24
Mensile di cultura religiosa e popolare Anno 54 - Maggio 2011 / n. 5 Spedizione in abbonamento postale articolo 2 comma 20/c legge 662/96 - filiale di Perugia. Abbonnement - Poste - Taxe Perçue www.frateindovino.eu Nel nome dell’Unità di PIER GIACOMO GRAMPA* L a Grande Camera della Corte Europea per i Diritti dell’uomo ha respinto la richiesta di rimuovere i crocifissi dalle aule scolastiche italiane ed ha ribadito, con sentenza definiti- va, che «la presenza del crocifisso nelle aule italiane non è contraria ai diritti fondamentali» . Quella della Grande Camera della Corte di Strasburgo (18 marzo 2011) è, semplicemente, una sentenza di buon senso, non ispirata da pregiudizi ideologici di parte, quindi set- tari, ma che prende atto, con oggettività, della realtà esisten- te, della concretezza storica di una civiltà, che si esprime nella presenza di segni che la caratterizzano e che sono espressione della volontà ragionata di maggioranze che li hanno voluti, riflesso di un passato e di una storia che non deve venire cancellata, anche nel caso (ma non è ancora il nostro caso) si dimostrasse superata, oggi, nel contesto contemporaneo. Solo i talebani sfigurarono i volti di Budda, perché non li riconoscevano. Una volta ancora si dimostra come la vera laicità non è laicismo dissacratorio o fana- tismo iconoclasta ed anche le scuole e gli istituti di cura, sia pur pubblici, non sono istituzioni di nessuno, ma del popolo e della civiltà che le ha volute e questo si esprime attraverso i segni propri di quella civiltà. Inutile affermare che siamo in un Paese di civiltà cristiana, se poi si combattono e si tolgono tutti i segni che questa civiltà ha espresso liberamente, con evidenza solare, che merita considerazione e rispetto. È una sentenza che fa final- mente giustizia, per questo me ne rallegro. Sono diverse le osservazioni meritevoli di essere rilevate. Ad esempio la Corte ha giudicato che: «in merito al ruolo preponderante di una religione nella storia di un Paese, il fatto che, nel programma scolastico le sia accordato uno spazio maggiore rispetto alle altre religioni non costituisce di per sé un’opera di indottrinamento» . continua a pagina 9 Nel 1861 l’Italia raggiunse l’Unità: quest’anno si celebrano i 150 anni da quello storico evento che fu il traguardo più alto del Risorgimento. Un patrimonio di valori da non disperdere in un tempo e in una nazione tentati dalla disunità. Carissoni, Gambino e Muscardini alle pagine 3, 4 e 5 continua a pagina 2 ALL’INTERNO MEDITERRANEO IN FIAMME Dopo Tunisia ed Egitto, popolo in rivolta contro Gheddafi. Gambino e Bonvecchio alle pagine 10 e 11 TESTIMONI DI CARITà Dove la causa della dignità chiama, le suore rispondono: in tutto il mondo. Zois alle pagine 14 e 15 L’ARCOBALENO DELLA FELICITà È la più ricercata da tutti: le confessioni dei VIP e i consigli dello psichiatra. Bernardi a pagina 17 SALOMONE è TORNATO A STRASBURGO Davanti all’immensa catastrofe di terra, acqua e aria che ha sconvolto il Paese Giappone, la forza di risorgere C hi lo sa quanti saranno, alla fine, i morti per il cataclisma che l’11 marzo ha sconvolto il Giappone? Forse ventimila, forse venticinquemila, forse di più ancora. Un bilancio impressionante che ha lasciato il mondo sconvolto, così come il terremoto e lo tsunami hanno buttato per aria, come fuscelli, case, strade, ferrovie, porti, e insieme auto, treni, navi e per completare il quadro apocalittico, anche la centrale nucleare di Fukushima. Tutta l’umanità di di GIUSEPPE ZOIS PASSATO&PRESENTE DAL 1923 AL 2011. UNA RISPOSTA DA DARE ALLA NATURA BERNARDI A PAGINA 6 PAURA&ALLARME DIFFIDENZA USA SULLE RADIAZIONI DI FUKUSHIMA TODESCHINI A PAGINA 8 BOTTA&RISPOSTA PERCHé , PERCHé NO PARERI A CONFRONTO SULLATOMO CARISSONI A PAGINA 7 colpo si è scoperta, enormemente, fragile e impotente di fronte allo scatenarsi, imprevedibile nella violenza, delle viscere della terra. Se però, le immagini e le notizie giunte dal Giappone, a getto continuo, per giorni e giorni, hanno messo in ginocchio il mondo, d’altro canto lo ha anche confortato per la straordinaria forza di quel popolo, che ha saputo affrontare in piedi la morte. Noi ci siamo angoscia- ti per i rischi che avremmo potuto correre a seguito delle fughe radioattive dalla centrale degli incubi, loro hanno lottato uniti, coltivando - indomabili - la speranza. Noi, a 9.700 km di distanza, abbiamo fibrillato per l’angoscia nucleare; loro, sotto le centrali della paura, hanno insegnato al mondo la compostezza.

Buurtprojecten handboek

Embed Size (px)

DESCRIPTION

handboek buurtprojecten gemeente arnhem

Citation preview

Page 1: Buurtprojecten handboek

Arnhemse voorbeelden en lessen

Voor wijkbewoners en

wijkorganisatie

mei 2011

Buurtp

rojecten

Page 2: Buurtprojecten handboek

1. Inleiding: buurtprojecten in Arnhem 3

2. Voor Elkaar! - Presikhaaf 1 5

3. Wijk TV - Kronenburg 9

4. Buur & Buur - Over het Lange Water 13

5. Buur voor Buur - Lombok / Heijenoord 17

6. De projecten vergeleken 21

7. Aandachtspunten 25

Inhoudsopgavepa

gin

a

1o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Page 3: Buurtprojecten handboek

pag

ina

2o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Page 4: Buurtprojecten handboek

pag

ina

3o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Inleiding: buurt-

projecten in Arnhem1in vier verschillende wijken / buurten in arnhem zijn - onafhankelijk van elkaar - initiatieven ontstaan om het “noaberschap” (nabuurschap of burenhulp) in de wijk / buurt actief te bevorderen door vraag en aanbod bij elkaar te brengen en hiermee de sociale samenhang in de wijk / buurt te versterken. deze activiteiten sluiten naadloos aan bij de gemeentelijke visie op een “vitale” samenleving. deze visie houdt in dat zo veel mogelijk arnhemmers een actieve bijdrage leveren aan het welzijn van anderen en de samenleving. de bereidheid om naar elkaar om te zien en iets voor een ander te betekenen, ontstaat pas als mensen elkaar kennen. Het elkaar kunnen ontmoeten is hiervoor een voorwaarde. aandacht voor kwetsbare groepen zoals ouderen, mensen met een beperking en migranten is van belang. Vanuit het programma ‘Samenleven’ werkt arnhem aan:1. een betere borging van sociale netwerken.2. Meer maatschappelijke participatie en meer welzijn, vooral door en voor risicogroepen (ouderen, migranten en mensen met een beperking).3. Meer participatie en welzijn door mensen zelf en minder door de overheid en professionals.4. Minder uitsluiting door sociale verbanden / meer interactie tussen verschillende groepen.5. Meer verbinding tussen welzijn en zorg.

ManTeLZorgerS 1. geZin/HUiSHoUden 2. FaMiLie en Vrienden

inForMeLe VriJwiLLigerS 3. LoTgenoTen 4. BUUrT

ForMeLe VriJwiLLigerS 5. VriJwiLLigerSorganiSaTieS (weLZiJn en inForMeLe Zorg)

proFeSSioneLe HULp 6. geMeenTeLiJKe VangneT

iedere buurt heeft zijn eigen werkwijze ontwikkeld. in dit “handboek” kunt u de aanpak per project lezen en er uw voordeel mee doen voor een burenproject in uw eigen wijk of buurt.

Meer informatieVoor meer informatie over de projecten kunt u contact opnemen met de volgende personen / instanties:• Buur & Buur: presikhaaf oost / over het Lange water, www.presikhaafnet.nl• St. Voor elkaar: presikhaaf 1, Vrij nederlandstraat 61, arnhem• wijk TV: Kronenburg, St. rijnstad, www.rijnstad.nl• Buur voor Buur: Lombok-Heijenoord, wijkplatform arnhem west, www.wpaw.nl• St. rijnstad: www.rijnstad.nl• Stichting welzijn ouderen arnhem (Swoa): www.swoa.nl

Uw project?Staat uw burenproject nog niet in dit handboek? neem dan contact op met [email protected]. we breiden het handboek graag uit met uw ervaringen.

Page 5: Buurtprojecten handboek

pag

ina

4o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Page 6: Buurtprojecten handboek

Het ideeBurenhulporganisatie stichting ’Voor elkaar!’ presikhaaf 1 vindt haar oorsprong bij een telefooncirkel die de initiatiefneemsters al eerder samen hadden opgezet in een flat voor 50-plussers. daaruit kwamen steeds meer vragen naar voren die vooral te maken hadden met verminderde zelfredzaamheid. Veel bewoners, meest alleenstaande ouderen, kunnen vaak geen beroep doen op snelle en adequate hulp. dan zijn taken als boodschappen doen, kleine klusjes in huis en dergelijke, soms of vaak niet meer mogelijk. Bovendien is thuiszorg in veel gevallen slechts beperkt mogelijk. de stimuleringsmaatregelen in de krachtwijk presikhaaf, waaronder sloop en nieuwbouw, hebben geleid tot grote veranderingen in de samenstelling van de wijk. Mede daardoor is er een situatie ontstaan waarin buren elkaar nauwelijks kennen en waarin kinderen verder weg wonen.

