73
Boekhouden Algemene introductie

Boekhouden les 1

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: Boekhouden les 1

Boekhouden

Algemene introductie

Page 2: Boekhouden les 1

Voorkennis?

• Wat zijn jullie ervaringen met boekhouden?– op school– in je werk

• Waarom houden we eigenlijk boek?

Page 3: Boekhouden les 1

Boekhouden voor boerinnen

een introductie

Page 4: Boekhouden les 1

Stap 1: We beginnen te boeren

• Onze beginnende boer stopt geld in zijn bedrijf en leent van de bank.

Page 5: Boekhouden les 1

Stap 1: We beginnen met boeren

Eigen vermogen +/+

Lening +/+

Bankrekening +/+

Journaalpost

bank +/+Aan eigen vermogen +/+Aan lening +/+

BALANS

Page 6: Boekhouden les 1

Stap 2: Een koe en hooi kopen

• Onze boer koopt een koe en hooi.

Page 7: Boekhouden les 1

Stap 2: Een koe en hooi kopen

Eigen vermogen =

Lening =Bankrekening -/-

BALANS

Koe +/+

Hooi +/+

Journaalpost

koe +/+hooi +/+

AAN bank -/-

Page 8: Boekhouden les 1

Stap 3: De koe eet hooi

• Onze koe begint hooi te eten.

Page 9: Boekhouden les 1

Stap 3: De koe eet hooi

Eigen vermogen =

Lening =Bankrekening =

BALANS

Koe +/+

Hooi -/-

Journaalpost

koe +/+Aan hooi -/-

Page 11: Boekhouden les 1

Stap 4: De koe geeft melk

Eigen vermogen =

Lening =Bankrekening =

BALANS

Koe -/-

Hooi =

Melk +/+

Journaalpost

MelkAan Koe

Page 12: Boekhouden les 1

Stap 5: De koe maakt een vlaai

• Wat gebeurt er?• Wat is de journaalpost?

Page 13: Boekhouden les 1

Stap 5: De koe maakt een vlaai

Eigen vermogen =

Lening =Bankrekening =

BALANS

Koe -/-

Hooi =

Melk =

Mest +/+

Wordt de koe minder waard als ie gescheten heeft?

Page 14: Boekhouden les 1

Waarom dit voorbeeld?

• Boekhouden is blijven nadenken;• Er is een verschil tussen een bezit in de

betekenis van productiemiddel en juridisch bezit (mest);

• Van geld uitgeven word je niet armer (omzetten productiemiddel);

• Het eigen vermogen is geen pot met geld;• Veranderingen geven we weer met

journaalposten

Page 16: Boekhouden les 1

Angst voor de brandstapel

• Luca Pacioli (1445-1517).

• Een boekhouding zonder negatieve getallen, om de brandstapel te voorkomen.

• Vgl: De Indiase wiskundige Brahmagupta noemde in 628 nc negatieve getallen “schulden”.

Page 17: Boekhouden les 1

Leverde een mooi concept op

• Pacioli bedacht het dubbel boekhouden:– Balans (foto)– Resultatenrekening (film)

• En vermeed daarbij de 0

• Door de begrippen Debet en Credit / Debiteren en Crediteren

Page 18: Boekhouden les 1

Boekhouden met positieve getallen

BALANS

Financieringsactiviteiten•Hoe kom ik aan mijn bezit?•Schulden en eigen vermogen•Crediteren = stijging•Debiteren = daling

Debet Credit

Investeringsactiviteiten•Wat zijn mijn productiemiddelen?•Bezittingen (productiemiddelen)•Debiteren = stijging•Crediteren = daling

ResultatenrekeningProductieactiviteiten•Gemaakte kosten•Debiteren = stijging•(Crediteren = daling)

Realisatieactiviteiten•Gerealiseerde opbrengsten•Crediteren = stijging•(Debiteren = daling)

Page 19: Boekhouden les 1

Hooivorken

• Een boer koopt 3 hooivorken van elk 5 zilverlingen. Hij betaalt contact.

• Wij denken:– Hooivorken +/+ 15– Kasgeld -/- 15

• Maar we noteren: Hooivorken 15 (bezit stijgt,

debiteren) AAN Kasgeld 15 (bezit daalt, crediteren)

Page 20: Boekhouden les 1

De grammatica van het boekhouden

• Boekhouden is een taal.• Met een hele eenvoudige grammatica.– Als een debetrekening stijgt moeten we debiteren– Als een debetrekening daalt, moeten we crediteren

(“AAN”)– Als een creditrekening stijgt, moeten we crediteren

(“AAN”)– Als een creditrekening daalt, moeten we debiteren

• Maar onze computers denken niet in debet en credit!

