113
Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert voorontwerp Bijlagen bij de toelichting

Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

  • Upload
    others

  • View
    8

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

BestemmingsplanBegraafplaats Ambachtsherenweg in Klundertvoorontwerp Bijlagen bij de toelichting

Page 2: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

BestemmingsplanBegraafplaats Ambachtsherenweg in Klundertconcept

Page 3: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Bijlage 1 Bodemonderzoek

4

Page 4: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

BestemmingsplanBegraafplaats Ambachtsherenweg in Klundertconcept

Page 5: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

RapportHistorisch onderzoek Ambachtsherenwegte Klundert

projectnr. 264083revisie 01februari 2014

Auteur

ing. J.C.M. Lexmond

Opdrachtgever

Gemeente MoerdijkPostbus 44760 AA Zevenbergen

datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave

07-02-2014 Definitief rapport J.C.M. Lexmond A.W.J. Hendrikx

Page 6: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Rapport Historisch onderzoek Ambachtsherenweg te Klundert

Projectnr. 264083februari 2014, revisie 01

blad 1 van 7ow 4.1

Inhoud blz.

1 Inleiding ................................................................................................................................ 22 Vooronderzoek...................................................................................................................... 32.1 Algemeen.............................................................................................................................. 32.2 Terreinbeschrijving................................................................................................................ 33 Resultaten vooronderzoek..................................................................................................... 43.1 Archieven .............................................................................................................................. 43.2 Bodemkwaliteits- en functiekaart .......................................................................................... 43.2.1 Bodemkwaliteitskaart............................................................................................................ 43.2.2 Functiekaart .......................................................................................................................... 43.3 Bodemloket........................................................................................................................... 43.4 Historisch kaartmateriaal....................................................................................................... 53.5 Terreininspectie..................................................................................................................... 63.6 Overige gegevens .................................................................................................................. 63.7 Toekomstig gebruik ............................................................................................................... 63.8 Hypothese............................................................................................................................. 64 Conclusie en aanbevelingen................................................................................................... 7

Bijlagen1. Rapport Bodemloket

2. Historische kaarten

3. Foto's onderzoekslocatie

Tekeningen264083-O-1 Overzichtstekening met ligging locatie

Copyright © 2014Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk,fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.

Page 7: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Rapport Historisch onderzoek Ambachtsherenweg te Klundert

Projectnr. 264083februari 2014, revisie 01

blad 2 van 7ow 4.1

1 InleidingIn opdracht van gemeente Moerdijk is door Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. in november 2013 (per 1januari 2014 Antea Nederland B.V.) een historisch onderzoek uitgevoerd ter plaatse van deAmbachtsherenweg te Klundert.

AanleidingDe aanleiding tot het onderzoek wordt gevormd door de voorgenomen bestemmingsplanwijziging.

DoelHet doel van dit vooronderzoek is het vaststellen of en waar op de onderzoekslocatie sprake is vanverdachte activiteiten en/of eventuele bekende bodemverontreinigingen. Op basis van de verzameldeinformatie is vervolgens een onderzoeksstrategie geformuleerd die voor het uit te voerenbodemonderzoek dient te worden gehanteerd.

Onderzoeksstrategie en kwaliteitHet historisch onderzoek is gebaseerd op de richtlijnen uit de NEN 5725 (Strategie voor het uitvoerenvan vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, NNI, januari 2009).

Er wordt opgemerkt dat de voor het historisch onderzoek geraadpleegde bronnen niet altijd zonderfouten en volledig zijn. Voor het verkrijgen van historische informatie is Antea Group wel afhankelijk vandeze bronnen, waardoor Antea Group niet kan instaan voor de juistheid en volledigheid van deverzamelde historische informatie.

In dit rapport wordt verslag gedaan van de uitgevoerde werkzaamheden en worden de resultaten vanhet onderzoek beschreven.

Vermeld dient te worden dat de verantwoordelijkheid voor de resultaten van onderhavig onderzoekworden beperkt tot de aan deze resultaten ten grondslag liggende en op het moment van onderzoek terbeschikking staande gegevens.

Page 8: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Rapport Historisch onderzoek Ambachtsherenweg te Klundert

Projectnr. 264083februari 2014, revisie 01

blad 3 van 7ow 4.1

2 Vooronderzoek

2.1 Algemeen

Ten behoeve van het opstellen van een hypothese voor het werkgebied is een vooronderzoekuitgevoerd op basis van de NEN 5725 (strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennenden nader onderzoek, NNI, januari 2009). Op basis van de verzamelde basisinformatie, de aanleiding vanhet onderzoek en de mate van verdachtheid van de onderzoekslocatie is gekozen voor een standaardvooronderzoek dat zich alleen richt op het werkgebied en de direct aangrenzende percelen (tot eenmaximale afstand van 50 meter van het werkgebied).

In dit kader zijn de volgende bronnen geraadpleegd:

Landelijk Bodemloket (www.bodemloket.nl);

Archief gemeente Moerdijk (via Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant);

Internetsite 'www.watwaswaar.nl' (historisch kaartmateriaal).

Daarnaast is door een medewerker van Antea Group een terreininspectie uitgevoerd.

2.2 Terreinbeschrijving

Het onderzoeksgebied betreft de uitbreiding van de huidige begraafplaats aan de Ambachtsherenweg teKlundert. De locatie heeft een oppervlakte van circa 2.000 m

2. Het terrein is in gebruik als speelweide

gras).

De onderzoekslocatie is in rood weergegeven op onderstaande luchtfoto. In bijlage 3 zijn enkele foto'svan de onderzoekslocatie opgenomen.

(Bron: Google Maps)

Page 9: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Rapport Historisch onderzoek Ambachtsherenweg te Klundert

Projectnr. 264083februari 2014, revisie 01

blad 4 van 7ow 4.1

3 Resultaten vooronderzoek

3.1 Archieven

Bij de gemeente Moerdijk (die hiervoor de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant inschakelen) zijnde archieven onderzocht op aanwezigheid van Hinderwet en/of Milieuvergunningen. Tevens is bekekenof milieucalamiteiten zich hebben voor gedaan.

Door de Omgevingsdienst is aangegeven dat er geen gegevens in het archief zijn aangetroffen diebetrekking hebben op onderhavige onderzoekslocatie.

3.2 Bodemkwaliteits- en functiekaart

3.2.1 Bodemkwaliteitskaart

De bodemkwaliteitskaart van de gemeente Moerdijk heeft tot 18 december 2013 ter inzage gelegen ophet gemeentehuis. Op basis van de concept bodemkwaliteitskaart wordt de onderzoekslocatie alsschoon (AW2000) beoordeeld.

3.2.2 Functiekaart

De bodemfunctieklassekaart van de gemeente Moerdijk ligt momenteel ook ter inzage. Op de conceptkaart is de toekomstige uitbreiding van de begraafplaats als functie 'wonen' aangeduid.

3.3 Bodemloket

Voor het verkrijgen van in milieuhygiënisch opzicht relevantie informatie van de onderzoekslocatie ende omgeving is onder andere gebruik gemaakt van www.bodemloket.nl. Het Bodemloket is een initiatiefvan de gezamenlijke overheden die bevoegd zijn in het kader van de Wet Bodembescherming (Wbb). Ditzijn de 12 provincies en 30 grotere gemeenten. Deze overheden verzamelen constant gegevens overbodemonderzoeken en bodemsaneringen.

In onderstaande figuur is de onderzoekslocatie in bodemloket weergegeven. De toekomstige uitbreidingvan de begraafplaats is hierin rood gekleurd.

Page 10: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Rapport Historisch onderzoek Ambachtsherenweg te Klundert

Projectnr. 264083februari 2014, revisie 01

blad 5 van 7ow 4.1

Figuur 1: Overzicht bodemloket

(Bron: www.bodemloket.nl)

Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken zijn uitgevoerd.In de directe omgeving is in 2005 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn geenbijzonderheden aangetroffen. De rapportage van het bodemloket is opgenomen in bijlage 1.

3.4 Historisch kaartmateriaal

Het historisch kaartmateriaal is afkomstig van de internetsite "watwaswaar.nl". In bijlage 2 zijn dehistorische kaarten toegevoegd.

Uit deze kaarten blijkt dat de huidige begraafplaats reeds in 1940 op de huidige locatie aanwezig was.De onderzoekslocatie betrof toen nog agrarisch gebied. Tussen 1940 en 1959 is in de directe omgevingvan de locatie gestart met het aanleggen van woonwijken en straten.

Op basis van het historische kaartmateriaal worden geen verontreinigingen verwacht.

Page 11: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Rapport Historisch onderzoek Ambachtsherenweg te Klundert

Projectnr. 264083februari 2014, revisie 01

blad 6 van 7ow 4.1

3.5 Terreininspectie

Op 18 november 2013 is door een medewerker van Oranjewoud (per 1 januari 2014 Antea Group) eenterreininspectie uitgevoerd. In bijlage 3 zijn enkele foto's opgenomen.

Uit de terreininspectie is in de Ambachtsherenweg, ter hoogte van de kruising met de Aleidstraat, eenpeilbuis aangetroffen. Deze peilbuis is waarschijnlijk geplaatst tijdens het in 2005 uitgevoerdeverkennend bodemonderzoek.

Er zijn geen aanvullende bijzonderheden waargenomen.

3.6 Overige gegevens

Tijdens de uitvoering van het historisch onderzoek zijn geen gegevens gevonden over de verbranding ofstort van afval, (her)gebruik van grond of andere bouwmaterialen, het (voormalige) gebruik van asbest,verkaveling, ontgrondingen, aanvullingen, afzetting van bodemvreemd materiaal enonbetrouwbaarheden of tegenstrijdigheden.

3.7 Toekomstig gebruik

In de toekomst wordt de locatie in gebruik genomen als uitbreiding van de begraafplaats.

3.8 Hypothese

De verzamelde informatie geeft geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van (voormalige)bodembedreigende activiteiten (verdachte locaties) op de onderzoekslocatie.

Page 12: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Rapport Historisch onderzoek Ambachtsherenweg te Klundert

Projectnr. 264083februari 2014, revisie 01

blad 7 van 7ow 4.1

4 Conclusie en aanbevelingenOp basis van het vooronderzoek kan worden geconcludeerd dat de verzamelde informatie geenaanwijzingen geeft voor de aanwezigheid van (voormalige) bodembedreigende activiteiten op deonderzoekslocatie.

Indien verkennend bodemonderzoek uitgevoerd worden, kan hiervoor de strategie 'onverdacht' voorworden gehanteerd.

Op basis van de resultaten van eerder uitgevoerde bodemonderzoeken in de regio, dient er rekening teworden gehouden met verhoogde concentraties aan zware metalen in het grondwater.

