waar nog te weinig gebeurt. Ik maak me daar wel zorgen over. Daar waar wij de leiding hebben, gaat het goed. DSM heeft in totaal 1600 prere-gistraties ingediend. In 2010 gaan we 160 stoffen registreren. Dat kost een hoop werk. We moeten steeds nieuwe stappen zetten en nog veel leren, maar het gaat lukken.’ Annamaria Frascaria: ‘We moeten de deadline halen en zullen hard moeten werken, maar hebben het vertrouwen dat we het gaan halen.’ p

‘Er wordt hard gewerkt om de kinderziekten eruit te halen’

44 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p42_kennis en ervaring.indd 44 15-05-2009 10:49:40

Page 45: Chemie magazine 2009 - mei

Opleiding Veiligheid en Duurzaamheid in de Procesindustrie

In de (petro)chemische en aanverwante industrieën staan zorg voor veiligheid, gezondheid en milieu hoog opde agenda. Men is voortdurend bezig is met het verbeteren en borgen van de veiligheid van processen, installatiesen werkwijzen. Ook de aandacht voor de benodigde stijl van management en bedrijfscultuur blijft hierbij nietonderbelicht. Daarnaast groeit de noodzaak tot duurzaam ondernemen: het richten van de ondernemingsactiviteitenop waardecreatie in de drie dimensies People, Planet, Profit. Zaken als procesintensivering, kennis van en inzichtin veiligheid: - ‘het (actief) voorkomen van fysieke of economische verliezen én van (onbedoelde) aantastingvan het welzijn van mensen en milieu’ - vormen de basis voor dit handelen.

Doelgroep: (Chemisch) technologen, processengineers, veiligheidskundigen werkzaam in de (chemische)procesindustrie en procesbesturingstechniek, vergunningverleners en handhavers.

Inhoud: In de opleiding wordt aandacht besteed aan gevaren en risico’s, kwantificeren van risico’s,risicobeheersing, instrumentatie, ATEX, PED, gedrag, incidentenanalyse, inherent veiliger produceren,gezondheidsrisico’s, externe veiligheid en duurzame technologieën.

Start/Duur: De opleiding start september 2009, duurt ca. 8 maanden en omvat ca. 13 lesdagen van 9.00 tot 17.00 uur.Locatie: UtrechtCursusprijs: ��6.000,- voor de gehele cursus (incl. syllabi, tentamens, maaltijd etc.). De mogelijkheid bestaat

om alleen enkele lessen of lesdagen te volgen, hiervoor gelden aangepaste prijzen.

Aanmelden of meer info? Kijk op www.phov.nl of bel naar 030 231 82 12 of e-mail naar [email protected]

van der Flier B.V.Hoofdstraat 579686 VG Beertat. 0597 - 33 16 19f. 0597 - 33 12 26e. [email protected] www.vanderflierbv.nl

DE BODEM VAN NEDERLAND KOMT ALSMAAR VOLLER TE LIGGEN MET KABELS EN LEIDINGEN,ZEKER ALS WE KIJKEN NAAR DE CHEMIEPARKEN. STEEDS VAKER KOMT HET VOOR DAT KABELS

EN LEIDINGEN GERAAKT WORDEN EN DAT COMPLETE INSTALLATIES PLAT KOMEN TE LIGGEN.DIT KAN GROTE GEVAREN EN KOSTEN MET ZICH MEEBRENGEN. TEVENS KAN DEZE

TECHNIEK ZEER GOED GEBRUIKT WORDEN BIJ DIVERSE SANERINGSACTIVITEITEN.

GRONDZUIGTECHNIEK, VEILIGER DAN GRAVEN

“Als het om veiligheid draait”

creo
Page 46: Chemie magazine 2009 - mei

De chemische fabriek van de toekomst maakt volop gebruik van microreactoren en inte-

greert daardoor reactie en scheiding, en benut verschillende manieren om energie in het pro-ces te brengen. Dit opent allerlei mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe synthetische rou-tes om stoffen te maken. Of het gebruik van her-nieuwbare bronnen, zoals maïs en algen, in plaats van aardolie.