Page 21: Boekhouden les 1

Boekhouden is niet moeilijk!

• Als zij het kunnen, kunnen wij het ook!• Debiteuren / Crediteuren• Een grammatica van 4 (of 2!) regels• Een idioom van enkele honderden woorden– Debiteuren: krijg je nog geld van– Crediteuren: moet je nog betalen– Etc.

Page 22: Boekhouden les 1

Enkele vingeroefeningen

om te kijken of we het snappen

Page 23: Boekhouden les 1

Geld op de bank krijgen

• Alex Willems heeft een briljant plan. Hij begint het bedrijf “Maxima”, een webshop met virtuele feestartikelen.

• Alex stopt zelf 15.000 euro in zijn bedrijf.• Zijn moeder gelooft in hem, en leent zijn

bedrijf 5.000 euro.• Door de goede contacten met zijn broer, leent

de bank van zijn broer hem 10.000 euro.

Page 24: Boekhouden les 1

Wat voor activiteiten zijn het?

• Eigen geld erin?– Financieringsactiviteit

• Lening van zijn moeder?– Financieringsactiviteit

• Lening van de bank?– Financieringsactiviteit

• Geld op de bank storten?– Investeringsactiviteit

Page 25: Boekhouden les 1

Geld op de bank krijgen

BALANSDebet Credit

Resultatenrekening

Eigen vermogen 15.000Lening moeder 5.000Banklening 10.000

Bank 30.000

Page 26: Boekhouden les 1

Geld op de bank krijgen

Journaalpost

Bank 30.000@ Eigen vermogen 15.000@ Lening moeder 5.000@ Banklening 10.000

telling 30.000 30.000

Page 27: Boekhouden les 1

Investeren in productiemiddelen

• Alex koopt 3.000 virtuele oranje feesthoedjes. Die hoedjes kosten 1 euro per stuk. Omdat hij nog niet bekend is bij de leverancier, moet hij meteen betalen per Ideal.

• De virtuele hoedjes worden na betaling meteen geleverd (ze zijn immers virtueel).

Page 28: Boekhouden les 1

Wat voor activiteiten zijn het?

• Het aanschaffen van hoedjes– Investeringsactiviteit (vooraad productiemiddelen

“hoedjes” neemt toe)• Het betalen van de hoedjes– Desinvesteringsactiviteit (voorraad

productiemiddelen “geld op de bankrekening” neemt af)

Page 29: Boekhouden les 1

Investeren in productiemiddelen

BALANSDebet Credit

Resultatenrekening

Eigen vermogen 15.000Lening moeder 5.000Banklening 10.000

Bank 27.000

Voorraad hoedjes 3.000

Page 30: Boekhouden les 1

Investeren in productiemiddelen

Journaalpost

Voorraad hoedjes 3.000@ Bank 3.000

Page 31: Boekhouden les 1

Uitgaven en kosten

• Maxima heeft 3.000 betaald voor de hoedjes (uitgave)

• Maar Maxima is niet armer geworden! (er zijn geen kosten)

• Maxima heeft alleen het ene productiemiddel (geld op de rekening) omgezet in een ander productiemiddel (hoedjes die verkocht kunnen worden).

Page 32: Boekhouden les 1

Kosten maken

• Alex’ bedrijf Maxima heeft nu wel hoedjes die het wil verkopen, maar tot Alex verbazing komt er geen klant.

• Alex is misschien wel een beetje dom.• Maar gelukkig komt er hulp: Winfried Witjes • Winfried wil promotie maken op zijn site voor

1.000 euro.

Page 33: Boekhouden les 1

Kosten maken

• Het bedrijf Maxima betaalt Winfried 1.000 euro voor het maken van reclame voor de hoedjes op Facebook.

Page 34: Boekhouden les 1

Wat voor activiteiten zijn het?

• Het maken van reclamekosten– Productieactiviteit

• Het betalen van Winfried– Negatieve investering

Page 35: Boekhouden les 1

Kosten maken

BALANSDebet Credit

Resultatenrekening

Eigen vermogen 14.000Lening moeder 5.000Banklening 10.000

Bank 26.000

Voorraad hoedjes 3.000

Reclamekosten 1.000 Verlies 1.000

Page 36: Boekhouden les 1

Kosten maken

Journaalpost

Reclamekosten 1.000@ Bank 1.000

Page 37: Boekhouden les 1

Verkopen

• Door de actie van Winfried verkoopt Maxima 2.000 hoedjes voor de prijs van 2 euro per stuk.