Antea Nederland B.V.Oosterhout, februari 2014

Page 13: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Bijlage 1: Rapport bodemloket

Page 14: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Bijlage 2: Historische kaarten

1940

1959

Page 15: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

1968

1980

Page 16: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

1989

Page 17: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Bijlage 3: Foto's onderzoekslocatie

Page 18: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken
Page 19: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

TEKENING

Page 20: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

264083-O-1 Overzichtstekening met globale liggingonderzoekslocatie

(Bron: Google Maps)

Tekening is noordelijk gericht. Locatie is rood omrand

Page 21: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Bijlage 2 Watertoets

21

Page 22: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

BestemmingsplanBegraafplaats Ambachtsherenweg in Klundertconcept

Page 23: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting WatertoetsUitbreiding begraafplaats in Klundert

projectnr. 264083revisie 0131 januari 2014

auteur

Opdrachtgever

A. van Beek

Gemeente MoerdijkPostbus 44760 AA Zevenbergen

datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave

januari 2014 Definitief concept P.F.G.M. Kennes E.H. Oude Weernink

Page 24: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectgroep bestaande uit:

Tekstbijdragen:

ografie:

Colofon

Gemeente MoerdijkAntea Group

-

Fot

Vormgeving:Antea Group

Datum van uitgave:31 januari 2014

Contactadres:

Copyright © 2013Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk,fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.

nvt

Beneluxweg 1254904 SJ OOSTERHOUTPostbus 404900 AA OOSTERHOUT

Page 25: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 1 van 14

Inhoud

blz.

1 Inleiding ..............................................................................................................2

2 Huidige situatie....................................................................................................3

2.1 Ligging plangebied ...............................................................................................................3

2.2 Bodem .................................................................................................................................3

2.3 Grondwater .........................................................................................................................4

2.4 Oppervlaktewater................................................................................................................5

2.5 Riolering...............................................................................................................................6

3 Beleid ..................................................................................................................7

4 Randvoorwaarden en uitgangspunten ..................................................................9

4.1 Waterschap Brabantse Delta en gemeente Moerdijk...........................................................9

4.2 Uitgangspunten begraafplaats t.a.v. bodem en water .........................................................9

5 Toekomstige situatie..........................................................................................11

5.1 Ontwikkeling......................................................................................................................11

5.2 Waterkwaliteit ...................................................................................................................11

5.3 Waterkwantiteit ................................................................................................................12

5.4 Onderhoud A-waterloop ....................................................................................................12

5.5 Hemelwaterafvoeren aanliggende wegen..........................................................................12

5.6 Ontwatering begraafplaats ................................................................................................13

5.7 Watervergunning ...............................................................................................................13

Page 26: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 2 van 14

1 InleidingDe gemeente Moerdijk is voornemens de begraafplaats aan de Ambachtsherenweg in Klundert(gemeente Moerdijk) uit te breiden. In het vigerende bestemmingsplan is de voorgenomen uitbreidingniet toegestaan. Om de uitbreiding mogelijk te maken dient het bestemmingsplan te worden aangepast.Onderdeel van de procedure is het doorlopen van een watertoets en het opstellen van eenwaterparagraaf voor het bestemmingsplan.

In de waterparagraaf wordt de huidige- en toekomstige situatie beschreven. Voor de toekomstigesituatie wordt beschreven welke maatregelen genomen moeten worden ten aanzien van hetwatersysteem om te voldoen aan het lokale, regionale en landelijke waterbeleid.

Page 27: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 3 van 14

2 Huidige situatie

2.1 Ligging plangebied

Het plangebied is centraal gelegen in de kern Klundert aan de Ambachtherenweg. Het plangebied wordtin het noorden begrensd door de Ambachtherenweg, in het zuiden door een waterloop, in het westendoor een parkeerplaats en de Schanspoort en in het oosten door de Beatrijsweg. Het plangebied is circa2.000 m

2groot. Het plangebied is in de huidige situatie in gebruik als grasveld met speelvoorzieningen.

Figuur 1 Luchtfoto Klundert met globale ligging plangebied (bron: Google Maps)

2.2 Bodem

MaaiveldhoogteDe maaiveldhoogte in het plangebied is gemiddeld NAP -0,9 m (bron: ahn2).

BodemopbouwDinoloketIn het Dinoloket van TNO is een grondboringen nabij het plangebied gevonden. De boring geeft inzichtin de bodemopbouw tot 4 m - mv. De bodemopbouw is te zien in tabel 1.

Tabel 1 Overzicht grondboring

Boornummer Diepte (m - mv.) Samenstelling

0 - 1,4 Klei

1,4 - 3,7 Veen

B43H1135

3,7 - 4,0 Zand

WateratlasIn de Wateratlas van de Provincie Noord-Brabant wordt de bodem van het gebied beschreven alszeekleigronden: voedselrijk en vochtig tot nat.

Locatie Ambachtsherenweg

Page 28: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 4 van 14

2.3 Grondwater

Grondwatermonitoring gemeente MoerdijkIn figuur 2 is het verloop van de grondwaterstand over de periode januari 2011 t/m juli 2013 in peilbuis6702 van de gemeente Moerdijk in de algemene begraafplaats in Klundert opgenomen. De hoogte vanhet maaiveld nabij peilbuis 6702 is NAP +0,75 m. De bestaande begraafplaats is gedraineerd. Dedrainage watert middels een pomp af naar het gemeentelijk rioolstelsel.

Figuur 2 Verloop grondwaterstand peilbuis algemene begraafplaats Klundert (gemeente Moerdijk)

Op basis van de peilbuis is te zien dat de grondwaterstand ter hoogte van de bestaande begraafplaatskan stijgen tot maximaal NAP 0 m (hoogste) en kan wegzakken tot NAP -1,40 m (laagste). Met eenmaaiveldhoogte nabij de peil van NAP +0,75 m betekent dit een hoogte grondwaterstand van circa 0,75m - mv. en een laagste grondwaterstand van circa 2,15 m -mv. De drians liggen naar verwachting op eenniveau van circa NAP 0,0 m.

DinoloketIn het Dinoloket zijn geen bruikbare peilbuizen in de omgeving van het plangebied gevonden.

Grondwatertrappen WateratlasMet behulp van de grondwatertrappenkaart (bron: Wateratlas provincie Noord Brabant) is vastgesteldwelke grondwatertrappen er voorkomen. Het plangebied zelf is niet beschreven omdat dit binnenbebouwd gebied van Klundert valt, de omgeving van Klundert is wel beschreven. In tabel 2 is te zienwelke grondwatertrappen voorkomen rondom Klundert. De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG)en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) worden gegeven in meters beneden maaiveld (m -mv.).Rondom Klundert komt met name grondwatertrappen VI voor.

Page 29: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 5 van 14

Figuur 3 Overzicht grondwatertrappen (bron: Wateratlas)

Tabel 2 Overzicht grondwatertrappen

Gebied Grondwatertrap GHG (m -mv.) GLG (m -mv.)

Rondom kernKlundert

VI 0,4 - 0,8 > 1,2

Grondwaterstand plangebiedHet plangebied direct naast oppervlaktewater gelegen, dit zal van invloed zijn op de optredendegrondwaterstand. Het waterniveau van het oppervlaktewater ligt rond de NAP -1,90 m. Naarverwachting zal de grondwaterstand ook rond dit niveau liggen. Wel zal tijdens natte periode hetgrondwaterniveau in het plangebied stijgen.

Het plangebied is in de huidige situatie ongedraineerd. Dit betekent dat hoge grondwaterpieken op ditmoment niet worden verlaagd zoals bij de bestaande begraafplaats (het doel van drainage is het beterbeheersen van grondwaterstanden in natte perioden, zodat ongewenst hoge grondwaterstanden nietmeer voorkomen). Om de optredende grondwaterstanden in het plangebied exact vast te stellen wordtgeadviseerd een peilbuis te plaatsen en monitoren in het plangebied.

2.4 Oppervlaktewater

Het plangebied is gelegen in het peilgebied Klundert (Molenvliet) met een zomer- en winterpeil van NAP-1,90 m met een beheersmarge van 0,15 m. De ligging van de waterlopen is weergegeven in figuur 4.Aan de zuidzijde van het plangebied is een categorie A waterloop aanwezig. Bij de aanwezigheid van eencategorie A waterloop dient rekening gehouden te worden met een obstakelvrije zone van 4 meter eneen bebouwingsvrije strook van 5 meter (bron: waterschap Brabantse Delta). De waterloop heeft eendrainerende werking op de omgeving waar de grondwaterstand hoger ligt (zie paragraaf 2.3).

In de huidige situatie wordt de waterloop varend onderhouden door waterschap Brabantse Delta (bron:gemeente Moerdijk).

Page 30: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 6 van 14

Figuur 4 Overzicht waterlopen omgeving plangebied (bron: Waterschap Brabantse Delta)

2.5 Riolering

Door het plangebied lopen hemelwaterleidingen vanuit de Aleidstraat, Odastraat en Beatrijsweg welkeovertollig hemelwater afvoeren op de A-waterloop ten zuiden van het plangebied (zie figuur 6 en figuur8).

In de Ambachtsherenweg en de Beatrijsweg is een vuilwaterstelsel van de gemeente Moerdijk gelegen,in onderstaande figuur is met groene lijnen de ligging van het vuilwaterstelsel te zien.

Figuur 5 Ligging vuilwaterstelsel (groene lijn) omgeving plangebied (bron: gemeente Moerdijk)

Page 31: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 7 van 14

3 BeleidAlgemeenIn 2009 zijn de eerdere beleidsdoelen ten aanzien van water (o.m. Nationaal Bestuursakkoord Water -geactualiseerd, de 4

eNota water, en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)) in concrete beleidsdoelen

en maatregelen vertaald. Deze zijn opgenomen in het Nationale waterplan 2010-2015, het provincialewaterplan Noord-Brabant 2010-2015 en het waterbeheerplan 2010-2015 van waterschap BrabantseDelta. De waterplannen op deze drie niveaus zijn gelijktijdig opgesteld en sluiten inhoudelijk op elkaaraan.

De basisprincipes van bovengenoemd beleid zijn: meer ruimte voor water en het voorkomen vanafwenteling van de waterproblematiek in ruimte of tijd. Dit is uitgewerkt in de twee drietrapsstrategieënvoor: waterkwantiteit (vasthouden, bergen, afvoeren) en waterkwaliteit (schoonhouden, schoon en vuilscheiden, zuiveren).

Europees beleidDoor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft Nederland een resultaatsverplichting voor hetbereiken van de gewenste waterkwaliteit en ecologie van grond- en oppervlaktewatersystemen. Voorgrote wateren of watersystemen, de zogenaamde KRW-waterlichamen, zijn hiertoe doelen opgesteld.De (bindende) maatregelen om de doelen te bereiken zijn vastgelegd in destroomgebiedbeheerplannen. Voor de overige wateren geldt minimaal het stand-still principe.Waterbeheerders mogen hiervoor zelf aanvullende doelen opstellen.

RijksbeleidEen belangrijk instrument voor de uitvoering van het rijksbeleid is de watertoets. De watertoets wordttoegepast op nieuwe ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen en ruimtelijke onderbouwingen.Als een gemeente een ruimtelijk plan wil opstellen, stelt zij de waterbeheerder op de hoogte van ditvoornemen. De waterbeheerder stelt dan een zogenaamd wateradvies op. Het ruimtelijk plan geeft inde waterparagraaf aan hoe is omgegaan met dit wateradvies. In de watertoets worden alle aspecten vanwater meegenomen.