Vanuit de hierboven geschetste situatie hebben mevrouw Van de putte en mevrouw Boerboom het initiatief genomen om een burenhulporganisatie op te zetten voor de bewoners van presikhaaf 1. in mei 2010 is ‘Voor elkaar!’ van start gegaan. Mensen die hulp nodig hebben en mensen die bereid zijn hulp te bieden, worden met elkaar in contact gebracht. Vaak gaat het om eenvoudige dingen die mensen zelf niet kunnen oplossen en waarvoor het inhuren van professionele hulp te duur is. Ter ondersteuning van het leggen van contacten tussen bewoners van presikhaaf 1 onderling, is er het ‘Trefpunt’ aan de Vrij nederlandstraat op nummer 61. Hier kunnen bewoners elkaar ontmoeten, een kop koffie of thee drinken en activiteiten organiseren. Bovendien wordt door de onderlinge contacten duidelijk door wie, welke hulp gevraagd wordt en wie hulp kan bieden. de burenhulporganisatie levert op deze manier een bijdrage om binnen presikhaaf 1 op een prettige manier zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen wonen en leven en maatschappelijk te kunnen participeren.

De uitwerkingom het idee van de burenhulporganisatie verder uit te werken hebben de initiatiefneemsters contact gezocht met de projectleider van de wet maatschappelijke ondersteuning (wmo) van de gemeente arnhem, voor informatie over de op dat moment nieuwe wet en mogelijke financiële middelen voor het project. Vervolgens zijn zij op zoek gegaan naar soortgelijke projecten elders in het land, zoals de Burenhulpcentrale® in Utrecht en stichting de Kap, vrijwillige hulpdienst en steunpunt mantelzorg, in apeldoorn. gaandeweg kwamen zij in contact met het project ‘Kan wel!’ van het Landelijk Samenwerkingsverband aandachtswijken (LSa) van waaruit ook wat financiële middelen beschikbaar werden gesteld. Hiermee kon bijvoorbeeld de Burenhulpcentrale® gevraagd worden voor een presentatie en kon een bezoek worden gebracht aan ‘de Kap’.

Uit de contacten met andere burenhulpprojecten ontstond langzaamaan het beeld van een burenhulporganisatie waarvan de initiatiefneemsters dachten dat het voor presikhaaf 1 uitvoerbaar zou kunnen zijn. naast de opzet van de burenhulporganisatie ontstond ook de vraag: “waar vinden we een centrale locatie in presikhaaf 1 van waaruit de organisatie operationeel zou kunnen worden”. Contact werd gelegd met de stichting pleyade, eigenaar van woonzorgcentrum waalstaete. doel van de besprekingen die volgden was, het verder uitbouwen van de ideeën en het tot stand laten komen van een zelfstandige bewonersorganisatie in aanvulling op de al bestaande hulpverlenende en ondersteunende initiatieven binnen waalstaete. dit contact heeft uiteindelijk niet tot concreet resultaat geleid.

Juist in die tijd deed zich de mogelijkheid voor om ruimte te huren in een voormalig winkelpand in het winkelcentrum aan de Vrij nederlandstraat. Stichting de Klup, een stichting voor gespecialiseerd vormings- en ontspanningswerk voor verstandelijk en lichamelijk gehandicapten, had het pand betrokken dat lange tijd leeg had gestaan. Zij zochten een onderhuurder. als start van de samenwerking werd de initiatiefnemers de gelegenheid geboden om op 19 december 2009 een Kerstinstuif te organiseren en de bewoners van presikhaaf 1 te vertellen over de komst van de burenhulporganisatie.

omdat duidelijk was dat het opzetten van een burenhulporganisatie voor een hele woonwijk een erg grote klus is voor twee bewoners werd hulp gevraagd bij organisatieadviesbureau de Beuk. Subsidieaanvragen werden gedaan bij het wmo-innovatiefonds en het bewonersbudget Krachtwijk presikhaaf. Beide aanvragen werden gehonoreerd. Stappen om van start te gaan konden nu daadwerkelijk worden gezet. de burenhulporganisatie werd ondergebracht in een stichting. op 17 mei 2010 werd het huurcontract getekend en op 15 mei 2010 kon burenhulporganisatie ‘Voor elkaar!’ van start gaan in het Trefpunt aan de Vrij nederlandstraat!

Voor Elkaar! - Presikhaaf 12pa

gin

a

5o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Page 7: Buurtprojecten handboek

pag

ina

6o

nd

erwerp

Buurtprojecten

De resultatener is een fysiek trefpunt gecreëerd op een centrale locatie in presikhaaf 1, op de hoek van het winkelplein aan de Vrij nederlandstraat. daar kunnen bewoners elkaar op vrijdag- en zaterdagochtend van 10.30 tot 13.00 uur ontmoeten en een kop koffie of thee drinken. er komen nu al telkens zo’n 17 bewoners. Soms meer, soms minder. in deze buurthuiskamer vindt op informele manier een uitwisseling plaats tussen mensen met een hulpvraag en mensen met een hulpaanbod. ‘Voor elkaar!’ probeert daar waar mogelijk samenwerking tot stand te brengen met de ondernemers van het winkelcentrum.

‘Voor elkaar!’ richt zich voornamelijk op bewoners van presikhaaf 1. Bewoners uit aangrenzende wijken en buurten (plattenburg, presikhaaf 2 en 3, elsweide) die presikhaaf 1 om uiteenlopende reden aandoen (om boodschappen te doen, familie of kennissen te bezoeken) blijken ook geïnteresseerd te zijn in de burenhulporganisatie. ook zij zijn als ‘gebruikers’ van het woongebied welkom.

in het Trefpunt is een werkplek in ontwikkeling. op deze werkplek zullen op vaste tijden hulpvragen en hulpaanbod, telefonisch aangenomen worden. Met een digitaal bestand wordt vervolgens een ‘match’ gemaakt. Voor deze functie wordt gedacht aan een werkervaringsplek. Hierover zijn al gesprekken gevoerd met presikhaaf Bedrijven.

Voor naamsbekendheid wordt voornamelijk gebruik gemaakt van mond-tot-mondreclame, het uitdelen van flyers en het aanplakken van aankondigingen voor activiteiten. de werkwijze van de stichting is voornamelijk gebaseerd op persoonlijk contact. Hierin zit de kracht van het project.

Bij de start van het project deden zich vragen voor als: hoe zorg je dat mensen die er wat aan kunnen hebben, weten dat de burenhulporganisatie er is zodat ze van de hulpverlening gebruik kunnen maken? Hoe waarborg je de continuïteit van je aanbod? Met wie kun je samenwerking zoeken? en hoe zorg je voor versterking van wat er nu is? Beantwoording van deze vragen heeft geleid tot contacten met de gemeente, instellingen en organisaties zoals Vivare, Leerpark presikhaaf, presikhaaf bedrijven, Via, Jo’s werkplaats, indigo, Swoa, de wijngaard, resto VanHarte en verschillende andere ondernemers.

Geschiedenis• augustus 2010: Het project loopt inmiddels een paar maanden. Mensen zijn enthousiast en willen zich inzetten voor het project. Het Trefpunt op vrijdag- en zaterdagochtend loopt goed. Hulpvraag en -aanbod komen er spontaan tot stand. een vast team schenkt koffie en allerlei klusjes worden gedaan. een aantal activiteiten is van start gegaan, zoals een groepje bewoners dat het initiatief genomen heeft om een sjoelclubje op te richten. Het clubje draait zelfstandig. Zij sjoelen elke week. ook wordt er een bingo gedraaid.

• daarnaast is er het verhaal van het ‘Trefpunthondje’. een mevrouw uit het woonzorgcentrum had van haar huisarts het advies gekregen om een hondje te nemen voor wat gezelschap. Zij vertelde dat in het Trefpunt waar op dat moment iemand was met een chihuahua. de eigenares zocht onderdak voor haar hondje en wilde hem wel verkopen. de mevrouw had er jammer genoeg de financiële middelen niet voor. Later besloot de eigenares het hondje aan de mevrouw te geven. Zij bood ook aan het hondje uit te laten als dat nodig mocht zijn. Voor de mevrouw zijn er veel nieuwe contacten ontstaan bij het uitlaten van het hondje en haar gezondheid is verbeterd!

• Contacten met Leerpark presikhaaf en presikhaaf Bedrijven hebben nog niet de gewenste resultaten opgeleverd. Bedrijven en organisaties willen eerst resultaten zien voordat zij investeren in de burenhulporganisatie.

• Januari 2011: Het project loopt nu zeven maanden. Het Trefpunt loopt goed. Bewoners doen klusjes voor elkaar. er is een groep regelmatige bezoekers, waar zich langzaamaan nieuwe bezoekers bij aansluiten en de organisatie groeit. Met die groei werd uitbreiding van het bestuur noodzakelijk. drie personen zijn bereid gevonden de schouders onder de organisatie te zetten.

• gaandeweg is wel gebleken dat de locatie aan de Vrij nederlandstraat een dilemma oplevert voor de organisatie. daar waar voor “de Klup” de beslotenheid van het pand belangrijk is voor hun leden, is voor onze doelgroep zichtbaarheid juist van groot belang. Bezoekers spreken ons bij binnenkomst aan over onze onzichtbaarheid om vervolgens lovende woorden uit te spreken over de ruimte. Bij de gemeente hebben wij advies gevraagd hoe het probleem opgelost kan worden.

• Het advieswerk van organisatieadviesbureau de Beuk is wat meer op de achtergrond geraakt omdat ‘Voor elkaar!’ sinds de uitbreiding van het bestuur meer op eigen kracht is gaan functioneren. de adviseur blijft als vrijwilliger betrokken. de samenwerking met presikhaaf Bedrijven en Leerpark presikhaaf moet nog verder worden ontwikkeld.

• een bezoek van minister Van Middelkoop aan arnhem in het kader van de besteding van de Krachtwijkgelden kreeg, ondanks het feit dat de minister zelf niet kon komen, de nodige aandacht van TV gelderland, rTV-arnhem, de gelderlander en ‘Vivare schrijft’. Zijn vertegenwoordiger, de aanwezige wethouders, gemeenteambtenaren en

Page 8: Buurtprojecten handboek

pag

ina

7o

nd

erwerp

Buurtprojecten

vertegenwoordigers van de corporaties waren allemaal onder de indruk van wat bewoners op eigen kracht tot stand hadden gebracht. Zij vonden het een waardevol initiatief en gaven aan bereid te zijn het initiatief daar waar nodig te ondersteunen.