• Alle betalingen voor het virtuele hoedje gebeuren weer direct via Ideal.

• De hoedjes worden virtueel geleverd.

Page 38: Boekhouden les 1

Wat voor activiteiten zijn het?

• Verkopen– Realisatie-activiteit

• Ontvangen betaling– Investeringsactiviteit (bankrekening stijgt)

• Leveren van de hoedjes– Desinvesteringsactiviteit (voorraad hoedjes daalt)

• Verkopen van de hoedjes– Productieactiviteit (opofferen van het

productiemiddel hoedjes)

Page 39: Boekhouden les 1

Verkopen

BALANSDebet Credit

Resultatenrekening

Eigen vermogen 16.000Lening moeder 5.000Banklening 10.000

Bank 30.000

Voorraad hoedjes 1.000

Reclamekosten 1.000

Inkoopwaarde 2.000

Opbrengst verkopen 4.000

Winst 1.000

Page 40: Boekhouden les 1

Verkopen

JournaalpostBank 4.000

@ Opbrengst verkopen 4.000Inkoopwaarde 2.000

@ Voorraad 2.000

Page 41: Boekhouden les 1

Inleiding en algemene begrippen

Hoofdstuk 1

Page 42: Boekhouden les 1

Informatieproces

• Zie figuur blz. 5

Page 43: Boekhouden les 1

Administratie en boekhouding

• Zie figuren blz. 8, 9, 10

Page 44: Boekhouden les 1

AO, BIV, IC

• BIV: verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens, gericht op het verstrekken van informatie

• AO: geheel van organisatorische maatregelen om BIV op juiste wijze te laten plaatsvinden

• Interne controle: vaststellen dat informatie betrouwbaar is (intern, vgl externe controle)

Page 45: Boekhouden les 1

Verslaggeving

• Interne jaarrekening• Fiscale jaarrekening• Externe jaarrekening

Page 46: Boekhouden les 1

Inventaris, balans, V&W-rekening

Hoofdstuk 2

Page 47: Boekhouden les 1

Inventaris

• Overzicht bezittingen en schulden van een onderneming

• Verkorte inventaris:– Goederenvoorraad als 1 post– Debiteuren als 1 post– Crediteuren als 1 post

Page 48: Boekhouden les 1

Balans

SCHULDEN EN EIGEN VERMOGEN•Hoe is de onderneming aan haar geld gekomen?•De financieringen

BALANS

BEZITTINGEN•Wat heeft de onderneming met haar geld gedaan?•De investeringen

Page 49: Boekhouden les 1

Volgorde balansposten

SCHULDEN EN EIGEN VERMOGEN•Tijdstip waarop ze moeten worden betaald• Eigen vermogen• Lang vreemd vermogen• Kort vreemd vermogen

BALANS

BEZITTINGEN•Toenemende liquiditeit• Vaste activa• Vlottende activa• Liquide middelen

Page 50: Boekhouden les 1

Veranderingen balans

• Veranderingen bezittingen en schulden• Veranderingen eigen vermogen

• Resultatenrekening: de oorzaken van de veranderingen in het eigen vermogen als gevolg van bedrijfsactiviteiten (produceren en realiseren)

Page 51: Boekhouden les 1

Opgave 206

Page 52: Boekhouden les 1

Opgave 206BALANS per 1-7

Kasgeld 560 Crediteuren 16.400

Voorraad 23.500

Bank 1.750 Lening 2.000

Inventaris 8.000

Debiteuren 1.190

Telling 35.000 Telling 35.000

Eigen vermogen 16.600

Page 53: Boekhouden les 1

Opgave 206

• 1 juli: een debiteur betaalt per kas• Omzetten ene productiemiddel (debiteur) in

het andere productiemiddel (kas)

Kas

AAN Debiteuren

Page 54: Boekhouden les 1

Opgave 206BALANS per 2-7

Kasgeld 1.110 Crediteuren 16.400

Voorraad 23.500

Bank 1.750 Lening 2.000

Inventaris 8.000

Debiteuren 640

Telling 35.000 Telling 35.000

Eigen vermogen 16.600

Page 55: Boekhouden les 1

Opgave 206

• 6 juli: inkoop op rekening• Er is sprake van een investering (aanschaf

productiemiddel) dat gefinancierd wordt met een uitgestelde betaling (crediteur).

VoorraadAAN Crediteuren

Page 56: Boekhouden les 1

Opgave 206BALANS per 6-7

Kasgeld 1.110 Crediteuren 22.400

Voorraad 29.500

Bank 1.750 Lening 2.000

Inventaris 8.000

Debiteuren 640

Telling 41.000 Telling 41.000

Eigen vermogen 16.600

Page 57: Boekhouden les 1

Opgave 206

• 14 juli: Betaling aan een leverancier• Door afname van het productiemiddel bank

wordt een deel van een financiering (de crediteur) afgelost.