Provinciaal beleidHet Provinciaal Waterplan 2010-2015 is de strategische basis voor het Brabantse waterbeleid en -beheer voor de korte en de lange termijn, rekening houdend met Europese, landelijke, provinciale enregionale doelen, duurzaamheid en klimaatveranderingen. Het is een breed gedragen beleidsplan,omdat het tot stand is gekomen in nauwe samenwerking met talloze belanghebbende (water)partijen inBrabant.

Het Provinciaal Waterplan borduurt ook voort op het beleid en de maatregelen die in hetReconstructieplan en de Verordening Ruimte zijn opgenomen, zoals de reservering voor waterberging.

In de Provinciale milieuverordening Noord-Brabant (PMV) zijn milieuregels opgenomen die hetdrinkwater moeten beschermen. Het grondwater rond de Brabantse drinkwaterwinningen wordtbeschermd met speciale zones.

Regionaal beleidGemeente MoerdijkDe gemeente Moerdijk en Waterschap Brabantse Delta hebben ieder vanuit hun eigenverantwoordelijkheid voor het beheersen van de waterkwantiteit en -kwaliteit gezamenlijk hetwaterplan opgesteld. Het waterplan geeft (beleidsmatige) invulling aan wettelijke verplichtingenwaaronder de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW).Ook zijn de waterhuishoudkundige omstandigheden binnen de gemeente Moerdijk, reeds nu maar zekerin de toekomst, zodanig dat het van groot belang is over een integraal plan te beschikken. Deveranderende neerslagintensiteiten belast het watersysteem steeds zwaarder belast. Daarnaast neemt

Page 32: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 8 van 14

de belasting toe doordat er steeds meer verhard oppervlak bijkomt, zonder dat altijd hydrologischneutraal bouwen wordt toegepast.

De kwetsbaarheid van het watersysteem in Moerdijk is in het verleden al merkbaar geweest en zal enkeltoenemen als er geen maatregelen getroffen worden. In het waterplan worden kansen en knelpunten insamenhang beschouwd en worden passende maatregelen geformuleerd. Hierbij is het van groot belangom de verschillende beleidsterreinen (water, milieu en RO) op de verschillende niveaus (nationaal,provinciaal, regionaal/waterschap en lokaal/gemeente) goed op elkaar af te stemmen.

Waterschap Brabantse DeltaHet waterschap Brabantse Delta is verantwoordelijk voor het waterbeheer in de gemeente. Het gaatdan om het waterkwantiteits en - kwaliteitsbeheer, de waterkeringzorg, waterzuivering, hetgrondwaterbeheer, het waterbodembeheer en vaak ook het scheepvaartbeheer. Het waterschap heeftde grondslag van haar beleid opgenomen in het waterbeheersplan 2010-2015, wat is afgestemd opEuropees, nationaal en provinciaal beleid. Speerpunten uit het waterbeheerplan zijn veiligheid, drogevoeten, voldoende water, gezonde natuur, schoon water, genieten van water en het waterschap alscalamiteitenorganisatie. Het waterschap heeft in een toetsingskader RO “De ruimte blauw geordend”aangegeven wat de ruimtelijke consequenties zijn van het waterbeleid.

Daarnaast heeft het waterschap waar nodig nog toegespitst beleid en beleidsregels op de verschillendethema’s/speerpunten uit het waterbeheersplan en heeft het waterschap een eigen verordening: DeKeur en de legger. De Keur bevat gebods- en verbodsbepalingen met betrekking tot ingrepen dieconsequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer. De legger geeft aan waar dewaterstaatswerken liggen, aan welke afmetingen en eisen die moeten voldoen en wieonderhoudsplichtig is. Veelal is voor deze ingrepen een watervergunning van het waterschap benodigd.De Keur is onder andere te raadplegen via de site van waterschap Brabantse Delta.

Het waterschap hanteert bij nieuwe ontwikkelingen het principe van waterneutraal bouwen, waarbijgestreefd wordt naar het behoud of herstel van de ‘natuurlijke’ waterhuishoudkundige situatie.Vanwege dit principe wordt bij uitbreiding van verhard oppervlak voor de omgang met hemelwateruitgegaan van de voorkeursvolgorde infiltreren, bergen, afvoeren. De technische eisen enuitgangspunten voor het ontwerp van watersystemen zijn opgenomen in de ‘beleidsregel hydraulischerandvoorwaarden 2009’.

WatertoetsHet watertoetsproces is een belangrijk instrument om het waterbelang in ruimtelijke plannen enbesluiten te waarborgen. Het gaat daarbij om alle waterhuishoudkundige aspecten, waaronderveiligheid, wateroverlast, watertekort, waterkwaliteit en verdroging, en om alle wateren: rijkswateren,regionale wateren en grondwater. Het is niet een toets achteraf, maar een proces dat de initiatiefnemervan een ruimtelijk plan en de waterbeheerder in een zo vroeg mogelijk stadium met elkaar in gesprekbrengt.

Page 33: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 9 van 14

4 Randvoorwaarden en uitgangspunten

4.1 Waterschap Brabantse Delta en gemeente Moerdijk

In het kader van de watertoets zijn de randvoorwaarden en uitgangspunten van waterschap BrabantseDelta en de gemeente Moerdijk verzameld. De belangrijkste randvoorwaarden van het waterschap ende gemeente voor het plan zijn hieronder weergegeven:

Uitgangspunt bij de uitbreidingen en nieuwbouw is dat dit hydrologisch neutraal gebeurt;

Bij de uitwerking van het plan moet uitgegaan worden van de randvoorwaarden en uitgangspuntendie zijn opgenomen in de beleidsregels Hydraulische randvoorwaarden 2009 en Keur vanWaterschap Brabantse Delta;

Bij de bouw worden geen milieuvervuilende of uitlogende materialen of stoffen gebruikt, conform

de voorkeursvolgorde: schoonhouden, scheiden, zuiveren;

De voorkeur van het waterschap en gemeente gaan uit naar het infiltreren en/of bergen in eigen

gebied, conform de voorkeursvolgorde: vasthouden/infiltreren, bergen, afvoeren;

Aanlegpeilen dienen afgestemd te worden op de grondwaterstand zodat permanent

grondwateronttrekkende voorzieningen niet nodig zijn;

Bij de berekening van de benodigde waterberging wordt uitgegaan van een benodigde berging

(voor peilbeheerst gebied) voor de toename van het verhard oppervlak van 604 m3/ha bij een

T=100 bui conform de Hydraulische randvoorwaarden 2009 van Waterschap Brabantse Delta;

De waterberging dient bij voorkeur te worden gerealiseerd boven de gemiddeld hoogste

grondwaterstand (GHG) of het zomerpeil;

Verdere afstemming met waterschap Brabantse Delta is nodig ten behoeve van de

Watervergunning in het kader van de Waterwet.

4.2 Uitgangspunten begraafplaats t.a.v. bodem en water

De wens van de gemeente Moerdijk gaat uit naar het begraven in twee lagen. Het begraven dientvolgens de Wet op de Lijkbezorging (2013) te gebeuren, zodat het verteringsproces goed op gang kankomen.

De volgende uitgangspunten zijn, conform de Wet op de Lijkbezorging, van toepassing:

De gronddekking op de bovenste kist dient minimaal 0,65 m te bedragen;

de kistafstand in het verticale vlak is minimaal 0,30 m, de kisthoogte is circa 0,45 m;

de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) bevindt zich dieper dan 0,30 m onder de diepstekist;

de water- en luchtdoorlatendheid moet dusdanig zijn dat een goede vertering van de begravenegegarandeerd is.

Ontwatering begraafplaatsVoor het begraven in het algemeen geldt dat de lijkkisten droog dienen te liggen. Om aan dezevoorwaarde te voldoen zijn er drie opties mogelijk, te weten het ophogen van het terrein, het toepassenvan drainage of beide opties gecombineerd.

In het algemeen geldt voor gebieden met een betrekkelijk hoge grondwaterstand dat een horizontaaldrainagesysteem onder het terrein nodig is met een ringsloot of ringleiding rondom het terrein. Eenringsloot heeft niet alleen een afschermende functie, maar kan ook deel uitmaken van hetwaterafvoersysteem. Bovendien maakt een ringsloot het mogelijk het waterpeil te beheersen. Ook kangekozen worden om het terrein op te hogen om voldoende ontwatering te realiseren.

Page 34: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 10 van 14

Bodem begraafplaatsDe bodem moet bij voorkeur bestaan uit tamelijk grofzandig materiaal, omdat het poriënvolumevoldoende moet zijn om de vereiste gaswisseling op peil te houden. In gebieden met een anderebodemsamenstelling zal men hiermee rekening dienen te houden.

Afwatering begraafplaatsDrainwater van begraafplaatsen kan ongewenste stoffen bevatten. Dit water kan daarom niet zondermeer overal geloosd worden. Het water uit de drainage(ring)leiding dan wel uit de ringsloot dientdaarom te worden verzameld en bij voorkeur te worden geloosd op de gemeentelijke riolering. Bijaanleg van een nieuwe begraafplaats dient met de aspecten (aanleg drainagesysteem, aanwezigheidgemeentelijke riolering) rekening gehouden te worden. Indien er ter plaatse geen gemeentelijkeriolering aanwezig is moet in overleg met de waterkwaliteitsbeheerder (Waterschap Brabantse Delta)een oplossing worden gezocht.

Page 35: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 11 van 14

5 Toekomstige situatie

5.1 Ontwikkeling

Gemeente Moerdijk heeft het voornemen om de bestaande begraafplaats aan de Ambachtsherenweg teKlundert uit te breiden. Het plangebied van de uitbreiding bedraagt circa 2.000 m

2. De uitbreiding wordt

middels een brug verbonden met de bestaande begraafplaats. De speelplek wordt verplaats naar dewestzijde van het plangebied. Het voornemen van de gemeente is om dubbeldiepe graven terealiseren. Door de uitbreiding zal het verhard oppervlak in het plangebied niet toenemen, de padenworden uitgevoerd als halfverharding.

In onderstaand figuur is het ontwerp (september 2013) van de uitbreiding opgenomen.

Figuur 6 Ontwerp uitbreiding begraafplaats Klundert september 2013(bron: gemeente Moerdijk)

5.2 Waterkwaliteit

Afwatering verhard oppervlakHet hemelwater dat terechtkomt op terrein verhardingen wordt beschouwd als schoon wanneer geenmilieuvervuilende of uitlogende materialen of stoffen (zoals lood, koper, zink en zacht PVC) gebruiktworden. Dit schone hemelwater dient gescheiden van het vuilwater te worden verwerkt conform hetbeleid van de gemeente Moerdijk en waterschap Brabantse Delta. Hierbij geldt de voorkeursvolgorde:schoonhouden, scheiden, zuiveren.

Afwatering drainage begraafplaatsDrainwater van begraafplaatsen kan ongewenste stoffen bevatten. Dit water kan daarom niet zondermeer overal geloosd worden. Het water uit de drainageleiding dient daarom te worden verzameld en bijvoorkeur te worden geloosd op de gemeentelijke riolering. Bij de uitbreiding van de bestaandebegraafplaats dient met de aspecten (aanleg drainagesysteem, aanwezigheid gemeentelijke riolering)rekening gehouden te worden.