• er is kruisbestuiving ontstaan tussen de Klup en ‘Voor elkaar!’ een paar leden van de Klup bezoeken regelmatig het Trefpunt en andersom is een bewoner van het Trefpunt vrijwilliger geworden bij de Klup.

• Sinds augustus zijn er verschillende activiteiten georganiseerd. elke eerste woensdag van de maand wordt er een bingo gehouden. er komen circa 20 personen. de activiteit draait voor een deel met geld van een spekcheque, voor een deel met de opbrengst van de kaartverkoop en voor een deel met meegebrachte spullen van de deelnemers zelf. op dit moment draait de activiteit nog niet quitte.

• elke zaterdag helpt een bewoner met een naaimachine, mensen in het Trefpunt met het repareren of verstellen van hun kleding. er werd een hobbymarkt in het Trefpunt georganiseerd waar circa 10 bewoners hun hobby’s lieten zien. er was een grote verscheidenheid aan hobby’s: schilderen, borduren, figuurzagen, houtsnijwerk, kaarten maken, spinnen weven, cello spelen en stoelmassage geven. er zijn ongeveer 40 bezoekers geweest.

• Ter gelegenheid van de dag van de ouderen nodigde resto VanHarte, de burenhulporganisatie uit om met ongeveer 30 ouderen te komen eten bij resto VanHarte.

• ‘Voor elkaar!’ heeft meegebreid in de actie ‘Breien voor india’. in totaal werden er 125 mutsjes gebreid! resto VanHarte steunde de actie én de burenhulporganisatie met de donatie van een partij wol en breinaalden om daarmee tijdens de opening van resto VanHarte in een standje van ‘Voor elkaar!’ mutsjes te gaan breien en wol en naalden uit te delen aan gasten tijdens de receptie.

• Vivare heeft ons uitgenodigd om tijdens de feestelijke opening van de tijdelijke speeltuin aan de waalstraat, de burenhulporganisatie onder de aandacht te brengen.

• in samenwerking met resto VanHarte is er een kerstmiddag met kerstdiner georganiseerd. Tijdens een 5-gangenmenu werd een kerstverhaal voorgelezen en harp gespeeld. er waren 36 bezoekers. na afloop hielp een aantal gasten met de afwas. Servies en bestek werden beschikbaar gesteld door de Swoa. een nieuwjaarsreceptie werd georganiseerd waarbij de gasten onthaald werden met erwtensoep!

Page 9: Buurtprojecten handboek

pag

ina

8o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Toekomstplannen “Voor de toekomst willen wij de bovenstaande activiteiten langzaam laten groeien. in het beeld voor de toekomst is het Trefpunt de hele week geopend, alle bewoners van presikhaaf 1 weten de burenhulporganisatie ‘Voor elkaar!’ te vinden en maken er, als dat nodig is, gebruik van. Bewoners organiseren onderling activiteiten in het Trefpunt.Bewoners hebben aandacht ‘Voor elkaar!’” (uit het jaarverslag 2010 van de stichting).

Terugblik: lessenLes 1: eigenaarschapde initiatiefnemers konden zelf kiezen voor de ondersteuning die bij hen paste en daardoor hun gevoel van onafhankelijkheid behouden. Hierdoor groeide ook het gevoel van eigenaarschap van ‘Voor elkaar!’ bij de bewoners van presikhaaf 1.

Les 2: Het gaat allemaal niet vanzelf en niet snel.ontwikkelingen als deze kennen veel startproblemen en kinderziektes. geduld wordt vaak op de proef gesteld en het vraagt de nodige inzet van bewoners om tot onderlinge afstemming en samenwerking te komen. Het heeft vanaf de eerste ideeën over de burenhulporganisatie bijna 3 jaar geduurd voordat daadwerkelijk aan de slag kon worden gegaan.

Page 10: Buurtprojecten handboek

pag

ina

9o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Het ideein Kronenburg was de start van het project anders dan in andere wijken. de subsidie van het wmo-innovatiefonds was in eerste instantie aangevraagd voor het project “Samen in de buurt” van rijnstad. Toen de aanvraag was goedgekeurd bleek dat het project al was afgerond en de subsidie daar niet meer aan besteed kon worden. de gemeente arnhem heeft besloten dat de wijk Kronenburg het geld nog steeds zou mogen gebruiken als de bewoners met een ander burenhulpproject zouden komen. en dat hebben ze gedaan.

de bestaande vrijwilligersgroepen uit Kronenburg zijn uitgenodigd voor een brainstormbijeenkomst voor een burenhulpproject. in een klein werkgroepje zijn de twee meest veelbelovende ideeën verder uitgewerkt. Hierna heeft de hele groep het idee gekozen waarmee ze verder wilden. na goedkeuring van dit idee door de gemeente arnhem kon de werkgroep aan de slag. de werkgroep bestaat in eerste instantie uit 4 bewoners uit Kronenburg en appelgaard en 2 professionals van rijnstad.

De startHet project wijk TV wil op een moderne manier aansluiten bij de hulpvragen en het hulpaanbod in de wijk.

doel: de onderlinge burenhulp in Kronenburg en appelgaard versterken door bewoners met een hulpvraag en met een hulpaanbod met elkaar in contact te brengen.

aanpak:Bij het project wijk TV brengen bewoners zelf door middel van filmpjes in beeld welke buurtgenoten een hulpvraag hebben en welke een hulpaanbod. door het vertonen van de filmpjes aan buurtbewoners kunnen ‘matches’ ontstaan tussen vraag en aanbod. Het project bestaat uit verschillende onderdelen:

• Trainen van vrijwilligers: Vrijwilligers van het project worden getraind in het omgaan met de camera, interviewen en het maken en monteren van korte filmpjes. Hiervoor wordt een professional aangetrokken die de vrijwilligers kan trainen.

Wijk tv -

Kronenburg3

Page 11: Buurtprojecten handboek

pag

ina

10o

nd

erwerp

Buurtprojecten

• Maken van filmpjes: Vrijwilligers trekken er met de camera op uit om filmpjes te maken van buurtbewoners met een hulpvraag of een hulpaanbod. de stijl die ze hierbij nastreven is informeel en ludiek. denk aan “Man bijt hond”,of “achterwerk in de kast”-achtige filmpjes. Vrijwilligers spreken mensen aan op straat en maken een kort filmpje of ze komen op verzoek bij iemand thuis om een filmpje te maken. wanneer mensen niet zelf in beeld willen, zijn er ook mogelijkheden om een hulpvraag of hulpaanbod in scene te zetten of het onderwerp op een andere manier in beeld te brengen. wanneer de filmpjes zijn gemaakt kunnen de vrijwilligers de filmpjes zelf monteren en achter elkaar zetten op een dvd.• Vertonen van de filmpjes: om de filmpjes bij bewoners onder de aandacht te brengen moeten ze vertoond worden. dat kan op verschillende manieren: o op de televisie van de ontmoetingsruimte op het Croydonplein. o Via de site van het bewonersoverleg Kronenburg/appelgaard. o Tijdens een filmavond op het Croydonplein op een groot scherm. o op verzoek bij mensen thuis.• Matchen van vraag en aanbod: wanneer mensen de filmpjes hebben bekeken en interesse hebben in een bepaalde hulpvraag of hulpaanbod kunnen ze reageren bij de projectcoördinator. deze vrijwilliger brengt de buurtbewoners vervolgens met elkaar in contact.

Voor wie?Het project richt zich specifiek op de bewoners uit wijken Kronenburg en appelgaard. de vrijwilligers die meewerken aan het project komen ook uit deze twee wijken.

Eerste resultaatHet project is nog niet van start gegaan. er wordt nog gezocht naar uitbreiding van de groep vrijwilligers. ook zullen 2 vaste vrijwilligers uit de wijk naar voren moeten komen om het project te trekken.

Lastige vragen bij de opstart.een aantal vragen komen naar voren bij de opstart van dit project:• Laagdrempelig?: Bewoners kunnen het eng vinden om voor de camera hun vraag of aanbod te verwoorden. een oplossing is om de vraag of het aanbod in scene te zetten en door anderen te laten naspelen of om de wens op een andere manier in beeld te brengen. de vraag is of deze mogelijkheden voldoende zijn om mensen over de drempel te krijgen.• Vrijwilligers: Hoe krijgt het project voldoende vrijwilligers om te starten? op het moment is er een kleine enthousiaste kern, maar voor de echte start zijn meer mensen nodig. door middel van een flyer in de wijk wordt aan buurtbewoners gevraagd om mee te doen.

Samenwerkingspartners Tot nu toe heeft het project maar 1 samenwerkingspartner: rijnstad. Het opbouwwerk van rijnstad begeleidt de groep bewoners die het project opzetten. daarnaast is een projectleider van rijnstad betrokken bij de planontwikkeling.

Verder moet nog samenwerking worden gezocht met een organisatie die de vrijwilligers kan trainen in filmen, monteren en interviewen.

Page 12: Buurtprojecten handboek

pag

ina

11o

nd

erwerp

Buurtprojecten

GeschiedenisSeptember 2010een klein groepje vrijwilligers en een werker van rijnstad proberen het plan van wijk TV verder vorm te geven. Hierbij loopt de groep nog steeds tegen het vraagstuk van de vrijwilligers aan. er hebben zich nog geen nieuwe vrijwilligers bij de groep aangesloten. ook is er nog niet voldaan aan de voorwaarde dat 2 vaste vrijwilligers het project gaan trekken. Mensen zijn wel bereid om mee te denken, maar niemand wil zich binden.

oktober 2010Het project komt stil te liggen. de vrijwilligers die erbij betrokken zijn en het project hebben uitgewerkt trekken zich stuk voor stuk wegens persoonlijke omstandigheden terug uit het project. op een gegeven moment is er slechts 1 vrijwilliger over, samen met een werker van rijnstad. aangezien het een project van de bewoners moet zijn, is het de vraag of doorgegaan moet worden. Het project van wij(k)TV is nog steeds een prachtig idee, maar het word als te hoog gegrepen gevoeld. er wordt gezocht naar mogelijkheden om het project toch door te kunnen laten gaan.

november 2010een nieuw idee is geboren. in Kronenburg ligt een ontmoetingsruimte voor bewoners. deze ruimte is vrij nieuw en is krap een jaar geleden geopend. de ruimte is aanwezig en er is 3 keer per week een koffie-inloop. Vooral de koffie-inloop op de woensdag loopt goed. wat de ruimte nog mist is een beheerder of iemand die activiteiten voor de ruimte kan organiseren. de vrijwilligers in de ontmoetingsruimte doen erg goed werk, maar voelen minder voor het organiseren van extra activiteiten. Het idee is nu om het geld van het wmo-project in te zetten om de huidige koffie-inloop en ontmoetingsfunctie meer leven in te blazen en daar een burenhulporganisatie aan vast te koppelen. extra geld van gSo iii zou daarbij ook kunnen helpen. er zou daarvoor specifiek iemand in dienst genomen kunnen worden bij rijnstad, die dit project gaat trekken en vrijwilligers gaat zoeken. Uitgezocht moet worden of dit allemaal haalbaar is en zo ja hoe dit ingestoken kan worden.

Januari 2011er wordt iemand benaderd om als coördinator voor 4 uur per week, leven te blazen in de ontmoetingsruimte van Kronenburg/appelgaard en het bijbehorende wmo-burenhulpproject. deze coördinator zal sturing geven aan de bestaande vrijwilligersgroep en ook nieuwe vrijwilligers aantrekken met de specifieke taak om de burenhulporganisatie verder vorm te geven.

Terugblik: Lessenaangezien het project nog niet is gestart, zijn er ten aanzien van het project zelf ook geen mee- of tegenvallers te melden. wel is het een tegenvaller dat het ontwikkelen en starten van een project zo traag op gang komt. Hierbij is het de vraag of het project op de goede manier is ingestoken. de wens kwam in eerste instantie niet van de bewoners, maar werd ingegeven door het feit dat er geld voor de wijk beschikbaar was voor een burenhulpproject. de vrijwilligers toonden zich bereid en waren ook enthousiast, maar het was in eerste instantie niet hun eigen idee. dit kan meegespeeld hebben bij het verdere verloop van het project.

een meevaller is dat de bewoners wel zelf een koffieochtend draaiende houden die goed loopt. dit is een ideale omgeving om als basis te gebruiken voor een burenhulpproject. Met wat extra inzet vanuit een professional zou hieruit samen met vrijwilligers een mooie burenhulporganisatie kunnen groeien.

Page 13: Buurtprojecten handboek

pag

ina

12o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Page 14: Buurtprojecten handboek

pag

ina

13o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Het ideeBij de start van de wmo is accent komen te liggen op sociale cohesie en inzet vanuit de wijk / samenleving zelf. inzet en dienstverlening vanuit instellingen en professionals is pas aan de orde als mantelzorg en mensen zelf geen oplossing weten aan te dragen. Mede op basis van deze ombuiging ontstaan overal in het land initiatieven die gericht zijn op inzet vanuit de bewoners zelf.

een van de initiatieven die overal in het land in een of andere vorm naar voren komt is: de buurt staat voor elkaar klaar. Veelal inventariseert men de bereidheid van buurtbewoners om elkaar te willen helpen en vraagt men voor welke hulp men aangesproken kan worden. Via een telefoonnummer kan de buurtbewoner die een hulpvraag heeft, die stellen, waarop een ‘match’ gezocht wordt. in alle gevallen gaat het er om de onderlinge dienstbaarheid van buurtbewoners te versterken en de betrokkenheid bij de wijk te vergroten.

op een soortgelijke wijze is ook het idee voor een project in presikhaaf ontstaan. Het initiatief kwam tot stand doordat iemand van de wijkorganisatie contact zocht met Swoa om onderlinge burenhulp in een wijk van arnhem vorm te geven. Bij Swoa (Stichting welzijn ouderen arnhem) leefde ook een dergelijk idee. Beide ideeën bleken overeenkomstig.

Voor het project werd gekozen voor de wijk presikhaaf oost (over het Lange water). argumenten hiervoor waren:• de woonwijk van de initiatiefnemer• geen achterstands- of aandachtswijk• Vergelijkbaar met een gemiddelde wijk in arnhem• geografisch logisch als wijk af te bakenen• Bekendheid met de wijk zelf en haar bewoners

Projectgroep Voor de projectgroep werden wijkbewoners gevraagd die belangstelling hebben voor dit initiatief. er werden wijkbewoners aangesproken die niet al bekend zijn bij vrijwilligersinitiatieven in de wijk, om te voorkomen dat steeds dezelfde mensen worden gevraagd. dat resulteerde in vijf deelnemers aan de projectgroep.

Buur & Buur -

Over het Lange Water4

Page 15: Buurtprojecten handboek

pag

ina

14o

nd

erwerp

Buurtprojecten

de projectgroep heeft veel tijd gestopt in het bepalen hoe dit initiatief vorm zou moeten gaan krijgen. Bij het uitwerken van het idee is bewust geen gebruik gemaakt van al bestaande concepten. de werkgroep is vertrokken vanuit de gedachte hoe je als buur het meest natuurlijk voor elkaar kan klaarstaan en wat je hierbij nodig hebt.

een relatief lange tijd is gebruikt om gedachten en visies op elkaar af te stemmen. een gesprek met Via (Vrijwillige inzet arnhem) heeft geholpen om de visie aan te scherpen. ook is veel tijd geïnvesteerd in overleggen met bewoners (bestaande bewonersoverleggen presikhaaf). Het plan werd met hen besproken om te achterhalen of het idee wel gedragen wordt en om de haalbaarheid ervan in te kunnen schatten. ook met het wijkplatform presikhaaf oost is geregeld contact. de inhoud van deze contacten was gericht op het vernemen van bevindingen van het wijkplatform over dit project, het geven van informatie over het project en de voortgang ervan. Het wijkplatform ondersteunt het initiatief.

Panelonderzoekde projectgroep heeft ervoor gekozen om in een zo vroeg mogelijk stadium bewoners uit de wijk te betrekken. een panelonderzoek leek een praktische en doelmatige werkwijze. de wijk werd opgedeeld in min of meer gelijke en logische buurten (5). Binnen iedere buurt werden wijkbewoners gevraagd om een avond deel te nemen aan een panelbijeenkomst. Voor deze panelbijeenkomst was een vragenlijst opgesteld die tijdens iedere panelbijeenkomst als leidraad werd gehanteerd. Van iedere bijeenkomst werd een verslag gemaakt. de verslagen zijn gebundeld in een eindverslag en voor alle panelleden gepresenteerd en besproken. ongeveer 25 buurtgenoten hebben verdeeld over 4 panelbijeenkomsten deelgenomen. een aantal deelnemers aan de panelbijeenkomsten is toegevoegd aan de projectgroep.

de uitkomst van het panelonderzoek was dat men ‘Buur helpt Buur’ een voor de wijk nuttig initiatief vindt. Men vindt dat het accent moet komen te liggen op contact met elkaar en het elkaar kunnen kennen. dat zijn de voorwaarden op basis waarvan men dienstbaar aan elkaar kan zijn. Verder gaf men aan dat dit initiatief zoveel mogelijk gebouwd moet zijn op spontaniteit. Buren staan spontaan en haast automatisch voor elkaar klaar, dat moet de uitkomst zijn. de organisatiegraad moet zo laag mogelijk zijn. de meest logische en praktische verbindingen moet tussen buren onderling tot stand gebracht worden. Het moet niet een vrijwilligersproject worden.

Verder kwamen praktische tips uit het panelonderzoek. Zo werd ingebracht om nieuwe bewoners in de buurt welkom te heten en ze te informeren over de buurt en de wijk en nuttige tips te geven. op die manier kent men alvast een paar buurtjes en is het eerste contact al geboren.

ook werd aangegeven om bij de presentatie van ‘Buur helpt Buur’ aan de wijkbewoner te vragen om met een sticker kenbaar te maken dat men openstaat voor dit initiatief.

de uitkomst van het panelonderzoek werd samengevat met: laagdrempelig, zo min mogelijk georganiseerd, spontaan, bevorderen van contact en elkaar kennen. op basis daarvan ontstaan haast vanzelf dienstbaarheden naar elkaar.

naar aanleiding van de uitkomst van het panelonderzoek is de naam van ‘Buur helpt Buur’ gewijzigd in ‘Buur & Buur’. Helpen is niet het onderwerp waarom het om gaat in dit project, vandaar de naamsverandering.

Page 16: Buurtprojecten handboek

pag

ina

15o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Het panelonderzoek heeft bijgedragen aan de bekendheid van het idee in de buurt. door de wijk op te delen in buurten en daaruit weer panelleden te betrekken maak je de kans groter dat de ingebrachte informatie meer divers is. door de panelbijeenkomst gaat het onderwerp ook leven bij de deelnemers. Je ziet een grote mate van betrokkenheid bij het onderwerp.

de hoop is erop gericht dat panelleden vertellen over hun ervaring in hun eigen woonomgeving, zodat het onderwerp breder bekend wordt. Het panelonderzoek biedt de mogelijkheid om langer bij een onderwerp stil te staan en dit verder uit te diepen. ook biedt het panelleden de mogelijkheid om op basis van de inbreng van de één, verder te associëren waardoor men op ideeën gebracht wordt of enthousiasme kan ontwikkelen. Tijdens de panelonderzoeken kwamen al deze elementen naar voren. projectgroepleden waren zeer enthousiast en betrokken, maar ook de panelleden bleken zeer geïnteresseerd te zijn in het onderwerp.

De start‘Buur & Buur’ is gestart als ‘Buur helpt Buur’. de oorspronkelijke gedachte was dat buren onderling behulpzaam zouden moeten zijn. Het project heeft hierbij een verbindende functie. in een later stadium constateert de werkgroep dat helpen niet het primaire doel is. Bevorderen van onderling contact en elkaar kennen is de voorwaarde op basis waarvan onderlinge behulpzaamheid kan ontstaan en groeien.

doel:de projectgroep wil bereiken dat bewoners uit de wijk langs een door hen gewenste en verder in te vullen weg, andere bewoners helpen en wegwijs maken zodat de ene buur de andere buur helpt bij het beter kunnen wonen in een buurt.

dit betekent dat buurtgenoten zich een beeld vormen hoe andere buurtgenoten wonen en leven in de wijk en op basis daarvan signaleren. Het gaat er om waar te nemen welke mensen contacten hebben in de buurt en welke niet, welke mensen het initiatief (durven te) nemen voor een vraag aan een buur en welke niet. deze signalen vormen het vertrekpunt om contact te leggen met een buur en te kijken hoe een passend aanbod van hulp, assistentie, contact en betrokkenheid geboden kan worden.

Het contact kan leiden tot versterking van de eigen mogelijkheden van de buur. Het kan ook leiden tot onderlinge contacten en activiteiten. Hierdoor komt langs meer logische en natuurlijke verbanden, onderlinge dienstbaarheid beter binnen bereik. daadwerkelijke onderlinge dienstverlening is mogelijk. in sommige situaties kan betrokkenheid van een professionele instelling gewenst zijn. in dat geval dan wel opererend vanuit het uitgangspunt dat de persoon in zijn eigen mogelijkheden versterkt wordt en dat de professional werkt vanuit de uitgangspunten van het ‘Buur helpt Buur’ concept.

Het project moet uitdrukkelijk gedragen en vormgegeven worden door de buurtbewoners zelf. Het is gericht op cohesie. door een aanpak op basis van eigen inzichten en concepten wordt de ‘buur helpt buur’ dienstverlening een gedragen verhaal.

Voortgang een onderzoek vanuit een opleiding gericht op leren en ervaring is door jongeren uitgevoerd. de projectgroep is verder gegaan met het ontwerpen van de sticker en een brochure voor ‘Buur & Buur’. ook de map voor de welkomstbezoeken in de buurt is voor een belangrijk deel vormgegeven. de projectgroep bezint zich nu hoe en waar contacten in de buurt bevorderd en verbeterd kunnen worden en zoekt daarvoor naar een praktische aanpak.

Samenwerkende partijenVoor dit project is tot nu toe met twee partijen samengewerkt:

Swoa:de Stichting welzijn ouderen arnhem (Swoa) is betrokken geweest bij het opstarten van het project en zorgt voor de begeleiding van het project.

diagonaal:dit is een leerbedrijf waar jongeren de gelegenheid krijgen om te leren en tegelijkertijd ervaring op te doen op hun werkgebied. in presikhaaf hebben ze een onderzoek gedaan naar hoe mensen het wonen in presikhaaf ervaren en wat ze vinden van het project Buur & Buur.

Geschiedenisaugustus 2010de activiteit van de werkgroep richt zich op het laten ontwerpen van de beoogde folder en sticker van ‘Buur&Buur’. Hiertoe werden allerlei teksten geformuleerd, maar uiteindelijk bleek dat een bureau daarvoor toch meer en betere ervaring had. de folder moest gepresenteerd kunnen worden op de burendag.

Page 17: Buurtprojecten handboek

pag

ina

16o

nd

erwerp

Buurtprojecten

de folder kreeg de vorm van een dichtgevouwen enveloppe, die uitnodigt om hem te openen (anticiperend op de nieuwsgierigheid van de mens) als verassing worden mensen geconfronteerd met een sticker en kan men kort en bondig de bedoeling van B&B lezen en het gebruik van de sticker. naast de folder is daarvan afgeleid een map ontworpen. in deze map worden folders en wetenswaardigheden verzameld die een binding hebben met de wijk van B&B. de mappen met inhoud worden tijdens welkomstbezoeken aan nieuwe bewoners overhandigd.

September 2010door studenten van diagonaal is een enquête onder de wijkbewoners over B&B gehouden. de respons was laag (37) Meer dan de helft van de respondenten was boven de zeventig jaar. Uit dit onderzoek kwam onder meer naar voren dat 24 van de 37 ondervraagden positief staan tegenover B&B.

aanvankelijk wilde de werkgroep de folders huis-aan-huis persoonlijk afgeven. dit werd een te omvangrijke klus. op 22 adressen in een straat zijn de folders persoonlijk afgegeven. dit was een succesvolle actie. Mensen waren allemaal positief en welwillend ten aanzien van B&B. op basis van deze proef worden nog 150 adressen verspreid over de wijk geïnventariseerd. op die adressen wordt dan eveneens de folder persoonlijk afgegeven. Voor deze klus worden de mensen die op de lijst belangstellenden staan benaderd. de andere folders worden via presikhaaf Bedrijven verspreid.

oktober 2010op 14 oktober was er voor de bewoners van presikhaaf oost een bijeenkomst waar een start werd gemaakt voor een nieuw wijkplatform. dit platform gaat uit van thema’s die door de wijkbewoners zelf zijn gekozen en van prioriteiten zijn voorzien. Hierbij wordt vooral ook aandacht gevraagd voor die zaken die het niet-fysieke betreffen. Tijdens deze bijeenkomst werd de folder van B&B gepresenteerd. de deelnemers aan deze bijeenkomst waren enthousiast over de plannen van B&B.

december 2010 / januari 2011de inhoud van de informatiemap is bekend. een tekst waarin de historie van presikhaaf wordt beschreven is door een oud-wijkbewoner gemaakt. de tekst wordt nog van foto’s en situatieschetsen voorzien.

Voor B&B is via presikhaafnet een website beschikbaar die door een van de werkgroepleden wordt gevuld en bijgehouden. ook een e-mail adres is beschikbaar. Via een mobiele telefoon is B&B bereikbaar.

de woningbouwverenigingen zijn benaderd met de vraag of zij mutaties in hun verhuurbestand willen melden. Ze hebben aangegeven dat ze bereid zijn om dit anoniem te doen. Tevens hebben de woningbouwverenigingen hun belangstelling voor dit initiatief getoond. in februari is er met hen, maatschappelijk werk, de wijkagent en de ouderenadviseur van Swoa een overleg om B&B te presenteren en om te kijken naar een goede samenwerkingsvorm.

de verspreiding van de folder gaat synchroon lopen met een pr-plan, waar ook nog andere activiteiten bij zijn aangehaakt. Zo wordt de mogelijkheid onderzocht om aan te sluiten bij de ‘VanHarte-eettafel’ in presikhaaf: wijkbewoners uit een deel van de wijk worden uitgenodigd om een keer mee te eten bij VanHarte. werkgroepleden schuiven ook aan en bevorderen het contact tussen de bewoners onderling en proberen het gesprek te laten gaan over de contacten in de buurt en de bevordering ervan. Het publiciteitsplan voorziet in regelmatige aandacht voor het gedachtengoed van B&B en geeft daar kort praktijkvoorbeelden van. de mogelijkheid voor financiële bijdragen uit fondsen, gericht op het aanvullen van het foldermateriaal en de mappen, wordt onderzocht.

Terugblik: Mee- en tegenvallers• Van initiatief tot daadwerkelijke uitvoering duurt langer dan vooraf ingeschat. • enthousiasme om een idee te realiseren is belangrijk.• Zichtbaarheid leidt tot meer bekendheid en tot meer betrokkenheid van een grotere groep buurtbewoners. nadenken over de manier waarop je je initiatief zichtbaar maakt, moet een essentieel onderdeel van je plan zijn.• Kijk wat mogelijk is. Het benaderen van alle buurtbewoners met informatie over het project, bleek niet mogelijk. deze aanpak vroeg te veel tijd en daar was te weinig menskracht voor.

Page 18: Buurtprojecten handboek

pag

ina

17o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Het ideeVanaf april 2007 zijn door de gemeente bijeenkomsten gehouden voor wijkplatforms en wijkverenigingen over de uitvoering van de wmo. op deze bijeenkomsten is door de gemeente de ambitie uitgesproken om de wmo op wijkniveau uit te voeren met als leus ‘iedereen doet mee’. Het wijkplatform arnhem west heeft een wmo-werkgroep ingesteld en in het voorjaar van 2008 een onderzoek ‘op zoek naar signalen’ gehouden in de wijk. Hier kwamen de volgende zaken uit naar voren: 1. er is in de wijk behoefte aan bereikbare informatie en advies2. er is in de wijk vooral bij ouderen en alleenstaanden sprake van een sociaal isolement. 3. er is bereidheid bij bewoners om zich in te zetten voor de wijkMet deze bevindingen is het wijkplatform aan de slag gegaan en in het voorjaar van 2009 is een verzoek bij de gemeente ingediend voor het instellen van wmo-spreekuren in de wijk. Verder zijn in 2009 diverse ontmoetingsbijeenkomsten georganiseerd voor ouderen in de wijk. opzet van deze bijeenkomsten is het contact stimuleren tussen ouderen en andere wijkbewoners.

Startin de wijken Lombok en Heijenoord werden eettafels georganiseerd. de eettafel in Lombok was succesvol, die van Heijenoord minder. dit kwam omdat de ouderen uit Lombok persoonlijk door bekende personen waren benaderd en in Heijenoord niet. Later werden in beide wijken nog eens theetafels georganiseerd. Voor deze tafels werden alle 65-plussers schriftelijk uitgenodigd. Het resultaat was een lage opkomst in beide wijken.

Conclusies uit deze probeersels: 1. ouderen moeten persoonlijk benaderd worden, niet via een mailing.2. er is gebleken dat bij de eerste activiteit, ouderen wel gaan als een bekende uit de wijk hen meeneemt. daarom is het belangrijk om wijkbewoners te betrekken bij de uitvoering van de activiteit.3. Tijdens het project blijkt dat de echt geïsoleerde ouderen niet de deur uit willen. Bezoek wensen sommigen wel.4. de ouderen in Lombok gaven aan dat zij de eettafel waardeerden en dat zij blij waren met het initiatief.5. de ouderen in Heijenoord vinden ’t Huukske te ver weg en wilden graag op dinsdagmiddag rond 14.00 bij elkaar komen voor een bingo of iets dergelijks.6. de ouderen gaven aan dat zij wel een bijdrage wilden betalen voor een eettafel

Buur voor Buur -

Lombok / Heijenoord5

Page 19: Buurtprojecten handboek

pag

ina

18o

nd

erwerp

Buurtprojecten

op basis van deze conclusies wordt de voortgang van het project bepaald. Bij het bekend worden van het beschikbare budget vanuit het wmo-fonds bleek onvoldoende geld beschikbaar om het oorspronkelijke plan op te pakken. Het project is teruggebracht naar het organiseren van maandelijkse ‘open eettafels’ in iedere wijk (uitgezonderd de zomermaanden). Voorafgaand aan deze eettafels wordt een informatieve activiteit aangeboden.

doel:de doelstelling van het project ‘Buur voor Buur’ is drieledig en luidt als volgt:• Het verhogen van betrokkenheid van jongere buurtbewoners bij de enigszins geïsoleerde ouderen in de wijk.• Het verminderen van sociaal isolement.• Het aanbieden van relevante informatie en advies, die bijdraagt aan de behoefte van de doelgroep en uiteindelijk het welzijn verbetert. de doelstelling van het project Buur voor Buur sluit hierdoor aan bij de knelpunten die door de wijk zijn gesignaleerd.

Samenwerkende partijen

de roC’s locatie Veluwestraat en alexanderstraatde leerlingen van deze opleidingen verzorgen de maaltijden. op deze manier hebben de leerlingen een ervaringsplek en worden ouderen voorzien van een ontmoetingsactiviteit en maaltijd.

SionskerkVanaf het begin zijn vrijwilligers van de Sionskerk bij dit project betrokken. de vrijwilligers hadden het idee dat hun inzet maar tijdelijk was. Sommigen haken daarom af. Het persoonlijk uitnodigen van mensen is erg arbeidsintensief. gezocht wordt naar een andere, minder arbeidsintensieve, maar wel zo persoonlijk mogelijke methode. de Sionskerk-vrijwilligers zijn lopende het project definitief afgehaakt

SwoaSwoa (Stichting welzijn ouderen) levert ouderenwerkers die dit project verder begeleiden en ondersteunen. rijnstad (opbouwwerk) is vanuit het wijkplatform oorspronkelijk betrokken bij de voorgeschiedenis van dit project. rijnstad is ook feitelijk meer aanwezig in de wijk en heeft meer binding. de twee ouderenwerkers van Swoa hebben niet echt een band met de wijk en dus ook niet met de vrijwilligers. de spanning zit hem in het binden van en een relatie leggen met de vrijwilligers en via hen met de ouderen. daarnaast moet het project uiteindelijk uitmonden in een zelfstandig initiatief dat na de projectfase door kan blijven lopen op inzet van wijkbewoners en vrijwilligers.

Geschiedenis• in beide wijken zijn de maandelijkse eettafels voorafgegaan door informatiebijeenkomsten. alleen in de vakantieperioden wordt geen eettafel gehouden.

• de groep gebruikers in Lombok is vrijwel constant gebleven en schommelt steeds tussen de 20 en 30 deelnemers.

• Het aantal gebruikers in de wijk Heijenoord is gestegen naar 17 deelnemers. Bij aanvang van het project was het aantal deelnemers nog zorgwekkend. Het bereikte aantal stemt zeker wat deze wijk betreft tot tevredenheid.

• Met kerstmis is voor beide bewonersgroepen een gezamenlijke kerstmaaltijd bereid voor 60 personen. dit was een overweldigend succes. wel was de groep te groot ten opzichte van de beschikbare ruimte.

• de beschikbaarheid van vrijwilligers was aanvankelijk een probleem. Van de oorspronkelijk beschikbare vrijwilligers is weinig overgebleven. Meerdere vrijwilligers bleken niet bekend te zijn met het feit dat ze zich meer dan één keer in moesten inzetten. de vrijwilligers van de Sionskerk zijn volledig afgehaakt. gevolg was dat er opnieuw vrijwilligers geworven moesten worden. in Heijenoord meer dan in Lombok. Lombok heeft een beter netwerk van allerlei contacten, die ook nog verbinding hebben met het welzijnswerk aldaar. Via, via is het makkelijker om de juiste vrijwilligers te kunnen interesseren. Heijenoord kent een dergelijk netwerk niet. de ouderenwerker heeft zelf geworven en mensen benaderd om hen te interesseren voor een vrijwilligerstaak. de praktijk liet zien dat potentiële vrijwilligers terughoudend waren. Men keek eerst de praktijk aan en pas daarna was men (schoorvoetend) bereid om een vrijwilligerstaak op zich te nemen.

• de informatiemomenten vooraf gegaan aan de eettafel zelf worden verschillend gewaardeerd. de mensen uit Heijenoord vinden juist deze informatiemomenten zeer waardevol en spreken hun enthousiasme hierover uit. de mensen uit Lombok tonen feitelijk geen interesse en zijn blij als de tijd voor de informatieverstrekking is verstreken. in Lombok heeft men tussentijds niet het besluit genomen om dan maar dit informatiegedeelte te laten vervallen. de mensen uit Lombok zijn veel meer geïnteresseerd in een onderhoudend en recreatief programma.

Page 20: Buurtprojecten handboek

pag

ina

19o

nd

erwerp

Buurtprojecten

de verschillen qua aard van de bevolking in beide wijken

Lombok HeijenoordMensen kennen elkaar al van andere Mensen kennen elkaar niet of nauwelijks; men is ook niet activiteiten en zijn sterk gericht op contact e.d. sterk gericht op activiteiten en contact

in deze wijk wordt voor bewoners al langer een in deze wijk zijn nauwelijks initiatieveneetmoment geboden de geboden informatie onderwerpen voor de in Heijenoord is duidelijk belangstelling en behoefte aanmaaltijden worden hier niet of minder gewaardeerd de geboden informatieve onderwerpenmen praat onderling tijdens de presentatie

in deze wijk is een wijkgebouw Heijenoord heeft geen wijkgebouw (meer)

Bewoners zijn gemakkelijker bereid om mee te in Heijenoord is men veel bedachtzamer om zich ergens voor helpen en vrijwilligerstaken op zich te nemen in te zetten: men kijkt eerst vanaf de zijlijn

• in beide wijken zijn de deelnemers tevreden met het gebodene. in Lombok worden de mensen bereikt die ook al via andere wijkactiviteiten met elkaar contact hebben. in Heijenoord zien mensen de activiteit als een zinvolle vorm voor ontmoeting en onderling contact of het aangaan van nieuw contact.

• Je kunt niet zeggen dat dit project de mensen met weinig of geen contact heeft weten te bereiken. Het project biedt wel een laagdrempelige mogelijkheid voor contact voor mensen die daar behoefte aan hebben. de eettafel kan ook gezien worden als een middel om in contacten te voorzien en er voor te zorgen dat men elkaar kent als een vorm van preventie. Vooral deelnemers vanuit Heijenoord sluiten bij deze beelden aan.

• aanvankelijk werden deelnemers steeds weer persoonlijk aan de deur uitgenodigd. Uit het onderzoek kwam naar voren dat wijkbewoners zelf mensen die dat nodig hebben, zouden benaderen voor dit informatie- en eettafelproject. in de praktijk bleek dit erg arbeidsintensief. daarnaast bleek dat niet alle aangemelde vrijwilligers voor dit project ook begrepen hadden dat ze met die frequentie en intensiteit vrijwilligerswerk zouden gaan doen. op grond hiervan is de telefoon als hulpmiddel ingezet. Met de gebruikers is afgesproken dat ze zichzelf aanmelden. Mensen die al wel hebben deelgenomen maar zich toch nog niet hebben aangemeld worden telefonisch nogmaals benaderd. Komen mensen dan toch niet dan wordt naar de reden gevraagd. deze aanpak vraagt in ieder geval een minder intensieve inzet van vrijwilligers. de bereidheid om dit werk te doen wordt daarmee ook groter.

• nu (februari 2011) zijn de medewerkers bezig om het project klaar te stomen voor voortgang in verzelfstandigde vorm. Vrijwilligers worden begeleid om straks zelf de kar te trekken. ouderenwerkers zijn bezig om een draaiboek te maken als houvast voor de vrijwilligers.

Page 21: Buurtprojecten handboek

pag

ina

20o

nd

erwerp

Buurtprojecten

• de scholen zijn niet zo soepel waar het gaat om het tijdstip waarop de activiteit wordt gehouden: om 18.00 uur moet het afgelopen zijn. deelnemers vinden dat ze wel erg vroeg moeten eten. de school heeft gevraagd ze er voor voelt om leerlingen een informatieve presentatie te laten verzorgen over steeds een ander onderwerp. Voor het project Heijenoord wordt deze aanvullende samenwerkingsvorm voor het volgende seizoen voorbereid.

• Het ligt in de bedoeling van de ouderenwerkers om aan tafel bij de deelnemers een aantal evaluatieve vragen te stellen om daarmee in beeld te krijgen of het project zijn doelstelling heeft gehaald en wat de deelnemers zelf vinden van het project.

Terugblik: Mee- en tegenvallers.• Het verschil tussen Lombok en Heijenoord vraagt een eigen aanpak voor de beide buurten. eén blauwdruk voor meerdere wijken werkt niet. elke wijk/buurt vraagt een eigen aanpak.• Het verkrijgen van financiële middelen vraagt specifieke aandacht. Het is zoeken naar evenwicht tussen ‘gratis’ en ‘betaalbaar’. dat zal ook in elke wijk verschillen. Hoe draagkrachtig is de wijk?• partners en sponsoren zijn onontbeerlijk. Voordeel van het zoeken naar partners is dat dat ook weer nieuwe contacten in de wijk/buurt oplevert.

Page 22: Buurtprojecten handboek

pag

ina

21o

nd

erwerp

Buurtprojecten

de in dit boekje beschreven projecten hebben allemaal als doel om als buren onderling iets voor elkaar te kunnen betekenen. de manier waarop dat is uitgewerkt is bij de projecten steeds verschillend. in dit hoofdstuk wordt gekeken hoe verschillend deze projecten inderdaad zijn en of er toch gemeenschappelijke factoren in te vinden zijn. Zijn er bijvoorbeeld gedeelde succesfactoren en wat kun je daarmee? Het doel van dit hoofdstuk is de projecten onderling tegen het licht houden om zo aanknopingspunten te vinden voor het succes van een burenhulpproject. welke factoren spelen een rol bij succes. Gemeenschappelijke factorendoelgroepBezoekers/gebruikers zijn vaak ouderen terwijl de projecten zich in principe richten op alle leeftijden. Voor een goed lopende hulporganisatie is het juist ook van belang om ook een jongere doelgroep te bereiken en te betrekken. de projecten vragen zich allemaal af hoe ze dat kunnen doen.

onderzoek: de behoefte aan een burenhulp project komt in bijna alle projecten (behalve Kronenburg) tot stand na een vorm van onderzoek. in over het lange water is dat een panelonderzoek, in Lombok/Heyenoord een behoefteonderzoek en in presikhaaf 1 een ervaringsonderzoek: de telefooncirkel.

ontmoeten staat centraal:Bij alle projecten staat ontmoeten centraal. in de projecten is dan ook aandacht voor het organiseren van activiteiten. door het organiseren van activiteiten komen mensen op natuurlijke wijze met elkaar in contact. door elkaar te kennen is er ook een basis gelegd van waaruit wijkbewoners ook iets voor elkaar kunnen betekenen. dit laatste kan dus tussen individuele wijkbewoners maar de organisatie van de activiteit is ook al een bijdrage aan verbinding in de wijk.

De projecten vergeleken6

Page 23: Buurtprojecten handboek

pag

ina

22o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Spontane hulp:alle projecten benoemen dat er nog veel te behalen is in de wijk maar tegelijk benoemen projectgroep leden dat er ook nu al veel spontane hulp geleverd wordt door wijkbewoners onderling.

Voorwaarde scheppend: Het project moet gedragen worden door de wijk. Het project moet ook van de wijk blijven. Samenwerken/ samenspel in een project werkt goed als het idee en de inzet van bewoners komt en wanneer zij zelf bepalen wanneer en in welke mate zij hulp van een professional /organisatie inroepen. Hierbij is maatwerk en luisteren naar de bewoners uitermate belangrijk. Bij het project Lombok /Heyenoord is duidelijk vooraf afgesproken welke meerwaarde en taak de welzijnsorganisatie Swoa in het project heeft. de duidelijk vooral afgesproken resultaten hebben ertoe bijgedragen dat dit project nu zelfstandig verder kan.

Financiële middelen: de aanwezige projecten hadden goede ervaringen met het vinden van fondsen en andere financiële middelen. ook weten zij hulp te krijgen van bedrijven. Hiervoor zijn twee zaken essentieel: een goed verhaal en iets te bieden hebben, een ‘win-win’ situatie creëren (bijvoorbeeld een sociaal gezicht naar de wijk mogelijk maken, publiciteit, etcetera).

persoonlijke benadering:door mensen persoonlijk uit te nodigen voelen mensen zich betrokken en zijn eerder geneigd om te komen en/of mee te doen. Mond op mond reclame is daarbij ook een belangrijke factor. wel is het hiermee en kwestie van de lange adem. persoonlijke benadering kost veel tijd en het groeit daardoor ook maar langzaam. Je moet niet makkelijk opgeven als je iets wilt bereiken.

Kleine wijken:Bij alle projecten is gekozen voor een klein werkgebied. de verwachting is dat dit de betrokkenheid vanuit de wijk ten goede komt.

Page 24: Buurtprojecten handboek

pag

ina

23o

nd

erwerp

Buurtprojecten

VerschillenMate van betrokkenheid instellingen:wat opvalt bij de verschillende projecten is de mate van bemoeienis van instellingen bij het project. is een instelling nodig om te helpen bij het project en zo ja, in welke fase is een instelling nodig. wat zijn de ervaringen daarmee?Het project in presikhaaf 1 is helemaal zelfstandig tot stand gekomen. de oprichtsters van het trefpunt en de burenhulpdienst hebben er bewust voor gekozen om geen instellingen te betrekken om zo het project in eigen hand te houden. Voor hen heeft dit erg goed gewerkt. Het trefpunt trekt wekelijks en mooi aantal bezoekers. Volgens de oprichtsters heeft dit mede ook te maken met het feit dat er geen instellingen tussen zitten omdat bezoekers daar niet happig op zouden zijn.

Bij het project in Kronenburg echter is een instelling (rijnstad) juist zeer intensief betrokken. dit heeft mede te maken met de manier waarop dit project tot stand is gekomen. Het feit blijft echter dat als de instelling hier niet in was gesprongen, het project niet van de grond was gekomen.

Bij het project buur en buur is gekozen voor een zijdelingse bemoeienis van de instelling. de instelling (Swoa) begeleid het project alleen in zoverre dat de mensen kunnen ontwikkelen wat ze zelf willen. Swoa ondersteunt hier de wijkbewoners/projectgroep bij het realiseren van de plannen op eigen kracht.

de projectgroepen denken verschillend over de ondersteuning door instellingen. project presikhaaf 1 heeft hier minder goede ervaringen mee. Lombok /Heyenoord daar en tegen is erg tevreden. de mate van ondersteuning is dus maatwerk en moet gedragen worden door de projectgroep. duidelijke afspraken over te behalen resultaat en duur van de inzet zijn hierbij belangrijk. duidelijk is dat instellingen en organisaties voor de bewoners een meerwaarde moeten brengen.

Hulp rondom activiteit of niet:Sommige projecten gebruiken een activiteit waar mensen op af komen. een inloop of een eettafel. Tijdens deze activiteiten kan spontaan een hulpvraag of hulpaanbod naar boven komen en kunnen matches ontstaan. Het project buur voor buur concentreert zich niet rond een activiteit. Hier gaat het puur om het klaarstaan voor je buren. de projectgroep heeft een stimulerende rol

Locatie: een eigen ontmoetingsplek is belangrijk voor een project. een basis om van uit te gaan en bij elkaar te komen. Hierbij is een kleinschalige, knusse locatie te prefereren boven een grote locatie. Mensen komen makkelijker naar een kleine locatie toe en voelen zich daar meer thuis. de drempel is lager om er naar binnen te gaan. ook moeten er letterlijk geen drempels zijn in verband met toegankelijkheid voor mensen met een rolstoel of rollator.

Zichtbaarheid:een stikker om te laten zien dat je meedoet of je gewoon opgeven?Maar ook de zichtbaarheid/ herkenbaarheid van de ontmoetingsplek / locatie is van belang om spontane ontmoeting van wijkbewoners te realiseren. Mensen moeten kunnen zien en weten dat er ergens mensen bij elkaar komen. Zichtbaarheid is dus heel belangrijk. dit wordt bij sommige projecten gemist.

Laagdrempeligheid:aanmelden of je van tevoren opgeven. of iets uitvoeren als het toevallig zich aandient.

Page 25: Buurtprojecten handboek

pag

ina

24o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Page 26: Buurtprojecten handboek

pag

ina

25o

nd

erwerp

Buurtprojecten

• Eengoedplan Het opstarten van een goed burenhulpproject begint met het maken van een goed plan. een plan is belangrijk als houvast voor alle betrokkenen. in het plan wordt vastgesteld wat het doel van het project is, hoe het project dat doel wil bereiken en wat daarvoor nodig is. dit kunnen zowel externe factoren zijn van adviesorganen die geraadpleegd moeten worden, maar ook financiële middelen. ook om die financiële middelen te vinden is een goed plan belangrijk. Sponsoren zullen eerder investeren in een project waar goed over is nagedacht en waarvan duidelijk iets op papier staat.

• Stapsgewijsopbouwen/langeadem. Uit de bekeken projecten volgt dat een project stapsgewijs wordt opgezet en langzaam wordt uitgebreid. Het grote einddoel is niet in 1 keer te bereiken. wees niet ontmoedigd als zaken niet zo snel gaan als u misschien had gehoopt. Met een lange adem en elke keer weer een stap verder komt het project er ook. Het heeft tijd nodig om te groeien, bekend te worden en vorm te krijgen.

• Persoonlijkebenadering/uitnodiging een persoonlijke benadering bleek bij de besproken projecten een belangrijke factor voor succes. Mensen werden persoonlijk uitgenodigd om te komen en deel te nemen aan een activiteit. Hierdoor voelden mensen zich welkom en ze hebben al een gezicht bij een activiteit. dit maakt de drempel om te gaan kleiner. Bij verschillende projecten bleek dat dit beter werkt dan alleen een algemene flyer of uitnodiging bij mensen door de brievenbus doen. wel is deze methode erg tijdsintensief en kost veel energie.

• Zichtbaarheid Zichtbaarheid is belangrijk om mogelijke deelnemers attent te maken op het project. deze zichtbaarheid kan bijvoorbeeld bereikt worden door middel van een goede pr, maar het kan ook gaan om letterlijk zichtbaarheid van de locatie waar een project gebruik van maakt. de uitstraling van het gebouw of ruimte of de locatie zelf. is het een locatie in een gewone straat of in een druk winkelcentrum? Hoe moet de locatie overkomen, wat wil het uitstralen en wat past bij de doelgroep van het project? dit zijn allemaal zaken om goed over na te denken.

• Bereikbaarheid de locatie van een project moet goed bereikbaar zijn voor de doelgroep van het project. wanneer het project zich bijvoorbeeld richt op ouderen of mensen die slecht ter been zijn of in een rolstoel zitten, zorg dan voor brede deuren en een ingang zonder trap of drempels. ook zal er dan bijvoorbeeld genoeg ruimte moeten zijn om rollators een plek te geven. richt het project zich daarentegen bijvoorbeeld op jonge ouders, zorg dan voor een kindvriendelijke ruimte waar het ouders een veilig gevoel geeft om daar met een kind te komen.

• Wet-enregelgeving elk startend project zal waarschijnlijk in meer of mindere mate te maken krijgen met wet- en regelgeving. afhankelijk van de grote en het onderwerp van het project kan de soort wet- en regelgeving veranderen. denk daarbij aan Verklaring Sociale Hygiëne, Bedrijfshulpverlening, gebruikersvergunning. de gemeente kan u daar meer over vertellen.

• Financiëlemiddelen op enig moment in het traject van een project zijn er financiële middelen nodig. er zijn verschillende mogelijkheden om aan financiële middelen te komen. Sommige bronnen kunnen langdurig zijn, andere zijn slechts eenmalig voor de opstartfase. Voor alle vormen van subsidie is een goed plan belangrijk om eventuele sponsoren een duidelijk beeld te geven van de aard en haalbaarheid van het project.

Aandachtspunten7

Page 27: Buurtprojecten handboek

pag

ina

26o

nd

erwerp

Buurtprojecten

Hieronder staan enkele voorbeelden van mogelijke financiers:- wijkplatform: elke wijk heeft een wijkplatform. een wijkplatform is een groep bewoners van een wijk die als spreekbuis dient voor de gemeente en nadenkt over allerlei verbeteringen in de wijk. een wijkplatform krijgt van de gemeente jaarlijks een budget om zaken die zij in de wijk belangrijk vinden te financieren. een startend project kan hier eenmalig een aanvraag voor indienen. Via de site van gemeente arnhem zijn de verschillende wijkplatforms per wijk te vinden. - Fondsenboekje: er bestaat een boekje waarin allerlei fondsen staan vermeld waar mensen een aanvraag zouden kunnen indienen. Zoek in het boekje naar een fonds dat het beste aansluit bij het onderwerp en vorm van het project en stuur een nette aanvraag met begroting. diverse organisaties die werkzaam zijn in de wijk, zoals de Swoa en rijnstad, kunnen hier wellicht bij helpen.- innovatiefonds Maatschappelijke ondersteuning: Voor een eenmalige financiële bijdrage kan een project bij de opstart een aanvraag doen bij het innovatiefonds Maatschappelijke ondersteuning. dit is een fonds van de gemeente arnhem die startende initiatieven wil ondersteunen bij het ontwikkelen en tot stand komen van hun idee. Meer informatie hierover kunt u vinden op de site van de gemeente arnhem.- Locale bedrijven: Bedrijven en winkels uit de wijk of uit de stad vinden het soms een interessante investering om een locaal project te ondersteunen. Zorg in dat geval dat het project de investeerder ook iets te bieden heeft, bijvoorbeeld gratis reclame, het vermelden van de naam van het bedrijf op de flyer enz.- Sponsoring in natura: Sommige bedrijven of organisaties willen wellicht niet een financiële bijdrage leveren, maar kunnen wel helpen met het leveren van middelen. Bijvoorbeeld het gratis ter beschikking stellen van een ruimte, het verrichten van wat klussen in de ruimte, of meehelpen bij het voorbereiden van een activiteit. door creatief om te gaan met dergelijke mogelijkheden is er vaak veel te regelen.- eigen bijdrage deelnemers, organisatie van rommelmarkten etc. blijft natuurlijk ook een manier om baten te verzamelen. activiteiten die ook nog eens geld opbrengen dienen ook nog eens een dubbel doel. ontmoeting en opbrengst.

• Duurzameinzetvrijwilligers om een project langdurig te kunnen volhouden is de duurzame inzet van vrijwilligers essentieel. regelmatig zijn professionele instellingen in meer of mindere mate wel betrokken bij de start van een project, maar dit is in de meeste gevallen tijdelijk. Vrijwilligers zullen het project dragen en verder vormgeven. daarbij is het handig als er mensen bij zijn die al vanaf het begin meedraaien in het project en weten hoe zaken lopen en geregeld zijn. Krachtige vrijwilligers die zich voor langere tijd voor het project willen en kunnen inzetten zijn dus van groot belang.

• Professioneleondersteuningwaarnodig Vaak begint een project bij een goed idee van een of een paar bewoners van een wijk. Zij werken dit idee uit en er ontstaat een plan voor een project. Vaak lopen zij ergens in dit traject tegen vragen aan waar ze graag wat hulp bij zouden willen hebben. Zij kunnen dan om advies of ondersteuning aankloppen bij een professionele organisatie. Hierbij is het van belang om vooraf goed duidelijk te hebben wat de vraag is die bij de professional wordt neergelegd. waar wil het project hulp of ondersteuning bij en voor hoe lang? Zoek met elkaar naar een juist samenspel en goede aansluiting bij wensen en verwachtingen. Het is nuttig om hier samen met de professionele organisatie duidelijke afspraken over te maken zodat iedereen weet waar hij aan toe is.

• Voortgang/verzelfstandiging wanneer een project wordt ondersteund of begeleid door een professionele organisatie, is het belangrijk om te weten of dit tijdelijk is of langdurig. in geval van een tijdelijke ondersteuning moet goed nagedacht worden over de voortgang en verzelfstandiging van het project voor als de ondersteuning van de professional ophoudt. werk hier in samenwerking met de professional bewust naar toe zodat het project niet voor onaangename verassingen komt te staan en de voortgang gewaarborgd wordt.

• Helderevraagvanuitdewijk/Draagvlakindewijkbijstart een goedlopend project is afhankelijk van animo vanuit de wijk. Voorafgaand aan een project is het daarom belangrijk om helder te hebben of er vraag is in de wijk naar een dergelijk project. dit geldt zowel voor professionals die aan een project beginnen als voor vrijwilligers uit een wijk. Bedenk van tevoren goed of er behoefte is aan een project en of het aansluit bij de wensen uit de wijk zodat het ook door de wijk gedragen wordt.

• Verbindenprojectmetdewijk(activiteiten/PR)/netwerken een project moet bekendheid krijgen in de wijk. dit kan door de al eerder genoemde activiteiten in de wijk een goede pr. Maar ook door samenwerking met bedrijven, organisaties, verenigingen in de wijk. een project kan veel voordelen ondervinden van het gebruik van het netwerk in de buurt. door bedrijven en organisaties in de buurt te benaderen kan er soms gratis of tegen een gereduceerd tarief gebruik worden gemaakt van diensten of advies. ook bestaande projecten met een doelstelling die lijkt op die van het eigen project zijn zeer zinvol om te bezoeken. op die manier kan van elkaar geleerd worden en kunnen sommige valkuilen worden vermeden.

Page 28: Buurtprojecten handboek

pag

ina

27o

nd

erwerp

Buurtprojecten

• Enthousiastetrekker een idee komt pas van de grond zodra 1 of meerdere personen zichzelf daar volledig voor inzetten en het idee gaan trekken. Zonder vaste enthousiaste trekker blijft een idee vaak zweven en bloedt het vaak dood. Zorg er daarom voor dat in ieder geval 1 maar liever minstens 2 mensen zich echt aan het project willen verbinden en de verantwoordelijkheid willen nemen om het te trekken.

• Ingangbijdegemeente Het is bij de start en voortgang van een project nuttig om goede aansluiting te hebben bij de gemeente. dit kan bijvoorbeeld door het project goed te bespreken met de wijkmanager van de betreffende wijk. een wijkmanager is voor bewoners een laagdrempelige ingang naar de gemeente. op de site van de gemeente is te vinden wie dat voor elke wijk is. daarnaast kan het voor eenmalige financiële ondersteuning ook van belang zijn om contact te hebben met het innovatiefonds Maatschappelijke ondersteuning van de gemeente arnhem.

• Vergunningen net als wet- en regelgeving is vergunningen ook een onderwerp dat van tevoren goed bekeken moet worden. wat wil het project bereiken en wat is daarvoor nodig? Bij het schenken van alcoholische dranken is bijvoorbeeld een vergunning verplicht. ook zijn er dan eisen op het gebied van hygiëne. Zorg dat dergelijke zaken van tevoren goed zijn uitgezocht zodat er geen onprettige verrassingen kunnen ontstaan.

• Wieisverantwoordelijk? Stel bij de start van een project vast wie verantwoordelijk is voor bepaalde zaken. indien samen gewerkt wordt met een professionele organisatie is het ook belangrijk om vanaf het begin goed duidelijk te hebben wie het project draagt en wie verantwoordelijk is. is het een project van de organisatie en is zij verantwoordelijk of is het een project van de vrijwilligers, hebben zij de verantwoordelijkheid en is de organisatie slechts ondersteunend?

• Stichtingofvereniging? Bij het starten van een project komen veel zaken kijken. Het kan handig zijn om voor de organisatie daarvan een bestuur op te richten die het project in goede banen kan leiden. wellicht is het ook handig om een stichting of vereniging te worden. op die manier wordt de persoonlijke aansprakelijkheid ondervangen en loopt een individu geen financieel risico als het project uiteindelijk niet slaagt. daarbij is een stichting of vereniging een rechtspersoon waardoor het in staat is om bij fondsen geld aan te vragen.

• Afstemmingmetanderewijkinitiatieven de kans is groot dat het eigen project niet het enige project is in de wijk. Vaak lopen er al verschillende initiatieven die soms wat meer en soms wat minder bekend zijn. Zoek van tevoren uit wat er allemaal speelt in de buurt. Hiermee wordt voorkomen dat twee projecten teveel op elkaar lijken. daarbij is het ook nuttig om te weten bij welke projecten aansluiting gevonden kan worden als daar behoefte aan is. een goede samenwerking zorgt vaak alleen maar voor meerwaarde en kan de betekenis van het project voor de wijk alleen maar vergroten.

• Locatie/ontmoetingsplek een startend project kan gewoon beginnen vanuit de eigen huiskamer. wel bleek bij de beschreven projecten dat een eigen ruimte of locatie van groot belang was voor de groei van een project. Mensen kunnen daar bij elkaar komen en mensen uitnodigen om deel te nemen aan activiteiten. daarbij maakt een eigen locatie het project ook meer zichtbaar is de wijk.

Page 29: Buurtprojecten handboek

GEMEENTE ARNHEM

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling

Eusebiusbuitensingel 53

6828 HZ Arnhem

Postbus 5283

Telefoon: 0900-1809

E-mail: [email protected]

www.arnhem.nl

mei 2011