CrediteurenAAN Bank

Page 58: Boekhouden les 1

Opgave 206BALANS per 14-7

Kasgeld 1.110 Crediteuren 21.400

Voorraad 29.500

Bank 750 Lening 2.000

Inventaris 8.000

Debiteuren 640

Telling 40.000 Telling 40.000

Eigen vermogen 16.600

Page 59: Boekhouden les 1

Opgave 206

• Contancte inkoop van voorraad• Het ene productiemiddel (kas) wordt omgezet

in het andere productiemiddel (voorraad)

VoorraadAAN Kas

Page 60: Boekhouden les 1

Opgave 206BALANS per 26-7

Kasgeld 310 Crediteuren 21.400

Voorraad 30.300

Bank 750 Lening 2.000

Inventaris 8.000

Debiteuren 640

Telling 40.000 Telling 40.000

Eigen vermogen 16.600

Page 61: Boekhouden les 1

Opgave 208

Page 62: Boekhouden les 1

Opgave 208

• 4 juni: inkoop op rekening• Er is sprake van een investering (aanschaf

productiemiddel) dat gefinancieerd wordt met een uitgestelde betaling (crediteur).

VoorraadAAN Crediteuren

Page 63: Boekhouden les 1

Opgave 208BALANS per 4-6

Kasgeld 17.000 Crediteuren 104.000

Voorraad 144.000

Bank 35.000

Debiteuren 40.000

Telling 236.000 Telling 236.000

Eigen vermogen 132.000

Page 64: Boekhouden les 1

Opgave 208

• 8 juni: Verkoop op rekening• Een productiemiddel (voorraad) wordt

opgeofferd (kosten, dus een daling van het eigen vermogen). Tegelijkertijd is er sprake van een realisatie (opbrengsten, dus een stijging van het eigen vermogen).

• Per saldo is er winst, een stijging van het EVJournaalpost doen we bij H6

Page 65: Boekhouden les 1

Opgave 208BALANS per 8-6

Kasgeld 17.000 Crediteuren 104.000

Voorraad 94.000

Bank 35.000

Debiteuren 112.000

Telling 258.000 Telling 258.000

Eigen vermogen 154.000

Page 66: Boekhouden les 1

Opgave 208

• 13 juni: een debiteur betaalt per kas• Omzetten ene productiemiddel (debiteur) in

het andere productiemiddel (kas)

DebiteurenAAN Kas

Page 67: Boekhouden les 1

Opgave 208BALANS per 13-6

Kasgeld 23.000 Crediteuren 104.000

Voorraad 94.000

Bank 35.000

Debiteuren 106.000

Telling 258.000 Telling 258.000

Eigen vermogen 154.000

Page 68: Boekhouden les 1

Opgave 208

• 18 juni: Betaling van een leverancier• Door afname van het productiemiddel bank

wordt een deel van een financiering (de crediteur) afgelost.

CrediteurenAAN Bank

Page 69: Boekhouden les 1

Opgave 208BALANS per 18-6

Kasgeld 23.000 Crediteuren 90.000

Voorraad 94.000

Bank 21.000

Debiteuren 106.000

Telling 244.000 Telling 244.000

Eigen vermogen 154.000

Page 70: Boekhouden les 1

Opgave 208

• 25 juni: Verkoop op rekening• Een productiemiddel (voorraad) wordt

opgeofferd (kosten, dus een daling van het eigen vermogen). Tegelijkertijd is er sprake van een realisatie (opbrengsten, dus een stijging van het eigen vermogen).

• Per saldo is er winst, een stijging van het EVJournaalpost doen we bij H6

Page 71: Boekhouden les 1

Opgave 208BALANS per 25-6

Kasgeld 47.000 Crediteuren 90.000

Voorraad 78.000

Bank 21.000

Debiteuren 106.000

Telling 252.000 Telling 252.000

Eigen vermogen 162.000

Page 72: Boekhouden les 1

Opgave 208

• 30 juni: Betalingen in verband met de productiekosten in de maand juni: de huurkosten, de loonkosten en overige kosten.

Journaalpost doen we bij H6

Page 73: Boekhouden les 1

Opgave 208BALANS per 30-6

Kasgeld 47.000 Crediteuren 90.000

Voorraad 78.000

Bank 9.000

Debiteuren 106.000

Telling 240.000 Telling 240.000

Eigen vermogen 150.000