Page 36: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 12 van 14

Indien afweken wordt van afvoer op het gemeentelijk rioolstelsel (bijvoorbeeld afwatering opoppervlaktewater) moet in overleg met de waterkwaliteitsbeheerder (Waterschap Brabantse Delta) eenoplossing worden gezocht.

5.3 Waterkwantiteit

HemelwaterDoordat de verharding in het plangebied niet toeneemt is er ook geen opgave voor realisatie vanwaterberging voor de toename van verhard oppervlak.

Afwatering drainagePM - In overleg met het waterschap worden afspraken gemaakt over de afwatering van de drainage(omgang drainagewater) die in de uitbreiding wordt aangelegd (afwatering op riolering of afwatering opoppervlaktewater).

5.4 Onderhoud A-waterloop

Watergangen/-partijen met een A-status hebben in principe een onderhoudspad van 4 meter breed en5 meter obstakel vrij aan beide zijden van de waterloop. Bij een boveninsteek van de watergang vanmaximaal 7 meter is eenzijdig onderhoud mogelijk (dient een ontheffing voor te worden aangevraagdmiddels een watervergunning). Bij een bredere watergang (tot maximaal 14 meter) is tweezijdig eenonderhoudspad benodigd.

In de toekomstige situatie is vanwege de uitbreiding de A-waterloop enkel varend te onderhouden, inde huidige situatie wordt de waterloop ook al varend onderhouden. Langs de Beatrijsweg wordt eeninlaatplaats voor een maaiboot gerealiseerd (zie figuur 7) t.b.v. het varend onderhoud.

Figuur 7 Inlaatplaats maaiboot

5.5 Hemelwaterafvoeren aanliggende wegen

Ten behoeve van de uitbreiding van de begraafplaats wordt de hemelwaterleiding vanuit de Odastraatwelke overtollig hemelwater afvoert op de A-waterloop ten zuiden van het plangebied, om deuitbreiding heen gelegd zoals te zien is op onderstaande figuur. De hemelwaterleidingen van deAleidstraat en de Beatijsweg hoeven niet verplaatst te worden ten behoeve van de uitbreiding. Op dezewijze blijft de afwatering van de hemelwaterleidingen gewaarborgd.

Page 37: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 13 van 14

Figuur 8 Aanwezige hemelwaterleidingen

5.6 Ontwatering begraafplaats

Om aan de uitgangspunten in paragraaf 4.2 te voldoen zal in het plangebied bij dubbeldiepe graven deGHG op een diepte van 2,15 m (gronddekking bovenste kist 0,65 m + kisthoogte 1e laag 0,45 m +kistafstand verticale vlak 0,30 + kisthoogte 2e laag 0,45 m + 0,30 m boven GHG) of dieper ten opzichtevan het nieuwe maaiveld dienen te zijn.

De huidige situatie van het plangebied voldoet niet aan dit uitgangspunt. Er moeten dan ookmaatregelen genomen worden om een goede begraving te garanderen bestaande uit zowel eenophoging als het aanbrengen van een ontwatering (drainage) in het terrein.

VoorbeeldEr wordt bij onderstaand voorbeeld vanuit gegaan dat het drainagewater geloosd mag worden op hetoppervlaktewater (hierover dient nog wel afstemming plaats te vinden met het waterschap). Indien ditniet mogelijk is moet er geloosd worden op het vuilwaterstelsel.

Om via vrijverval het drainagewater te kunnen lozen zijn wij uitgegaan van het huidige waterpeil vanNAP -1,90 m met beheersmarge van 15 cm. Geadviseerd wordt het terrein aan te leggen met eenmaaiveldhoogte van NAP +0,50 m (het maaiveld van de bestaande begraafplaats ligt op circa NAP +0,75m). De drainage komt dan op circa NAP -1,65 m te liggen en ligt dan nog circa 0,10 m boven hetoptredende waterpeil (NAP -1,90 met 0,15 m beheersmarge).

De netto ophoging binnen het plangebied bedraagt circa 1,40 m (van NAP -0,90 m naar NAP +0,50 m).Hierbij is zetting van het terrein niet meegerekend.

Voor de ophoging wordt geadviseerd gebruik te maken van tamelijk grofzandig materiaal, omdat hetporiënvolume voldoende moet zijn om de vereiste gaswisseling op peil te houden. Tevens wordtgeadviseerd word om de bestaande kleilaag tussen NAP -0,90 m en NAP -1,65 (diepteligging drainage)ook te verwijderen en te vervangen door grofzandig materiaal.

PM - Door aanleg van drainage zal de grondwaterstand waarschijnlijk verlaagd worden, in overleg metwaterschap Brabantse delta wordt afgestemd hoe hier mee omgegaan wordt.

5.7 Watervergunning

Voor de uitbreiding van de begraafplaats dient in het kader van de Waterwet een watervergunning teworden aangevraagd bij het waterschap. De vergunning heeft betrekking op de volgende onderdelen:

vergunning voor de werkzaamheden binnen de keurzone van een categorie A-waterloop;

Page 38: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Toelichting Watertoets uitbreiding begraafplaats in Klundert

Projectnr. 26408331 januari 2013 , revisie 01

blad 14 van 14

vergunning voor een eventuele bronneringen / bemalingen (bij de aanleg van bijvoorbeeld degrondverbetering) en het lozen van bronneringswater op een waterloop.

Page 39: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Bijlage 3 Archeologisch onderzoek

38

Page 40: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

BestemmingsplanBegraafplaats Ambachtsherenweg in Klundertconcept

Page 41: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/124

Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek dmvboringen (verkennende fase) van het plangebied'Uitbreiding Begraafplaats' aan de Ambachtsherenweg teKlundert, gemeente Moerdijk

projectnr. 264083revisie 0019 december 2013

auteursM.L. CraaneT. van Bostelen

OpdrachtgeverGemeente MoerdijkPostbus 44760 AA Zevenbergen

datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave

19 december 2013 definitief G. Sophie H. Koopmanschap

Page 42: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

2 van 24 v2.0

ColofonTitel: Archeologische Rapporten Oranjewoud 2013/124.

Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek dmv boringen (verkennende fase) van het plangebied'Uitbreiding Begraafplaats' aan de Ambachtsherenweg te Klundert, gemeente MoerdijkAuteur(s): M.L. Craane, T. van Bostelen

Vrijgave KNA 3.2: G. Sophie

ISSN: 1570-6273

© Oranjewoud B.V.Postbus 248440 AA Heerenveen

Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welkeandere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Ingenieursbureau Oranjewoud bv, noch mag het zondereen dergelijke toestemming worden gebruikt, door een derde of voor enig ander werk of doel dan waarvoor het is vervaardigd.

DisclaimerArcheologisch vooronderzoek wordt in zijn algemeenheid uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren d.m.v. boringen,proefsleuven en/of veldkartering. Hoewel Ingenieursbureau Oranjewoud bv de grootste zorgvuldigheid betracht bij het uitvoerenvan het archeologisch onderzoek, is het juist deze steekproefsgewijze benadering die het onmogelijk maakt garanties ten aanzienvan de situatie af te geven op basis van de resultaten van een archeologisch vooronderzoek.

Oranjewoud aanvaardt derhalve op generlei wijze aansprakelijkheid voor schade welke voortvloeit uit beslissingen genomen opbasis van de resultaten van archeologisch (voor)onderzoek.

Page 43: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundertdecember 2013, revisie 00

3 van 24

Inhoud blz.

Administratieve gegevens .................................................................................................................4Samenvatting......................................................................................................................................5

1 Inleiding ..............................................................................................................................................72 Bureauonderzoek...............................................................................................................................92.1 Beschrijving onderzoekslocatie.........................................................................................................92.1.1 Begrenzing onderzoeks- en plangebied ...........................................................................................92.1.2 Huidig en toekomstig gebruik ...........................................................................................................92.1.3 Landschappelijke situatie............................................................................................................... 102.1.4 Historische situatie en mogelijke verstoringen ............................................................................ 112.2 Bekende waarden ........................................................................................................................... 152.2.1 Archeologische waarden ................................................................................................................ 152.2.2 Ondergrondse bouwhistorische waarden..................................................................................... 162.3 Archeologische verwachting .......................................................................................................... 162.3.1 Bestaande verwachtingskaarten.................................................................................................... 162.3.2 Gespecificeerde archeologische verwachting .............................................................................. 182.4 Conclusies en advies voor vervolgonderzoek ............................................................................... 183 Veldonderzoek ................................................................................................................................ 193.1 Doel- en vraagstelling ..................................................................................................................... 193.2 Onderzoeksopzet en werkwijze ..................................................................................................... 193.3 Resultaten........................................................................................................................................ 203.3.1 Bodemopbouw................................................................................................................................ 203.3.2 Archeologie...................................................................................................................................... 214 Conclusies en advies ....................................................................................................................... 224.1 Conclusies........................................................................................................................................ 224.2 (Selectie)advies ............................................................................................................................... 23Literatuur en geraadpleegde bronnen............................................................................................................ 24

Bijlagen1 Archeologische perioden2 AMZ-cyclus3 Boorbeschrijvingen

Kaarten264083-S1 Situatiekaart met locatie boringen

Page 44: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

4 van 24 v2.0

Administratieve gegevens

OW Projectnummer 264083

OM-nummer 59208

Provincie Noord-BrabantGemeente Moerdijk

Plaats KlundertToponiem Ambachtsherenweg

Kaartblad 43HCoördinaten 96157/408896 96288/408892

96160/408882 96287/408859Kadaster

Opdrachtgever Gemeente MoerdijkUitvoerder Oranjewoud

Datum uitvoering 14-11-2013

Projectteam G. Sophie (projectleider & senior KNA-archeoloog)H.J.L.C. Koopmanschap (senior KNA-archeoloog)M.L. Craane (KNA-Archeoloog)T. van Bostelen (fysisch-geograaf)

Bevoegd gezag Gemeente Moerdijk

Adviseur bevoegd gezag Regio West-BrabantMevr. Drs. L. Weterings-Korthorst

Beheer documentatie Oranjewoud AlmereVondstdepot t.z.t Proviniciaal Depot voor Bodemvondsten in 's-Hertogenbosch

Afbeelding 1. Locatie plangebied(Topografische Kaart 1:25.000 (niet op schaal), © Topografische Dienst Kadaster, Emmen)

Page 45: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundertdecember 2013, revisie 00

5 van 24

Samenvatting

In opdracht van de gemeente Moerdijk heeft Ingenieursbureau Oranjewoud BV een bureauonderzoeken een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, verkennende fase, uitgevoerd voorhet plangebied 'Uitbreiding begraafplaats' gelegen aan de Ambachtsherenweg te Klundert in degemeente Moerdijk.

Uit het bureauonderzoek is naar voren gekomen dat er in het plangebied voornamelijk sporen van devesting van Klundert worden verwacht. Meer specifiek betreft dit voor het plangebied een deel van debuitenste grachtengordel die gedurende de nieuwe tijd is verland en afgedekt.

Tijdens het veldonderzoek is in boring 2 en 3 mogelijk de vestinggracht van Klundert aangetroffen. Indeze boring zijn pakketen aangetroffen met verspoeld materiaal in de vorm van klei, plantenresten enbrokken veen. Verdere opvulling heeft plaatsgevonden door antropogene stort en uiteindelijk is degehele gracht hier gedempt en afgedekt met subrecent opgebrachte grond. Tijdens het veldonderzoekzijn binnen de boringen geen intacte archeologische lagen aangetroffen. Bovendien is de nieuwetijdsevulling van de vestinggracht archeologisch weinig interessant waardoor wij vervolg onderzoek niet nodigachten. Wij adviseren het plangebied vrij te geven voor toekomstige ontwikkelingen.

Page 46: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

6 van 24 v2.0

Page 47: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundertdecember 2013, revisie 00

7 van 24

1 InleidingIn opdracht van de gemeente Moerdijk heeft Ingenieursbureau Oranjewoud BV een archeologischbureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, verkennende fase,uitgevoerd voor het plangebied "Uitbreiding begraafplaats" gelegen aan de Ambachtsherenweg teKlundert in de gemeente Moerdijk.

De aanleiding voor het archeologisch onderzoek is de uitbreiding van de begraafplaats van Klundert dieis gelegen direct ten zuiden van het plangebied. Deze uitbreiding gaat waarschijnlijk gepaard metbodemverstorende werkzaamheden. Het archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden in het kadervan een bestemmingsplanprocedure.

Door middel van een archeologisch bureauonderzoek kan een specifiek archeologischverwachtingsmodel worden opgesteld die vervolgens door middel van een inventariserendveldonderzoek door middel van verkennende boringen kan worden getoetst.

Het bureauonderzoek en veldonderzoek zijn uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm NederlandseArcheologie (KNA), versie 3.2.

Page 48: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

8 van 24 v2.0

Page 49: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundertdecember 2013, revisie 00

9 van 24

2 Bureauonderzoek

Het doel van het uitvoeren van een archeologisch bureauonderzoek is het opstellen van eengespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Daarin worden vragen beantwoordzoals; Waar kunnen we wat verwachten? Voor het opstellen van een dergelijke verwachting wordtgebruik gemaakt van reeds bekende archeologische waarnemingen, historische kaarten, bodemkundigegegevens en informatie over de landschappelijke situatie. Een gespecificeerde verwachting gaat in op demogelijke aanwezigheid, het karakter, de omvang, datering en eventuele (mate van) verstoring vanarcheologische waarden binnen het plangebied.

2.1 Beschrijving onderzoekslocatie

2.1.1 Begrenzing onderzoeks- en plangebied

Het is van belang een onderscheid te maken tussen onderzoeksgebied enerzijds en plangebiedanderzijds. Het plangebied wordt het gebied bedoeld waarop de in de inleiding genoemde plannenbetrekking hebben. Binnen dit gebied kunnen eventueel aanwezige archeologische resten wordenverstoord. Het onderzoeksgebied omvat het gebied waarover informatie is verzameld om een goedbeeld te krijgen over de mogelijk aanwezige archeologische sporen in het plangebied. Hetonderzoeksgebied is veelal groter dan het plangebied en verschilt al naar gelang het te onderzoekenaspect. In dit geval betreft het het gebied dat is gelegen binnen een cirkel met een straal van 500 mrondom het plangebied. Binnen deze omvang van het onderzoeksgebied wordt de historischeontwikkeling van Klundert alsmede de landschappelijke ontwikkeling van het gebied inzichtelijkgemaakt.

Het plangebied wordt begrensd door de Ambachtsherenweg in het noorden, de Beatrijsweg in hetoosten, de huidige begraafplaats in het zuiden en de Schanspoort in het westen. De oppervlakte van hetplangebied bedraagt circa 2.500 m2.

2.1.2 Huidig en toekomstig gebruik

Huidig gebruik plangebiedHet plangebied is momenteel in gebruik als groenstrook met enkele kinderspeeltoestellen.

Afbeelding 2. Luchtfoto van het plangebied

Consequenties toekomstig gebruikDe begraafplaats die is gelegen ten zuiden van het plangebied wordt met het plangebied uitgebreid.Vanwege de hoge grondwaterstand wordt het plangebied opgehoogd zodat de begravingen niet te diep

Page 50: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

10 van 24 v2.0

in de oorspronkelijke bodem dienen te worden begraven. Op basis van de huidige informatie is nietbekend hoe diep de begravingen gemeten vanaf het huidige maaiveld zullen plaatsvinden.

2.1.3 Landschappelijke situatie

GeologieHet onderzoeksgebied ligt in het holocene zeekleigebied nabij de overgang naar de pleistocenezandgronden. De diepere ondergrond bestaat uit dekzanden die dateren uit de laatste ijstijd, hetWeichselien, en behoren tot de Formatie van Boxtel. Het materiaal van deze formatie isvan eolische en fluvioperiglaciale oorsprong. Gedurende het Midden-Weichselien (ook welPleniglaciaal genoemd) heerste er een periglaciaal klimaat en was de vegetatie schaars, waardoorop grote schaal verstuivingen konden optreden. Hierbij werd het aanwezige zand door de windopgenomen en elders weer afgezet in de vorm van dekzand.

Als gevolg van een warmer wordende klimaat aan het begin van het Holoceen steeg de zeespiegel.Door de met de zeespiegelstijging samenhangende stijging van het grondwater vormde zich veenop het pleistocene landschap (Basisveen Laag, Nieuwkoop Formatie). Dit gebeurde eerst in delagere delen van het landschap en naarmate het grondwater verder steeg, later ook in de hogeredelen van het landschap. De Basisveen Laag is, voor zover niet geërodeerd, sterk samengeperst enkeledecimeters dik.

Terwijl in het Atlanticum de zee vanuit het westen het veen overstroomde en zeeklei werd afgezet, bleefhet gebied ten zuiden van de lijn Steenbergen, Oud-Gastel, Oudenbosch en Hoeven buiten de marieneinvloedssfeer en kon het veen zich ongestoord verder ontwikkelen.Aan het begin van het Subboreaal nam de mariene invloed af door de vorming van een schoorwallangs de kust.

Het veen breidde zich uit en overdekte de zeekleiafzettingen. Dit veen wordt gerekend tot hetHollandveen Laagpakket binnen de Nieuwkoop Formatie. Het veengebied werd in het westen begrensddoor de rivier de Schelde die ten zuiden van het huidige eiland Tholen naar het westen afboog.De Striene, een zijtak van de Schelde, die dwars door het huidige eiland Tholen naar het noordenstroomde en in de Maas uitmondde, vormde de andere begrenzing. Ten noorden werd het gebiedbegrensd door de Maas, waarin ook de voornaamste Rijntak, de Merwede, uitmondde. Door hetveengebied stroomde verschillende waterlopen, waarvan de Vliet, de Dintel en de Mark devoornaamste waren. Vooral de Mark was waarschijnlijk voor Klundert al vanaf het pleistoceen vanbelang, al is de exacte loop ervan nog een punt van discussie1. De veenvorming begon met rietgroeigevolgd door broekveen in een voedselrijk (eutroof) milieu. Daarna ontstond in een voedselarmer milieueen mesotrofe vegetatie (zeggen, waterdrieblad), die op haar beurt weer plaats maakte voor een geheelop regenwater aangewezen plantengroei, waarin het veenmos domineerde.

Afgezien van enkele regionale onderbrekingen tijdens het Subboreaal, kwam in het Subatlanticumdefinitief een einde aan de veengroei. Het veen raakte overstroomd door brak of zout water.Hierbij ontstonden verschillende getijdegeulen en -kreken, van waaruit het veen en soms zelfs hetpleistocene dekzand werd aangetast en bedekt met zeeklei. In de Late Middeleeuwen ontstonden tenwesten van het onderzoeksgebied verschillende zeegaten, de Grevelingen, het Volkerak, het Haringvlieten het Hollandsch Diep. In deze perioden zorgden zowel de agrarische ontginning van het veen maarvooral de turfwinning en de selnering voor een aanzienlijke maaivelddaling2. Hierdoor kreeg de zeesteeds meer toegang tot het gebied. Verschillende stormvloeden zorgden voor veel landverlies.

Geomorfologie en AHNOp de geomorfologische kaart in Archis2 is het plangebied niet gekarteerd omdat het gelegen is binnende bebouwde kom van Klundert. Extrapolatie van de wel gekarteerde zones nabij het plangebied leidt

1 Groot et al. 20132 Leenders 1989

Page 51: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundertdecember 2013, revisie 00

11 van 24

tot de conclusie dat er in het plangebied mogelijk sprake is van een getij-inversierug (3K33), of eenvlakte van getijafzettingen (2M35).

Afbeelding 3. AHN van het plangebied (noord-georiënteerd) (www.ahn.nl)

Op de AHN is duidelijk te zien dat de begraafplaats (ten zuiden van het plangebied) al is opgehoogd endat het plangebied gelegen is op hetzelfde niveau als de omgeving. Het plangebied is gelegen op circa0,7 - 0,9 m - NAP. Ten opzichte van de omgeving ligt het plangebied in een relatief nat en laag gebied.

Bodem en grondwaterOp de bodemkaart in Archis2 is het plangebied ook niet gekarteerd omdat het gelegen in binnen debebouwde kom van Klundert. Extrapolatie van de bodemgegevens uit de omgeving leidt tot deveronderstelling dat er in het plangebied sprake is van kalkrijke poldervaaggronden met eenbouwvoorzwaarte van zware zavel (Mn25a) of lichte klei (Mn35a). De mogelijke grondwatertrapbedraagt V of VI. Bij grondwatertrap V bedraagt de gemiddeld hoogte grondwaterstand (GHG) minderdan 40 cm beneden maaiveld en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) meer dan 120 cmbeneden maaiveld. Bij grondwatertrap VI is er een GHG van 40 cm - 80 cm benden maaiveld en ook eenGLG van meer dan 120 cm beneden maaiveld.

2.1.4 Historische situatie en mogelijke verstoringen

BewoningsgeschiedenisRond 1250 ontstond het dorp "Die Overdraghe". Dit dorp ontleende zijn naam aan het riviertje waaraanhet was gelegen. Toen het riviertje verzandde, werd een nieuw vaarwater gegraven: De Niewervaert.Het dorp nam spoedig deze naam over en heette daarna Niervaart. Later werd aan Niervaart nog DeClundert toegevoegd, een naam die is afgeleid van de term klont turf. Het is niet bekend of Niervaart isverdwenen of dat Klundert bovenop de resten van Niervaart is gesticht.

In 1357 kreeg Klundert, dat tot 1813 tot het Gewest Holland behoorde, stadsrechten. In 1362 werd heteen eigen Heerlijkheid, dat onderdeel uitmaakte van het bezit van de Nassaus. Tot 1881 is veel landbinnen eigendom van dit adellijk en later koninklijk gebleven. In dat jaar werden de landerijenstaatseigendom.

In 1420 brandde de stad Klundert af. Het jaar daarop werd het gehele gebied overstroomd tijdens deSint-Elisabethsvloed. Er werd snel begonnen met het terugwinnen van het land op het water. In 1558werd een dijk aangelegd langs het Hollands Diep en op de plaats waar eens Niervaart had gelegen

Page 52: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

12 van 24 v2.0

ontstond de Groote Polder. Op die plaats werd toen het 'nieuwe' dorp De Clundert aangelegd. Het dorpwerd planmatig gesticht en kreeg een regelmatig stratenpatroon. Hoewel de stichting van Klundertoorspronkelijk een project was om via pacht en belastingen winst op te leveren, werd de strategischepositie van 1568, het begin van de Tachtigjarige Oorlog, steeds belangrijker.In 1583 kreeg de stad zijn vestingwerken die zijn aangelegd op last van Willem van Oranje. Vanaf toenwas Klundert, samen met het nabijgelegen Willemstad, een onderdeel van de Stelling van hetHollandsch Diep en het Volkerak. Klundert is echter nooit belegerd door de Spanjaarden: het werd goedbeschermd, onder meer door een schip van oorloghe dat in de Roode Vaart was gelegen. Omdat deprinsen van Oranje in Klundert bezittingen hadden werd er goed voor de stad gezorgd en werden ergeschenken gegeven aan de stedelijke bevolking zoals het raadhuis.

Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog werd Klundert in 1944 door terugtrekkende Duitsetroepen in brand gestoken. Bij de watersnoodramp in 1953 overstroomde 90% van haar grondgebied.Vanaf toen is de stad rigoureus gerestaureerd. Ook de omwalling is van 1931 tot 1979 grondiggerestaureerd, en tegenwoordig zijn ze zelf een bezienswaardigheid.

Vanwege de ligging aan het water heeft Klundert ook een gunstige economische ligging. Oorspronkelijkkon men vanaf het noorden van het Hollandsch Diep naar Klundert varen. Toen de haven in Klundertverzandde, kwam in Noordschans een haven te liggen. Ook kon vroeger via Roode Vaart en MooieKeene via Klundert naar de Dintel worden gevaren. In 1840 was er de nodige economische activiteit inde vorm van een houtzaagmolen, een oliemolen, een zeepziederij en een bierbrouwerij.Vanaf omstreeks 1970 werd het Haven- en industriegebied Moerdijk voor een groot deel op Klundertsgrondgebied aangelegd. Vanaf 1997 maakt Klundert deel uit van de gemeente Moerdijk.3

Historische kaartenUit de historische kaarten is op te maken dat in elk geval vanaf 1869 de begraafplaats in gebruik was endat het plangebied (en de begraafplaats) gelegen in op de uitlopers van de vesting. Het plangebied isgelegen naast één van de toegangswegen tot de vesting.

Rond 1940 heeft er in de westelijke helft van het plangebied bebouwing gestaan en is de omgeving vanhet plangebied ontwikkeld.

Afbeelding 4. Kadastrale minuut 1811-1832 (het noorden is links op de afbeelding)(bron: www.watwaswaar.nl)

3 http://www.regionaalarchiefwestbrabant.nl/historie/moerdijk/klundert

Page 53: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundertdecember 2013, revisie 00

13 van 24

Afbeelding 5. Topgrafische kaart 1869 (noord-georiënteerd) (bron: www.watwaswaar.nl)

Afbeelding 6. Topografische kaart 1872 (noord-georiënteerd) (bron: www.watwaswaar.nl)

Afbeelding 7. Topografische kaart 1900 (noord-georiënteerd) (bron: www.watwaswaar.nl)

Page 54: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

14 van 24 v2.0

Afbeelding 8. Topografische kaart 1940 (noord-georiënteerd) (bron: www.watwaswaar.nl)

Afbeelding 9. Topografische kaart 1959(noord-georiënteerd) (bron: www.watwaswaar.nl)

Mogelijke verstoringenEr zijn geen recente verstoringen bekend voor het plangebied, binnen het plangebied bevinden zichalleen enkele kabels en leidingen.

Page 55: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundertdecember 2013, revisie 00

15 van 24

2.2 Bekende waarden

2.2.1 Archeologische waarden

Afbeelding 10. Onderzoeksmeldingen, vondstmeldingen, waarnemingen en archeologische monumenten uitarchis2 (bron: archis2.archis.nl)

Gegevens uit ARCHIS: AMK-terreinenHet plangebied is gelegen op circa 100 m ten oosten van een terrein van hoge archeologische waarde, teweten de oude stadskern van Klundert (monumentnummer 16824). Dit terrein kent geen verderebescherming.

Gegevens uit ARCHIS: archeologische waarnemingenWaarneming 22168 (op circa 500 m ten westen van het plangebied) betreft de locatie van eenteruggevonden gewelf uit vermoedelijk een ravelijn van de vesting.Waarneming 32973 (gepositioneerd op circa 400 m ten zuidwesten van het plangebied) betreft deveronderstelde locatie van het middeleeuwse dorp Nieuwoort (of Niervaart), de voorloper van hethuidige Klundert. De waarneming is dan ook administratief op deze locatie gezet, maar betreft degehele omvang van het middeleeuwse dorp.

Gegevens uit ARCHIS: eerdere onderzoekenIn het plangebied zijn, voor zover geregistreerd in Archis2, nog geen eerdere archeologischeonderzoeken uitgevoerd.Op circa 250 m ten zuidwesten van het plangebied zijn een bureau- en booronderzoek(onderzoeksmelding 27970) en een archeologische begeleiding (onderzoeksmelding 31492, waarneming414858) uitgevoerd op een plangebied aan de Oosterstraat 4-6 in Klundert. Het plangebied bleek sterkverstoord te zijn door de aanleg van opslagtanks. Ten zuiden daarvan is ook een bureauonderzoek aande Oosterstraat 18a uitgevoerd (onderzoeksmelding 25721). Hierbij werd een vervolgonderzoekgeadviseerd.

Page 56: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

16 van 24 v2.0

Op circa 350 m ten zuiden van het plangebied is aan de Blauwe Sluisdijk een proefsleuvenonderzoek(onderzoeksmelding 33982) uitgevoerd. Hierbij zij alleen sporen van moderne drainage, de voormaligevleesfabriek en gevechtshandelingen uit de Tweede Wereldoorlog aangetroffen.Op circa 400 m ten zuiden van het plangebied is in het kader van de EVZ Keenehaven eenbureauonderzoek uitgevoerd (onderzoeksmelding 48073). Hierin is geen vervolgonderzoek geadviseerdomdat het archeologisch sporenniveau niet verstoord zal worden door de ingreep.In geen van deze onderzoeken zijn sporen aangetroffen van voor de nieuwe tijd, op basis hiervanworden binnen het plangebied geen archeologische resten verwacht van de late middeleeuwen ofouder.

2.2.2 Ondergrondse bouwhistorische waarden

Er is geen bebouwing aanwezig in het plangebied en er zijn dan ook geen bouwhistorische waardenaanwezig. Er kan niet worden uitgesloten dat een deel van de (NTA) vestinggracht wordt aangetroffen.

2.3 Archeologische verwachting

2.3.1 Bestaande verwachtingskaarten

IKAWDe Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) is een door de Rijksdienst voor het CultureelErfgoed opgestelde kaart waarop aan de hand van eerder gedane archeologische waarnemingen en debodemkundige gegevens is aangegeven wat de kans is in een bepaald gebied archeologie aan te treffen:laag, middelhoog of hoog. Zoals de naam al aangeeft gaat het hier - vanwege schaal en extrapolatie -slechts om een ruwe indicatie. Op de IKAW heeft het plangebied een lage archeologische verwachting.

Provinciale verwachtingskaartOp de cultuurhistorische waardenkaart van de provinice Noord-Brabant is het plangebied gelegen in deregio Zeekleigebied.

Gemeentelijke verwachtingskaartTen gevolge van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg is de verantwoordelijkheid voorarcheologie(beleid) bij de gemeentelijke overheid neergelegd. Gemeenten dienen archeologie te borgenin hun ruimtelijk beleid, door o.a. dubbelbestemmingen voor archeologie op te nemen. Om dat tekunnen doen hebben veel gemeenten een grondgebied dekkende archeologische informatiekaart latenopstellen. Op basis van deze kaart is een beleidskaart vervaardigd waarmee archeologie in debestemmingsplannen verwerkt kan worden en middels een archeologie- of erfgoedverordening kan hetaspect archeologie voor bestemmingsplannen die (nog) niet 'archeologie-proof' zijn, worden geborgd.

Op de archeologische informatiekaart van de gemeente Moerdijk4 (afbeelding 11) is te zien dat hetplangebied valt binnen de periferie van de vesting van Klundert. Het is dan ook mogelijk dat er restenvan de vesting, of resten die daarmee geassocieerd worden in het plangebied kunnen wordenaangetroffen. De archeologische beleidskaart van de gemeente Moerdijk (afbeelding 12) is hiervanafgeleid. Het plangebied is gelegen in archeologisch beleidsadviesgebied 4. Hierbij is archeologisch(voor) onderzoek verplicht bij bodemingrepen met een oppervlakte van meer dan 90 m2 die de bodemmeer dan 30 cm beneden maaiveld zal verstoren. Het beleid is nog niet officieel vast gesteld en het isdan eigenlijk ook alleen mogelijk om de archeologische informatiekaart te gebruiken, zonder daaraanhet beleid te koppelen.

In verband met de wijziging van de functie van het plangebied (groen naar begraafplaats) wordt er eenbestemmingsplanprocedure doorlopen voor het plangebied. In het kader van het opstellen daarvan isdit bureauonderzoek en booronderzoek uitgevoerd.

4 de Groot et al. 2013

Page 57: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundertdecember 2013, revisie 00

17 van 24

Afbeelding 11. archeologische informatiekaart van het plangebied (noord-georiënteerd) (de Groot et al. 2013)

Afbeelding 12. archeologische beleidskaart (noord-georiënteerd) (de Groot et al. 2013)

Page 58: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

18 van 24 v2.0

2.3.2 Gespecificeerde archeologische verwachting

Op basis van de hiervoor besproken gegevens kan het volgende gespecificeerde verwachtingsmodelworden opgesteld.

DateringDe hoogste verwachting geldt voor de periode nieuwe tijd. Vanwege de vele overstromingenen de verveningen in de late middeleeuwen in de voorafgaande periodes wordt de kans opoudere sporen klein geacht.

ComplextypeUit de nieuwe tijd worden met name resten van de vestingwerken verwacht.

OmvangLosse puntvondsten

DiepteliggingIn principe in de top van het intact Hollandveen, maar bij het aantreffen van verslagen veenof verspoeld materiaal is de kans op het aantreffen van intacte vondsten uit oudere periodenklein.

LocatieBinnen het gehele plangebied, maar vooral in de westelijke helft kunnen resten van denieuwetijdse grachtvulling worden aangetroffen.

Uiterlijke kenmerkenBinnen het plangebied worden vooral resten verwacht die samenhangen met denieuwetijdse omgrachting van Klundert. Binnen het plangebied wordt hier voornamelijk eengrachtvulling verwacht uit de nieuwe tijd. De grachtvulling kan bestaan uit verspoeld veen enklei in combinatie met antropogeen stort waarmee de gracht kan zijn gedempt.Te verwachten vondstmateriaal bestaat hier voornamelijk uit keramiek en bouwafval, maaroverige vondstcategorieën als metaal, hout, bot e.d. kunnen niet worden uitgesloten.

Mogelijke verstoringenEr zijn geen specifieke recente verstoringen bekend.

2.4 Conclusies en advies voor vervolgonderzoek

Uit het bureauonderzoek blijkt dat er in het plangebied voornamelijk resten van de nieuwetijdse vestingvan Klundert worden verwacht, met specifiek binnen het plangebied de demping van de gracht. Het isonbekend hoe diep de archeologische sporen zich eventueel in het plangebied zouden bevinden. Hetuitvoeren van een verkennend booronderzoek zal in elk geval duidelijkheid kunnen geven over dediepteligging van eventuele archeologische sporen, en over de intactheid van het bodemarchief. Dit zalhelpen om te kunnen bepalen of het plangebied in z'n geheel kan worden vrijgegeven voor wat betreftarcheologie of dat vervolgonderzoek noodzakelijk is.

Page 59: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundertdecember 2013, revisie 00

19 van 24

3 Veldonderzoek

3.1 Doel- en vraagstelling

Het doel van het inventariserend veldonderzoek is het toetsen van de archeologischeverwachtingsmodel, zoals deze op basis van het uitgevoerde bureauonderzoek is opgesteld.

Het uitgevoerde onderzoek betreft een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen,verkennende fase. Een verkennend onderzoek heeft als doel het in kaart brengen van eventueleverstoringen in de bodem, het verkrijgen van enig inzicht in de bodemopbouw van het gebied en aldushet in kaart brengen van kansrijke en kansarme zones wat betreft archeologie alsmede het toetsen vande specifieke archeologische verwachting.

Het onderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen:

Wat is de bodemopbouw en zijn er aanwijzingen voor bodemverstoringen?

Is er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig en/of zijn er archeologische indicatoren

aangetroffen die hierop kunnen wijzen? Zo ja, wat is de aard, conserveringstoestand en datering van

deze indicatoren/vindplaats?5

Indien archeologische lagen aanwezig zijn; op welke diepte bevinden deze zich en wat is de

maximale diepte?

Waaruit bestaat of bestaan deze archeologische laag of lagen?

In welke mate wordt een eventueel aanwezige vindplaats verstoord door realisatie van geplande

bodemingrepen?

Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt?

In welke mate stemmen de resultaten van het veldwerk overeen met de verwachtingen van de

bureaustudie?

Wat zijn de aanbevelingen? Is nader onderzoek noodzakelijk? En zo ja, waaruit kan dit bestaan?

3.2 Onderzoeksopzet en werkwijze

Datum uitvoering 27 november 2013

Veldteam Toine van Bostelen - fysisch geograaf

Weersomstandigheden Half bewolkt ca. 8 ⁰C

Boortype Edelman (10cm) in combinatie met guts (3cm)

Positionering boringen(boorgrid)

Boringen evenredig verdeeld over het plangebied

Methode conformLeidraad SIKB6

n.v.t. betreft een verkennend booronderzoek

Oriëntatie grid t.o.v. geo-morfologie/paleo-landschap

n.v.t.

Wijze inmeten boringen GPS

Overige toegepastemethoden

n.v.t.

Wijze onderzoek / NEN5104 en ASB

5 In principe is dit een vraag die thuis hoort bij een karterend onderzoek; immers, een verkennend onderzoeks heeft als doel hetbepalen van de bodemopbouw- en kwaliteit en is niet primair bedoeld om vindplaatsen op te sporen. Hiervoor is de gehanteerdeboordichtheid -en diameter te gering. Echter, omdat het zeker niet uitgesloten is dat er tijdens een verkennend onderzoekindicatoren worden aangetroffen dan wel een vindplaats is deze vraag toch opgenomen.6 Tol e.a. 2012

Page 60: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

20 van 24 v2.0

beschrijving boorkolom

Verzamelwijze archeo-logische indicatoren

Brokkelen en snijden

Bemonstering n.v.t.

Vondstzichtbaarheid aanoppervlak

slecht maaiveld bedekt met gras

Omschrijvingoppervlaktekartering

n.v.t.

3.3 Resultaten

Voor een overzicht van de boringen wordt verwezen naar de boorprofielen in bijlage 3 en desituatiekaart in de kaartenbijlage (264083-S1).

3.3.1 Bodemopbouw

In het plangebied zijn vier boringen gezet met onderling sterke verschillen in bodemopbouw. Hieronderworden de boringen besproken van oost naar west, waarbij de laatste boringen het dichts bij denieuwetijdse vesting van Klundert is gelegen.

Boring 1In boring 1 is een geroerd kleidek aangetroffen op Hollandveen. Het kleidek is duidelijk geroerd en bevatbrokken klei en zand evenals resten baksteen en glas. Dit lijkt voornamelijk (sub)recent bouwpuin tezijn, dit op basis van de fragmenten (recent) vensterglas. Het contact met de onderliggende veenlaag iserosief, zoals ook blijkt uit het feit dat er binnen het kleidek veenbrokken zijn aangetroffen. De top vanhet Hollandveen is hiermee duidelijk aangetast en eventuele archeologische resten op dit niveau zoudenhiermee ook zijn verstoord. Gezien de bodemopbouw is boring 1 gelegen in een komgebied datopgehoogd is ten behoeve van de waterhuishouding.

Boring 2 en 3In zowel boring 2 en 3 zijn diepe (>2m -mv) verstoringen aangetroffen. Het betreft in ieder geval eendeels (sub)recente verstoring, want in boring 2 zijn duidelijk resten plastic aangetroffen in de verstoordegrond tot een diepte van 0,7 m -mv. De rest van dit verstoorde pakket klei bevat verspoeldeplantenresten, brokken veen en klei.

Gezien de ligging van het plangebied kan het zeker niet worden uitgesloten dat de verstoring zoalswaargenomen in de bodemopbouw bij boring 2 en 3 resultaat zijn van de opvulling van (een deel van)de buitenste vestinggracht van Klundert. Na het buiten gebruik raken van de vesting kan door gebrekaan onderhoud langzaam verlanding hebben plaatsgevonden en kunnen delen met afval, puin en lossegrond opgevuld zijn geraakt.

Boring 4In boring 4 is aan het maaiveld onder een dunne bouwvoor een kleilaag aangetroffen met daarinfragmenten baksteen, houtskool en metselpuin. Ook hier lijkt het voornamelijk (sub)recent bouwpuin tebetreffen gebaseerd op het feit dat de bodemopbouw rommelig is wat een indicatie is voor recentevergraving. Het is echter niet geheel uit te sluiten dat deze resten ouder zijn (NTA). Mogelijk is dit deflank van buitenste gracht van Klundert en is de gracht deels met dit materiaal gedempt. Onder dezekleilaag is een gelaagde getijde afzetting aangetroffen. De afzettingen zijn gevormd in een vlakte vangetijdenafzettingen.

Op basis van de boringen is te concluderen dat boring 1 zich bevindt ten oosten van de gracht vanKlundert, hier worden dan ook geen sporen verwacht van de vesting van Klundert. Boring 2 en 3 liggenmogelijk in de buitengracht van Klundert, hier kunnen mogelijk restanten worden aangetroffen van degrachtdemping uit de nieuwe tijd. Boring 4 ligt ten westen van de buitengracht in het gebied tussen debuiten en binnengracht van Klundert, ook hier worden geen sporen van de vesting van Klundertverwacht omdat het gebied niet binnen de vesting zelf is gelegen maar tussen de dubbele

Page 61: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundertdecember 2013, revisie 00

21 van 24

grachtengordel. Samengevat is op basis van de boringen voornamelijk een nieuwetijdse grachtvullingvan de buitgracht van de vesting van Klundert te verwachten. Er zijn binnen deze mogelijkegrachtdemping geen intacte archeologische lagen aangetroffen tijdens het veldonderzoek.

3.3.2 Archeologie

Buiten de restanten baksteen, metselpuin en houtskool zijn er tijdens het veldonderzoek geenarcheologische indicatoren aangetroffen. Het betreft hier hoogstwaarschijnlijk voornamelijk (sub)recentbouwpuin op basis van de aanwezigheid van plastic en recent vensterglas, in boring 4 zou het materiaalmogelijk ouder kunnen zijn. Boring 2 en 3 kunnen mogelijk resten van de vulling van de buitenstevestinggracht bevatten.

Page 62: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

22 van 24 v2.0

4 Conclusies en advies

4.1 Conclusies

Op basis van de hierboven beschreven resultaten wordt hieronder antwoord gegeven op deonderzoeksvragen.

Wat is de bodemopbouw en zijn er aanwijzingen voor bodemverstoringen?

De bodemopbouw is in grote delen van het plangebied sterk verstoord, in boring 2 en 3 tot een

diepte >2,0m -mv. De verstoring kan worden geinterpreteeerd als vulling zijn van de buitenste

vestinggracht van Klundert. Dit betekend dat de geconstateerde verstoring de opvulling betreft die

na het buiten gebruik raken van de vesting in die gracht terecht is gekomen. De gracht is aangelegd

in afzettingen van een komgebied of vlakte van getijdeafzettingen die zijn aangetroffen in boring 1

en 4.

Is er binnen het plangebied een vindplaats aanwezig en/of zijn er archeologische indicatoren

aangetroffen die hierop kunnen wijzen? Zo ja, wat is de aard, conserveringstoestand en datering van

deze indicatoren/vindplaats?

Naast resten van bouwpuin in de verstoorde lagen in het top van het profiel zijn geen archeologische

lagen aangetroffen. Het betreft hier hoogstwaarschijnlijk (sub)recent bouwpuin dat vermengd is

geraakt met de opgebrachte grond waarmee een deel van de buitgracht gedempt kan zijn.

Indien archeologische lagen aanwezig zijn; op welke diepte bevinden deze zich en wat is de maximale

diepte? Waaruit bestaat of bestaan deze archeologische laag of lagen?

Buiten de mogelijke grachtvulling zijn geen archeologische lagen aangetroffen.

In welke mate wordt een eventueel aanwezige vindplaats verstoord door realisatie van geplande

bodemingrepen?

De grachtvulling zoals aangetroffen in boring 2 en 3 kan mogelijk worden aangetast door de aanleg

van het begraafplaats, afhankelijk van de diepte van de begravingen ter plekke. De begraafplaats

wordt voor de aanleg eerst significant opgehoogd voordat daadwerkelijk graven worden gedolven.

De diepte waarop deze graven reiken is nog niet bekend, maar de mate van aantasting hiervan op de

nieuwetijdse grachtvulling wordt als gering ingeschat.

Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt?

Door de begraafplaats voldoende hoog op te hogen zodat de graven niet dieper zullen reiken dan de

recente verstoorde grond, in de huidige situatie tot ca. 0,7 m -mv.

In welke mate stemmen de resultaten van het veldwerk overeen met de verwachtingen van de

bureaustudie?

Er werden uit het bureauonderzoek met name resten verwacht van de vesting van Klundert, deze

zijn tijdens het veldonderzoek mogelijk aangetroffen in de vorm van een vulling van de buitenste

vestinggracht. De ligging hiervan komt goed overeen met de resultaten uit het bureauonderzoek.

Wat zijn de aanbevelingen? Is nader onderzoek noodzakelijk? En zo ja, waaruit kan deze bestaan?

Zie paragraaf 4.2.

Page 63: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundertdecember 2013, revisie 00

23 van 24

4.2 (Selectie)advies

Op basis van de combinatie van het bureauonderzoek en het veldonderzoek is te concluderen dattijdens het veldonderzoek in boring 2 en 3 de buitenste vestinggracht van Klundert is aangetroffen. Nahet buiten gebruik raken van de vesting in de nieuwe tijd is door gebrek aan onderhoud devestinggracht verland en opgevuld met voornamelijk verspoeld materiaal in de vorm van klei,plantenresten en brokken veen. Verdere opvulling heeft plaatsgevonden door antropogene stort uit denieuwe tijd. Uiteindelijk lijkt de gehele gracht te zijn gedempt en afgedekt met een subrecent pakketwaarin plastic en recent vensterglas zijn aangetroffen.

De opvulling van de vestinggracht is archeologisch echter niet heel interessant waardoor wij vervolgonderzoek niet nodig achten. Wel is het raadzaam de begraafplaats niet dieper aan te leggen dan deopvulling/ verstoorde lagen. Wij adviseren het plangebied vrij te geven voor toekomstigeontwikkelingen.

Ook voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat altijd de mogelijkheid dat er tijdensgraafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan vaak kleinesporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden opgespoord. Op grondvan artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt vande vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: telefoon 033-4217456). Eenvondstmelding bij de gemeentelijk of provinciaal archeoloog kan ook.

Ingenieursbureau Oranjewoud B.V.Oosterhout, december 2013

Page 64: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr. 264083 Ambachtsherenweg, Klundert,december 2013, revisie 00

24 van 24 v2.0

Literatuur en geraadpleegde bronnen

Barends et. al., 1986: Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografische benadering. UitgeverijMatrijs, Utrecht.

Berendsen, H.J.A., 2004 (4e druk): De vorming van het land. Inleiding in de geologie en geomorfologie.Van Gorcum, Assen.

Berkel, G. van & K. Samplonius, 2006: Nederlandse plaatsnamen, herkomst en historie. Het Spectrum,Houten.

Groot, N.C.F. de, Wilbers, A.W.E. & Lorenz, S., 2013: Tussen water en land; Archeologische Waarden- enVerwachtingenkaart en advies archeologische beleidskaart van de gemeente Moerdijk. B&G Rapport1134. Noordwijk: IDDS Archeologie.

Leenders, K.A.H.W., 1989: Verdwenen Venen. Een onderzoek naar de ligging en exploitatie van thansverdwenen venen in het gebied tussen Antwerpen, Turnhout, Geertruidenberg en Willemstad. 1250-1750.

Tol, A. , P. Verhagen & M. Verbruggen, 2012: Leidraad inventariserend veldonderzoek. Deel: karterendbooronderzoek. SIKB.

KaartenBodemkaart van Nederland, 1:50000, STIBOKA, kaartblad 43H

Grote Historische Atlas (1830-1855), Wolters Noordhoff, GroningenMinuutplan ca. 1830 (http://www.watwaswaar.nl)

Topografische kaart 1:25000 (http://kadata.kadaster.nl)

Topografisch-militaire kaarten 1879, 1900 ( www.watwaswaar.nl)

Internetwww.watwaswaar.nlwww.kich.nl

Page 65: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

        Bijlage 1: Archeologische perioden 

Page 66: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken
Page 67: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Bijlage 1:  Archeologische perioden  Als bijlage op de resultaten en verzamelde gegevens wordt hieronder een algemene ontwikkeling van de bewonersgeschiedenis in Nederland geschetst. Gedurende het paleolithicum (300.000‐8800 voor Chr.) hebben moderne mensen (homo sapiens) onze streken tijdens de warmere perioden wel bezocht, doch sporen uit deze periode zijn zeldzaam en vaak door latere omstandigheden verstoord. De mensen trokken als jager‐verzamelaars rond in kleine groepen en maakten gebruik van tijdelijke kampementen. De verschillende groepen jager‐verzamelaars exploiteerden kleine territoria, maar verbleven, afhankelijk van het seizoen, steeds op andere locaties.  In het mesolithicum (8800‐4900 voor Chr.) zette aan het begin van het Holoceen een langdurige klimaatsverbetering in. De gemiddelde temperatuur steeg, waardoor geleidelijk een bosvegetatie tot ontwikkeling kwam en de variatie in flora en fauna toenam. Ook in deze periode trokken de mensen als jager‐verzamelaars rond. Voorwerpen uit deze periode bestaan voornamelijk uit voor de jacht ontworpen vuurstenen spitsjes.  De hierop volgende periode, het neolithicum (5300‐2000 voor Chr.), wordt gekenmerkt door een overschakeling van jager‐verzamelaars naar sedentaire bewoners, met een volledig agrarische levenswijze. Deze omwenteling ging gepaard met een aantal technische en sociale vernieuwingen, zoals huizen, geslepen bijlen en het gebruik van aardewerk. Door de productie van overschot kon de bevolking gaan groeien en die bevolkingsgroei had tot gevolg dat de samenleving steeds complexer werd. Uit het neolithicum zijn verschillende grafmonumenten bekend, zoals hunebedden en grafheuvels. Het begin van de bronstijd (2000‐800 voor Chr.) valt samen met het eerste gebruik van bronzen voorwerpen, zoals bijlen. Het gebruik van vuursteen was hiermee niet direct afgelopen. Vuursteenmateriaal uit de bronstijd is meestal niet goed te onderscheiden van dat uit andere perioden. Het aardewerk is over het algemeen zeldzaam. De grafheuveltraditie die tijdens het neolithicum haar intrede deed werd in eerste instantie voortgezet, maar rond 1200 voor Chr. vervangen door begravingen in urnenvelden. Het gaat hier om ingegraven urnen met crematieresten waar overheen kleine heuveltjes werden opgeworpen, eventueel omgeven door een greppel. In de ijzertijd (800‐12 voor Chr.) werden de eerste ijzeren voorwerpen gemaakt. Ten opzichte van de bronstijd traden er in de aardewerktraditie en in het gebruik van vuursteen geen radicale veranderingen op. De mensen woonden in verspreid liggende hoeven of in nederzettingen van enkele huizen. Op de hogere zandgronden ontstonden uitgebreide omwalde akkercomplexen (celtic fields). In deze periode werden de kleigebieden ook in gebruik genomen door mensen afkomstig van de zandgebieden. Opvallend zijn de verschillen in materiële welstand. Er zijn zogenaamde vorstengraven bekend in Zuid‐Nederland, maar de meeste begravingen vonden plaats in urnenvelden.  Met de Romeinse tijd (12 voor Chr. tot 450 na Chr.) eindigt de prehistorie en begint de geschreven geschiedenis. In 47 na Chr. werd de Rijn definitief als rijksgrens van het Romeinse Rijk ingesteld. Ter controle van deze zogenaamde limes werden langs de Rijn castella (militaire forten) gebouwd. De inheems leefwijze handhaafde zich wel, ook al werd de invloed van de Romeinen steeds duidelijker in soorten aardewerk (o.a. gedraaid) en een betere infrastructuur. Onder meer ten gevolge van invallen van Germaanse stammen ontstond er instabiliteit wat uiteindelijk leidde tot het instorten van de grensverdediging langs de Rijn. Over de middeleeuwen (450‐1500 na Chr.), en met name de vroege middeleeuwen (450‐1000 na Chr.), zijn nog veel zaken onbekend. Archeologische overblijfselen zijn betrekkelijk schaars. De politieke macht was na het wegvallen van de Romeinen in handen gekomen van regionale en lokale hoofdlieden. Vanaf de 10e eeuw ontstaat er weer enige stabiliteit en is een toenemende feodalisering zichtbaar. Door bevolkingsgroei en gunstige klimatologische omstandigheden werd in deze periode een begin gemaakt met het ontginnen van bos, heide en veen. Veel van onze huidige steden en dorpen dateren uit deze periode. De hierop volgende periode 1500 – heden wordt aangeduid als nieuwe tijd. 

    

Page 68: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

     

Page 69: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

        Bijlage 2: Archeologische Monumentenzorg (AMZ)    

• schematisch overzicht AMZ • verklarende woordenlijst AMZ 

 

Page 70: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken
Page 71: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken
Page 72: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

 Verklarende woordenlijst Archeologische Monumentenzorg (AMZ) 

 Archeologische begeleiding (STAP 5c) Een archeologische begeleiding wordt uitgevoerd wanneer proefsleuven of en opgraving niet mogelijk zijn door bijvoorbeeld civieltechnische beperkingen.  Archeologische indicatoren Hiermee worden aanwijzingen in de bodem bedoeld die duiden op menselijke activiteiten in het verleden, zoals aardewerkscherven, houtskool, botmateriaal, vondstlagen, etc.  Archis  Archeologisch informatiesysteem voor Nederland. Een digitale databank met gegevens over archeologische vindplaatsen en terreinen.   Bureauonderzoek (STAP 1) Het bureauonderzoek is een rapportage waarin een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel wordt opgesteld aan de hand van geomorfologische en bodemkaarten, de Archeologische Monumentenkaart (AMK), het Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS), historische kaarten en archeologische publicaties.    Fysiek beschermen (STAP 4c) De archeologische resten blijven in de bodem behouden door bijvoorbeeld planaanpassingen.  Geofysisch onderzoek Meetapparatuur brengt archeologische verschijnselen in de bodem driedimensionaal in kaart zonder te boren of te graven. Dit kan bijvoorbeeld door radar‐, weerstandsonderzoek of elektromagnetische metingen.    Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel  Dit model geeft op detailniveau voor het plangebied aan wat aan archeologische vindplaatsen aanwezig kan zijn. Op basis van dit verwachtingsmodel wordt bepaald of een inventariserend veldonderzoek nodig is en wat de juiste methode is om eventueel aanwezige archeologische resten aan te tonen.   Inventariserend veldonderzoek (IVO) (STAP 2) Tijdens een inventariserend veldonderzoek worden archeologische waarden in het veld geïnventariseerd en gedocumenteerd. Waar is wat in de bodem aanwezig? De inventarisatie kan bestaan uit een inventariserend veldonderzoek‐overig (door middel van een booronderzoek, veldkartering en/of geofysisch onderzoek) en/of een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven. Wat de beste methode is, hangt sterk af van de omstandigheden en de aard van de vindplaats.   Inventariserend veldonderzoek ‐ overig (IVO‐o) (STAP 2b of 2c) Bij een Inventariserend veldonderzoek ‐ overig door middel van boringen (IVO‐o) worden boringen gezet door middel van een handboor of guts.   Inventariserend veldonderzoek ‐proefsleuven (IVO‐p) (STAP 2f) Proefsleuven zijn lange sleuven van twee tot vijf meter breed die worden aangelegd in de zones waar aanwijzingen zijn voor het  aantreffen van archeologische vindplaatsen.   Inventariserend veldonderzoek (IVO) ