64
Gebruik moleculen uit de natuur! Veel échte ondernemers in chemie 'Groene' nagellak Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 07 26 augustus 2009 Chemie geeft vaart aan CO 2 - reductie Magazine CM0907_p01_cover_02.indd 2 21-08-2009 11:11:52

Chemie magazine 2009 - augustus

  • Upload
    vnci

  • View
    251

  • Download
    13

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Chemie magazine augustus 2009

Citation preview

Page 1: Chemie magazine 2009 - augustus

Gebruik moleculen uit de natuur!

Veel échte onder nemers in chemie

' Groene' nagellak

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 07 • 26 augustus 2009

Chemie geeft vaart aan CO2-

reductie

Magazine

CM0907_p01_cover_02.indd 2 21-08-2009 11:11:52

Page 2: Chemie magazine 2009 - augustus

Imagine. Integrate. Innovate.

Alleen branchespecifi eke automatisering

zorgt voor chemie tussen

bedrijfsprocessen en ICT

• Formulebeheer

• Batch/lot management

• Traceerbaarheid

• Emballage

• Quality management

• Klachten en non conformities

• Containermanagement

• Veiligheidsbladen

• Labelling

• Verpakkingsstuklijstbeheer

Een volwaardige, fl exibele, betaalbare en bovendien

gebruiksvriendelijke ERP-oplossing die naadloos

alle bedrijfsfuncties in de semi-procesindustrie

integreert. Dat is Q-SPI, de “Solution for Process

Industry” van Qurius.

Q-SPI is gebaseerd op het ERP pakket Microsoft

Dynamics en biedt naast een krachtige

basisstructuur uitgebreide branchespecifi eke

functionaliteiten. Zo kunnen bedrijven in de semi-

procesindustrie sneller en effi ciënter reageren op

ontwikkelingen in de markt.

Qurius Van Voordenpark 1a, 5301 KP Zaltbommel. Postbus 258, 5300 AG Zaltbommel

t +31 (0)418 68 35 00, e [email protected], i www.qurius.nl

adv chemie.indd 1 27-08-2008 14:21:59

Page 3: Chemie magazine 2009 - augustus

fo

to:d

ow

ch

em

ica

l

Producten van de chemische industrie spelen een essentiële rol bij het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. Voor elke ton CO2 die wordt uitgestoten, wordt verderop in de keten 2,6 ton gereduceerd. Dat blijkt uit een onlangs verschenen studie van McKinsey. Volgens Eduard van der Wilt van de VNCI laat het rap-port zien dat je bij het CO2-beleid niet alleen naar de sector moet kijken, maar naar de hele keten.

Minder broeikasgassen door chemie

46

24

Gebruik maken van moleculen uit de natuur‘Voor de productie van biobrandstoffen wordt complexe bio-massa afgebroken tot eenvoudige moleculen, en wordt de syn-thesekracht van de natuur onvoldoende benut’, zegt hoogleraar industriële biotechnologie Wim Soetaert. ‘In plaats van alles in mootjes te hakken, zoals in de petrochemie gebeurt, moeten we gebruik maken van de moleculen die de natuur al heeft gemaakt.’ Een interview over biobrandstoffen.

Oplossingen voor plastic soepOnlangs hebben Nederlandse experts gebrainstormd over oplossingen voor de plastic afvalhoop in de Stille Oceaan, op initiatief van de Rotterdamse architect Rudolph Eilander: ‘In de Stille Oceaan drijven ruim 44 miljoen kilo’s aan waardevolle grondstoffen. Als we die uit het water kunnen halen, zijn we spekkoper. ‘ Tijdens de brainstormsessie kwamen verschillende ideeën kwamen aan bod, zoals robotwalvissen die het plastic in zee kunnen ophalen en verzamelen.

30

07 26 augustus 2009

Huis met blauwe isolatieplaten van STYROFOAM™ van Dow Chemical

augustus 2009 Chemie magazine 3

Inhoud

CM0907_p02_inhoud.indd 3 21-08-2009 11:22:03

Page 4: Chemie magazine 2009 - augustus

Ze kunnen niet leven zonder hun omgeving te beschadigen.Maar u wel. Met bewezen sustainability management software van SAS.

www.sas.com/nl

Olifanten eten duizenden bomen kaal

Page 5: Chemie magazine 2009 - augustus

Innovatie 11- Agro, chemie en papier werken samen

Duurzaam ondernemen 17- ExxonMobil investeert in olie uit algen

Veiligheid, gezondheid en milieu 19- Bedrijven kunnen nieuwe GHS-symbolen gebruiken

Actueel 21- Linde Gas weet cilinders altijd te vinden

Groene chemie 53- Milieuvriendelijke oplosmiddelen van CLEA

Uit de media 56- Voorzitter Commissie Transport Gevaarlijke Goederen

reageert op artikel over ongeluk met gastrein

Column 57- Jan Zuidam, VNCI-voorzitter, over voortrekkersrol

chemie bij verminderen van de uitstoot van broeikasgas-sen

Opinie 34- Chemiebedrijven verhogen weerbaarheid tegen aanslagen

In beeld 37- Flowid vult gat tussen leverancier en eindgebruiker: test

uw microreactor

Uitgelicht 40- BASF-materiaal op de catwalk

Opinie 42- Verkeer moet ook bijdragen aan reductie NOx

Infographic 50-Nijmeegse supermagneet

40- Directeur Colette Alma: 58 ‘Veel échte ondernemers in chemie’

Personalia en agenda 62

opinie 07- Chemie deel oplossing klimaatprobleem

07 26 augustus 2009

17

37

augustus 2009 Chemie magazine 5

Inhoud

VNCI

Feiten en Visies

Trends

Achtergrond

CM0907_p02_inhoud.indd 5 21-08-2009 11:22:18

Page 6: Chemie magazine 2009 - augustus

SPIEeen gezamenlijke ambitie

Ass

et M

anag

emen

t

Bui

ldin

g Sy

stem

s

Con

trol

ec E

ngin

eeri

ng

Indu

stri

e

Infr

a

Met het oog op de toekomstEen onderneming kan in de 21e eeuw past echt succesvol zijn als deze ookduurzaam is. Om dit te bewerkstelligen zoekt SPIE continu naar oplossingendie werken en blijven werken. Systemen en procedures die kostenreducerend,maar vooral veilig zijn, als het even kan daarbij zelfs de verwachtingen van opdrachtgevers overtreffen. Uiteraard met ontzag voor het milieu. SPIE biedteen compleet pakket multitechnische diensten aan de industriële, commerciëleen institutionele branche. Samen met de klanten ontwerpen en bouwen onzespecialisten innoverende oplossingen die ertoe bijdragen dat onze infra -structuur, industrie en onze leef- en werkwereld erop vooruitgaan.

De bundeling van onze krachtenMet het inschakelen van SPIE staat er een stevig team gemotiveerde specia-listen en vakmensen voor u klaar. Vanzelfsprekend kan elke divisie ook eenberoep doen op de kennis en ervaring van één van de andere divisies.

SPIE-Asset ManagementAdvies over en realisatie van de hoogst mogelijkeeconomische waarde van productiefaciliteitenvoor eigenaars en gebruikers.

SPIE-Building SystemsAdvies, ontwerp, realisatie en onderhoud vanelektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties.

SPIE-Controlec EngineeringAdvies en onafhankelijke, technische, multidisci-plinaire oplossingen op het gebied van engineering& design, procurement, project -en construction management.

SPIE-IndustrieAdvies, ontwerp, installatie, start-up, onderhoud,projectmanagement, processautomatisering eninspectie op het gebied van mechanische technie-ken, piping, luchtconditionering, elektrotechniek,meet- en regeltechniek en analysersystemen.

SPIE-InfraOntwerp, realisatie, inspectie, service en onder-houd op de terreinen: energie, verkeer en vervoer,telecommunicatie en hoogspanningslijnen.

SPIE NEDERLANDHuifakkerstraat 15 • 4815 PN Breda • Postbus 2265 • 4800 CG Bredatel. +31 (0)76 544 54 44 • [email protected] • www.spie-nl.com

280443_SPIE_CORPORATE_AD:210x297 12-06-2008 13:23 Pagina 1

Page 7: Chemie magazine 2009 - augustus

VNCI-directeur Colette Alma

e chemische industrie beperkt de wereldwijde CO2-uitstoot, blijkt uit een recente studie van McKinsey in opdracht van de International Council of Chemical Associations. Tegenover elke ton CO2 die de chemie uitstoot, staat een besparing van 2,6 ton door producten van de industrie, zoals isolatiemateriaal en innovatieve verlichting.

De chemie is de eerste sector die zijn ‘carbon footprint’ wereldwijd in kaart heeft gebracht. En de cijfers liegen er niet om; maar liefst zeven procent van de globale broeikasgasemissie is gerelateerd aan de chemi-sche industrie. Maar zonder de producten van de industrie zou de totale emissie nog acht tot elf procent hoger zijn geweest.

Natuurlijk weet ik dat deze resultaten met de nodige onzekerheden zijn omgeven. En natuurlijk weet ik dat chemie meer milieu- en veiligheids-effecten met zich meebrengt dan de druk op het klimaat. Daarom werkt de sector in het kader van de Europese wet- en regelgeving op stoffen-gebied, REACH, hard aan het management van de risico’s van stoffen.

Maar de boodschap van McKinsey blijft duidelijk: de chemie speelt een belangrijke rol in de oplossing van het klimaatprobleem. Tot deze conclu-sie was de High Level Group van de Europese Commissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van de industrie en politiek, overigens al eerder gekomen.

Graag grijpt de VNCI de uitgestoken hand aan van mensen die in termen van oplossingen willen denken, zoals de ngo’s die ons in dit nummer uit-nodigen voor een gesprek, hoewel ze de uitkomsten van het rapport nau-welijks kunnen geloven. En uiteraard brengen we het rapport tevens onder de aandacht bij onze politieke contacten in Den Haag.

De cijfers uit de studie wijzen immers ook uit dat de chemische industrie in West-Europa twee keer zo CO2 -effi ciënt is als het wereldwijde gemid-delde. En dat, hoewel de verwachting is dat het globale gemiddelde in de komende jaren fl ink verbetert, de voorsprong ook in 2030 nog zeer groot zal zijn.

Daarnaast benadrukt McKinsey in het rapport dat de ontwikkeling van nieuwe technologie gestimuleerd moet worden. Dat is essentieel om de toenemende CO2 -emissies in verband met de groei van de wereldbevol-king en de welvaart te kunnen verminderen.

Alle reden om de West-Europese chemische industrie te koesteren en te stimuleren verder te gaan met hun pionierswerk.

Chemie nodig voor klimaatprobleem

D

Opinie VNCI

augustus 2009 Chemie magazine 7

CM0907_p07_opinie.indd 7 21-08-2009 10:06:02

Page 8: Chemie magazine 2009 - augustus

AluchemieAluchemierookgasinstallatie

8 Chemie magazine augustus 2009

CM0907_p08_wetenswaardig.indd 8 21-08-2009 10:09:05

Page 9: Chemie magazine 2009 - augustus

Aluchemie in Rotterdam heeft in juli 2009 een nieuwe installatie in gebruik genomen, die de rookgassen van drie bakovens ontdoet van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s). Het bedrijf maakt anoden voor de alu-miniumindustrie door cokes en pek te verhitten, te mengen, te vormen en te calcineren. Daarbij komen vluchtige PAK’s vrij. De conventionele rookgas-reinigingsinstallatie hield slechts een deel tegen. De nieuwe installatie ver-wijdert meer dan 98% van PAK’s door middel van regeneratieve thermische oxydatie (RTO), oftewel verbranding, met terugwinning van warmte. De nieuwe installatie heeft 28 miljoen euro gekost. In de komende anderhalf jaar laat Aluchemie een nog grotere installatie bouwen om ook de reste-rende 30% van de rookgassen, afkom-stig van de andere bakovens, schoon te maken. Aluchemie telt ca. 385 medewerkers en is de grootste stand-alone anoden-fabriek ter wereld.

Meer informatie: www.aluchemie.nl

AluchemieAluchemieBrandschoon

Wetenswaardig

augustus 2009 Chemie magazine 9

CM0907_p08_wetenswaardig.indd 9 21-08-2009 10:09:11

Page 10: Chemie magazine 2009 - augustus

VAPRO MAAKT VAN STILSTAND

VOORUITGANGM E E R W E T E N ? K I J K O P VA P R O . N L O F B E L M E T 0 7 0 – 3 3 7 8 3 0 0 .

CRISIS ?OPLEIDINGS- EN SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN ?

stilstand vooruitgang**.indd 1 17-04-2009 12:47:32

Page 11: Chemie magazine 2009 - augustus

Samenwerking krijgt langzaam vorm

‘In diverse gesprekken hebben vertegenwoordigers van de

VNCI en van de agro- en papier-sector gekeken naar de verschil-len en overeenkomsten tussen de branches in relatie tot de ont-wikkeling van de biobased eco-nomy’, vertelt Gerald van Engelen van Cosun. ‘Wij zijn niet gewend om met elkaar samen te werken en de verschillen in benadering tussen de branches zijn redelijk groot. Ieder heeft een eigen jargon en het beeld wat je van elkaar hebt, is vaak niet hele-maal juist. Het is dus zaak om elkaar goed te leren kennen en vervolgens te kijken op wat voor manier de branches elkaar kun-nen aanvullen. Daar liggen de kansen en mogelijkheden voor de toekomst.’Vice-voorzitter Jacques Joosten van de Regiegroep Chemie bena-drukt dat de chemie pas recente-lijk is begonnen met het denken in hernieuwbare grondstoffen

voor productie op grote schaal. ‘De alternatieve grondstoffen zijn nodig om de doelstellingen voor duurzaamheid te halen. In de chemie is “security of supply” een must en de gesprekken daarover tussen Agro, Chemie en Papier zijn zeer verhelderend. Wellicht kan Nederland op het gebied van de samenwerking een voortrekkersrol vervullen. De verschillende partijen weten elkaar inmiddels makkelijk te vinden en de inhoudelijke dialoog biedt unieke kansen’, aldus Joosten.‘De VNCI en het Kenniscentrum Papier en Karton hebben onlangs een structuur neergelegd voor duurzame samenwerking. Er zijn nog verschillende drempels te nemen. Feit is dat de mogelijkhe-den voor samenwerking toene-men, naarmate je vaker inhoude-lijk met elkaar spreekt en het wederzijds vertrouwen groeit’, stelt Van Engelen. p

Het structureel gebruiken van reststromen van de agro- en papier-branche in de chemie komt stap voor stap dichterbij. Wezenlijke samenwerking tussen de branches wordt na een verkennende fase steeds concreter.

Agro, chemie en papier

Weinig bachelors in Nederlandse chemie

Dat blijkt uit Europees onderzoek van het Duitse onderzoeksbureau IFOK naar de

inzet van bachelors in de chemie. In Euro-pese landen die al langer met een verge-lijkbare onderwijsstructuur werken, staan veel meer bachelors op de loonlijst. Uit het onderzoek blijkt tevens dat de meeste bedrijven wel open staan voor de nieuwe bachelors en dat de bedrijven die hen in dienst hebben, positief zijn. De opleidingen sluiten goed aan op de praktijk en bieden veel doorgroeimogelijkheden in de bedrij-ven zelf. IFOK concludeert dat de chemi-sche industrie meer tijd nodig heeft voordat de nieuwe structuur is ingebed. Het advies

aan HR-managers is om bachelors te zien als medewerkers met veel potentie die door het bedrijf zelf gevormd kunnen wor-den. Global Technology Leader Frank Kuijpers van SABIC vertelt dat er bij het bedrijf nog geen nieuwe bachelors werken. ‘Er is jaar-lijks een beperkt aantal vacatures en daar-voor zoeken we meestal afgestudeerde WO’ers. Punt is dat we nog moeten leren wat de voor- en nadelen zijn. Een bachelor

met drie jaar WO lijkt me prima inzetbaar op afdelingen als manufacturing of engineering. Voor R&D zoeken we sowieso medewerkers met een stevige weten-schappelijke achtergrond. Op dit moment vindt bij SABIC een wereldwijde reorgani-satie plaats. De Europese bachelor-master gaat daar beslist onderdeel van uitmaken, dus ik verwacht dat er bij ons in de toe-komst meer bachelors aan de slag gaan’, aldus Kuijpers. p

Bij Nederlandse chemiebedrijven werken nog maar weinig bachelors met een drie-jarige universitaire opleiding. De reden daarvoor is dat de Europese bachelor-master structuur in ons land nog relatief onbekend is.

Europese structuur nog onbekend

Innovatie

augustus 2009 Chemie magazine 11

CM0907_p11_innovatie.indd 11 21-08-2009 11:23:16

Page 12: Chemie magazine 2009 - augustus

...STANK ...

– warm–

– warm–

– warm–

...BAHBAH

date

inlegzoolinlegzool

— ch

ampignon

— ch

ampignon —

bloemetjes

bloemetjes ——

— lucht

— eenzaam

——

eenzaam —

= CH

EMIE =

=—

=—

CH

EMIE =

= CH

EMIE ==

= CH

EMIE

CHEM

IE =

— relax —

— spray —

— spray —geurvreter–

— spray —geurvreter–

— spray —

— optie

s—

— zee

p –

— zee

p –

— feet

— happy –

— happy –

bacterie

vochtig

bye —

— wat—

— wat—ruik–

— ik?

— weg

wezen

— weg

wezen

— hè

gatve

r —

— was jij je wel? –

— was jij je wel? –

– kaas –

– tenen-

— nee, h

— nee, hè!è!

— schoenen—uit –

— gên

e —

— afk

eer–

— afk

eer–

— bal

en—

— afgebeld–a a n t r e

kkingskra

ch

t

1 ss tt dd ate

contactgez

el l i

gg

d r o ge

vo

etenopluc

ht i

n g

—voeten——voeten—

— zacht—goed—

—advies —

—do

kter

——

dokt

er—

—dr

ogis

t——

drog

ist—

Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =bloemetje

s

Chemie =bloemetje

s

frisfrisfrisfrisfrisfrisfrisfrisfrisfris stankZweetvoeten. Je hebt ze of je hebt ze niet. De kaaslucht is bekend. Niet lekker, niet fris. Dus wat doe je vlak vóór je eerste date? Je treft een maatregel. Weg stank. Opluchting.

dankOm de geur te verdrijven, pak je de bacteriën aan die de stank veroorzaken. Dat kan met inlegzolen, spray en poeder. Werkzame stoffen als kamfer, propeen en dipropyleen glycol stimuleren de groei van ‘gezonde’ bacteriën, remmen de groei van de overlastveroorzakers en houden je voeten droog. Probleem opgefrist.

Chemie onderzoekt, ontdekt, produceertWe hebben er zo veel aan te danken. Kijk eens om

je heen. Chemie maakt onze wereld gemakkelijker,

veiliger, gezonder, smakelijker. Voor ons allemaal.

Deze campagne is een initiatief van bedrijven in de

chemie, scholen en universiteiten. Meer weten?

> www.chemieisoveral.nl

i271 Stopperadvertenties_Serie B_A4.indd 1 05-08-2009 14:27:39

Page 13: Chemie magazine 2009 - augustus

Bronzen medaille voor twee Nederlanders

In totaal vier Nederlandse vwo-leerlingen verdedigden Neer-

lands eer op de 41ste Internatio-nale Chemie Olympiade (ICHO). Zij kwalificeerden zich eerder dit jaar tijdens de Nationale Scheikundeolympiade die plaats-vond bij Shell in Amsterdam.Van de 250 deelnemers ontvin-gen de beste 28 leerlingen een gouden medaille, de nummers 29 tot 82 kregen zilver en de bronzen medaille was voor de nummers 83 tot en met 164. Alexander Blokhuis (nummer 141) en Tim Evers (158) kregen brons voor hun prestaties. De overige twee Nederlandse deel-nemers Lianne Jansen en Bas Koenders vielen niet in de prij-zen. De Chinese Ruibo Wang werd eerste, gevolgd door de Israëlische Assaf Mauda (2) en Hung-I Yang uit Taiwan (3).De opdrachten die tijdens de Chemie Olympiade worden uitgevoerd,bestaan uit een theo-rie- en praktijkgedeelte. De deel-

Alexander Blokhuis en Tim Evers kregen brons voor hun prestaties op de Internationale Chemie Olympiade die in juli plaatsvond in Cambridge. Tij-dens de Olympiade in Engeland wedijverden 250 leerlingen uit 65 landen voor een gouden medaille.

Internationale Chemie Olympiade

nemers zijn overigens niet alleen druk aan het werk. Er is ook ruimte voor ontspanning. Deze keer bezochten de deelnemers onder meer het Belvoir Castle en het Kings College in Cambridge.

De Nationale Scheikundeolympi-ade is een initiatief van de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) en wordt ondersteund door acht Nederlandse partijen. De VNCI is een van de sponsors van

het evenement. Volgend jaar vindt de Internatio-nale Chemie Olympiade plaats in het Japanse Tokyo. p

V.l.n.r.: Emiel de Kleijn, Alex Blokhuis, Bas Koenders, mevrouw Kroto, Sir Harry Kroto (Nobelprijswinnaar Scheikunde 1996), Peter de Groot, Lianne Jansen, Tim Evers en Kees Beers.

Waaraan moet chemicus in 2015 voldoen?

Deze vraag krijgen zo’n 25 tot 30 grote en middelgrote

chemiebedrijven in oktober en november voorgelegd. Het doel is te achterhalen waaraan toe-komstige medewerkers in de chemie moeten voldoen. In opdracht van Suschem (Euro-pean Technology Platform for Sustainable Chemistry) start PriceWaterhouseCoopers (PWC) met een pilot-onderzoek

in Nederland, Duitsland en Engeland. Afhankelijk van de resultaten beslist de Europese brancheorganisatie Cefic in januari 2010 of het onderzoek ook in andere Europese landen moet worden uitgevoerd. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de ingenieur van de toekomst aan andere eisen moet voldoen dan vroeger. Naast technische ken-nis zullen specifieke competen-

ties en vaardigheden vereist zijn. De visie van SusChem is dat Europa zich het beste kan toeleggen op biotechnologie, nieuwe materialen en nieuwe manieren van engineering. Met alle andere aspecten die van belang zijn bij innovatie voor een duurzame toekomst, vraagt dat om specifiek opgeleide medewerkers van een uitste-kende kwaliteit. Als de resulta-ten van het PWC-onderzoek bekend zijn, willen we met uni-versiteiten en opleidingsinstitu-ten in overleg over de resulta-

ten. Zo kunnen we de behoefte van het bedrijfsleven en het onderwijsaanbod voor de toe-komst op elkaar afstemmen’, aldus VNCI- speerpuntmanager Onderwijs & Innovatie Nelo Emerencia. Hij coördineert de oprichting van SusChem Nederland; de oprichtingsver-gadering vindt in oktober plaats. p

Meer informatie: Nelo Emerencia, tel. 070-3378726, e-mail: [email protected]

Stelt u zich eens voor dat we in het jaar 2015 leven. Hoe ziet de chemische industrie er dan uit en over wat voor kennis en com-petenties moeten medewerkers beschikken?

PriceWaterhouseCoopers start onderzoek

Innovatie

augustus 2009 Chemie magazine 13

CM0907_p11_innovatie.indd 13 21-08-2009 11:23:20

Page 14: Chemie magazine 2009 - augustus

Dé afvalverwerker

www.atmmoerdijk.nlTel: 0168-389289 Fax: 0168-389270

Contactpersonen:

Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)

Afvalstoffen Terminal

Moerdijk BV

Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijk

Verwerker van: Industrieel afvalwaterOliehoudend afval BrandstofrestenChemisch afval

ATM is een bedrijf.

Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

Page 15: Chemie magazine 2009 - augustus

Veel belangstelling voor regeling kenniswerker

D e zogeheten ‘Kenniswerkers-regeling’ is kort voor het

zomerreces ingesteld en inmid-dels liggen er aanvragen voor bijna 2000 onderzoekers. De overheid stelt over meerdere tenders maximaal 180 miljoen euro beschikbaar. Bedrijven die kampen met een acute omzetda-ling kunnen hun onderzoekers inzetten voor onderzoek en ont-wikkeling op terreinen van maat-schappelijk belang die de Nederlandse kennispositie ver-sterken. De overheid vergoedt dan een belangrijk deel van het salaris van de kenniswerker. In principe is voor de eerste ten-der 50 miljoen euro beschikbaar. Als er veel goede projecten zijn, bestaat de mogelijkheid dat dit bedrag tijdens de eerste ronde wordt overschreden. Of de hui-dige aanvragen de 50 miljoen overschrijden, kon SenterNovem begin augustus nog niet zeggen. ‘Op dit moment bekijken wij met NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onder-zoek, red.) alle aanvragen en stellen wij een advies op voor de ministers Van der Hoeven en Plasterk. Die zullen voor half september besluiten welke aan-vragen worden gehonoreerd’, aldus een woordvoerder van SenterNovem.

ChemieHet is niet bekend hoeveel aan-vragen er vanuit de chemische industrie zijn ingediend. De betrokken kennisinstellingen hebben als beleid om vertrouwe-lijk om te gaan met de identiteit van de aanvragers. De LinkedIn kenniswerkers community van SenterNovem heeft 208 leden, maar daarin zijn maar twee namen vanuit de chemie te her-kennen. Toch weten we dat er

Bij SenterNovem waren eind juli 182 aanvragen van bedrijven binnengekomen om hun mede-werkers voor maximaal ander-half jaar te detacheren bij uni-versiteiten of andere kennisinstellingen. Met de regeling hoopt het kabinet te voorkomen dat onderzoekers vanwege de crisis worden ont-slagen, waarna de opgebouwde kennis verdwijnt.

Kabinet wil ontslag onderzoekers voorkomen

vanuit de sector wel degelijk belangstelling is voor de rege-ling. Bij de internet-community zijn opvallend veel bemiddelaars en subsidiespecialisten aange-sloten. Dat kan betekenen dat veel bedrijven hulp hebben gezocht bij het indienen van een aanvraag. De VNCI heeft begin juli een tele-conferentie over de kenniswer-kersregeling georganiseerd. Annelies Olijslagers van SenterNovem en Jacques Joosten het Dutch Polymer Institute gaven antwoord op prangende vragen. Van die mogelijkheid werd door een aan-tal VNCI-leden gebruik gemaakt. De vragen hadden vooral betrek-king op de voorwaarden waaraan

een aanvraag moet voldoen. Ook was er behoefte aan ondersteu-ning en bemiddeling. Tijdens de conferentie gaf Jacques Joosten aan dat DPI haar netwerk gebruikt om bedrijven en univer-siteiten aan elkaar te koppelen. Na de conferentie hebben alle leden een brief ontvangen met antwoorden op de meest gestelde vragen.

Nieuwe rondeVerwacht wordt dat er in het najaar een tweede tender komt. De beschikbare 180 miljoen euro zou voldoende moeten zijn om 2000 kenniswerkers aan de slag te houden. SenterNovem gaat ervan uit dat hiermee alle onder-zoekers die voor de regeling in

aanmerking komen, worden bereikt. Bedrijven die in de eer-ste ronde geen aanvraag hebben ingediend, kunnen dat tijdens de tweede ronde alsnog doen. Ook afgekeurde projecten kunnen in de tweede tender verbeterd wor-den ingediend. p

Meer informatie over de kennis-werkersregeling en de start van een nieuwe tender: www.sen-ternovem.nl/kenniswerkers. VNCI, Nelo Emerencia: [email protected] tel. 070-3378726Vragen over de kenniswerkersre-geling kunt u mailen naar [email protected] kan ook via tel. 070-3735496

Innovatie

augustus 2009 Chemie magazine 15

CM0907_p11_innovatie.indd 15 21-08-2009 11:23:23

Page 16: Chemie magazine 2009 - augustus

vaten internals montage

FIB Industriële Bedrijven: specialist in rvs voor de procesindustrie. Kennismaken?

Graag. Belt u even of kijk op www.fib.nl

Serving the industry

FIB Industriële Bedrijven

Einsteinweg 18

8912 AP Leeuwarden

Tel (058) 294 59 45

Fax (058) 212 57 42

Page 17: Chemie magazine 2009 - augustus

Duurzaam ondernemen

De bouw van een proeffabriek voor onder-zoek naar olie uit algen is de eerste stap in een gezamenlijk onderzoeksprogramma van ExxonMobil en Synthetic Genomics Inc. De Amerikaanse oliemaatschappij inves-teert de komende tien jaar 425 miljoen euro in het project.

Samenwerkingspartner Synthetic Genomics Inc. (SGI) wordt geleid door de

wetenschapper Craig Venter die negen jaar geleden betrokken was bij het in kaart bren-gen van het menselijke DNA. ‘SGI wil de algen genetisch modificeren, zodat het mogelijk wordt olie te winnen zonder de algen zelf te oogsten. Dat is nu nog niet mogelijk. Je zou eigenlijk kunnen zeggen dat we op zoek gaan naar manieren om de algen te gaan melken’, vertelt woordvoerder Bart Vermeulen van ExxonMobil in Breda. ‘In de proeffabriek in San Diego in Californië zullen we het gedrag van algen onderzoeken in bassins en in fotobioreactoren. Op de fabriek, die over een jaar klaar moet zijn, zal gekeken worden naar de groei en ontwikke-ling van algen in zoet, zout en brak water. In de komende jaren liggen er genoeg uitdagin-gen voor ons. Denk bijvoorbeeld aan virusre-sistentie, het modificeren van de cellen en het destilleren van bruikbare brandstoffen uit de olie. Voordat we hier in Nederland de biobrandstoffen bij de pomp kunnen krijgen, is er nog een lange weg te gaan. In het onderzoekspro-gramma zal SGI zich bezighouden met micro-enginee-ring en is ExxonMobil verantwoordelijk voor macro-engineering,’ aldus Vermeulen.

Hooggespannen verwachtingenExxonMobil kiest voor research en develop-ment van algen na uitgebreid onderzoek van alternatieve brandstoffen. De verwachte prestaties van algen zijn hooggespannen. De opbrengst van biobrandstof is circa 18.500 liter per hectare, per jaar. Vergeleken met andere biologische oliebronnen is dat zeer hoog; palm (2470 liter), suikerriet (1710 liter), maïs (950 liter), soja (190 liter). Verder is de CO2-uitstoot bij de productie relatief laag, want voor de kweek worden alleen zonlicht en CO2 gebruikt. Overigens zal de biobrandstof voorlopig maar

ExxonMobil investeert in olie uit algen

425 miljoen euro in tien jaar

een klein deel gaan uitmaken van het pro-ductportfolio van ExxonMobil. Vermeulen: ‘Het zal decennia duren voordat de technolo-gie en infrastructuur van een nieuwe brand-stof zo ver zijn ontwikkeld dat er een grote verandering in de energiemix zal plaatsvin-den. We verwachten dat tot 2030 het totale verbruik van energie met 35% zal toenemen. Ook in 2030 zullen we voor het leeuwendeel (80%) afhankelijk blijven van fossiele brand-stoffen. De biobrandstof zal de fossiele brandstoffen dus niet vervangen, maar aan-vullen.’ Toch wordt er fors ingezet op onder-zoek naar de nieuwe oliebron. ‘Deze investe-ring van 600 miljoen dollar is een significant

bedrag in de context van onze totale R&D-uitgaven van 3.7 miljard dollar in de afgelo-pen vijf jaar. En dat is nog maar het begin. Als we na een succesvolle afronding van de onderzoeksperiode het product commercieel gaan opschalen, hebben we het over investe-ringen van miljarden’, zegt Vermeulen.Ook Shell investeert in olie uit algen. In 2007 startte het olieconcern met een proeffabriek op Hawaï. Volgens Vermeulen kiest Exxon-Mobil niet voor algen, omdat Shell dat ook doet. ‘Wij hebben onze eigen evaluatie van mogelijke hernieuwbare energiebronnen gedaan en kijken naar onze eigen kracht.’ p

augustus 2009 Chemie magazine 17

CM0907_p17_duurzaam ondernemen.indd 17 21-08-2009 10:09:49

Page 18: Chemie magazine 2009 - augustus

De Dräger X-plore® Twinfilter serie. Flexibel. Veilig. Comfortabel.

Ontwikkeld voor enorme flexibiliteit in vele toepassingsgebieden. Tweebajonetaansluitingen zorgen voor een snelle en eenvoudige filtervervan-ging. En wij bieden vele filteropties aan – het juiste filter voor elke taak.

Geniet van uitstekend comfort met de innovatieve “FlexiFit” hoofdsluitingdie zich gemakkelijk laat verstellen. Zorgeloos ademen met onze Dräger X-plore Twinfilter serie. www.draeger.nl/twinfilter

NEEM CONTACT OP MET ONZE OFFICIËLE DEALER SECUR | TEL. 079 3444 880

A mask for

every task

AD_no1_X-plore_Twinfilter_210x297mm_nl.qxd:AD_no1_X-plore_Twinfilter_210x297mm_nl 12.08.2009 17:50 Uhr Seite 1

Page 19: Chemie magazine 2009 - augustus

Bedrijven kunnen nu al nieuwe gevaarsymbolen gebruiken

Geen algemene milieuregels voor IPPC-bedrijven

Grote chemische bedrijven kunnen voor het etiketteren van tanks en leidingen nu al de nieuwe gevaarsymbolen gebruiken die voortvloeien uit het Global Harmonised System. Dat is het gevolg van een verzoek van de VNCI aan de Arbeidsinspectie.

De VNCI kreeg de afgelopen maanden steeds meer vragen van grote leden met

veel installaties, die wilden weten of ze hun tanks en leidingen nu al mogen voorzien van nieuwe gevaarsymbolen. De huidige gevaar-symbolen moeten binnen een aantal jaren sowieso vervangen worden als gevolg van

nieuwe regels om internationaal tot een een-duidig systeem van indeling, kenmerking en etikettering van chemische stoffen en prepa-raten te komen, het zogeheten Global Harmonised System.Volgens VNCI-beleidsmedewerker Macco Korteweg Maris is de overgang naar de nieuwe symbolen nog niet formeel in de Nederlandse wet geregeld, maar hoeven bedrijven zich er geen zorgen over te maken dat ze problemen met de Arbeidsinspectie krijgen als ze de nieuwe symbolen nu al gebruiken. ‘Daarover hebben we met de Arbeidsinspectie goede afspraken kunnen

maken. Het gebruik van de nieuwe symbolen is nu al mogelijk, maar dat geldt vooral voor bedrijven waarvoor dit een zeer ingrijpende klus is, die enige planning vergt. De bedrijven moeten er wel op letten dat ze systematisch te werk gaan en dat ze verwarrende dubbele systemen zoveel mogelijk proberen te voor-komen. Ook moeten hun personeel en con-tractors op de hoogte zijn van de betekenis van de symbolen.’ p

Meer informatie: Macco Korteweg Maris: tel. 070-3378748, e-mail: [email protected]

Maatwerk blijft voorlopig bestaan

VNCI en Arbeidsinspectie eens over GHS-signalering

Minister Cramer is terugge-komen op haar voorstel om

IPPC-bedrijven onder het Activiteitenbesluit te brengen. Het bedrijfsleven, waaronder de VNCI, had namelijk eerder haar zorgen geuit over het voorstel.

Zo gaat de IPPC-richtlijn uit van een integrale benadering van de milieuproblematiek. Dat betekent dat een IPPC-bedrijf moet kun-nen kiezen voor een uit bedrijfs-economisch en milieuoogpunt zo efficiënt mogelijke oplossing.

Bovendien zou het besluit bedrijven met onnodige admini-stratieve lasten opzadelen. Zij zouden zich immers moeten gaan verdiepen in het Activititeitenbesluit, dat in de huidige vorm niet is afgestemd op de regels voor IPPC-bedrij-ven. Minister Cramer heeft ove-rigens wel aangegeven dat ze bij de invoering van de herziene milieurichtlijn gaat kijken of onderdelen van het Activiteitenbesluit alsnog wor-

den toegepast op IPPC-bedrij-ven. p

Meer informatie: Leantine Mulder-Boeve, tel. 3378742, e-mail: [email protected]

Bedrijven die met de Europese IPPC-milieurichtlijn hebben te maken, vallen voorlopig niet onder het Activiteitenbesluit. Er komen dus geen algemene milieuregels voor dit soort onderne-mingen, maar de regels worden toegespitst op het bedrijf. Dit heeft minister Cramer van VROM eind juli geantwoord op Kamer-vragen.

Veiligheid, gezondheid en milieu

augustus 2009 Chemie magazine 19

CM0907_p19_veiligheid en milieu.indd 19 21-08-2009 10:14:31

Page 20: Chemie magazine 2009 - augustus

| kwaliteit | dé oplossing | flexibel | maatwerk | enthousiast | een perfecte match

serv

ices[Associate] Scientist

Bio-informaticsDSM Food Specialties - te Delft is op zoek naareen [Associate] Scientist Bio-informatics.Ben jij een multidisciplinaire teamplayer die graag initiatief neemt? Heb je de kwaliteiten om je creativiteit en goede beoordelingsvermogen om te zetten in reële oplossingen? Beschik je over een Ph.D. in Bio-Informatica op het gebied van Metabolische Engineering enMoleculaire Biologie? Met aantoonbare ervaring in het toepassen van bioinformatica op bio-technologische toepassingen?Bezoek dan onze site www.cls-services.nl voormeer informatie over deze uitdagende functie binnen een innovatieve organisatie.

en u

CLS Services - werving & selectie én detacheringin de branches chemie | farma | biotech | food

van der Flier B.V.Hoofdstraat 579686 VG Beertat. 0597 - 33 16 19f. 0597 - 33 12 26e. [email protected] www.vanderflierbv.nl

De boDem van neDerlanD komt alsmaar voller te liggen met kabels en leiDingen, zeker als we kijken naar De chemieparken. steeDs vaker komt het voor Dat kabels en leiDingen geraakt worDen en Dat complete installaties plat komen te liggen. Dit kan grote gevaren en kosten met zich meebrengen. tevens kan Deze techniek zeer goeD gebruikt worDen bij Diverse saneringsactiviteiten.

gronDzuigtechniek, veiliger Dan graven

“Als het om veiligheid draait”

Pagina20.indd 1 24-08-2009 10:11:00

Page 21: Chemie magazine 2009 - augustus

Cilinders altijd traceerbaar

Eind 2007 is het bedrijf begonnen elke cilin-der met behulp van een barcode van een

uniek nummer te voorzien. Het software-systeem is aangepast en op diverse plaatsen zijn scanners geplaatst. Ook de logistieke partners zijn van scanners voorzien. Begin dit jaar heeft Linde Gas het nieuwe systeem op kleine schaal uitgeprobeerd. Sinds een paar maanden vallen de verpakkingen van alle producten op alle locaties hieronder. ‘Met de volledige invoering zijn we de eerste, niet alleen binnen de sector industriële gassen, maar ook binnen Linde Gas dat in 70 landen actief is’, aldus Mulder.Hij legt uit hoe het werkt. ‘We scannen de cilinders op verschillende momenten: bij het vullen, als ze het magazijn ingaan, bij het transport per vrachtwagen, bij tussentijdse opslag bij onze verkooppunten of onze distri-buteurs, en als ze bij de klant arriveren. Op die manier weten we steeds waar de cilinders zich bevinden, welk product ze bevatten, wanneer het product gemaakt is, met welke zuiverheid en bij welke druk, wat de veilig-heidsrisico’s zijn, etcetera. Deze informatie

maken we ook stap voor stap inzichtelijk voor onze klanten. We verkopen honderden ver-schillende producten en kennen dus de spe-cificaties ervan. Zodra de klant een lege cilin-der inlevert, scant de chauffeur het label. Voordeel is ook dat bij de cilinders die retour gaan automatisch bekend is aan wie ze oor-spronkelijk zijn geleverd. De gescande gege-vens worden bij terugkomst ingelezen en automatisch in het systeem opgenomen. De lege cilinder gaat naar de controle. Er volgt opnieuw een scan en dan begint de cilinder bij de productie weer aan een nieuwe cyclus.’

Keten sluiten‘Een van de voordelen is dat alle klanten, dus ook een klant uit de farmaceutische of chemi-sche industrie, automatisch is aangemeld. Dat maakt het voor ons en onze klanten ook

gemakkelijk om aan de verplichtingen van de stoffenwet REACH te voldoen. Omdat exact bekend is welke producten de klant in huis heeft, kunnen we de bijhorende veiligheidsin-formatie op verschillende detailniveaus beschikbaar stellen. Ook is precies bekend waar de cilinder eerder is geweest. Dat kan van belang zijn voor bedrijven die bacteriolo-gische besmetting willen vermijden. Verder kunnen we gemakkelijker aan de milieuwet-geving voldoen en in het bijzonder aan het PGS15-registratieblad. Sinds vorig jaar mogen klanten geen cilinders meer in huis hebben waarvan de termijn voor de herkeu-ring is verstreken. Een cilinder moet eens per tien jaar worden gekeurd. Dat lijkt geen pro-bleem, maar klanten hebben soms cilinders jarenlang in de opslag staan. Door het nieuwe systeem kunnen we ze op tijd waarschuwen’, legt Mulder uit.Vanwege de invoering van het cilindervolgsy-steem, ook wel individuele cilinder controle (ICC) genoemd, is Linde Gas omgeschakeld naar ERP-software van het Duitse SAP. Mulder: ‘Dit heeft heel wat voeten in de aarde gehad, omdat we voor SAP veel meer data nodig hebben. Ook onze vervoerders, distri-buteurs en depots hebben de IT-hindernis moeten nemen. Het gaat in totaal om zo’n 60 partners. Maar het resultaat mag er zijn: met SAP sluiten we de logistieke keten van de cilinders volledig. We zijn nu bezig een soft-warepakket voor onze klanten te ontwikke-len, die informatie geeft over herkeurtermij-nen, stabiliteit van de producten en hoeveel van welke gassen er in huis zijn in verband met de milieuvergunning.’ p

‘Enkele maanden geleden hebben we het zogenoemde cilindervolgsysteem volledig ingevoerd. We weten inmiddels van meer dan de helft van de gascilinders en andere mobiele gashouders die in omloop zijn, waar ze zich bevinden, welk product ze bevatten, van welke zuiverheid, enzovoorts. Over een paar jaar weten we dat van al onze gashou-ders’, zegt Martin Mulder, Project Manager Marketing van Linde Gas Benelux in Schiedam.

Linde Gas ontwikkelt volgsysteem

Het stimuleren van onderne-merschap is een van de actielij-nen binnen het Human Capital-project van de Regiegroep Chemie. In dit kader wordt een onderzoek uitgevoerd naar drempels voor starters in de chemie. Als onderdeel van dit onderzoek is in juli het rapport ‘Drempels in

de chemie’ verschenen. Hierin zijn de ervaringen en verhalen van vijf startende chemici ver-werkt. Wetenschapsjournalist Marga van Zundert geeft op basis van de interviews een aantal aanbe-velingen. Zij adviseert om van starters in de chemie ‘ambas-sadeurs voor ondernemer-

schap’ te maken. Alle geïnter-viewde starters maken gebruik van broedplaatsen voor onder-nemers (incubators). Zorg er dus voor dat er voldoende incu-bators zijn en dat potentiële starters ze weten te vinden, is een van de aanbevelingen. En: ondernemende onderzoeks-groepen aan de universiteiten blijken veel starters te genere-ren, dus stimuleer dat soort groepen. De laatste aanbeveling richt zich op een overzichtelijke weg-wijzer, bijvoorbeeld een web-site, voor startende chemici. Uit de interviews blijkt dat jonge ondernemers vaak niet weten

waar ze terecht kunnen met hun vragen. De website zou ook informatie moeten geven over milieuvergunningen, open inno-vatiemogelijkheden en namen van erkende business developers in de chemie.

In samenwerking met de KNCV, DPI Valuecentre en KiVi/Niria wordt 29 oktober een congres georganiseerd voor chemici die overwegen zelf te gaan onder-nemen en voor chemici die net als ondernemer gestart zijn.

Informatie over het rapport en het congres staat op:www.kncv.nl/ondernemers p

Veel drempels voor startende ondernemers Het starten ‘an sich’, het vinden van kapitaal, het afsluiten van complexe contracten en het verkrijgen van bekendheid in de sector. Dat blijken de belangrijkste drempels voor starters in de chemie.

Regiegroep Chemie publiceert rapport

Actueel

augustus 2009 Chemie magazine 21

CM0907_p21_actueel.indd 21 21-08-2009 10:15:13

Page 22: Chemie magazine 2009 - augustus

Bekijk alle vacatures op:www.labrecruitment.nl | Tel: 0182-590210

Recruitment specialist in Life Sciences(Bio) Chemistry & Pharmacy

9630 - Klinisch Toxicoloog9510 - Senior Technician Bioanalyse

8610 - Junior Technician

9705 - Laboratorium Coördinator9485 - Chemisch Analist Ploegendienst

9250 - Laboratorium Supervisor

9685 - Chemisch Analist 9490 - Generalist Sales Agent9035 - Service Salesagent

Benelux

9555 - Senior QC Technician 5055 - Ambitieuze Starters (HLO Analytische Chemie of Life Sciences)

9615 - Senior Technician Analytical Biochemistry9465 - (Associate) Scientist Bioinformatics

9565 - Validatie Specialist9495 - Analytical Scientist

9455 - Scientist Pharmaceutical Development9280 - Regulatory Affairs Reviewer

9665 - QC Technician Influenza9180 - Senior Scientist Influenza Virus Purification (DSP)

CheckMark_Adv_augustus.indd 1 8/17/09 4:54:54 PM

Vraag de Prijscatalogus 2008

aan (hard-copy en op CD-ROM

met zoekmachine)!

+31 (0)26 320 1820 of

[email protected]

PompenArmaturen Meet- en regeltechniek

Alle technische gegevensen meer vindt u op:www.asv-stuebbe.de

Partner for Solutions

ASV Stübbe Nederland B.V. Kronenburgsingel 60-02NL-6831 GX Arnhem, Nederland+31 (0)26 320 1820 tel+31 (0)26 320 1829 [email protected]

Sterke prestaties en gunstig in aanschaf

De nieuwe kunststofcentrifugaalpomp SHBMet de nieuwe SHB serie breidt ASV Stübbe haar pompengamma uit met 3 krachtige types in de maten 25-125, 32-125 en 40-125 met een pompvolume tot 38 m3 en een opvoerhoogte tot 29 m.

Pagina22.indd 1 24-08-2009 10:14:02

Page 23: Chemie magazine 2009 - augustus

’Word lid van de KNCV’

’Stormachtig’, omschrijft Gabriëlle Donné-Op den Kelder haar eerste jaar als

KNCV-directeur. De afgelopen maanden heeft zij vooral gebruikt om een nieuwe orga-nisatiestructuur op te zetten en een aantal wijzigingen in het beleid van de vereniging door te voeren. Werk, onderwijs en maat-schappij staan de komende jaren hoog op de agenda. Nieuwe mensen voor marketing en communicatie zijn aangenomen om de ver-eniging een duidelijker profiel te geven. ‘En dat was hard nodig, want uit verschillende paneldiscussies met leden, bleek dat we een nogal stoffig imago hebben. Leden vonden de KNCV te weinig zichtbaar in het maatschap-pelijk debat en kenden ons eigenlijk alleen maar via het C2W. Verder hadden ze geen idee welke activiteiten de KNCV nog meer onderneemt’, aldus de voormalig theoretisch chemicus en interim-directeur van een Regionaal Opleidings Centrum. Daar komt bij dat het ledenbestand, en dus de financiële armslag van de KNCV, de laatste jaren is teruggelopen. Oorzaken: de vergrijzing, de individualisering en de daling van het aantal chemici. De KNCV-directeur zit vol plannen om de vereniging nieuw leven in te blazen en het aantal leden uit te breiden. Uit haar toe-lichting blijkt dat leden en bedrijfsleden heel wat meer waar voor hun geld krijgen dan het tweewekelijks verschijnende ledenblad.

Vernieuwing onderwijsZo maakt de vereniging veel werk van het vergroten van de aandacht voor chemie in het onderwijs. Bijvoorbeeld door ondersteuning van het Communicatie Centrum Chemie (C3), dat zich onder meer richt op de promotie van de chemie op basisscholen en middelbare scholen. Ook levert de vereniging een belang-rijke bijdrage aan de vernieuwing van het scheikundeonderwijs en de professionalise-ring van eerste- en tweedegraads scheikun-dedocenten. Daarom maken leden van de vereniging ook deel uit van de Regiegroep Chemie, die een aantal van deze activiteiten in de Human Capital Agenda heeft onderge-bracht. Verder is er veel aandacht voor het verbete-ren van de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven. De KNCV zorgt er onder meer voor dat medewerkers van chemische bedrij-ven gastlessen geven op middelbare scholen, zodat leerlingen een beter idee krijgen van de

loopbaanmogelijkheden in de sector. ‘En het virtuele loopbaancentrum gaat een belangrijke rol spelen’, zegt de nieuwe KNCV-directeur. ‘Deze website, die wij samen met de VAPRO aan het einde van het jaar lance-ren, bevat onder meer voorbeelden van de verschillende carrièremogelijkheden in de chemische industrie. Opleidingen, cursussen, salarissen en een overzicht van vacatures komen eveneens uitgebreid aan bod.’De KNCV besteedt eveneens veel aandacht

aan het ondersteunen van chemici tijdens hun loopbaan; leden kunnen met hun vragen terecht bij carrièreconsultants in verschil-lende regio’s van het land. Chemische bedrij-ven die op zoek zijn naar nieuw talent, kunnen daarvoor terecht op de jaarlijks terugkerende C2W Career Expo. Mensen met een hbo- of wo-achtergrond in de chemie, life sciences of

procestechnologie ontmoeten daar hun mogelijke nieuwe werkgever.‘De KNCV is dus heel actief voor het perso-neel van chemische bedrijven’, stelt Gabriëlle Donné-Op den Kelder. ‘Dat is belangrijk voor de sector, want er beginnen nog steeds te weinig jongeren aan een chemische of aan-verwante studie. En als de babyboomers straks met pensioen gaan, ontstaat er een groot tekort aan nieuwe kenniswerkers. Daarom vind ik het belangrijk dat wij, juist in

deze moeilijke economische tijden, samen met de VNCI-leden de uitdaging aangaan om het tij te keren. Door bedrijfslid van de KNCV te worden, investeren bedrijven in het toe-komstige kapitaal van de onderneming.’ Contact via: [email protected]/070-3378790 p

De Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging (KNCV) zorgt er op verschillende manieren voor dat chemische bedrijven nu en in de toekomst goed opgeleide medewer-kers kunnen werven en behouden. Daarbij is financiële ondersteuning in deze moei-lijke tijden meer dan welkom, stelt KNCV-directeur Gabriëlle Donné-Op den Kelder.

Nieuwe directeur Gabriëlle Donné-op den Kelder

‘ Het virtuele loopbaancentrum gaat een belangrijke rol spelen’

Actueel

augustus 2009 Chemie magazine 23

CM0907_p21_actueel.indd 23 21-08-2009 10:15:17

Page 24: Chemie magazine 2009 - augustus

Chemie onmisbaar bij CO2-reductie

Producten zorgen voor besparing

Hoewel ze zelf een behoorlijke ‘carbon footprint’ achterlaat, spelen de producten van de chemische industrie een essentiële rol bij het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. Voor elke ton CO2 die wordt uitgestoten, wordt verderop in de keten 2,6 ton gereduceerd, zo blijkt uit een onlangs verschenen studie van McKinsey, uitgevoerd in opdracht van de International Council of Chemical Associations (ICCA).

CM0907_p24_thema.indd 24 21-08-2009 11:25:37

Page 25: Chemie magazine 2009 - augustus

e McKinsey-studie is uniek in de zin dat de chemische industrie de eerste sector is die een onderzoek laat doen naar haar ‘carbon footprint’. Daarbij is niet alleen gekeken naar de CO2-uitstoot van de sector zelf,

maar ook naar de reductie die dankzij de producten van de sector gerealiseerd kan worden. Om die reductie te berekenen gebruikt McKinsey zogehe-ten cLCA’s (‘carbon’ LifeCycle Analyses); voor meer dan 100 producten werd een analyse van de levens-cyclus van grondstof tot en met afvalverwerking gemaakt en werd de CO2 die daarbij vrijkomt bere-kend. Om na te gaan wat de bijdrage van de chemi-sche industrie is aan de CO2-reductie zijn de pro-ducten vergeleken met het beste alternatief dat niet door de chemische industrie wordt gemaakt. Zo worden bijvoorbeeld isolatiematerialen als XPS, EPS en PUR vergeleken met steenwol en glaswol. Eerst maar wat cijfers. In 2005 bedroeg de CO2-uitstoot door de chemische industrie 3,3 gigaton. Daar was al een forse besparing aan vooraf gegaan. In de Europese Unie bijvoorbeeld steeg de produc-tie van de chemische industrie tussen 1990 en 2005 met 60 procent. De energievraag bleef gelijk, zodat de energie-intensiteit is gedaald met gemiddeld 3,6 procent per jaar. In absolute termen daalde de uit-stoot van broeikasgassen zelfs met 30 procent. Tegenover de uitstoot van 3,3 gigaton staat een besparing in de keten van 8,5 gigaton. Met andere woorden: voor elke ton CO2 die de chemische indu-strie uitstoot, is verderop in de keten 2,6 ton bespaard. Alles bij elkaar heeft dat ertoe geleid dat er 5,3 gigaton CO2 minder is uitgestoten in 2005, ofwel ruim tien procent van de totale door mensen veroorzaakte CO2-uitstoot in dat jaar. Hoewel de chemische industrie in hoge mate is gebaseerd op koolstof, levert ze daarmee toch een substantiële bijdrage aan de decarbonisatie van de economie.

D

e

Fo

to: S

hu

tte

rS

toc

k

augustus 2009 Chemie magazine 25

Thema

CM0907_p24_thema.indd 25 21-08-2009 11:25:44

Page 26: Chemie magazine 2009 - augustus

IsolatiemateriaalDe belangrijkste besparing (circa 40 procent van het totaal) vloeit voort uit het gebruik van isolatie-materiaal in de bouw. Daarbij is, zoals gezegd, de levenscyclus van de ‘chemische’ isolatiematerialen XPS, EPS en PUR-schuim vergeleken met die van minerale isolatiematerialen. De besparing is bere-kend aan de hand van een ‘heat flux model’. Dat houdt in dat per onderdeel van een gebouw (dak, vloer, wand) gekeken is naar het warmteverlies bij

gebruik van de verschillende isolatiematerialen. Vermenigvuldigen van het warmteverlies per vier-kante meter met (een schatting van) het totaal aan-tal vierkante meters dak, vloer en wand, levert de totale hoeveelheid verloren warmte op. Op zijn beurt komt die weer overeen met idem zoveel fos-siele brandstoffen, die daarvoor verstookt moeten worden. Afgezien van de aannames over het aantal vier-kante meters geïsoleerde wanden, daken en vloe-ren is het de vraag of de hoeveelheid bespaarde fossiele brandstoffen niet wordt overschat, stelt het Duitse Öko-Institut dat de becijferingen heeft nage-lopen. Bij een levensduur van gebouwen van 50 jaar mag je aannemen dat in die periode de brandstof-mix voor verwarmen wat meer verschuift in de richting van energiebronnen die geen of een veel lagere bijdrage leveren aan de CO2-uitstoot. Daar zit wat in natuurlijk, maar aan de andere kant moet je vaststellen dat cijfers over de toekomstige brandstofmix erg onzeker zijn en vooral gebaseerd op optimistische c.q. pessimistische verwachtingen over de ontwikkeling van duurzame energie.

Duidelijke boodschapDiscussie is er ook over de tweede grote bron van reductie van de CO2-uitstoot, het gebruik van kunst-

‘Het zou jammer zijn als het rapport ertoe leidt dat de sector achterover gaat leunen en gevrijwaard wil blij-ven van verder klimaatbeleid. Omdat het rapport laat zien hoe de CO2-uitstoot substantieel verminderd kan worden met een “life cycle”-benade-ring, zou de chemische industrie het voortouw moeten nemen in het ketenmanagement. Én omdat ze in veel van de productketens de sterke, goed geïnformeerde partner is, én omdat alle bedrijven in de sector de principes van Responsible Care

onderschrijven. Op grond van dat-zelfde Responsible Care lijkt het me zaak om de inhoud van het rapport goed door te spreken met, en waar nodig te laten toetsen door, partners in de verschillende productketens, deskundigen bij betrokken milieuor-ganisaties - denk aan het Wereld Natuur Fonds, Greenpeace, Natuur en Milieu – en wetenschappers met ervaring in LifeCycle Analyses. De kunst is om de uitkomsten van dit rapport om te zetten in actie en resultaten’.

Wim Hafkamp, voorzitter van de commissie Responsible Care:

mest en gewasbeschermingsmiddelen. Hierbij is de gangbare landbouw vergeleken met de biologische landbouw. Opvallend is dat beide sectoren elkaar niet erg veel ontlopen wat betreft de directe uitstoot van CO2. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat men in de biologische landbouw meer brandstof nodig heeft voor het mechanisch bestrij-den van onkruid. Het grote verschil tussen beide sectoren zit hem echter in het grondgebruik. Op basis van literatuurgegevens komt McKinsey tot

de conclusie dat je met biologische landbouw 20 tot 85 procent meer grond nodig hebt - afhankelijk van het soort gewas – dan met gangbare landbouw voor dezelfde productie (in tonnen). Dat betekent dat er meer woeste gronden moeten worden omgezet in akker en weiland. Als gevolg van die verandering in landgebruik wordt er naar schatting zo’n 1,5 ton CO2 per hectare uitgestoten.In zijn commentaar – overigens ook opgenomen in het rapport – zegt het Öko-Institut echter dat de vergelijking tussen biologische en gangbare land-bouw mank gaat, omdat de bodem in biologische landbouw meer CO2 vastlegt. De cijfers in het McKinsey-rapport zijn dus met de nodige onzekerheden omgeven. De auteurs zelf hanteren een onzekerheidsmarge van 25 tot 30 procent. Desondanks is de boodschap duidelijk. De producten van de chemische industrie zorgen tij-dens hun levensduur voor een reductie van de CO2-uitstoot die ruimschoots opweegt tegen de uitstoot van CO2 die ontstaat bij het maken ervan, inclusief de winning van grondstoffen. Naast de al genoemde isolatiematerialen, kunst-mest en gewasbeschermingsmiddelen zorgen ook spaarlampen, kunststof verpakkingen, aangroei-werende verven en synthetisch textiel voor de reductie.

‘De kunst is om de uitkomsten van dit rapport om te zetten in actie en resultaten’

De wereldwijde lancering van het rapport Innovations for Greenhouse Gas Reductions vond plaats op 7 juli in Rome. Bij die gelegenheid is een aantal video-opnamen gemaakt die te bekijken zijn op de website van de International Council of Chemical Associations: www.icca-chem.org Vooral de bijdrage van Theo Walthie van Dow Hydrocarbons and Energy is meer dan de moeite waard.

Videopresentatie ICCA-rapport

26 Chemie magazine augustus 2009

CM0907_p24_thema.indd 26 21-08-2009 11:25:48

Page 27: Chemie magazine 2009 - augustus

McKinsey heeft ook onderzocht of, en zo ja in hoe-verre, de CO2-uitstoot nog verder verminderd kan worden door de activiteiten van de chemische indu-strie. In een ‘business-as-usual’-scenario zal de uitstoot door de chemische industrie tussen 2005 en 2030 verdubbelen tot 6,6 gigaton per jaar. De vermindering van de CO2-uitstoot in de rest van de keten neemt echter meer dan evenredig toe. Dat houdt in dat per ton CO2 die de chemische industrie in 2030 uitstoot, er elders ruim 3 ton wordt bespaard. Aangezien niemand uit gaat van ‘business-as-usual’ heeft McKinsey ook gekeken naar een sce-nario waarbij de chemische industrie zijn best doet om niet alleen de eigen uitstoot, maar ook de uit-stoot verderop in de keten drastisch te verminde-ren, vooral door technologische vernieuwing. e

Rekening houdend met een flinke toename van de productie, met name in de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China), zou de ‘eigen’ uitstoot niet met 100 procent stijgen, maar slechts met 50 pro-cent. Tegelijkertijd stijgt de ‘inverdienfactor’ tot 4,7. Met andere woorden: voor elke ton CO2 die de indu-strie produceert wordt dan elders in de keten 4,7 ton bespaard. Gevraagd naar het belang van de studie van McKinsey zegt Eduard van der Wilt van de VNCI dat er in ieder geval uit blijkt dat de chemische industrie niet alleen maar een deel van het probleem is, zoals vaak wordt gesuggereerd, maar wel degelijk een essentieel deel van de oplossing. ‘De studie laat zien hoe belangrijk het is om bij de bepaling van het beleid de hele keten in ogenschouw te nemen en niet alleen naar de sector afzonderlijk te kijken. Tegen-over elke gigaton directe en indirecte CO2-uitstoot bij

Kunstmest en gewasbeschermings-middelen vormen een grote bron van reductie van CO2-uitstoot

augustus 2009 Chemie magazine 27

Thema

CM0907_p24_thema.indd 27 21-08-2009 11:25:52

Page 28: Chemie magazine 2009 - augustus

Fo

to: a

kzo

no

be

lAangroeiwerende verven zorgen ervoor dat schepen gemakkelijker door het water glijden en daardoor minder brandstof verbruiken. Ze dragen dus bij aan vermindering van de CO2-uitstoot

de productie staat een veel grotere besparing in de verder levenscyclus van het product.’

Wereldwijd speelveldDe inspanningen uit het verleden betekenen niet dat de industrie nu op zijn lauweren kan gaan rusten, stelt Van der Wilt. ‘Integendeel, we moeten de uit-daging oppakken om de uitstoot van CO2 verder terug te dringen. Waar het om gaat is dat je onder-zoekt waar je acties het meest effect sorteren. Het verkleinen van de eigen ‘carbon footprint’ is belang-rijk, maar als een bepaalde technologie of een bepaald product verderop in de keten nog meer CO2 bespaart, moet je dat zeker doen. Zelfs als daar-door je eigen ‘footprint’ minder snel kleiner zou worden.’ Zowel de VNCI als de Europese organisatie Cefic benadrukken het belang van een wereldwijd speel-veld waar voor iedereen dezelfde regels gelden.

Van der Wilt: ‘Alleen op die manier kun je de sterk-tes van de chemische industrie optimaal benutten. Als de regelgeving in West-Europa te veel uit de pas zou lopen met die in de Verenigde Staten of China, dan dreigt de productie te verschuiven naar de regio’s met de laagste kosten en blijven de moge-lijkheden voor verdere verbetering van de milieu-prestatie niet benut.’ Van der Wilt hoopt dan ook dat er bij de komende klimaatconferentie in Kopenhagen niet alleen wordt gesproken over reductiedoelstellingen, maar dat er ook afspraken komen over het creëren van een wereldwijd gelijk speelveld om verstoring van de markt te voorkomen. ‘We moeten vermijden dat we door te strenge regels in dit deel van de wereld, te weinig aan innovatie doen om de CO2-uitstoot te verminderen. Juist nu moeten de mogelijkheden worden gecreëerd waardoor de chemische indu-strie zich blijvend in duurzame richting kan ontwik-kelen.’ p

Sijas Akkerman, teammanager economie, landbouw en industrie van de Stichting Natuur en Milieu: ‘Het rapport geeft in grote lijnen een goed beeld van de bijdrage van de chemische industrie aan het verminderen van de CO2-uitstoot in de hele keten. Echter, er is een groot verschil tussen de energiebesparing die chemische producten verderop in de keten opleveren en de mate waarin de chemische productie zelf tot CO2-uitstoot leidt. Chemische producten die elders tot energiebesparing leiden, hebben concurren-tievoordeel. De chemische industrie zal hiervoor door de markt beloond worden. Het is niet nodig het ETS (Europese CO2-emissiehan-del, red.) daarvoor te gebruiken. Het ETS stuurt juist aan op energie-zuinige productie zelf. Bovendien zijn er bij het rapport nog wel een paar kanttekeningen te maken.’‘Om te beginnen kan de toepassing van nieuwe chemische producten de CO2-uitstoot verderop in de keten reduceren. Maar dat kun je nooit in zijn geheel aan de chemische industrie toeschrijven. Ook de andere partijen zullen een deel opeisen. Daarnaast moet je als het om duur-

zaamheid gaat, verder kijken dan alleen CO2-uitstoot. Chemische bestrijdingsmiddelen bijvoorbeeld, mogen dan bijdragen tot een hogere opbrengst per hectare, het gaat wel ten koste van het verlies van biodiversiteit in Nederland.’‘Als het gaat om het wereldwijde speelveld, vraag ik me af of Nederland een heel goed figuur slaat. Met name in de basischemie beschikken we over veel relatief oude installaties die niet erg milieu-vriendelijk produceren en evenmin erg efficiënt zijn. Ze blijven vooral in productie, omdat ze al grotendeels zijn afgeschreven. Het zou goed zijn als die oude plants nu echt worden afgeschreven en vervangen door nieuwe, betere plants. We zouden graag het gesprek aangaan met de chemische industrie hoe je dat kunt realiseren, zonder de che-mische industrie te verjagen naar landen die zich minder aan milieu-regels laten liggen.’

‘Europese regelgeving moet niet te veel uit de

pas lopen’

28 Chemie magazine augustus 2009

CM0907_p24_thema.indd 28 21-08-2009 11:25:54

Page 29: Chemie magazine 2009 - augustus

Answers for industry.

ProcesinstrumentatieAlles uit één hand, dat is de kracht van Siemens op het vlak van procesinstrumentatie. U zoekt een los instrument ofmisschien wel een compleet pakket? Wij zijn uw professionele partner bij al uw grote en kleine projecten: voor druk-,temperatuur-, flow-, niveau-, analyse- en weegsystemen. Maak ook kennis met Totally Integrated Automation (TIA),het totaalconcept van Siemens voor procesautomatisering. Met TIA bieden wij u alle benodigde producten en systemenvoor de gehele procesindustrie. Procesinstrumentatie maakt daar deel van uit. Surf eens naar de Industry Mall, hetelektronische warenhuis van Siemens. Voor snel en betrouwbaar inkopen én uitgebreide informatie en support.Vanzelfsprekend geven wij graag persoonlijk antwoord op al uw vragen.Meer informatie: bel of mail 070 333 3495, [email protected]. www.siemens.nl/industry

Setting standards with Totally Integrated Automation.

Voor elke toepassing de juiste oplossing:

Eén adres voor instrumentatie

Proces A4 aug'09.indd 1 11-08-2009 15:46:57

Page 30: Chemie magazine 2009 - augustus

‘Synthesekracht van de natuur benutten’

Voor de productie van biobrandstoffen wordt complexe biomassa afgebroken tot eenvoudige moleculen zoals ethanol en wordt de synthesekracht van de natuur onvoldoende benut, stelt Wim Soetaert, hoogleraar Industriële Biotechnologie aan de Universiteit van Gent. ‘Aan de andere kant doen we met biobrandstoffen erg nuttige ervaring op. Je moet tenslotte eerst leren lopen voor je kunt rennen.’Joost van Kasteren

Hoogleraar industriële biotechnologie Wim Soetaert:

30 Chemie magazine augustus 2009

CM0907_p30_interview.indd 30 21-08-2009 10:16:57

Page 31: Chemie magazine 2009 - augustus

W

e

im Soetaert is de oprich-ter en voorzitter van Ghent Bio-Energy Valley, een publiek-privaat samenwerkingsverband

waarin de Gentse universiteit, stad, haven en provincie samenwerken met een aantal bedrijven op het gebied van bio-energie en bioproduc-ten. Ghent Bio-Energy Valley en Biopark Terneuzen zijn ook de ‘foun-ding fathers’ van Bio Base Europe,

een Vlaams-Nederlands samenwer-kingsproject om de kanaalzone Gent-Terneuzen te ontwikkelen tot het belangrijkste centrum voor biogeba-seerde economie in Europa. Soetaert is verantwoordelijk voor de Bio Base Europe Pilot Plant, een proeffabriek voor biogebaseerde producten en processen die in de haven van Gent wordt gebouwd. In Terneuzen wordt het Bio Base Europe Training Center gebouwd, dat zich richt op de oplei-

ding van procesoperatoren voor bio-gebaseerde bedrijven.

Wat maakt biologische grondstoffen aantrekkelijk voor de chemische indu-strie?‘In wezen is biomassa veel gevarieer-der dan petroleum. Biologische grondstoffen zoals koolzaad, tarwe of jatropha bevatten veel meer chemi-sche functionaliteit, die je kunt benut-ten om interessante stoffen te maken. In plaats van alles in mootjes te hak-ken, zoals in de petrochemie gebeurt, moeten we gebruik maken van de moleculen die de natuur al heeft gemaakt. Laat ik een voorbeeld geven uit mijn eigen lab. Wij maken bio-surfactanten, oppervlakte-actieve stoffen voor wasmiddelen en zepen, die reeds worden toegepast in pro-ducten van het merk Ecover. Dat zijn glycolipiden, dat wil zeggen een com-binatie van een suikergroep met een vetzuurmolecuul. Zo’n molecuul kun je misschien wel van de grond af opbouwen, maar wij gebruiken liever de synthesekracht van de natuur. De suikergroep halen we uit het zetmeel in maïs of tarwe; het vetzuurmolecuul is afkomstig van koolzaadolie. De koppeling gebeurt door middel van een fermentatieproces met een gist of een bacterie. Alles is dus bio, zowel de grondstof als het productieproces.’

Een veelgehoord verwijt is dat het gebruik van agrarische producten als biobrandstof of –grondstof arme men-sen het brood uit de mond stoot, omdat de voedselprijzen erdoor zijn gestegen. ‘In deze controverse spelen verschil-lende dingen door elkaar heen. Om te beginnen zijn er de prijsstijgingen van vorig jaar. Daarvan is gezegd dat die voor 30 tot zelfs 100 procent werden veroorzaakt door de vraag naar bio-brandstoffen in de industrielanden. Als je het goed analyseert dan zie je echter dat de prijsstijging door heel andere factoren werd veroorzaakt. Misoogsten in Oost-Europa en Australië onder andere, maar ook de snelle economische groei van de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China), waardoor mensen meer vlees gaan eten. Twintig procent meer vleesconsumptie betekent dat de graanproductie moet verdubbelen. Voeg daarbij het speculeren op de termijnmarkten voor agrarische pro-ducten en je kunt de prijsstijgingen verklaren. Dat blijkt ook wel uit de praktijk, want de landbouwprijzen zijn dit jaar fors lager door de crisis, ter-wijl de productie van biobrandstoffen de facto verder is gestegen.’

fo

to:C

as

pe

r r

ila

augustus 2009 Chemie magazine 31

Interview

CM0907_p30_interview.indd 31 21-08-2009 10:17:01

Page 32: Chemie magazine 2009 - augustus

Blijft de vraag of je wel biodiesel in je terreinvoertuig kunt gooien als er nog honger wordt geleden in de wereld?‘De controverse wordt mede gevoed door een bepaalde perceptie van de rol van de landbouw. Consumenten – en in hun kielzog de politici – gaan er a priori van uit dat we landbouw alleen bedrijven om voedsel te produ-ceren. Dat is natuurlijk niet zo. De landbouw levert ook grondstoffen voor textiel, voor papier, voor meu-bels en voor legio andere producten. We maken een enorm probleem van de biobrandstof in onze tank, maar het natuurrubber van onze autoban-den vinden we geen probleem. Maar gesteld dat landbouw als voornaam-ste taak heeft voedsel te produceren, wat doen we dan met genotsmidde-len? Mag je in een wereld waarin hon-ger wordt geleden nog wel koffie produceren? Of brouwgerst? Of erger nog: tabak? Dat vinden we allemaal doodnormaal. Maar als het om bio-brandstoffen gaat zou het ineens onethisch zijn. Naar mijn idee gaat het daar ook helemaal niet om. De con-troverse vloeit vooral voort uit onwennigheid. Biobrandstoffen zijn nieuw – nou ja, nieuw in de perceptie van de mensen. De realiteit is wel anders: de eerste dieselauto reed op pindaolie, de eerste Ford-T op bio-ethanol. Pas later is men overgescha-keld op petroleum. Mensen zijn afke-rig van vernieuwing en de media springen daarop in met dramatische verhalen over stijgende voedselprij-zen en hongeroproer. Het lijkt logisch, maar het klopt niet.’

Het valt toch niet te ontkennen dat de teelt van industriële gewassen een groeiend beslag zal leggen op land-bouwgrond?‘Maar dat wil nog niet zeggen dat er daarom ook minder voedsel geprodu-ceerd zal worden. Waarschijnlijk juist het tegenovergestelde. Als de prijzen voor landbouwproducten stijgen, krijgen arme boeren meer geld in handen. Om te beginnen kunnen ze daardoor meer en beter voedsel kopen, maar het geld geeft hen ook de ruimte om te investeren in beter zaaizaad, kunstmest, machines en opslag. Daarmee kunnen ze de pro-

ductie per hectare fors verbeteren met soms een factor twee of drie. Dan heb ik het niet over Nederland of België; bij ons is de productiviteit al erg hoog. Maar wel over bijvoorbeeld Oost-Europa, Latijns-Amerika of Afrika. Blijft de vraag toenemen dan kun je altijd nog overwegen om nieuw areaal in gebruik te nemen. Naast braakliggende gronden, die nu vaak niet lonend geëxploiteerd kunnen worden, kun je ook denken aan de Afrikaanse savannes of de Braziliaanse cerrado. Dan heb je het over miljoenen hectares die benut kunnen worden zonder dat je daar-voor de regenwouden hoeft te kap-pen. Maar dat zal alleen gebeuren als de prijzen stijgen.’

‘Er zit nog heel veel rek in de produc-tiecapaciteit van agrarische grond-stoffen. Ook daarin onderscheiden ze zich van petroleum. Met de grootste moeite slagen we erin om 75 tot 80 miljoen vaten petroleum per dag te produceren. Als de prijzen stijgen, zal ook de productie wel iets omhoog gaan, maar deze zal waarschijnlijk nooit boven de 100 miljoen vaten per dag uitkomen. Met andere woorden: een maximale rek van om en nabij 25

procent. Dat is niet eens voldoende om de stijging van de welvaart bij te houden, laat staan de stijging van de wereldbevolking. Alleen al daarom is de overstap naar hernieuwbare grondstoffen onvermijdelijk.’

Eerder zei u dat we gebruik moeten maken van de synthesekracht van de natuur. Biomassa omzetten in brandstof lijkt me niet de optimale manier om die synthesekracht te gebruiken? ‘Zeker, zeker. Er valt zoveel meer uit biologische grondstoffen te halen dan we nu doen. Jullie in Nederland spre-

ken van cascadering; wij hebben het meestal over bioraffinage. Waar het op neerkomt, is dat je eerst de waar-devolle bestanddelen eruit haalt; dan de iets minder waardevolle en de nog iets minder waardevolle. Tot je uitein-delijk een fractie overhoudt waar je weinig anders meer mee kunt doen dan verbranden of pyroliseren. Anders dan bij het raffineren van petroleum probeer je bij bioraffinage zoveel mogelijk de functionaliteit van de biomoleculen te behouden. De synthesekracht van de natuur benut-ten, waar ik het eerder over had. Je kan zelfs de planten zodanig ontwer-pen dat ze zo dicht mogelijk je ideale grondstof benaderen.’

Zal de bioraffinage decentraal gebeuren, op de boerderij, of moeten we toch den-ken in de richting van grotere installa-ties?‘Het laatste, verwacht ik. Sommigen geloven sterk in een decentrale ver-werking op de boerderij of per groep van boerderijen, maar ik ben niet overtuigd. Voor ik hier hoogleraar werd, heb ik onder meer gewerkt bij Pfeifer & Langen, een Duitse suiker-onderneming. Suikerbieten zijn rijk aan water en bederven snel. Je zou

denken: decentraal verwerken biedt vele voordelen, maar de praktijk ont-wikkelt zich precies de andere kant op. De kleine regionale suikerfabrie-ken gaan dicht en wat overblijft zijn enkele hele grote fabrieken die de grondstof van erg ver aanvoeren. Dat zie je niet alleen bij suiker, maar ook bij aardappelen en andere agrarische grondstoffen die industrieel worden verwerkt. Blijkbaar wegen de schaal-voordelen nog steeds op tegen de logistieke kosten van centralisatie. Het kan zijn dat het voor bepaalde producten anders ligt, maar de trend

‘ Dramatische verhalen over stijgende voeldselprijzen en hongeroproer kloppen niet’

32 Chemie magazine augustus 2009

Interview

CM0907_p30_interview.indd 32 21-08-2009 10:17:02

Page 33: Chemie magazine 2009 - augustus

‘ De overstap naar hernieuwbare grondstoffen is onvermijdelijk’

gaat toch nog steeds in de richting van verdere schaalvergroting.’

Wat is de rol van uw proeffabriek daarin?‘De proeffabriek is bedoeld als tus-senstap bij het opschalen van biologi-sche processen. Je kunt niet in één keer van de labtafel, waar je werkt met volumes van pakweg één liter, naar een fabrieksinstallatie van 100 m3. Je hebt behoefte aan een tus-senstap waarbij het proces wordt opgeschaald tot 10 m3. Een tweede belangrijke functie is het maken van nieuwe producten in ton-hoeveelhe-den, wat nodig is om de toepassing te testen en om interesse te wekken bij potentiële klanten. Het is een echte proeffabriek, waarin je uiteenlopende processen kunt opschalen en optima-liseren. Vergelijk het maar met een grootschalige keuken, waar je de ene dag spaghetti bolognese klaarmaakt en de andere dag biefstuk met frites. Het is ook een ‘one-stop shop’, dat wil zeggen dat je het hele proces van

grondstof tot eindproduct kan uitvoe-ren in dezelfde Pilot Plant.’

In de aankondiging staat dat jullie wer-ken volgens het open innovatiemodel. Wat betekent dat?‘Niet meer of niet minder dan dat ieder bedrijf er terecht kan om nieuwe bio-gebaseerde producten en processen te ontwikkelen, of het nu een energie-bedrijf is, een chemiebedrijf of een klassieke verwerker van agrarische grondstoffen. Daarnaast houdt het in dat we ongebonden zijn, we hebben immers geen industriële aandeelhou-ders. De opdrachtgevers behouden alle rechten op de ontwikkelde tech-nologie en hun intellectueel eigendom is veilig. Open betekent dus dat ieder-een welkom is; niet dat je gegevens en technologie op straat liggen.’

Hoe past de Vlaams-Nederlandse samenwerking daarin?‘Om te beginnen moet je vaststellen dat de regio Gent-Terneuzen op dit

moment het grootste cluster voor biobrandstoffen omvat van Europa. Of dat zo blijft, weet ik niet, want er zijn veel initiatieven. Maar het laat wel zien dat de biogebaseerde economie hier erg stevig is geworteld. Met Bio Base Europe willen we die positie verder uitbouwen. Daarbij ligt de nadruk op de ontbrekende schakel in de innovatieketen: de stap van kennis naar toepassing. Om die stap te zetten bouwen we vandaag hard aan onze proeffabriek die midden 2010 gaat draaien. Daarnaast komt er in Terneuzen een trainingscentrum voor proces operators voor biogebaseerde bedrijven. Op die manier proberen we niet alleen de regio Gent-Terneuzen, maar ook Nederland en Vlaanderen voor te bereiden op de komende “groene” revolutie. We gaan hier echt het verschil maken.’ p

Meer informatie: www.biobaseeurope.eu

augustus 2009 Chemie magazine 33

Interview

CM0907_p30_interview.indd 33 21-08-2009 10:17:18

Page 34: Chemie magazine 2009 - augustus

O

Chemiebedrijven verhogen weerbaarheid tegen aanslagen

‘ Ogen en oren openhouden’

beveiligingsmaatregelen. De overige bedrijven hebben tijd nodig om een plan voor de beveiliging op te stellen en tekenen pas als ze zeker weten dat ze binnen een jaar een goed security manage-mentsysteem kunnen opzet-ten. Sommige bedrijven moe-ten daartoe ook investeren, zoals bijvoorbeeld in hekken, beveiligingscamera’s of

ramppalen in de buurt van opslagtanks. Geleidelijk aan sluiten zich steeds meer bedrijven bij het convenant aan. ‘De VNCI stimuleert dat uiteraard’, stelt VNCI-speer-puntmanager Veiligheid, Gezondheid en Milieu Eduard van der Wilt.Aanspreekpunt voor beveili-gingszaken bij de overheid is het Nationaal Adviescentrum

ngeveer 25 BRZO-bedrijven uit de che-mische industrie zijn uitgenodigd om deel te nemen aan het Convenant Vitaal Security Olie & Che-

mie. Hiervan is de helft toe-getreden bij de aanvang van het convenant. Dit zijn merendeels grotere bedrij-ven die voorop lopen met

Vitale Infrastructuur (NAVI). Dit centrum heeft op basis van informatie van de AIVD een reeks dreigingsscena-rio’s opgesteld voor de indu-strie. De VNCI heeft vervol-gens samen met het NAVI daaruit een zestal dreigings-scenario’s gedestilleerd die typisch voor de chemische industrie zijn. Van der Wilt: ‘De bedoeling is dat chemie-bedrijven deze in elk geval bekijken en vaststellen welke daarvan voor hen van toepas-sing zijn. Een scenario waar-

34 Chemie magazine augustus 2009

CM0907_p34_opinie2.indd 34 21-08-2009 11:27:22

Page 35: Chemie magazine 2009 - augustus

Bij veiligheid in de chemie denkt iedereen onmiddellijk aan procesveiligheid. Maar bij veiligheid gaat het ook om maatregelen tegen moedwillige aanslagen, sabotage, computerinbraak en dergelijke. In mei vorig jaar sloten de olie- en chemiesector en de overheid een convenant om de weerbaarheid van de bedrijven tegen dergelijke moedwillige verstoringen te verhogen. Hoe ver is de chemiesector hiermee? Erik te Roller

FO

TO: A

NP

sen, autorisatie, archivering van kwetsbare gegevens, en verder aan afstemming met hulpdiensten van de over-heid.’

Gecoördineerde aanpakHet NAVI heeft samen met de VNCI en de VNPI (oliesector) in het najaar van 2008 een voorlichtingsbijeenkomst gehouden en dit voorjaar zes workshops georganiseerd om de verschillende onder-delen van het opzetten van een security management systeem door te nemen. De Bruijn: ‘Deze bijeenkomsten zijn door ongeveer 30 mensen van 20 bedrijven uit de olie- en chemiesector bezocht. De verschillende groepen heb-ben veel aan elkaar gehad, de deelnemers vulden elkaar in de discussies aan en deelden hun good practices. De bedrijven die nog moeten beginnen, weten nu wat ze moeten doen. “Eerst wil ik informatie opnemen. Na de vakantie begin ik aan de implementatie”, heb ik wel horen zeggen.’Volgens Ton Jeen, Environ-mental Advisor & SHE Team Lead van ExxonMobil Benelux, is het olie- en che-mieconcern al jaren geleden begonnen met security management. Jeen: ‘Dat ligt in het verlengde van de zorg voor veiligheid, gezondheid en milieu. Controleren wie de

NAVI: ‘Bij een dreiging gaat het om de combinatie van een dader en een daad, bijvoor-beeld een terrorist met een rugzakbom, een hacker die zich toegang weet te ver-schaffen tot een procesbe-sturingssysteem om het pro-ces te verstoren, iemand die anderen manipuleert om vertrouwelijke informatie los te krijgen, of een activist die gebouwen of installaties bewust beschadigt of sabo-teert. Voor de chemiesector hebben we een selectie gemaakt op basis van waar-schijnlijkheid. De scenario’s zijn vooral een middel om bedrijven te helpen een goede risicoanalyse te maken.’Van der Wilt: ‘Het verhogen van de weerbaarheid van bedrijven heeft vooral betrek-king op preventie: het voorko-men van moedwillige aansla-gen en verstoringen. Voor het beperken van de gevolgen van een aanslag beschikken de bedrijven al over de nodige maatregelen, zoals de bedrijfsbrandweer en samenwerking met hulpdien-sten van de overheid van buitenaf. Dat zijn de maatre-gelen om de effecten van incidenten te minimaliseren in het kader van de BRZO. Bij preventie en het verkleinen van risico’s kun je denken aan fysieke maatregelen, perso-nele maatregelen, zoals het inhuren van beveiligingsmen-

Opinie

poort in- en uitgaan draagt er ook toe bij dat iedereen veilig op de locatie kan werken.’ ExxonMobil vond het belang-rijk om vanaf het begin af aan nauw betrokken te zijn bij de ontwikkeling van het Convenant Vitaal Security Olie & Chemie. Bij een recent werkbezoek aan de raffi na-derij in Rotterdam is minister Guusje ter Horst (BZK) geïn-formeerd over de implemen-tatiestappen en het belang van een gecoördineerde aan-pak van veiligheid in de sec-tor. ‘In de Rotterdamse haven is de productie van veel bedrijven gekoppeld. Daarom is het van belang dat niet alleen ExxonMobil, maar alle bedrijven hun weerbaarheid verhogen. Ook in ander opzicht is het convenant van belang. Nederland zou bij-voorbeeld met een specifi eke dreiging te maken kunnen krijgen. In dat geval is een goede afstemming met de Nationaal Coördinator Terrorisme-bestrijding belangrijk, evenals samen-werking met de politie en hulpdiensten. Door samen-werking met andere bedrij-ven en de overheid kunnen we veel meer bereiken dan als ExxonMobil alleen’, legt Jeen uit.Om die redenen heeft de ExxonMobil-raffi naderij in 2007 meegedaan aan de nati-onale terrorisme- oefening

bij een terrorist met een boot met explosieven een aanslag wil plegen, is natuurlijk voor bedrijven zonder haven niet relevant. Aan de hand van de voor hen relevante scenario’s kunnen de bedrijven een ana-lyse van de eigen risico’s maken en maatregelen nemen om die te beperken.’

Scenario’s opgesteldBram de Bruijn van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en coördinator van het e

augustus 2009 Chemie magazine 35

CM0907_p34_opinie2.indd 35 21-08-2009 11:27:25

Page 36: Chemie magazine 2009 - augustus

Voyager. Jeen: ‘Een dergelijk scenario kun je als bedrijf niet alleen oefenen. Wat we geleerd hebben van de oefe-ning, hebben we uitgebreid gedeeld met de minister en met andere bedrijven.’

Alert zijnErik van Nes, teamleider HSSEQ Field Support van BP: ‘We zijn al jaar en dag bezig met beveiliging. Voor ons betekent het convenant niets anders dan dat we de bestaande stukjes van een legpuzzel opnieuw moeten leggen. Overigens zijn we wel verrast door de hoge kwaliteit van de workshops, die het NAVI in samenwer-king met de VNCI en VNPI organiseert. Die bieden een goede gelegenheid om in contact te komen met col-lega’s van andere bedrijven en daarmee kennis uit te wisselen. Vooral de bedrijven die net met security manage-ment beginnen, hebben daar veel aan gehad. Belangrijk bij dit convenant is, dat het security managementbeleid nu ook door de directies wordt uitgedragen en onder-

steund. Daar kun je op bou-wen.’ Hij denkt niet dat het systeem voldoende is om aanslagen geheel te voorko-men. ‘Met security manage-ment kunnen we echter wel alerter zijn en zo zaken in de kiem smoren, of de effecten van een aanslag binnen de perken houden. En door goede contacten met de hulpdiensten van de over-heid, de AIVD en regionale inlichtingendiensten kun je

gezamenlijk de ogen en oren open houden en zo gevaren tijdig signaleren’, aldus Van Nes.

PreventiePieter Bakker, Manager Brandweer Beveiliging & Infrastructuur van AkzoNobel in Delfzijl: ‘Ons bedrijf werkt sinds een jaar of vijf met corporate richtlij-

nen voor security. Met het convenant Vital borduren we daarop voort en versterken we ons security manage-ment systeem. Bij security gaat het onder meer om de beveiliging tegen terroristi-sche aanslagen, havenbevei-liging volgens de Ameri-kaanse ISPS-code (International Ship and Port Facility Security Code, red.), omgaan met gevaarlijke stoffen die opgeslagen liggen

en IT-beveiliging.’ Hij ziet ‘awareness’ als een belang-rijk onderdeel van security management. ‘Dat laat nog te wensen over. Ik zou graag zien dat de mensen zich veel meer bewust zijn van de risico’s die zij en het bedrijf lopen en bijvoorbeeld beter in de gaten houden wie op terrein rondlopen en zo nodig vragen “wie bent u en wat

komt u hier doen?”. We heb-ben wel een buitenschil, maar als ongewenste bezoe-kers er toch in slagen daar doorheen te dringen, moeten we het hebben van de aware-ness. Op Chemiepark Delfzijl hebben we bijvoorbeeld te maken gehad met koperdief-stallen. Toen hebben we iedereen er nog eens op gewezen hoe belangrijk het is om alert te zijn, ook bij alle huis-tuin-en-keuken-zaken.

Als iedereen dat is, maak je het voor dieven en andere ongewenste bezoekers veel onaantrekkelijker om binnen te dringen. Verder werken we voortdurend aan de ver-betering van ons veiligheids-systeem. Als er een extra dreiging is dan passen we het security-niveau aan en nemen tijdelijk strengere maatregelen’, aldus Bakker.Ton Jeen van ExxonMobil: ‘Doel van het security managementsysteem is om incidenten van diefstal tot aanslagen minder makkelijk te maken. Het gaat vooral om preventie. Om de gevolgen van aanslagen te beperken, kunnen we terugvallen de maatregelen die we in het kader van de BRZO hebben genomen. Ook hier zie je dat procesveiligheidsmaatrege-len en beveiliging in elkaars verlengde liggen. Sommige bedrijven denken dat de BRZO-maatregelen vol-doende zijn, maar gaan dan voorbij aan bijvoorbeeld de mogelijkheden van diefstal van documenten met ver-trouwelijke informatie en computerinbraak. We betrekken daarom iedereen bij de security onder het motto “Security is everybody’s business”.’ p

‘Mensen moeten zich meer bewust zijn van de risico’s die zij en

het bedrijf lopen’

Convenant Vitaal Security Olie & ChemieOp 27 mei 2008 hebben de ministeries van Economische Zaken, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrela-ties het Convenant Vitaal Security Olie & Chemie gesloten met de VNCI, de Vereni-ging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) en de Nederlandse Aerosol Vereni-ging (NAV) om de weerbaarheid van olie- en chemiebedrijven tegen aanslagen, sabotage en computerinbraak te verho-gen. Het gaat vooral om bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken. Bedrijven die toetreden tot het convenant verplichten zich om binnen een jaar een security management systeem (SMS) te hebben om verschillende drei-gingen zo goed mogelijk het hoofd te kun-nen bieden. Leidraad bij het opzetten van een SMS is de Handreiking security management van het ministerie van VROM, die met hulp van de VNCI ook is

toegesneden op de chemische industrie. Het Nationaal Adviescentrum Vitale Infra-structuur (NAVI) en de VNCI hebben samen een zestal dreigingscenario’s gedefinieerd, die relevant zijn voor de chemiesector. Op basis van deze scena-rio’s kunnen bedrijven gemakkelijker een risicoanalyse uitvoeren en maatregelen nemen die toegespitst zijn op het eigen bedrijf. Het NAVI is voor alles op gebied van secu-rity het aanspreekpunt van de overheid. Het centrum heeft in het afgelopen voor-jaar twee keer zes workshops georgani-seerd, waar de belangrijkste aspecten van een SMS aan de orde kwamen en bedrijven onderling ervaringen konden uitwisselen. De VROM-inspectie ziet toe op de naleving van het convenant en rap-porteert daarover aan de Beheergroep, waarin de VNCI en andere betrokken par-tijen zijn vertegenwoordigd.

36 Chemie magazine augustus 2009

Opinie

CM0907_p34_opinie2.indd 36 21-08-2009 11:27:25

Page 37: Chemie magazine 2009 - augustus

FO

TO’S

: CA

SP

ER

RIL

A

Test uw microreactor in de praktijk

Flowid BV, een spin-off van de TU Eindhoven, heeft sinds het Applicatie Laboratorium eind juni werd geopend over belangstelling niet te klagen. Verschillende specialisten van chemische bedrijven zijn inmiddels op bezoek geweest om de opgestelde microreactoren te testen. De voordelen in vergelijking met conventionele reactoren zijn dan ook legio: sneller reacties in kaart brengen, hogere opbrengst, lager energieverbruik, minder ruimtebeslag en veilig. Meer informatie: www.fl owid.nl

augustus 2009 Chemie magazine 37

In beeld

CM0907_p37_in beeld.indd 37 21-08-2009 11:28:19

Page 38: Chemie magazine 2009 - augustus

Foto 1: Impressie van het Applicatie Laboratorium, waarop verscheidende leveranciers microreac-tortechnologie beschikbaar hebben gesteld.

Foto 2: StarLam principe van het Duitse instituut IMM GmbH waarbij vloeistoffen middels interne lamel-len worden opgemengd.

Foto 3: Glazen reactor van Micronit B.V. operationeel voor het uitvoeren van chemie.

Foto 4: Flowidmedewerker voert experimenten uit op het Applicatie Laboratorium.

Foto 5: De FlowStart van FutureChemistry B.V. voor de screening van reactieparameters.

Foto 6: Vanuit het kantoor wordt er advies en ondersteu-ning verleend op het gebied van microflowtechno-logie aan klanten van Flowid B.V.

Foto 7: Een microflowkanaal uitgevoerd in metaal door IMM GmbH.

Foto 8: Exterieur van het Applicatie Centrum.Foto 9: Alle componenten van een enkel metalen

micro-flowkanaal.

1

2

3

4

5

38 Chemie magazine augustus 2009

CM0907_p37_in beeld.indd 38 21-08-2009 11:29:01

Page 39: Chemie magazine 2009 - augustus

Flowid vult gat tussen leverancier en eindgebruiker

6

7

8 9augustus 2009 Chemie magazine 39

In beeld

CM0907_p37_in beeld.indd 39 21-08-2009 11:29:38

Page 40: Chemie magazine 2009 - augustus

Designerdress van champignonbakjes

Fashionista’s genoten onlangs tijdens de modebiënnale in Arn-hem van een designerdress van modevormgever Irving Vorster. De show op het schip de ‘Jules Verne’ werd afgesloten met een bijzondere creatie van zijn hand. Een blauw jurkje van kunststof dat normaal gesproken voor de productie van champignonbakjes wordt gebruikt. p

Meer informatie: www.basf.nl

BASF-materiaal op de catwalk

FO

TO: C

AS

PE

R R

ILA

FO

TO: M

AN

HO

O Y

U

40 Chemie magazine augustus 2009

CM0907_p40_uitgelicht.indd 40 21-08-2009 11:30:35

Page 41: Chemie magazine 2009 - augustus

Designerdress van champignonbakjes

augustus 2009 Chemie magazine 41

Uitgelicht

CM0907_p40_uitgelicht.indd 41 21-08-2009 11:30:45

Page 42: Chemie magazine 2009 - augustus

Industrie mag bij NOIndustrie mag bij NOgeen sluitpost zijngeen sluitpost zijnIndustrie mag bij NOgeen sluitpost zijnIndustrie mag bij NOIndustrie mag bij NOgeen sluitpost zijnIndustrie mag bij NOIndustrie mag bij NOgeen sluitpost zijnIndustrie mag bij NOIndustrie mag bij NOgeen sluitpost zijnIndustrie mag bij NOIndustrie mag bij NOgeen sluitpost zijnIndustrie mag bij NOgeen sluitpost zijnIndustrie mag bij NOgeen sluitpost zijn

e gemiddelde uitstoot van NOx per eenheid opgewekte energie is in Nederland inmiddels veel lager dan in de ons omringende landen. Toch hebben we in Nederland nog steeds te

maken met relatief hoge NOx-con-centraties in de lucht vanwege de sterke concentratie van industrie, verkeer en bebouwing. De emissie van NOx moet dus wel degelijk verder

omlaag. De discussie gaat daarom vooral over de vraag hoe dat moet gebeuren’, zegt Leantine Mulder-Boeve, beleidsmedewerker milieu van de VNCI.Nederland ligt met de vermindering van de NOx-emissies goed op schema. Uit recente cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat de industrie het emis-sieplafond voor de NOx -emissies in 2010 haalt. Dit emissieplafond is per

Minister Cramer van VROM moet zich in Brussel sterk maken voor een realistisch plafond voor de stikstofoxiden in

2020. Nederland mag best erkenning krijgen voor het feit dat hier al veel aan NOx-reductie is gedaan. De Nederlandse

installaties behoren in NOx-opzicht tot de beste in Europa. Uiteraard moeten de emissies nog verder omlaag, maar ook het verkeer moet daaraan bijdragen. Dat zijn enkele

standpunten die de industrie begin september in het overleg met VROM naar voren zal brengen. Erik te Roller

lidstaat vastgelegd in de Europese NEC-richtlijn (National Emission Ceiling). Zodra er een NOx-emissie-plafond voor Nederland in 2020 is vastgesteld, zal het ministerie van VROM de emissies onder de verschil-lende sectoren verdelen. Hierbij wor-den de industrie, raffi naderijen ener-giecentrales en kleine bronnen samen genomen en bestaan de andere sectoren uit verkeer, HDO (handel, diensten en overheid), bouw, huishoudens en landbouw. De groot-ste groep is het verkeer, dat ruim de helft van de NOx-emissies voor haar rekening neemt. De industrie is ver-antwoordelijk voor 30 tot 40 procent van de emissies. ‘Duidelijk is dat de verdere vermindering niet alleen van de industrie kan komen’, aldus Mulder-Boeve.

Dubbele reguleringNu wil het geval dat Nederland in 2005 als enige land in Europa de han-del in emissierechten voor NOx heeft ingevoerd. De overheid en industrie zagen, en zien het nog steeds, als een goed instrument om de emissies kosteneffectief te verminderen. Maar deze Nederlandse aanpak gaat niet goed samen met de Europese aanpak om emissies terug te dringen via de zogenoemde IPPC-richtlijn. Het idee van de emissiehandel is om de emissie van NOx op een kostenef-fectieve manier te verminderen. Er

‘D

Verkeer moet ook aan reductie bijdragen

42 Chemie magazine augustus 2009

CM0907_p42_opinie3.indd 42 21-08-2009 11:31:57

Page 43: Chemie magazine 2009 - augustus

Industrie mag bij NOIndustrie mag bij NOxx-beleid -beleid geen sluitpost zijngeen sluitpost zijnIndustrie mag bij NOgeen sluitpost zijnIndustrie mag bij NOIndustrie mag bij NOgeen sluitpost zijnIndustrie mag bij NOgeen sluitpost zijnIndustrie mag bij NOx-beleid geen sluitpost zijn

ontstaat een markt van vraag en aan-bod en het geld stroomt vanzelf naar plaatsen waar emissiereductie het meest effectief kan worden aange-pakt. De overheid stelt de doelen voor de emissiereductie en de markt bepaalt hoe die het beste gereali-seerd kunnen worden. De IPPC-richtlijn schrijft echter voor dat een bedrijf met installaties vol-gens de best beschikbare technieken (BBT) moet werken om onder andere de NOx-emissies omlaag te brengen. En dat doorkruist de emissiehandel. De Nederlandse industrie heeft dus te maken met een dubbele regule-ring, want bedrijven die deelnemen aan de NOx-emissiehandel moeten ook aan de IPPC-eisen voldoen. Dat beperkt ze in hun keuzevrijheid en betekent in feite dat de voordelen van de NOx-emissiehandel teniet worden gedaan.Anders dan bij de CO2-emissiehandel met zijn allocatie van emissierechten werkt de NOx-emissiehandel met een zogenoemde Performance Standard Rate (PSR), oftewel een prestatie-norm uitgedrukt in de uitstoot van NOx in gram per Gigajoule. Bedrijven met emissies boven de PSR moeten rechten inkopen en bedrijven met emissies onder de PSR kunnen rech-ten verkopen. Tijdens de afgelopen jaren is de PSR dusdanig geweest, dat er steeds een overschot aan rechten was. Er was

wel handel, maar de prijzen van de rechten waren zeer laag. Dat komt met name door de energiebedrijven die hun NOx-emissies de laatste jaren sterk hebben weten te verminderen. Verder brengt de deelname aan de emissiehandel tot nu toe een relatief grote administratieve last met zich mee. Voor de verkopers stond daar geen noemenswaardige opbrengst tegenover. De kopers hebben echter hun voordeel kunnen doen met goed-

kope emissierechten. Wat dat betreft lopen de belangen rond de emissie-handel binnen de industrie dus uit-een. ‘Terecht kan de vraag gesteld worden of de emissiehandel de afge-lopen jaren niet overbodig is geweest. Want het NOx-emissieplafond is gehaald, omdat de bedrijven door de IPPC-richtlijn al maatregelen geno-men hebben om de NOx-emissies te reduceren. De emissiehandel heeft aan het halen van het plafond geen wezenlijke bijdrage geleverd. We hebben de handel tot 2010 eigenlijk niet nodig gehad’, stelt Mulder-Boeve.‘Of we de handel echt nodig hebben

om het NOx-plafond voor 2020 te bereiken zal pas duidelijk zijn als dat plafond precies bekend is. Maar in 2008 zijn overheid en industrie al wel de discussie aangegaan over de waarde van de PSR na 2010. De par-tijen kwamen er toen niet helemaal uit. Ze spraken af dat onderzocht zou worden of er nog wel ruimte is voor de emissiehandel van 2013 tot 2020, omdat in 2020 een nieuw en ‘strenger’ emissieplafond gehaald moet wor-

den. Voor de periode tot 2013 spraken ze af dat de PSR vanaf 2010 tot 2013 met één punt per jaar zal afnemen.’

Lokaal probleemOm een oplossing te vinden voor de dubbele regelgeving en om de kosten van NOx-emissiehandel waar moge-lijk te verlagen, is de werkgroep Moons opgericht. Ook is de ‘ruimte’ voor emissiehandel onderzocht. In deze werkgroep, voorgezeten door Cees Moons van de directie Leefomgevingskwaliteit van het ministerie van VROM, zijn de industrie en de vergunningverleners vertegen-

‘ We hebben de emissiehandel tot 2010 eigenlijk niet nodig gehad’

augustus 2009 Chemie magazine 43

Opinie

CM0907_p42_opinie3.indd 43 21-08-2009 11:31:57

Page 44: Chemie magazine 2009 - augustus

2005 2006 2007 2008

80

70

60

50

40

30

20

10

0

EmissiefactorPSR-waarde

gr./

GJ

NOx-emissiefactor vs. PSR-waarde

woordigd. Begin september presen-teert de werkgroep aan een brede vertegenwoordiging van industrie en overheid de resultaten van het onder-zoek. Mulder-Boeve: ‘Zolang het emissieplafond van 2020 nog niet bekend is, kan er nog geen beslissing worden genomen over het al dan niet voortzetten van de emissiehandel, vindt de industrie. Wij zijn niet tegen de emissiehandel, maar wel kritisch over de voorwaarden waaronder die eventueel zal worden voortgezet. Gezien het feit dat we het emissiepla-fond van 2010 halen zonder wezenlijke

aal systeem worden aangepakt. NOx verspreidt zich echter nauwelijks en vormt daarom een lokaal probleem. ‘Andere landen, die niet een vergelijk-bare problematiek met NOx-concen-traties hebben, voelen er daarom weinig voor om naast de CO2-emis-siehandel ook nog een Europese NOx-emissiehandel in te voeren. Zij vinden de IPPC-richtlijn voldoende om deze emissies aan te pakken en ook dat het Nederlandse probleem niet met Europese regelgeving hoeft te wor-den opgelost’, aldus Mulder-Boeve.

beslissen over de timing van de aan-passingen van hun installaties. Bovendien kan een bedrijf ervoor kiezen de emissies van een deel van de installaties fors terug te schroeven en van een ander deel zo te laten, volgens het zogenoemde bubble con-cept. De emissiedoelstelling wordt dan bereikt, maar zonder dat meteen alle installaties voor wat betreft de NOx aan de BBT-eisen van de IPPC-richtlijn voldoen. Na de eerste lezing van de herziening van de IPPC-richt-lijn in het Europese Parlement is opgenomen dat handel onderzocht mag worden. Dit is enkel van symbo-lische waarde. Mulder-Boeve: ‘Aangezien de emis-siehandel niet goed van de grond komt, rijst de vraag welke verbeterin-gen of alternatieven nog mogelijk zijn. De overheid overweegt wetgeving die dwingender is, of een combinatie van nieuwe wetgeving en handel. Om de dubbele regulering van de NOx-emis-siehandel en IPPC op te heffen, speelt VROM met het idee om de normen voor de NOx-emissies niet meer per bedrijf in de milieuvergunning te laten vastleggen, maar landelijk normen te stellen voor NOx-emissies per cate-gorie installaties, in een algemene maatregel van bestuur. Zoiets bestaat al voor stookinstallaties. De individu-ele verschillen in milieueisen voor stikstofoxiden verdwijnen dan, iets waar de milieubeweging al jaren voor pleit. VROM ziet er veel in, omdat het ministerie dan een eenduidig en hel-der beleid kan voeren. In het bedrijfs-leven willen we eerst de consequen-ties daarvan volledig kunnen overzien, en niet alleen voor de nabije toekomst, voordat we met een derge-lijk voorstel kunnen instemmen. Lan-delijke normen bieden duidelijkheid in de vergunningverlening en voorko-men vertraging. Maar het beperkt ook de speelruimte bij het vaststellen van de prioriteiten binnen de milieu-vergunningen.’Mulder-Boeve vat het standpunt van de industrie als volgt samen: ‘Het ministerie van VROM moet zich sterk maken voor een realistisch NOx-emissieplafond voor Nederland in 2020. Naast de industrie moet ook het verkeer aan de emissiereductie bij-dragen. En aan de dubbele regulering van emissiehandel en IPPC moet linksom of rechtsom een einde komen.’ p

bijdrage van emissiehandel, moeten we dus heel goed afwegen of dit instrument ook voor de periode tot 2020 noodzakelijk is.’De kans is klein dat de NOx-emissie-handel in heel Europa wordt inge-voerd en zo een gelijk speelveld ont-staat. CO2 verspreidt zich snel in de lucht en kan daarom met een mondi-

Herziening richtlijnDe Europese Commissie werkt intus-sen aan de herziening van de IPPC-richtlijn. Nederland heeft ervoor gepleit de NOx-emissiehandel als flexibel instrument binnen de IPPC-richtlijn toe te staan. Tot nu toe echter tevergeefs. Mocht dat alsnog lukken, dan kunnen de bedrijven weer zelf

‘Het ministerie van VROM moet zich sterk maken voor een realistisch NOx-emissieplafond’

44 Chemie magazine augustus 2009

CM0907_p42_opinie3.indd 44 21-08-2009 11:31:58

Page 45: Chemie magazine 2009 - augustus

The next seminar in the Amsterdam Process Safety Seminar Series is coming up in October.

THE AMSTERDAM PROCESS SAFETY SEMINAR SERIES – MAKING CHANGES SAFELY AND EFFECTIVELY: MANAGEMENT OF CHANGE ��th and ��th of October ����, Amsterdam, the Netherlands

Read more www.ael.fi /ehs

FIND OUT THE BEST PRACTICES IN

MANAGEMENT OF CHANGE!

What’s in the pipeline? ©

dec

real

iste

n.nl

Nederland: T +31(0)10 462 16 66België: T +32(0)3 568 74 12

[email protected] www.mob-bv.nl

industrial projects multidisciplinaire shutdowns prefabrication piping

construction piping construction equipment steam-tracing

Adv. MOB 185x130.indd 1 13-08-2009 11:44:6

Pagina45.indd 1 24-08-2009 10:16:45

Page 46: Chemie magazine 2009 - augustus

Onlangs hebben Nederlandse experts gebrainstormd over oplossingen voor de plastic afvalhoop in de Stille Oceaan. Het gaat om een initiatief van de Rotterdamse architect Rudolph Eilander, die het niet kan verkroppen dat er wereldwijd niets wordt gedaan aan de vervuiling. Esther Rasenberg

Ronddraaiend eiland met vlieger; Rudolph Eilander schetst oplossingsroutes voor kunststof afval in zee

CM0907_p46_maatschappij.indd 46 21-08-2009 10:18:11

Page 47: Chemie magazine 2009 - augustus

p het kantoor van Eilander architects in Rotterdam verzamelden zich dertien inge-nieurs van verschillende bedrijven en ken-nisinstellingen om te brainstormen over het opruimen van het plastic afval dat zich heeft verzameld op de wervelstroming midden in de Stille Oceaan. Inmiddels is er door een

Amerikaans-Duits onderzoeksteam een vergelijk-bare afvalhoop ontdekt in de Sargassozee, voor de kust van Florida. Deze zee staat bekend als de kraamkamer van palingen. De jonge aaltjes zwem-men van daaruit naar Europa en Noord-Amerika. In de Atlantische Oceaan was zo’n megastortplaats, volgens een recent artikel in dagblad Trouw, tot nu toe nooit waargenomen.De bijeenkomst in Rotterdam werd bijgewoond door verschillende experts uit de chemische industrie. Onder de deelnemers waren Rinus van den Berg (DSM), Peter Nossin (Dutch Polymer Institute), Harrie Camps (PlasticsEurope) en Gerrit Klein Nagelvoort (AGK Polymers). In 2008 kwam Rudolph Eilander met het idee om het plastic in de Stille Oceaan ter plekke te verzamelen en vervolgens te verwerken op een kunststof eiland. Op het eiland in de oceaan zou het verzamelde plas-tic, door mensen die daar wonen en werken, ver-werkt kunnen worden tot bruikbare basisproducten. Met een subsidie van het Fonds BKVB maakte de architect een ontwerp. Om op de oceaan stabiel te zijn, moet het drijvende eiland van een flink formaat zijn. Rondom het eiland uit dit ontwerp zijn netten gespannen waarin het afvalplastic wordt verzameld.

Plastic inzamelenNaar aanleiding van zijn idee ging Rudolph Eilander op zoek naar experts die in staat zijn om technisch invulling te geven aan het inzamelen van plastic in de oceaan. Uitgangspunt voor de brainstorm was om het onderwerp positief te benaderen. Eilander licht toe: ‘In de Stille Oceaan drijven ruim 44 miljoen kilo’s aan waardevolle grondstoffen. Als we die uit het water kunnen halen, zijn we spekkoper. Hoe gaan we dat doen? Tijdens de brainstorm kwamen er meer-dere ideeën op tafel waaruit de deelnemers zelf de

drie meest veelbelovende selecteerden. Daarna werden die ideeën in kleine groepjes verder uitge-werkt en werden er schetsen gemaakt.’Voor het verzamelen van plastic kan gebruik worden gemaakt van netten. Omdat er ook veel kleine deel-tjes plastic in het gebied drijven, moeten die netten zeer fijnmazig zijn, zoals membranen. Vissen wor-den bij het gebruik van die grote netten op afstand gehouden door sonargeluiden. Daarnaast zouden vanaf het kunststof eiland robotwalvissen het plastic in zee kunnen ophalen en verzamelen. Daarbij drijft het plastic in de bek van de robot, wordt gezeefd, samengedrukt en vervolgens uitgestoten in een vorm die makkelijk per schip kan worden opgehaald. Een ander idee dat werd geselecteerd was de inza-meling van plastic door zeer veel kleine robots. Het gaat om kleine en wendbare robots met het formaat van een voetbal, die het plastic zouden grijpen en het vervolgens met ander afval samensmelten. De robots zouden werken op zonne-energie en het idee is dat deze robots zelfstandig makkelijk veel plastic zouden kunnen verzamelen. ‘Tijdens de workshop bleek echter dat dit idee technisch lastig te realise-ren is’, vertelt Eilander. ‘Er zitten gewoon te veel haken en ogen aan.’ Het laatste idee dat tijdens de brainstorm is uitge-werkt, heeft betrekking op de ontwikkeling van enzymen die plastics op een natuurlijke manier kun-nen afbreken. ‘Misschien wel het beste idee’, zegt Eilander. ‘Het nadeel van deze oplossing is dat de enzymen niet alle plastics kunnen afbreken. Poly-meren die zijn gemaakt op basis van koolstof-kool-stof-verbindingen zijn moeilijker te verbreken. De plastics die mogelijk wel door de enzymen kunnen worden afgebroken zijn polycondensaten, zoals poly-esters en polyamides (beter bekend als nylons) . Doordat in die verbindingen zuurstof of stikstof aan-wezig is, kunnen de enzymen hun werk doen’, zegt Peter Nossin van het Dutch Polymer Institute (DPI) in Eindhoven.

Brede samenwerkingIn het najaar komt er een website die bewustwording op gang moet brengen en politiek draagvlak moet

O

Denktank buigt zich over plastic soep

Verschillende oplossingen in kaart gebracht

e

augustus 2009 Chemie magazine 47

Maatschappij

CM0907_p46_maatschappij.indd 47 21-08-2009 10:18:15

Page 48: Chemie magazine 2009 - augustus

creëren. Rudolph Eilander geeft aan dat hij als indi-viduele architect niet in staat is om internationaal draagvlak te creëren. Het opruimen van de plastic soep zal flink wat geld gaan kosten en dat moet door meerdere partijen bij elkaar worden gebracht. ‘Internationale concerns, belangenverenigingen en politieke partijen moeten de handen ineenslaan.’ Peter Nossin van DPI geeft aan dat het DPI Value Centre in de toekomst onderzoeksprojecten zou kunnen begeleiden. ‘Wij geven daarbij de voorkeur aan een zo breed mogelijke samenwerking tussen bedrijven en instellingen.’ Ook directeur Harrie Camps van PlasticsEurope ziet mogelijkheden voor de toekomst: ‘Er is nu een Nederlands netwerk dat aan de slag wil met het oplossen van dit mondiale probleem. Er zijn ver-schillende oplossingsrichtingen aangegeven en nu moeten we zorgen dat het probleem ook politiek op de agenda komt. Minister Cramer van VROM moet er internationaal aandacht voor gaan vragen. Uiteraard zal PlasticsEurope het probleem ook binnen het eigen netwerk onder de aandacht brengen en we zullen op zoek gaan naar funding voor onderzoek. De website die Rudolph Eilander ontwikkelt, is daarbij een belangrijk instrument.’ ‘Wat mij betreft hoeven we het plastic niet per se om te zetten in producten. Het lokaal ophalen en isole-ren van het afval is al heel wat. Dit ingekapselde afval kan vervolgens worden afgezonken of ver-brand. Geen ideale oplossingen, maar het belang-rijkste doel is de schade voor vissen en vogels te reduceren. Het lokaal nuttig gebruiken van het afval of het transporteren naar Amerika zie ik niet als economisch en ecologisch haalbaar. En natuurlijk moeten we voorkomen dat er nog meer afval in de oceaan terecht komt. We zouden zwerfafval bijvoor-beeld bij de grote waterwegen kunnen afvangen, zodat het niet in zee terechtkomt. Gelukkig is er in Europa veel aandacht voor het recyclen van plastic, maar daarentegen staat het in Azië niet bovenaan de prioriteitenlijst’, aldus Camps.

Negatief voor imagoDoor de afvalproblematiek wordt het imago van kunststof negatief beïnvloed. Camps: ‘Zwerfvuilvermindering is voor de chemische indu-strie van groot belang. Onze verantwoordelijkheid strekt zich uit tot in de afvalfase.’ Als goed initiatief noemt de directeur van PlasticsEurope het gebruik van bigbags door vissers. ‘De Nederlandse en Belgische vereniging van kustgemeenten KIMO zet zich in voor het milieu in de Noordzee. Bodemvissers krijgen van de vereniging bigbags mee aan boord. De vissers verzamelen daarin het plastic afval dat zij in hun netten krijgen en brengen het weer aan land. Daar wordt het ingenomen, afgevoerd en verwerkt. Het project levert jaarlijks zo’n 300.000 kilo afval op. Daar wordt de Noordzee zichtbaar schoner van.’In Nederland moet de campagne Plastic Heroes ervoor zorgen dat plastic gescheiden wordt ingeza-meld. Eind 2012 wil de Nederlandse overheid 42 procent van al het Nederlandse verpakkingsafval recyclen. Een ambitieuze doelstelling, want op dit moment wordt nog maar 26 procent van het Nederlandse plastic afval ingezameld. De campagne

is gemaakt in opdracht van de Stichting Nedvang, die gemeenten en bedrijven ondersteunt bij de inzame-ling. De eerste resultaten van de campagne zijn veelbelovend. Gescheiden inzameling wordt door steeds meer Nederlandse gemeenten ingevoerd.

Plastic uitbannenKim Schoppink van Greenpeace reageert positief op het initiatief van de Nederlandse denktank. ‘De plas-tic soep in de Stille Oceaan is een enorm probleem en het is zeker goed dat er oplossingen bedacht wor-den om het plastic op te ruimen. Dit is alleen dweilen met de kraan open als er ook niet iets aan de oor-zaak van het probleem gedaan wordt, namelijk het weggooien van plastic afval in zee. Wij willen alle plastics uitbannen en vervangen door hoogwaardige materialen die voor 100 procent recyclebaar zijn.’ Dat Greenpeace zich aansluit bij de Nederlandse denk-tank is volgens Schoppink niet aan de orde. ‘Wij rich-

ten ons op dit moment op het instellen van zeereser-vaten. Er zijn zoveel problemen en bedreigingen voor de oceanen. Daar kunnen we ons helaas niet alle-maal tegelijk voor inzetten.’Het probleem van de plastic soep wordt dus in eer-ste instantie opgepakt vanuit de industrie. Voor het imago van plastic is het zoeken naar een duurzame oplossing cruciaal. De aanleg van een duurzaam kunststof eiland dat geen gevaar voor mens en dier oplevert, zou dat imago zonder meer kunnen verbe-teren. Zeker als een dergelijk eiland zorgt voor een schone oceaan. De mogelijkheden van het eiland bieden volgens Wubbo Ockels volop perspectief. Hij noemde de denktank uit Rotterdam niet voor niets ‘the founding fathers van het kunststof eiland’. Wordt vervolgd… p

Meer informatie: Ga voor meer informatie over het Nederlandse initiatief tot 31 augustus naar www.eilander.nu en na 1 septem-ber 2009 naar www.plasticisland.org.

Maatschappij

Robots met zonnecellen zouden het plastic kunnen grijpen en met ander afval samensmelten

48 Chemie magazine augustus 2009

CM0907_p46_maatschappij.indd 48 21-08-2009 10:18:19

Page 49: Chemie magazine 2009 - augustus

i.o.v. Mtr. W. Heethem, Curator van het FAILLISSEMENT

LUHNS DETERGENTS NV

Vervaardiging vanwaspoeders

6 FLOBIN-LOSSTATIONS v.v. uitvoertrechter metschroef-conveyor naar bakjeselevator; 3x BIG-BAGLOSSTATIONS v.v. ontvangsttrechter en schroef-conveyor naar bakjeselevator; 2 DOSEERLIJNENbestaande uit o.a. trilconveyor, 7 binnenbunkers en 7 doseermachines “Sautelma”; 2 stations voor zachtemenging “Kestens-Montage”, bestaande uit poedervulu-nit, rvs bunker en doseermachine “Sautelma”; 6 GEÏSOLEERDE BUITENSILO’S, rvs, op staal-structuur en v.v. tril-bodem en doseermachine “Sautelma”met 1 centrale ontstoffingsfilter “Cipres Filter BRNO”(2007); 3 TANKS en 7 GEÏSOLEERDE TANKS voordiverse producten, cap. 24m³ - 75 m³; heteluchtgenerator“S.R.M-Maseth/Mahy (2005) met luchtventilator “Fima”;6x 30 FLOBINS met flexibele liner voor opslag en behandeling van poeders, afm. 1,24 x 1,24 x 2,7 m; horizontale continu-menger en verticale wervel-doorval-menger “Simac/CVG”; 4- & 6-KOPS LIJNEN bestaandeuit KARTONVULMACHINE “Senzani” IB6S8 (1994),cap. 100 stuks/min, max. 5kg pakken, zeskops electr.weegschaal “Sautelma” DP3, uitvoerconveyor (4 x 13m)en twee pneum. pompen voor koude lijm; 2 VERPAKKINGSMACHINES “Goglio Luigi/Milano”GL19 (‘95) zakkenvorm- en vullijn met driekops vul-machine, cap. 40 zakken/min v.v. sluitstation “Nordson-Hotmeld”; 2 KARTONNEERMACHINES “Görig”, cap.10 trays/min; palletomwikkelmachines w.o.“Certis/Cason” Sirio-1800T, 50 tr/min; PALLETTISEERLIJNENw.o. “Kettner” voor euro palletten en halve palletten; 3 STATIONAIRE SCHROEFCOMPRESSORS w.o.“Compair” (2002), capaciteit 2,6 m³/min - 19,6 m³/min; WATERZUIVERINGSSTATION “EDW” bestaande uit4 opslagtanken & trilzeef “Sweco”; etc.

BIEDEN ENKEL VIA INTERNETSLUITINGSDATUM: dinsdag 6 OKTOBER

BEZICHTIGING: 1 en 2 oktober van 9.00 tot 16.00 uur

Heldenstraat 63 - 1502 Lembeek (België)

FOTO’S / CATALOGUS op onze website

www.TroostwijkAuctions.com

BELANGRIJKEONLINE VERKOPING

Van Roekel Handelsonderneming BV

Uw adres voor:

1. Malen (ook met koeling) breken en granuleren

2. Mengen droge stof ook met vloeistof

3. Zeven tot 100 micron

4. Verpakken in zakken en Bigbagsook klein verpakkingen

5. Vloeistof op drager brengen

Griftweg 2, 6745 XD De klompPostbus 19, 6744 ZG Ederveen

Tel: 0318-572146 Fax: 0318-573737e-mail: [email protected]

Bankrelatie: AbnAmro Rek.nr.: 58.44.58.622b.t.w. nr.: NL 8052.22.558.B.01

Kamer van Koophandel nr.: 09-063451

stront

stront

stront

stront

stront

stront ..................schoonschoonschoonschoonschoonschoon

-BIO

GAS

-BIO

GAS

-BIO

GAS

-BIO

GAS

-BIO

GAS

-BIO

GAS

-BIO

GAS

-BIO

GAS

-BIO

GAS

recy

cle

recy

cle

recy

cle ------

=== CH

EMIE

CHEM

IE CH

EMIE

CHEM

IE CH

EMIE

CHEM

IE CH

EMIE

CHEM

IE CH

EMIE ===

=== CH

EMIE

CHEM

IE CH

EMIE

CHEM

IE CH

EMIE

CHEM

IE ======

mobi l i te i t

mobi l i te i t

mobi l i te i t

mobi l i te i t

mobi l i te i t

mobi l i te i t

KIPPENKIPPENKIPPEN

TOKTOKTOKTOKTOKTOK

— kakken —

— kakken —

— kakken —

— kakken —

— kakken —

— kakken —

— scharrelen —

— scharrelen —

— scharrelen —aan de leg–aan de leg–aan de leg–

— scharrelen —aan de leg–

— scharrelen —

— scharrelen —

— scharrelen —aan de leg–

— scharrelen —aan de leg–

— scharrelen —aan de leg–

— scharrelen —

— scharrelen —

— scharrelen —aan de leg–

— scharrelen —

— mes

tber

g —

— mes

tber

g —

— mes

tber

g —

— mes

tber

g —

— mes

tber

g —

— mes

tber

g —

aan de leg–

— mes

tber

g —

aan de leg–aan de leg–aan de leg–

— mes

tber

g —

aan de leg–

— mes

tber

g —

aan de leg–

— mes

tber

g —

aan de leg–aan de leg–aan de leg–

— mes

tber

g —

aan de leg–— p

ikken

— pikk

en —

— pikk

en —

— uits

toot —

— uits

toot —

— uits

toot —

— uits

toot —

— uits

toot —

— uits

toot —

— broeikas –

— broeikas –

— broeikas –

brandstofbrandstofbrandstofbrandstofbrandstofbrandstof

WARM

TE

WARM

TE

WARM

TE

WARM

TE

WARM

TE

WARM

TE ===

Amm

oniak—

Amm

oniak—

Amm

oniak—

AUTOGASAUTOGASAUTOGASAUTOGASAUTOGASAUTOGASAUTOGASAUTOGASAUTOGASAUTOGASAUTOGASAUTOGAS

— m

obiliteit—

— m

obiliteit—

— m

obiliteit—

reactie —

reactie —

reactie —

reactie —

reactie —

reactie —katalysator–katalysator–katalysator–

— ove

rsch

ot—

— ove

rsch

ot—

— ove

rsch

ot—

— rood –

— rood –

— rood –

— tank

en—

— tank

en—

— tank

en—

brandstof — tank

en—

brandstofbrandstofbrandstof — tank

en—

brandstof — tank

en—

brandstof — tank

en—

brandstofbrandstofbrandstof — tank

en—

brandstof

— racen –

— racen –

— racen –

— racen –

— racen –

— racen –

ssstttaaannnkkk•••

ooovvveeerrrsssccchhhooottt•••

eeennneee

rrrgggiiieee

•••

ssstttaaannnkkk•••ooovvveee

rrrsssccchhh

ooottt ••• bbbiiiooogggaaasss•••

— contact

— contact

— contact

—oplossen——oplossen——oplossen—

— snelheid

— snelheid

— snelheid

—schoon—

—schoon—

—schoon—

—schoon—

—schoon—

—schoon—

—energie —

—energie —

—energie —

—po

sitie

f——

posi

tief—

—po

sitie

f—

—oplossen— —po

sitie

f—

—oplossen——oplossen——oplossen— —po

sitie

f—

—oplossen— —po

sitie

f—

—oplossen— —po

sitie

f—

—oplossen——oplossen——oplossen— —po

sitie

f—

—oplossen—

—energie —

—po

sitie

f—

—energie —

—energie —

—energie —

—po

sitie

f—

—energie —

—po

sitie

f—

—energie —

—po

sitie

f—

—energie —

—energie —

—energie —

—po

sitie

f—

—energie —

—be

spar

en—

—be

spar

en—

—be

spar

en—

—be

spar

en—

—be

spar

en—

—be

spar

en—

—oplossen——be

spar

en—

—oplossen——oplossen——oplossen——be

spar

en—

—oplossen——be

spar

en—

—oplossen——be

spar

en—

—oplossen——oplossen——oplossen——be

spar

en—

—oplossen—

—schoon—

—be

spar

en—

—schoon—

—schoon—

—schoon—

—be

spar

en—

—schoon—

—be

spar

en—

—schoon—

—be

spar

en—

—schoon—

—schoon—

—schoon—

—be

spar

en—

—schoon—

.................. kippen

kippen

kippen

kippen

kippen

kippen

kippen

kippen

kippenstrontkippenstront

stront

strontkippenstrontkippenstrontkippenstront

stront

strontkippenstront

— contact

— contact

— contact

Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =190km190km190km190kmChemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =Chemie =190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km190km/u

Chemie onderzoekt, ontdekt, produceertMeer weten? > www.chemieisoveral.nl

i171 VNCI Kwartstaand.indd 1 27-05-2009 09:42:14Pagina49.indd 1 24-08-2009 10:20:36

Page 50: Chemie magazine 2009 - augustus

Het NMR-lab van het Nijmeegse Institute for Molecules and Materials

heeft deze zomer een nieuwe magneet aangeschaft. Hij is een half miljoen keer zo sterk als het magneetveld van de aarde, weegt negen ton en kostte twee miljoen euro. In de hele wereld zijn er maar zes van deze magneten. De nieuwe magneet is supergeleidend, ongeloofl ijk sterk en zeer stabiel. Hij wijkt niet meer af dan 1 op 10 miljoen. Voor het onderzoek in het NMR-lab is stabiliteit erg belangrijk, omdat aller-hande materialen, zoals waterstof, eiwit-ten, en farmaceutische materialen, zeer nauwkeurig worden geanalyseerd. Om het lab is een gracht gegraven, zodat bijvoorbeeld auto’s en vrachtwagens niet te dicht in de buurt kunnen komen. Daar-door kunnen ze ook geen trillingen ver-oorzaken en wordt voorkomen dat de magneet sterk op het metaal van auto’s reageert.Zoals gezegd is de magneet, in tegen-stelling tot elektronische tegenhangers, supergeleidend. Dat betekent dat als de magneet eenmaal is aangezet, hij zich-zelf draaiende houdt. Zolang de weten-schappers de magneet regelmatig met vloeibaar stikstof en vloeibaar helium vullen, blijft de magneet aan staan. Er is dus niet constant stroom nodig. p

Nijmeegse supermagneet Supergeleidend, sterk en zeer stabiel

opening test-schacht

reservoir met vloeibare helium (4,2K)

vloeibare stikstof

vacuüm

testmateriaal

bad vloeibare helium (2,2K)

aanvoer testmateriaal

50 Chemie magazine augustus 2009

CM0907_p50_infographic.indd 50 21-08-2009 10:18:58

Page 51: Chemie magazine 2009 - augustus

Nijmeegse supermagneet

opening voor testvoorwerpen

binnen-isolatie

windingen met Niobium-Titaan legering

windingen met Niobium 3-Tin

3D weergave molecuulstructuur

spoeldraad Niobium kern

koperen huls

koper-isolatie

dataverwerking

capsulenaar data-

verwerking

monster

registratiespoel

Infographic

augustus 2009 Chemie magazine 51

CM0907_p50_infographic.indd 51 21-08-2009 10:19:06

Page 52: Chemie magazine 2009 - augustus

3M, marktleider in persoonlijke beschermings-middelen, introduceert de G3000 Solaris veilig-

heidshelm met gepatenteerde Uvicator-sensor. Deze sensor zorgt ervoor dat de helm automatisch aangeeft wanneer de maximale blootstelling aan UV-licht is bereikt en dus vervangen moet worden.De levensduur en de kwaliteit van een veiligheids-helm hangen af van fysieke invloeden, zoals het stoten tegen de helm of door chemische invloeden, zoals bijtende vloeistoffen, maar ook door UV-licht van de zon.

Meer informatie: www.3M.nl

Nieuwe vestiging HYDAC

Veiligheidshelm

Hydac heeft zijn tweede nevenves-tiging geopend, in Dordrecht.

Het bedrijf, met zijn hoofdvestiging in Helmond, had al een nevenvesti-ging in Drachten. Door nu ook vanuit Dordrecht te opereren wil het bedrijf de dienstverlening verder verbete-ren voor de klanten in de regio Groot Rotterdam.

HYDAC is met meer dan 5.500 werk-nemers wereldwijd een toonaange-vende producent van hydraulische componenten en systemen.

Meer informatie:www.hydac.com.

De Yokogawa Rotameter RAMC flowmeter is gecerti-

ficeerd voor toepassing in omgevingen met een risico van gas- of stofexplosie. De meter wordt nu geleverd met verschil-lende Ex-certificaten die geldig

zijn in Europa, Amerika, Austra-lië, China en veel andere lan-den.

Meer informatie: www.yokogawa.com/nl

Certificatie flowmeter

Gardner Denver Nederland B.V. levert, monteert en ver-zorgt het onderhoud van pompen en compressoren in

de industrie, evenals laad- en lossystemen voor tank- en bulkvervoer.Het bedrijf heeft nu pompen geïntroduceerd in een ‘verf-vrije’ uitvoering. Het gaat om de SSP Roestvaststalen lob-benpompen van de serie S-1 t/m 4 en de serie X-1 t/m 4. De pompen zijn voortaan leverbaar met een chemisch vernik-kelde tandwielkast. Doordat ze dus geheel verfvrij zijn, zijn ze goed chemisch bestendig. Naar deze ‘verfvrije’ uitvoe-ring is steeds meer vraag vanuit de chemische industrie en de voedingsmiddelenindustrie.

Meer informatie: Gardner Denver Nederland B.V., e-mail: [email protected]

‘Verfvrije’ pomp

52 Chemie magazine augustus 2009

Productnieuws

CM0907_p53_productnieuws.indd 52 21-08-2009 10:26:14

Page 53: Chemie magazine 2009 - augustus

De chemicus en ondernemer begon zijn loopbaan bij Shell en stapte in de jaren tachtig over naar Océ Andeno in Venlo, dat later, in 1988, in

handen kwam van DSM en dat nu onderdeel uitmaakt van de business-groep Pharmaceutical Products. In 1991 volgde de benoeming van Sheldon tot hoogleraar aan de Technische Universi-teit in Delft. Daar deed hij veel onder-zoek naar enzymen. Samen met een compagnon richtte hij in 2000 CLEA Technologies op. Het ging toen om het commercialiseren van een nieuwe methode om enzymen te immobilise-ren, wat zogenoemde Cross-linked Enzyme Aggregates, oftewel CLEA’s oplevert. Normaal werken bedrijven bij biokatalytische reacties met enzymen die vastzitten op dragermateriaal. ‘Nadeel daarbij is, dat je in feite veel dragermateriaal met weinig enzymen hebt, vaak minder dan één gewichts-procent. Om enig effect te hebben moet je de reactor voor de helft met dit mate-riaal vullen’, verklaart Sheldon.

Biologisch afbreekbaar‘Om CLEA te maken slaan we opge-loste enzymen met bijvoorbeeld ammoniumsulfaat neer. De neerslag bestaat uit samengeklonterde enzy-men. De enzymen bevatten vrije ami-nogroepen aan hun oppervlakte. Die groepen koppelen we met glutaar-aldehyde aan elkaar en het resultaat is een CLEA, waarvan de activiteit per gram veel groter is dan met andere

CLEA Technologies maakt milieuvriendelijke oplosmiddelen

‘Groene’ nagellak

geïmmobiliseerde enzymen. Enzymen hebben in het algemeen het voordeel dat ze reacties selectief laten verlopen; er ontstaat weinig bijproduct. Ook zijn ze biologisch afbreekbaar. De enzymen in CLEA’s hebben als extra voordeel dat ze beter bestand zijn tegen hoge temperaturen, organische oplosmid-delen en hydrolytische afbraak. Verder kun je ze na een chemische reactie gemakkelijk afscheiden en opnieuw gebruiken. Bijkomend voordeel is dat de geïmmobiliseerde enzymen geen allergische reacties veroorzaken. Op die manier kun je enzymen, zoals pro-teases, in de vorm van CLEA’s aan bijvoorbeeld huidcrèmes toevoegen. Het enzym maakt de huid schoon zon-der allergische reacties op te wekken’, legt Sheldon uit. Het bedrijf verkoopt CLEA’s aan che-mische en farmaceutische bedrijven of immobiliseert specifieke enzymen in opdracht van dergelijke bedrijven. Bij het bedrijf, met een jaaromzet van ongeveer één miljoen euro, werken in totaal acht mensen.

DieseladditiefCLEA Technologies werkt aan een nieuwe ontwikkeling: het groen produ-

ceren van ethylacetaat door bio-etha-nol te oxideren. ‘Ethylacetaat wordt nu onder andere gemaakt door etheen om te zetten in ethanol. Overigens komt er aan deze katalytische oxidatie van bio-ethanol geen enzym te pas. We kijken met subsidie van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) naar de afzetmogelijkheden hiervan in de markt. Duidelijk is, dat het bio-ethylacetaat niet duurder mag zijn dan het normale ethylacetaat.’ ‘Via het haalbaarheidsonderzoek zijn we in contact gekomen met een ander bedrijf (van creatieve ondernemers) dat mogelijkheden ziet om bio-ethylacetaat in te zetten als grondstof in de fabricage van een groen dieseladditief dat tot een beter brandstofverbruik en minder emissies leidt. Een groen product dus, gemaakt uit een groene grondstof met een groen proces. In deze markt gaat het natuurlijk om grote volumes. We kijken naar de economische haalbaar-heid van dit proces en de afzetmogelijk-heden. Als de uitkomst positief is, komen we waarschijnlijk in aanmerking voor een extra subsidie van LNV om deze route samen met een partner verder te ontwikkelen en te commercia-liseren’, aldus Sheldon. p

‘Ethylacetaat wint als oplosmiddel snel terrein, omdat het relatief

milieuvriendelijk is en lekker ruikt. Dat maakt het bijvoorbeeld

geschikt voor cosmeticaproducten, zoals nagellak. Ook kan het

gechloreerde oplosmiddelen in verschillende toepassingen

vervangen’. Dit zegt Roger Scheldon, directeur van CLEA

Technologies in Delft en emiritus hoogleraar van de Technische

Universiteit Delft.

augustus 2009 Chemie magazine 53

Groene chemie

CM0907_p52_groene chemie.indd 53 21-08-2009 10:27:00

Page 54: Chemie magazine 2009 - augustus

moleculen, mensen, meningen

AlgemeenHet vakblad C2W en C2W life sciences,

waarmee u op de hoogte blijft van de

laatste ontwikkelingen in uw vakgebied

De mogelijkheid om uw kennis te delen

en te vergroten als lid van de KNCV sec-

ties, werkgroepen of regionale kringen

Via de KNCV krijgt u korting op

uw zorgverzekering en hypotheek

WerkGratis loopbaanadvies van onze zeer

ervaren KNCV Carrière Consultants

Uitslagen van door de KNCV uitgevoerde

arbeidsmarktonderzoeken op

www.kncv.nl/werk

C2W career expo, waar werkgevers en

(startende)werknemers met elkaar in

contact worden gebracht

U ondersteunt:

OnderwijsStichting C3, opgericht samen met o.a.

de VNCI, die zich ten doel stelt de chemie

te promoten bij jongeren, en zo beoogt

de instroom van hoogopgeleide werkne-

mers in de chemie te vermeerderen

Scheikunde- en Bèta-olympiade waaraan

ook de VNCI haar bijdrage levert

Meer op www.kncv.nl/onderwijs

Lid worden? www.kncv.nl

Wij bieden u:

Chemicus, life scientist of procestechnoloog? Bijna 10.000 professionals ontdekten al de

waarde van het lidmaatschap van de KNCV, dé beroepsvereniging voor iedereen die werkt of

interesse heeft in de moleculaire wereld. Als lid van de KNCV komt u eenvoudig in contact met

vakgenoten, en blijft u op de hoogte van de ontwikkelingen in het vak door het kwalitatief

hoogstaande vakblad C2W. Op onze congressen worden de laatste trends en innovaties gepre-senteerd, waardoor uw vakkennis en expertise op peil blijven! Bent u jonger dan 35 jaar, dan

biedt Jong KNCV u hét netwerk om de baan te vinden die bij u past.

JONG

KNCV Activiteiten

2 december 2009, Beatrixgebouw Utrecht

Het Element, 3de editie

Nationale en internationale topsprekers praten u bij over ontwikkelingen

in de katalyse en aanverwante onderwerpen.

De KNCV reikt de volgende prijzen uit:

KNCV onderwijsprijs aan de docent die op creatieve en innovatieve wijze

een bijdrage heeft geleverd aan het scheikundeonderwijs in Nederland

KNCV Gouden Medaille voor een Nederlandse onderzoeker – onder de 40

jaar – die zich bijzonder heeft onderscheiden met een chemisch georiën-

teerd onderzoek.

www.hetelement.nl

24 maart 2010, Beatrixgebouw Utrecht

C2W career expo, 3de editie

In korte tijd is onze carrièrebeurs uitgegroeid tot een totaalevenement dat

de bezoekers in één dag op de hoogte brengt van de laatste ontwikkelin-

gen op de arbeidsmarkt en waar werkgevers en potentiële werknemers de

gelegenheid krijgen om met elkaar in contact te komen. Door het aanbie-

den van kwalitatief hoogwaardige seminars en spraakmakende sprekers,

en de zeer uitgebreide beursvloer hopen wij dit jaar het overweldigende

aantal bezoekers van 850 afstudeerders, starters en (young) professionals

ruimschoots te overtreffen. Alle bezoekers hebben een achtergrond in de

chemie en life sciences, laboratorium- en procestechnologie.

www.C2Wcareerexpo.nl

15 april 2010

KNCV Voorjaarsbijeenkomst

Diverse secties en werkgroepen verzorgen uiteenlopende parallelsessies.

Zij staan hierin uitvoerig stil bij de laatste ontwikkelingen in hun vakge-

bied. De dag wordt omlijst met een plenaire lezing en de feestelijke

uitreiking van de Gouden Spatel, de prijs voor de beste chemische scriptie

in het HBO.

www.kncv.nl/vjb

061-029 adv-A3-liggend-7.indd 4-5 18-08-2009 09:37:56

Page 55: Chemie magazine 2009 - augustus

moleculen, mensen, meningen

AlgemeenHet vakblad C2W en C2W life sciences,

waarmee u op de hoogte blijft van de

laatste ontwikkelingen in uw vakgebied

De mogelijkheid om uw kennis te delen

en te vergroten als lid van de KNCV sec-

ties, werkgroepen of regionale kringen

Via de KNCV krijgt u korting op

uw zorgverzekering en hypotheek

WerkGratis loopbaanadvies van onze zeer

ervaren KNCV Carrière Consultants

Uitslagen van door de KNCV uitgevoerde

arbeidsmarktonderzoeken op

www.kncv.nl/werk

C2W career expo, waar werkgevers en

(startende)werknemers met elkaar in

contact worden gebracht

U ondersteunt:

OnderwijsStichting C3, opgericht samen met o.a.

de VNCI, die zich ten doel stelt de chemie

te promoten bij jongeren, en zo beoogt

de instroom van hoogopgeleide werkne-

mers in de chemie te vermeerderen

Scheikunde- en Bèta-olympiade waaraan

ook de VNCI haar bijdrage levert

Meer op www.kncv.nl/onderwijs

Lid worden? www.kncv.nl

Wij bieden u:

Chemicus, life scientist of procestechnoloog? Bijna 10.000 professionals ontdekten al de

waarde van het lidmaatschap van de KNCV, dé beroepsvereniging voor iedereen die werkt of

interesse heeft in de moleculaire wereld. Als lid van de KNCV komt u eenvoudig in contact met

vakgenoten, en blijft u op de hoogte van de ontwikkelingen in het vak door het kwalitatief

hoogstaande vakblad C2W. Op onze congressen worden de laatste trends en innovaties gepre-senteerd, waardoor uw vakkennis en expertise op peil blijven! Bent u jonger dan 35 jaar, dan

biedt Jong KNCV u hét netwerk om de baan te vinden die bij u past.

JONG

KNCV Activiteiten

2 december 2009, Beatrixgebouw Utrecht

Het Element, 3de editie

Nationale en internationale topsprekers praten u bij over ontwikkelingen

in de katalyse en aanverwante onderwerpen.

De KNCV reikt de volgende prijzen uit:

KNCV onderwijsprijs aan de docent die op creatieve en innovatieve wijze

een bijdrage heeft geleverd aan het scheikundeonderwijs in Nederland

KNCV Gouden Medaille voor een Nederlandse onderzoeker – onder de 40

jaar – die zich bijzonder heeft onderscheiden met een chemisch georiën-

teerd onderzoek.

www.hetelement.nl

24 maart 2010, Beatrixgebouw Utrecht

C2W career expo, 3de editie

In korte tijd is onze carrièrebeurs uitgegroeid tot een totaalevenement dat

de bezoekers in één dag op de hoogte brengt van de laatste ontwikkelin-

gen op de arbeidsmarkt en waar werkgevers en potentiële werknemers de

gelegenheid krijgen om met elkaar in contact te komen. Door het aanbie-

den van kwalitatief hoogwaardige seminars en spraakmakende sprekers,

en de zeer uitgebreide beursvloer hopen wij dit jaar het overweldigende

aantal bezoekers van 850 afstudeerders, starters en (young) professionals

ruimschoots te overtreffen. Alle bezoekers hebben een achtergrond in de

chemie en life sciences, laboratorium- en procestechnologie.

www.C2Wcareerexpo.nl

15 april 2010

KNCV Voorjaarsbijeenkomst

Diverse secties en werkgroepen verzorgen uiteenlopende parallelsessies.

Zij staan hierin uitvoerig stil bij de laatste ontwikkelingen in hun vakge-

bied. De dag wordt omlijst met een plenaire lezing en de feestelijke

uitreiking van de Gouden Spatel, de prijs voor de beste chemische scriptie

in het HBO.

www.kncv.nl/vjb

061-029 adv-A3-liggend-7.indd 4-5 18-08-2009 09:37:56

Page 56: Chemie magazine 2009 - augustus

In Nederland is het nooit uit te sluiten dat er een ongeluk met een gastrein kan gebeuren. De ramp in het Italiaanse Viareggio, waar begin juli bij een explosie van een gastrein 27 doden vielen, herinnert ons daar hardhandig aan. En dat legt natuurlijk een grote druk op de toch al moeizame onderhandelingen van de Nederlandse chemische industrie met de ministeries van VROM en V&W over het Basisnet en de ‘warme BLEVE’ (een soort explosie, red.)

Boem. Weg Wijkje?

Viareggio was het grootste spoorwegongeluk met gevaar-lijke stoffen in decennia. Ik weet niet hoe het u is vergaan, maar als voorzitter van de

Commissie Transport Gevaarlijke Goe-deren (CTGG) voel je je na zo’n drama-tisch ongeval diep ongelukkig. Al meer dan 50 jaar zet de CTGG zich in voor de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen in Nederland. Weliswaar hebben we een hoog veiligheidsniveau, maar een dergelijk ongeluk zet je toch aan het denken…

Veiligheidsadviseur Henk Bril van SABIC noemde Viareggio een ‘wake up call’ om toch vooral alert te blijven op de systeemveiligheid van het railtransport. De les van Viareggio moet worden getrokken en zal ook worden getrokken. Daarover bestaat geen enkele twijfel. De politiek en de maatschappij zullen onge-rust zijn, en zeker de gewone burger, die naast het spoor woont, zal bij het zien van de beelden van Viareggio een aantal keren stevig hebben moeten slikken.

De politiek zal zich mogelijk optrekken aan de volgende zinsnede, afkomstig uit een motie in 2001 door het Europees Parlement aangenomen na het ongeval in de kunstmestfabriek in Toulouse:

dat zich bediende van vragen in de trant van: ‘Wat gebeurt er als die trein ont-spoort en de hele boel ontploft?’.Toch is het te gemakkelijk het artikel te negeren door op de tendentieuze toon te wijzen. Het artikel ademt namelijk ook wat anders uit: de omgeving is onbekend met de stoffen, en met de veiligheids-voorzieningen ter plekke. Natuurlijk is er het nodige te vinden op internet. Zo geeft de Risicokaart Limburg keurig de 10-6 contour van het Chemelotterrein, maar om welke stoffen het gaat, dat vindt de verontruste burger niet terug. Juist op het gebied van communicatie is er nog wel wat te winnen, misschien nog wel meer dan op veiligheidsgebied.

Ik ben ervan overtuigd de veiligheid bij het vervoer van gevaarlijke stoffen hoog in het vaandel staat en dat alle betrokken partijen er met een tomeloze inzet aan werken, niet in de laatste plaats de che-mische industrie. p

Pieter G. Wildschut, voorzitter Commissie Transport Gevaarlijke Goederen

Het Europees Parlement (……) stelt vast dat een “nulrisico” uitgesloten is als petroche-mische industriecomplexen in de buurt van woonwijken liggen, en is van mening dat de huidige wijze van “risicobeheer” (….) ach-terhaald is en dat nu snel gezocht moet worden naar een systeem van “risicover-mijding”. De chloor- en ammoniakconve-nanten en straks het ‘warme BLEVE’-convenant zijn hier exponenten van.

De media doken weliswaar gretig op Viareggio, maar over het algemeen waren de reacties niet tendentieus. Tot dat ene artikel in de Volkskrant met de, vast als grappig bedoelde, titel ‘Straks is het hier dus bóem. Weg wijkje’.

Het was een op het oog makkelijk artikel dat onder meer inspeelde op gevoelens van angst en onwetendheid bij omwo-nenden van het Chemelotterrein in Geleen, waar (dat zul je altijd zien) net een aanvraag was ingediend om het aantal te behandelen gaswagons te ver-hogen naar 10.000 per jaar. Koren op de molen en van een journalistiek niveau

BR

ON

: VO

LKS

KR

AN

T

56 Chemie magazine augustus 2009

Uit de media

CM0907_p56_uit de media.indd 56 21-08-2009 11:32:34

Page 57: Chemie magazine 2009 - augustus

Het wereldwijde klimaatakkoord, dat in december in Kopenhagen gestalte moet krijgen, is essentieel om de CO2-uitstoot verder naar beneden te brengen. Hopelijk is het ook het begin van afspraken over een wereldwijd gelijk speelveld voor de industrie. Het ziet er echter

naar uit dat we eerst een overgangsperiode moeten overbruggen voor er één prijs voor CO2 is, die gelijk is voor bedrijven in alle landen.

De Europese Commissie heeft gelukkig oog gekregen voor het ontbreken van dat gelijke speelveld waardoor de concurrentie-positie in gevaar zou kunnen komen. Daarom krijgen in de EU sectoren die op de wereldmarkt moeten wedijveren, waaronder de chemische industrie, gratis emissierechten op basis van pres-tatienormen.

Bedrijven die niet aan de strenge prestatienormen voldoen, zul-len aanvullende rechten moeten kopen. Daardoor is de druk op de West-Europese industrie in de komende jaren, zelfs als er in december een klimaatakkoord wordt gesloten, groter dan in de rest van de wereld.

Zoals u in dit nummer van Chemie Magazine kunt lezen, spelen de producten van de chemische industrie een essentiële rol bij het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. Dit blijkt uit een recent verschenen studie van McKinsey, uitgevoerd in opdracht van de International Council of Chemical Associations.

Als de wereld de ambitieuze doelstellingen van het klimaatbeleid wil halen, is naast het gebruikmaken van het oplossend vermo-gen van de producten van de chemische industrie, een verdere verbetering van producten, processen en grondstofgebruik in onze industrie noodzakelijk. De inzet van groene grondstoffen kan bijvoorbeeld een nieuwe ‘step change’ brengen.

Universiteiten, kennisinstellingen en Nederlandse bedrijven zijn bij uitstek in staat om een voortrekkersrol te blijven spelen in deze nieuwe ontwikkeling. Chemische bedrijven kunnen dat alleen verantwoorden als Nederland een aantrekkelijk investe-ringsland blijft.

Ik pleit er daarom voor dat de Nederlandse overheid jaarlijks 100 miljoen euro extra beschikbaar stelt voor duurzame innovatie in de chemische industrie, die als een essentieel sleutelgebied voor de Nederlandse economie is benoemd.

Dat levert winst op voor alle partijen. Zo kunnen kennisinstellin-gen de vooraanstaande rol die ze nu hebben verder uitbouwen, terwijl het voor de overheid de meest lonende investering in CO2-reductie is. Voor bedrijven vormt het een mogelijkheid om CO2-effi ciënte activiteiten selectief te laten groeien. En hoogwaardige werkgelegenheid blijft voor Nederland behouden.

De grootste winnaar is het wereldwijde klimaat. Meer dan 99% van de uitstoot van broeikasgassen vindt buiten Nederland plaats. Aan de vermindering daarvan kunnen we via de ontwik-kelde technologie ook een bijdrage leveren. p

Voortrekkersrol

Jan Zuidam is voorzitter van de VNCI en vicevoorzitter van de Raad van Bestuur van DSM

Jan ZuidamColumn

augustus 2009 Chemie magazine 57

CM0907_p57_column.indd 57 21-08-2009 10:25:39

Page 58: Chemie magazine 2009 - augustus

De VNCI heeft inmiddels honderden aanvragen van tientallen scholen gehad voor de vernieuwde poster met het peri-odiek systeem van de elementen. Scho-len en VNCI-leden kunnen de poster gratis bestellen.

De poster met het periodiek systeem van de elementen kan al jarenlang op

veel belangstelling uit het onderwijs rekenen. In de nieuwe uitvoering zijn de tekeningen van de toepassingen veran-derd in foto’s. Verder is de opmaak in lijn gebracht met de huisstijl van de ‘Chemie is overal’-campagne.

Het periodiek systeem van de elementen is in 1869 opgesteld door de Russische scheikundige Mendelejev. De chemische en fysische eigenschappen van de ele-menten zijn er in kaart gebracht. Er zijn twee posters beschikbaar; een grote voor gebruik in de klas en een kleine met gaatjes die de leerlingen in een multo-map kunnen opbergen. De productie van de poster is mede gefinancierd door een aantal VNCI-leden, waaronder Dow, Shell, DuPont, AkzoNobel en DSM. p

Belangstellenden kunnen de poster aanvra-gen via: [email protected]

Nieuwe PS-poster

Er zijn nu in totaal zes pos-ters beschikbaar. De

imagocampagne ‘Chemie is overal’ is een initiatief van de Regiegroep Chemie met als doel een juist beeld van che-mie te schetsen. De posters geven aanleiding om met anderen in discussie te gaan over de chemische industrie. De schijnbare tegenstellingen en de verrassende insteek moeten leiden tot vragen en dialoog over de maatschap-pelijke bijdrage van chemie. Tot dusver reageren vooral jongeren en andere branches

positief op de campagne. De VNCI verzoekt haar leden om de posters te gebruiken voor interne communicatie en voor contacten met scho-len en de directe leefomge-ving. p

Op de website www.chemieisoveral.nl is een digitale toolkit beschikbaar.

Belangstellenden kunnen via die website de verschillende promotiematerialen opvragen.

Nieuwe posters ‘Chemie is overal’Gewasbeschermingsmiddelen, voetenspray en de werking van een airbag. Dat zijn de onderwerpen van de tweede serie posters van de imagocampagne ‘Chemie is overal’.

58 Chemie magazine augustus 2009

VNCI

CM0907_p58_VNCI.indd 58 21-08-2009 11:33:32

Page 59: Chemie magazine 2009 - augustus

Milieudag voor VNCI-ledenMilieucoördinatoren van VNCI-lidbedrijven zijn op 15 oktober welkom in de Jaarbeurs Utrecht voor een bijeenkomst waarbij actuele en belangrijke ontwikke-lingen op milieugebied aan de orde komen.

Op het programma van de VNCI-milieudag in de

Jaarbeurs Utrecht staan verschil-lende onderwerpen, variërend van actuele ontwikkelingen op milieu-gebied, zoals de Wabo (Wet alge-mene bepalingen omgevings-recht), IPPC-richtlijn (Integrated Pollution Prevention and Control-richtlijn) en NOx-emissie-handel. Daarnaast is er aandacht voor de Natuurbeschermingswet en de Waterwet. De onderwerpen worden veelal toegelicht aan de hand van praktijkvoorbeelden van chemische bedrijven. Deelnemers aan de milieudag krijgen ruim de gelegenheid om met andere milieucollega’s in contact te komen om ervaringen uit te wisselen. Aan de bijeen-komst zijn geen kosten verbonden. Begin september volgen de offici-ele uitnodiging en het definitieve programma. p

Meer informatie: Leantine Mulder-Boeve, tel. 070-3378742, e-mail: [email protected]

Voorlichtingsdag over stoffen

Tijdens de bijeenkomst, waar geen kosten aan verbonden

zijn, gaan verschillende gezag-hebbende sprekers van de overheid en het bedrijfsleven in op tal van onderwerpen over het stoffenbeleid. Daarbij gaat het onder meer om de Europese wet- en regelgeving REACH en het Global Harmonised System (GHS). Ook recente ontwikkelingen in de nanotechnologie en de bio-ciden komen aan de orde. Ver-der is er aandacht voor de Substance Information Exchange Fora (SIEF’s) waarin bedrijven met elkaar samen-werken om informatie over

stoffen met elkaar uit te wis-selen. Experts leggen uit hoe chemische veiligheidsbeoorde-lingen tot stand komen en wat de praktische gevolgen zijn van de invoering van GHS (CLP) in een bedrijf. Ook wordt tijdens de bijeenkomst duidelijk op welke manier de inspectiedien-sten de invoering van REACH en GHS gaan controleren.

Rondom de voorlichtingsbij-eenkomst organiseren de VNCI en het VHCP een beurs voor consultants en adviesbureaus. Deelnemers aan de stoffendag kunnen hier informatie krijgen over de wijze waarop deze

organisaties een bedrijf kun-nen ondersteunen bij de invoe-ring van de verschillende nieuwe regels op stoffenge-bied. Bij het samenstellen van het programma is uiteraard voldoende tijd ingepland om deze beurs te kunnen bezoe-ken. p

Belangstellenden voor de stof-fendag kunnen zichzelf of een collega tot 15 september aanmel-den via [email protected]

Meer informatie over de beurs: Ingeborg van Honschooten, tel. 070-3378733, e-mail: [email protected]

De VNCI en het Verbond van Handelaren in Chemische Producten (VHCP) organiseren voor hun leden een voorlichtingsdag over actuele ontwikkelingen op stoffengebied.De bijeenkomst is op 24 september in conferentiecentrum Woudschoten in Zeist.

augustus 2009 Chemie magazine 59

VNCI

CM0907_p58_VNCI.indd 59 21-08-2009 11:33:39

Page 60: Chemie magazine 2009 - augustus

NOTOX’ 10 steps to REACH compliance

REACH Pre-registration closed, 1 December 2008

and we help yousubmit your registration in time.

NOTOX B.V.P.O. Box 3476 5203 ‘s-Hertogenbosch

The Netherlands [email protected]

Chemie onderzoekt, ontdekt, produceertMeer weten? > www.chemieisoveral.nl

keuzeBeetje laat. Onderweg naar huis even de supermarkt ingedoken. Waar heb ik zin in: gezond, lekker - of allebei? Keuze in overvloed. Geen kant en klaar vandaag. Zelf een dressing componeren. Roseetje erbij?

genoegMet kunstmest en gewas-beschermings middelen is de wereldwijde voedselproductie drastisch gestegen. Voedings-producenten zien ook kans om de voedingswaarde te verhogen - bijvoorbeeld met vitamine C, cartenoïden en calcium. Andere toevoegingen verbeteren de houd-baarheid, de smeerbaarheid en de smaak. Wel zo lekker, toch?

gezond –

gezond –

gezond –

- conserveren –

- sappig –- k

napperig –

- sappig –- k

napperig –

- sappig –

- gewas-- gewas-

smaak

smaak -

= Chilisalpeter

= CH

EMIE ==

CHEM

IE =

=ve

red

elin

g

kunstmest

zouten

— zon —

— wat ‘n —

mooie –

— avo

nd —

—balko

n —

gezond –—bal

kon

gezond –

— kle

urst

of –

kunstmest— k

leur

stof –

kunstmest

— zwoel –

– landbouw –

opbrengst =

= bestrijd

ingsmiddel

bestrijd

ingsmiddel

verantwoord —

verantwoord —

biologische

- energiebron -

- energiebron - – landbouw –

- energiebron - – landbouw –

even langs — de supermarkt —

— wat

zal

ik h

alen

? —

wat z

al ik

hal

en?

even langs —

wat z

al ik

hal

en?

even langs — — vi

tam

ines —

— m

ineralen —

— m

ineralen —

— m

ineralen —

— m

ineralen —

- anti-oxidanten -

- anti-oxidanten -

f l e s j ew

ijn

meepak

ke

n?

lekkkkeereten

•g e z o n d et e

n•

— bescherm

ing

— groente—

— bemesting

— s

alade —

verantwoord — — s

alade —

verantwoord —

— light —

— d

ress

ing

dre

ssin

g —

— le

kker

——

lekk

er —

- WORTELSAP

bescherm

ing

bescherm

ing

Chemie =groen

i271 Stopperadvertenties_Serie B_185x130mm.indd 3 19-08-2009 15:39:13

Pagina60.indd 1 24-08-2009 10:23:51

Page 61: Chemie magazine 2009 - augustus

VNCI-directeur Colette Alma:

’Veel échte ondernemers in chemie’

‘De chemische industrie heeft veel échte ondernemers. Mensen die

niet bij de pakken neer gaan zitten, maar in goed overleg met het perso-neel samen de schouders eronder zetten om de crisis te boven te komen’, zegt Colette Alma.De afgelopen weken is zij bij verschil-lende leden langs gegaan om als het ware de temperatuur in de chemische industrie te meten. ‘Het effect van de crisis is heel divers. Er is geen eendui-dig beeld. Veel bedrijven hebben fabrieken tijdelijk geheel of gedeelte-lijk stil moeten leggen, maar er zijn ook ondernemingen die werken in bepaalde nichemarkten waar de vraag groot blijft. Maar gemiddeld gezien heeft de chemische industrie met een flinke omzetdaling te maken. Volgens CBS-cijfers van half augustus was de omzet in juni van dit jaar met 37 pro-cent teruggelopen in vergelijking met het jaar daarvoor’, aldus de VNCI-directeur. ‘Verder zie je aan de kwar-taalcijfers van een aantal grote leden dat omzet en resultaat met tientallen procenten naar beneden zijn gegaan. Kostenbesparingen en reorganisaties zijn de logische respons op deze situ-atie. Daarnaast is er een sterke focus op cash waarbij bedrijven hun geld-stromen actief managen. Uiteraard hebben ze te maken met wat er in de rest van de keten gebeurt. En die is zeer voorzichtig geworden, wat ook gevolgen heeft voor het voorraadbe-heer en de volumes.’

Duidelijke visieToch hebben alle bedrijven volgens haar een duidelijke visie op de toe-

komst. ‘Ze blijven nadenken over investeringen, hoe ze zich in de toe-komst willen positioneren en maken zich zorgen of ze bijvoorbeeld genoeg nieuwe mensen zullen kunnen krij-gen.’De VNCI-directeur signaleert verder dat met name de grotere leden bezig zijn om zich structureel aan de nieuwe omstandigheden aan te passen. ‘Daarbij nemen ze hun beslissingen met het oog op de wereldmarkt. En kijken ze niet alleen naar de situatie in Nederland, maar nemen ze ook activi-teiten in de rest van de wereld mee in hun beoordeling. Daaruit blijkt eens te meer dat de chemie een globale bedrijfstak is.’

Loyale werknemersVerder viel het haar op dat de sector trots is op de Nederlandse installaties die, ondanks leeftijden van 30 jaar en ouder, over het algemeen in een goede conditie verkeren. ‘Ook vind ik het opvallend dat de verantwoordelijke

mensen in de fabrieken, juist nu, bij-zonder loyaal aan hun werkgever zijn. Iedereen realiseert zich dat het zware tijden zijn. De bereidheid om tijdelijk ander werk te verrichten, is groot.’ Ze benadrukt het belang van de bedrijfsbezoeken voor de VNCI. ‘De informatie uit de verschillende gesprekken is buitengewoon belang-rijk voor de politieke en departemen-tale contacten in Den Haag. En het levert ons veel tips op over hoe we als VNCI-bureau onze leden, groot en klein, nog beter kunnen ondersteu-nen.’‘Overigens zijn wij al met al niet onte-vreden over het overleg met de over-heid en de maatregelen die daarop volgden, zoals de regelingen voor de werktijdverkorting, kenniswerkers en kredietverzekering.’ p

VNCI-directeur Colette Alma heeft de afgelopen weken verschillende bedrijven bezocht om het contact

met de leden te intensiveren en de stand van zaken in de sector in kaart te brengen. Wat zijn haar

bevindingen?

augustus 2009 Chemie magazine 61

VNCI

CM0907_p58_VNCI.indd 61 21-08-2009 11:33:41

Page 62: Chemie magazine 2009 - augustus

Redactie: Adriaan van Hooijdonk (hoofdredacteur) e-mail: [email protected] de Gruiter e-mail: de [email protected]

Adres redactie:Loire 150 2491 AK Den Haag,tel. 070-3378787, fax. 070-3203903

Eindredactie: Orbitaal Speeches & Publications, Haarlem

Vaste medewerkers:Rob Cloosterman, dr. ir. Astrid van de Graaf, drs. Ingeborg van Honschooten, ir. Joost van Kasteren, ir. Marlies Lukkes, ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg, dr. Annemarie Vroom ten Wolde Vormgeving:Basisvormgeving, art-direction en opmaak: Curve, Haarlem, Henk Stoffels, Joachim Mahn en Julian Huiswoud

Advertentie-exploitatie:Mooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17, 2551 KSDen Haag, tel. 070-323 40 70Fax 070-323 71 96e-mail: [email protected] vallen buiten deverantwoordelijkheid van de redactie.

Druk:ALFA BASE publicatie processors B.V.Alphen aan den Rijn

Abonnementenadministratie:Nieuwe abonnementen/mutaties alleenschriftelijk opgeven bij: Judith van der Lugt via e-mail: [email protected]. Voor alle VNCI-leden, alsmede leden van aangesloten lidverenigingen, is Chemie magazine gratis.Abonnementen eindigen per eind december. Als niet vóór 1 december wordt opgezegd, loopt het abonnement nog een jaar door.

Abonnementsprijs per jaar (incl. btw)80 euro in Nederland en België100 euro in de overige landenChemie magazine verschijnt 11 x per jaar op woensdagOvername van artikelen en/of foto’s uitChemie magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestem-ming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.

Beeld cover: AkzoNobel

Internet: www.vnci.nlISSN: 1572-2996

8 september Werkgroep Arbeidshygiëne, Den Haag (VNCI)

10 september Workshop Proteus, Den Haag (VNCI)

15 september Werkgroep Responsible Care Global Charter, Den Haag (VNCI)

15 september Beleidsgroep Onderwijs & Innovatie, Breda (Novotel)

18 september Dagelijks Bestuur, Den Haag (VNCI)

23 september Werkgroep Veiligheid, Den Haag (VNCI)

24 september VNCI-stoffendag, Zeist (confe-rentiecentrum Woudschoten)

29 september Beleidsgroep Energie en Klimaat, Botlek (Air Products)

Hans de Vriese wordt vanaf 1 september corporate director control bij verf- en chemiecon-

cern AkzoNobel. Tot die tijd is de Belgische De Vriese (44) nog werkzaam bij General

Motors Corporation, waar hij chief financial officer is van de afdeling Asia Pacific. p

VNCI Agenda

HoneywellEdwin van den Maagdenberg is begin juni benoemd tot vicepresident en algemeen manager van Honeywell Process Solutions in de regio Europa, Midden-Oosten en Afrika. Hij volgt Norm Gilsdorf op, die is gepromoveerd tot president van Honeywell Process Solutions. Van den Maagdenberg startte in 1998

als engineer bij Honeywell Process Solutions binnen de verkoopdienst en heeft sindsdien leidinggevende func-ties bekleed binnen verkoop, pro-jectuitvoering en management. In zijn laatste functie was Van den Maagdenberg algemeen manager van Noord-Europa. p

62 Chemie magazine augustus 2009

VNCI Colofon

CM0907_p58_VNCI.indd 62 21-08-2009 11:33:43

Page 63: Chemie magazine 2009 - augustus

100 JAAR VAN WIJK & BOERMA POMPTECHNIEK EN VERDERPOMPTECHNIEK EN VERDER

Leningradweg 5, 9723 TP Groningen, T 050 549 59 00, www.wijkboerma.nl

Met een ruim pakket verdringer-en centrifugaalpompen voor elkevloeistof de juiste pompoplossing.Neem contact op voor meer info.

C

M

Y

CM

MY

CY

CMY

K

WBAdv210x150New.pdf 06-07-2009 15:55:22

PRODUCTIE IN OPTIMA FORMA

AD PRODUCTIONS BV - CHEMISTRY, BLENDS & KNOWLEDGE

Markweg Zuid 27 Tel. +31 (0)167 - 526 9004794 SN Heijningen Fax +31 (0)167 - 526 969Postbus 102 [email protected] ZJ Fijnaart www.adinternationalbv.com

AD Productions isgespecialiseerd in hetformuleren en mengenvan chemische vloeistoffen en poeders.

� ADR-klasse: 3, 4.1,5.1, 6.1, 8 en klasse 9

� Meng en opslag-faciliteiten conformCPR 15-2

� ISO 9002-gecertificeerd

� Eigen R&D enlaboratorium

� Wereldwijd transport� Meer dan 30 jaar

ervaring

Wilt u uw productieoutsourcen? Wij makengraag kennis met u.

ad advertentie 1 14-11-2006 13:12 Pagina 1

Pagina63.indd 1 24-08-2009 10:30:00

Page 64: Chemie magazine 2009 - augustus