Door de technologische verbeteringen en intel-ligent ontworpen processen is er niet alleen veel minder energie nodig, maar ontstaat er ook veel minder afval. Verder neemt de fabriek minder ruimte in beslag. Opschaling en uitbreiding zijn fl exibel: breidt de vraag naar een product zich uit, dan is er zo een nieuwe module bij geplaatst.

De nieuwe productieapparatuur is hightech en voorzien van geavanceerde sensoren en regel-systemen, waardoor operators het proces veel directer en nauwkeuriger kunnen regelen. De ontwikkeling van deze nieuwe chemie maakt het mogelijk om haast op moleculair niveau te rege-len: elk molecuul ondergaat hetzelfde proces. Daardoor wordt het ook mogelijk nieuwe pro-ducten sneller in de markt te zetten. De opscha-ling van laboratorium naar productie gaat gemakkelijker en sneller, doordat het proces op industriële schaal meer lijkt op dat in het labora-torium.

Verschillende bedrijven, waaronder BASF en Bayer, werken samen onder de vlag van het Europese Suschem-programma voor een duur-zame chemische industrie aan de ontwikkeling van deze futuristische fabriek. In Nederland spelen TNO, DSM en Merck een rol bij de ontwik-keling van nieuwe, geïntensifi eerde processen en de daarvoor benodigde apparatuur.

De fi nanciering van het Suschem-programma komt van de verschillende deelnemers en de Europese Commissie. Meer informatie: www.suschem.org p

Fabriek van de toekomstEffi ciënter, kleiner en schoner

Ketenontwerp

Hernieuwbare bronnen

BE

ELD

: ID

IOM

OR

F IN

FO

GR

AP

HIC

S

46 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p46_infographic.indd 46 18-05-2009 09:50:15

Page 47: Chemie magazine 2009 - mei

Fabriek van de toekomst

Nieuwe synthetische routes

High-tech hardware

Computermodellen

Flexibeleproductie-eenheden

mei 2009 Chemie magazine 47

Infographic

CM0905_p46_infographic.indd 47 18-05-2009 09:50:20

Page 48: Chemie magazine 2009 - mei

Nú investeren in menselijk kapitaal

Regiegroep Chemie ontplooit verschillende activiteiten

Ook in tijden van economische teruggang is het van belang te investeren in personeel. Om snel te

kunnen reageren als de economie aantrekt, is het behoud en de opleiding van nieuwe medewerkers

belangrijk. Dat is de visie van de Regiegroep Chemie die allerlei activiteiten ontplooit om het menselijk

kapitaal in de chemie te koesteren. Esther Rasenberg

123

e Regiegroep Chemie, bestaande uit kopstukken van kennisinstel-lingen en bedrijven, wil de voor-aanstaande positie van chemie wereldwijd versterken en uitbou-wen. Daartoe onderneemt zij gerichte acties op het gebied van

onderzoek en nieuwe bedrijvigheid. Dat vereist voldoende, goed geschoolde ken-niswerkers en opleidingen die optimaal aansluiten op de arbeidsmarkt, en waarin het ondernemerschap van studenten wordt gestimuleerd. Om personeel in de chemie te behouden en de instroom te vergroten is in 2007 door de Regiegroep Chemie het uitvoeringspro-gramma Human Capital Chemie (HCC) ontwikkeld. Het programma heeft als

ondertitel ‘Naar een bruisende chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven’. Bij HCC zijn meerdere partijen betrokken, waaron-der VNCI, Communicatie Centrum Chemie (C3), VAPRO-OVP, Universiteit Utrecht en KNCV. Programmacoördinator Eveline van Hoppe structureert alle activiteiten en legt uit dat er in totaal vijf actielijnen zijn: ‘Elke actielijn richt zich op een specifi eke doel-groep en het resultaat is een integrale aan-pak. Wij werken intensief samen met bedrijven en onderwijsinstellingen, zodat de activiteiten naadloos op de praktijk aan-sluiten. Hoewel het uitvoeringsprogramma stamt uit een tijd van economische groei, is het nog steeds relevant. Als de economie aan-trekt, worden we geconfronteerd met een

tekort aan personeel als gevolg van de vergrijzing.’‘We moeten ervoor zorgen dat op de lange termijn voldoende gekwalifi ceerde chemici de arbeidsmarkt kunnen betreden. Op dit moment hebben we tijd om in Human Capital te investeren en die tijd moeten we gebruiken om ons voor te bereiden op de toekomst. Als we niets doen, lopen we het risico dat goed gekwalifi ceerde arbeids-krachten de overstap maken naar andere branches en dat getalenteerde jongeren chemische opleidingen links laten liggen. Voor het komend jaar staan er tal van acti-viteiten op ons programma. Uiteraard kun-nen bedrijven die daar belangstelling voor hebben zich bij ons melden.’

D

48 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p48_maatschappij.indd 48 15-05-2009 10:47:59

Page 49: Chemie magazine 2009 - mei

Actielijn 1 zet zich in voor meer aan-dacht voor chemie in het basisonder-wijs en voortgezet onderwijs. ‘De hui-dige chemielessen zijn niet innovatief en sluiten daarom niet goed aan bij de beroepspraktijk. Dat maakt het volgen van een opleiding scheikunde niet aantrekkelijk. Wij zetten ons in om het onderwijs te verbeteren, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van actueel en aansprekend lesmateriaal. Ook geven we workshops aan basisschoolleer-krachten en voorzien we leerlingen van een chemiespreekbeurtpakket. Daarnaast zijn we aanwezig op regio-

nale beroepsevenementen. Zo werken we nu samen met SABIC aan een aan-sprekende chemiepresentatie voor kinderen tijdens Techtop 2009 in Maastricht. Tijdens de Week van de Procestechniek gaan we met vmbo-leerlingen naar bedrijven ter promotie van de beroepen procesoperator en laborant. Afgelopen jaar mochten 4.000 leerlingen bij 47 bedrijven in zeven regio’s een kijkje achter de schermen nemen. Dit jaar willen we de Week van de Procestechniek naar alle regio’s uitbreiden. We zoeken daarvoor nog bedrijven, roc’s en

vmbo-scholen in de regio’s rond Utrecht en Tilburg en in de provincies Overijssel en Groningen. Verder zoe-ken we jongeren via internet op. Op onze website komen aansprekende beroepenvideo’s en ander voorlich-tingsmateriaal. Ook willen we online conversaties tussen scholieren en chemici mogelijk maken. Chemische bedrijven en instellingen die graag betrokken zijn bij onze activiteiten ten behoeve van het onderwijs zijn van harte welkom,’ aldus actielijntrekker Pauline Sloet tot Everlo van C3.

Chemie in onderwijs

Professionalisering docenten‘Het huidige scheikunde onderwijs op havo en vwo staat ver af van de actuele praktijk. Daarom willen we de huidige praktijk in de klas brengen. Aan de hand van reële situaties ontwikkelen docenten en experts uit het bedrijfsleven nieuw lesmateriaal’, zegt Astrid Bulte van de Universiteit Utrecht, die Actielijn 2 trekt. Zij richt zich op het opleiden van docenten zodat zij aansprekend lesmateriaal kunnen ontwikkelen, aanpassen en gebrui-ken. Zo leren zij leerlingen te enthousiasmeren voor actuele ontwikkelingen in de chemie. Het opleiden van de docenten gebeurt in fasen. In september 2009 wordt begonnen met ongeveer vijftien docenten. De jaren daarna vervullen deze docenten de rol van coach en dragen zij bij aan de opleiding van nieuwe docenten. Doel is om docententeams te vormen

die in de regio’s samenwerken met vakinhoudelijke experts uit de bedrijven en kennisinstellingen, zoals universiteiten en hogescholen. Actielijn 2 zal in de toekomst zorgen voor enthousiaste docenten, die goed op de hoogte zijn van de actuele ontwikkelingen in de chemie en die dat enthousiasme weten over te brengen op hun leerlingen.

De derde actielijn van HCC concentreert zich op een optimale aansluiting tussen onderwijs en chemiebedrij-ven. Hans Koole van het gelijknamige bureau heeft een uitgebreide inventarisatie gemaakt van allerlei regio-nale samenwerkingsverbanden tussen het onderwijs en chemische bedrijven. ‘Uit de HCC-inventarisatie blijkt dat in sommige regio’s bedrijven en scholen al duurzaam met elkaar samenwerken. In andere regio’s is dat nog niet zo en beperkt de samenwerking zich tot incidentele acties. Wij willen regionaal duurzame initia-tieven ontwikkelen en succesvolle initiatieven vertalen naar andere regio’s. Elkaar kennen, de wil om samen te werken en oog voor wederzijdse belang zijn succesfac-toren voor goede samenwerking. Veel activiteiten die nu plaatsvinden, richten zich op de instroom van leerlin-gen in de beroepsopleidingen. Dat blijft belangrijk. De huidige economische situatie biedt uitgelezen kansen om de banden tussen scholen en bedrijven structureel te verbeteren. Gedacht kan worden aan bedrijfsstages,

gastdocentschappen en docentstages. De huidige eco-nomische situatie kan zo worden benut voor het creë-ren van een voorsprong. Bij de chemiebedrijven willen we de contactpersonen voor onderwijs in kaart bren-gen. Dat maakt het makkelijker om concrete contacten te realiseren. Waar goede samenwerking toe kan lei-den, is vastgelegd in een ‘Good Practice’- brochure over de Oefenfabriek in Brielle. Doordat onderwijs, bedrijven en overheid de handen ineen hebben geslagen is een state-of-the-art faciliteit gecreëerd voor onderwijs en bedrijfsleven. Wij zien deze ‘good practice’ als een inspiratiebron voor andere regio’s, want duidelijk is dat een grootschalig initiatief alleen kan slagen als alle partijen duur-zaam met elkaar wíllen samen-werken.’

123 e

Uitwisseling en aansluiting onderwijs en bedrijven

mei 2009 Chemie magazine 49

Maatschappij

CM0905_p48_maatschappij.indd 49 15-05-2009 10:48:03

Page 50: Chemie magazine 2009 - mei

Maatschappij

Het aantal starters in de chemi-sche sector is laag. In 2007 werden er in de chemische sector totaal 84 nieuwe bedrijven opgericht en dat is slechts 2% van het totaal aantal starters in Nederland. Dat is jam-mer, want uit onderzoek blijkt dat kleine ondernemers bijzonder innovatief zijn. Innovatieve ideeën blijven vaak op de plank liggen, omdat men niet weet hoe ze ver-taald kunnen worden naar een

onderneming. Verondersteld wordt dat de drempel voor het starten van een chemiebedrijf hoog is door forse investeringen in fabrieksin-stallaties en strenge eisen. HCC wil ondernemerschap stimuleren door er meer aandacht aan te schenken. Bijvoorbeeld aan de vele regelingen voor starters en de startersmogelijkheden vanuit uni-versiteiten en hogescholen. De KNCV is nauw betrokken bij deze

actielijn. Dit najaar komt er een landelijke conferentie waar poten-tiële starters en jonge onderne-mers informatie kunnen uitwisse-len en contacten kunnen leggen met voor hen relevante partijen. Een uitgelezen mogelijkheid voor hen die graag voor zichzelf willen beginnen, want tijdens een econo-mische recessie kan het zelfstan-dig ondernemerschap een prima alternatief zijn.

Stimuleren van ondernemerschap

Het aantal werknemers dat na korte tijd de chemische sector verlaat, is hoog. Monique de Haan van VAPRO-OVP houdt zich bezig met aantrekkelijk werkgever-schap in de chemie. ‘Wij willen werkge-vers laten inzien wat hen aantrekkelijk maakt voor verschillende groepen werk-nemers, zoals allochtonen en vrouwen. In september van dit jaar organiseren we regionale bijeenkomsten over aantrek-kelijk werkgeverschap. De eerste bijeen-komst is uitgesteld in verband met de economische situatie, maar nu merken we alweer dat de tekorten als gevolg van de crisis alleen maar groter worden. Zo sprak ik laatst een bedrijf dat de afgelo-pen maanden zijn schil van fl exibele werknemers heeft afgestoten en nu de productie weer wil opstarten. Dat bedrijf is direct geconfronteerd met een perso-neelstekort. Hun mensen zijn via uit-zendbureaus op andere plaatsen aan de slag gegaan. Je kunt dan alleen maar hopen dat die groep niet permanent voor de branche verloren is gegaan. Alle brancheorganisaties zijn ervan over-tuigd dat er ondanks de economische crisis, toenemende automatisering en de vlucht naar lagelonenlanden een perso-neelstekort blijft bestaan. In 2008 heb-

ben we een beroepenwaaier uitgegeven. In deze HR-waaier is een groot aantal ‘best practices’ opgenomen over het werven van mensen. Ten slotte starten we deze zomer met een online loopbaan-centrum. Dat is een plaats waar mede-werkers onder meer vacatures, opleidin-gen en een salariskompas vinden. Ook als straks de economie weer aantrekt, is het online loopbaancentrum een waar-devol instrument voor studenten of medewerkers die in de chemie willen doorgroeien’, vertelt Monique de Haan.

45

Meer informatie?Wilt u meer informatie, gebruik maken van onze materialen of wilt u zich aanmelden voor een van onze activiteiten, neem dan contact op met de HCC-projectcoördinator, Eveline van Hoppe: [email protected] algemene informatie over de regiegroep chemie en de HCC: www.regiegroepchemie.nl

Aantrekkelijk werkgeverschap

50 Chemie magazine mei 2009

CM0905_p48_maatschappij.indd 50 15-05-2009 10:48:05

Page 51: Chemie magazine 2009 - mei

Op 4 juni zullen miljoenen kiezers bepalen wie hen in het Europees parlement de komende jaren gaat vertegen-woordigen. Voorafgaand aan de verkiezingen in 2004 werd de Nederlandse burger nog aangespoord om te gaan stemmen door de publiekscampagne ‘Europa,

best belangrijk’. Een dergelijke slogan blijft dit jaar echter achter-wege. De beleidsvoornemens van de diverse partijen zullen de kiezer moeten overtuigen. Dat is een goede ontwikkeling. In een economische recessie is een goede balans tussen weidse poli-tieke vergezichten en het voorgenomen beleid voor de nabije toe-komst dringend gewenst.

Wat hebben de traditionele Nederlandse politieke partijen voor de chemische industrie in petto? Dat stelt zeker niet teleur. De che-mie loopt als een rode draad door onderwerpen als de klimaat-voornemens, de wensen op het terrein van energievoorziening en -besparing en de vele gedachten hoe de Europeanen veilig en comfortabel kunnen leven en werken. Een perspectief dat veel ruimte creëert voor de chemische ondernemingen. Het inspelen op maatschappelijke vraagstukken met duurzame oplossingen is voor vrijwel de hele sector ook de strategische invulling van onze visie op de toekomst. Vinden wij Europa dan zonder enige aarze-ling aan onze kant?

In zijn oorsprong was de Europese Unie, in de vorm van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) en de Europese Economische Gemeenschap (EEG), gericht op interna-tionale samenwerking om de welvaart van de lidstaten te bevor-deren. Dat is in onze huidige tijd nog steeds van groot belang van-uit een globaal en een nieuw duurzaam economisch perspectief. Op Europees niveau moeten grensoverschrijdende zaken gere-geld worden. Voorbeelden zijn het Europese emissiehandelssy-steem (ETS), wet- en regelgeving op stoffengebied (REACH), kli-maatbeleid, infrastructuur, voedsel- en energievoorziening. Deze vragen alle nog veel aandacht en de chemie speelt hierbij een belangrijke oplossende rol. De High Level Group on the Competitiveness of the European Chemicals Industry - met onder meer EZ-minister Van der Hoeven als lid - onderstreept in zijn recente advies nog eens het belang van de chemische industrie voor het welzijn van Europa.

Uit de nationale partijprogramma’s voor Europa blijkt dit helaas onvoldoende. De lijsttrekkers –en de politieke programma’s-zouden juist het belang moeten onderstrepen van een goede industriepolitiek in lijn met de conclusies van de High Level Group. Er moet oog zijn voor het duurzaam oplossende vermogen van onze chemische industrie inzake belangrijke maatschappe-lijke ontwikkelingen en vraagstukken. Chemie is overal. Tot slot is het verder versterken van goed wetenschappelijk onderzoek en het investeren in kennis en onderwijs nodig om te voldoen aan de Lissabon-doelstelling om te komen tot een op innovatie gerichte Europese gemeenschap. p

Chemie is overal, ook bij Europese verkiezingen?

Jan Zuidam is voorzitter van de VNCI en vice-voorzitter van de Raad van Bestuur van DSM

Jan ZuidamColumn

mei 2009 Chemie magazine 51

CM0905_p51_column.indd 51 15-05-2009 10:47:24

Page 52: Chemie magazine 2009 - mei

������������������������������������

����������������������������������������������

������������������������������������������������

����������������������������������������������

�������������������������������

��������������������������������

��������������

�� ����������������������������������

����������

�� �����������������������������������

�� ��������������������

�� ������������������������������

����������������������

�� ���������������������������

����������������������������

����������������������������

����������������������������������

�������������������������

������������������������������������������

�������������������������������

�����������������������������������

Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf

L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11

E [email protected]

I www.vanderlee.nl

creo
Page 53: Chemie magazine 2009 - mei

2008 gaat ongetwijfeld de geschiedenisboeken in als een bizar jaar, stelt VNCI-directeur Colette Alma in het voorwoord van het jaarverslag. De chemische industrie kreeg door de economi-sche crisis al snel te maken met de gevolgen van de scherpe con-juncturele terugval. Voor het eerst sinds vele jaren maakten bedrij-ven gebruik van regelingen voor werktijdverkorting.Daarnaast werden de leden onder meer geconfronteerd met de invoering van het nieuwe Euro-pese stoffenbeleid en het systeem voor de veiling van emissierech-ten. Het jaarverslag gaat uitvoerig in op de rol van de VNCI in deze dossiers. Maar ook ontwikkelin-gen op het gebied van onderwijs en innovatie, veiligheid, gezond-heid en milieu, dienstverlening en ondernemingsklimaat en Responsible Care komen uitge-breid aan de orde in de 77 pagina’s. In een aparte, bijgesloten folder is informatie opgenomen over feiten en cijfers van de chemische indu-strie, zoals de omzet (50 miljard

euro), de waarde van de export (62 miljard euro) en de bijdrage aan de Nederlandse handelsbalans (17 miljard euro).Belangstellenden kunnen het jaarverslag op de website van de vereniging lezen als bladerbaar boek. Een papieren versie is te verkrijgen via Cyrille Timmerman van de VNCI, tel. 070-3378715, e-mail: [email protected] p

Tijdens het Deltavisiecongres, georganiseerd door uitgeverij

Industrielinqs, geven zeven spre-kers, waaronder VPRO-pro-grammamaker Rob van Hattum (‘Here comes the sun’), en voor-malig topman van BASF Antwer-pen John Dejaeger, tijdens mas-terclasses hun visie op biogrondstoffen, energie-effi-ciency en de mogelijkheden van nieuwe technologieën. Een ander belangrijk onderdeel

is de verkiezing van de Plant Manager of the Year 2009. Hier-voor gaat een professionele jury, met als juryvoorzitter Jos Ben-ders (voorheen topman Lyondell Europe), Colette Alma (directeur VNCI) en Cor Kloet (Algemeen directeur SPIE Nederland) op zoek naar de mens achter de resultaten van een succesvolle Plant Manager. In het bijzonder wordt er gelet op maatschappe-lijke betrokkenheid, leiderschap

en communicatieve vaardighe-den. De genomineerden zijn Jan-Jaap van der Bij (Sabic Innovative Plastics, Bergen op Zoom), Eward Hofstede (DSM Resins, Schoonebeek) en Bart Leenders (Huntsman Holland, Rozenburg).

De naam van de winnaar van de verkiezing wordt bekendge-maakt tijdens de informele, informatieve en smakelijke dinershow. Meer informatie over het congres en de mogelijkheid tot inschrijving vindt u op www.deltavisie2009.nl. p

‘Wij maken verschil’’Wij maken verschil’. Dat is het thema van het congres Deltavisie, dat op donderdag 11 juni 2009 in Rotterdam plaatsvindt. Tijdens dit congres onderzoeken sprekers en bezoekers waarin de chemie in de Delta uitblinkt en waar de chemie verschil kan maken.

De VNCI-jaarvergadering, op 4 juni in de Nieuwe Kerk in Den Haag, staat voor een groot deel in het teken van de biobased economy. Daarbij gaat het onder meer over de omschakeling van fossiele naar hernieuwbare grondstoffen voor chemi-sche producten en processen. DuPont Applied BioScience-directeur Armand Klein gaat er in zijn voordracht uitgebreid op in.

De vraag naar energie en grondstoffen neemt de komende decennia door de groeiende wereldbevolking en de stijging

van de welvaart twee tot drie keer toe, in vergelijking met het huidige gebruik. Daardoor ontstaat een groeimarkt voor pro-ducten die gebruik maken van biomassa voor farma, fijn- en bulkchemie, bio-energie en op groene grondstoffen geba-seerde materialen.Maar waar halen we de biomassa vandaan? En conflicteert het met de voedselvoorziening? Deze vragen komen uitgebreid aan bod tijdens de voordracht en de discussie met de aanwezi-gen. Daarnaast komen tijdens de jaarvergadering twee jonge ondernemers uit de chemie aan het woord, en wordt de Res-ponsible Care-prijs uitgereikt. p

De VNCI-jaarvergadering vindt op 4 juni plaats van 14.00 tot 18.00 in de Nieuwe Kerk in Den Haag en is voor iedereen toegankelijk. Aanmelden kan via Cyrille Timmerman van de VNCI, tel. 070-3378715, e-mail: [email protected]

Thema congres Industrielinqs:

Een veelbewogen jaarDe invoering van het nieuwe Europese stoffenbeleid REACH, het systeem van de veiling van emissierechten en de economische crisis zijn slechts enkele onderwerpen in het VNCI-jaarverslag over 2008 dat onlangs is gepubliceerd.

VNCI publiceert jaarverslag over 2008

Biobased economy centrale thema op jaarvergadering

DuPont Applied BioScience-directeur Armand Klein is hoofdspreker

mei 2009 Chemie magazine 53

VNCI

CM0905_p53_VNCI.indd 53 15-05-2009 10:38:44

Page 54: Chemie magazine 2009 - mei

Redactie: Adriaan van Hooijdonk (hoofdredacteur) e-mail: [email protected] de Gruiter e-mail: de [email protected]

Adres redactie:Loire 150 2491 AK Den Haag,tel. 070-3378787, fax. 070-3203903

Eindredactie: Orbitaal Speeches & Publications

Vaste medewerkers:Rob Cloosterman, dr. ir. Astrid van de Graaf, drs. Ingeborg van Honschooten, ir. Joost van Kasteren, ir. Marlies Lukkes, ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg, dr. Annemarie Vroom ten Wolde Vormgeving:Basisvormgeving, art-direction en opmaak: Curve, Haarlem, Henk Stoffels, Joachim Mahn en Julian Huiswoud

Advertentie-exploitatie:Mooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17, 2551 KSDen Haag, tel. 070-323 40 70Fax 070-323 71 96e-mail: [email protected] vallen buiten deverantwoordelijkheid van de redactie.

Druk:ALFA BASE publicatie processors B.V.Alphen aan den Rijn

Abonnementenadministratie:Nieuwe abonnementen/mutaties alleenschriftelijk opgeven bij: Judith van der Lugt via e-mail: [email protected]. Voor alle VNCI-leden, alsmede leden van aangesloten lidverenigingen, is Chemie magazine gratis.Abonnementen eindigen per eind december. Als niet vóór 1 december wordt opgezegd, loopt het abonnement nog een jaar door.

Abonnementsprijs per jaar (incl. btw)80 euro in Nederland en België100 euro in de overige landenChemie magazine verschijnt 11 x per jaar op woensdagOvername van artikelen en/of foto’s uitChemie magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestem-ming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.

Beeld cover: Curve

Internet: www.vnci.nlISSN: 1572-2996

3 juniWerkgroep Veiligheid, Middel-burg (Eastman Chemicals)

4 juniVNCI-jaarvergadering, Den Haag (Nieuwe Kerk)

4 juniWerkgroep Stoffenbeleid, Den Haag (Hotel Novotel)

10 juniBeleidsgroep Veiligheid, Gezondheid en Milieu, Den Haag (VNCI)

22 juniVergadering Dagelijks Bestuur (Teleconferentie)

26 juniBeleidsgroep Communicatie, Den Haag (VNCI)

Transmare Compounding

Royal Haskoning

Frank Heinen is begin april benoemd tot commercieel directeur bij Transmare Com-pounding te Roermond. Hij volgt Sijbe Beishuizen op die met pensioen gaat.

Transmare Compounding maakt deel uit van de Aarsen Holding groep en is als compoundeur gespecialiseerd in de meest uiteenlopende kunststofcom-pounds, onder andere reactieve,

mineralische, glasgevulde, vlamvertragende, natuurvezel- (bamboe), TPO’s en EVA com-pounds op basis van verschei-dene (bio-)polymeren. p

Ir. Erik Oostwegel, directeur van de divisie Industrial Installations, is per 1 mei benoemd tot lid van de Raad van Bestuur van de Koninklijke Hasko-ning Groep. De 42-jarige Oostwegel is sinds 1992 in dienst van het bedrijf en trad in 2003 toe tot de Manage-ment Council. Na afronding van zijn studie Werk-tuigbouwkunde, met als specialisatie Industriële Organisatie, aan de TU Delft bekleedde hij in de loop van de jaren verschillende functies binnen

de onderneming, waaronder die van directeur Knowledge and Information Management (2003), divisiedirecteur Mechanical & Electrical Services (2004) en later divisiedirecteur Indu-strial Installations (2006). Voorlopig combineert Erik Oostwegel het lidmaatschap van de Raad van Bestuur met zijn functie als directeur van de divisie Industrial Installations. De Raad van Bestuur bestaat naast Oostwegel uit voorzitter Jan Bout en Henry Rowe. p

VNCI Agenda

Lippenstift, biogas en forensisch onderzoek. Dat zijn de thema’s van de eerste posters die in het kader van de imagocampagne ‘Chemie is overal’ zijn verstuurd naar VNCI-leden, scholen en kennisinstellingen.

De posters bieden medewer-kers handvatten om met

anderen in discussie te gaan over de chemische industrie. De schijnbare tegenstellingen en de verrassende insteek moeten vol-gens de ontwerpers van de cam-pagne, bureau Volta in Utrecht, leiden tot vragen en dialoog over de maatschappelijke bijdrage van chemie. Medewerkers worden in de gelegenheid gesteld om hun positieve kijk op chemie over te brengen op anderen.

De campagne ‘Chemie is overal’ wil laten zien dat chemie onmis-bare oplossingen biedt voor een duurzame toekomst. In totaal zullen er dit jaar dertien posters verschijnen die breed worden verspreid. De VNCI verzoekt haar leden om de posters te gebruiken voor interne communicatie en voor contacten met scholen en de directe leefomgeving. Binnenkort ontvangen alle PR- en communicatiemedewerkers van de VNCI-leden een uitnodi-ging voor een netwerkbijeen-komst over de campagne die half juni zal plaatsvinden. Op de web-site www.chemieisoveral.nl is een digitale toolkit beschikbaar. Belangstellenden kunnen via die website de verschillende promo-tiematerialen opvragen. p

Meer informatie: Jan Willem Vreuls, hoofd communicatie VNCI, tel. 070-3378730, e-mail: [email protected]

Lancering posters ‘Chemie is overal’

54 Chemie magazine mei 2009

VNCI Colofon

CM0905_p53_VNCI.indd 54 15-05-2009 10:38:55

Page 55: Chemie magazine 2009 - mei

PRODUCTIE IN OPTIMA FORMA

AD PRODUCTIONS BV - CHEMISTRY, BLENDS & KNOWLEDGE

Markweg Zuid 27 Tel. +31 (0)167 - 526 9004794 SN Heijningen Fax +31 (0)167 - 526 969Postbus 102 [email protected] ZJ Fijnaart www.adinternationalbv.com

AD Productions isgespecialiseerd in hetformuleren en mengenvan chemische vloeistoffen en poeders.

� ADR-klasse: 3, 4.1,5.1, 6.1, 8 en klasse 9

� Meng en opslag-faciliteiten conformCPR 15-2

� ISO 9002-gecertificeerd

� Eigen R&D enlaboratorium

� Wereldwijd transport� Meer dan 30 jaar

ervaring

Wilt u uw productieoutsourcen? Wij makengraag kennis met u.

Met een ruim pakket verdringer-en centrifugaalpompen voor elkevloeistof de juiste pompoplossing.Neem contact op voor meer info.

Leningradweg 5, 9723 TP Groningen, T 050 549 59 00, www.wijkboerma.nl

100 JAAR VAN WIJK & BOERMA POMPTECHNIEK EN VERDERPOMPTECHNIEK EN VERDER

creo
Page 56: Chemie magazine 2009 - mei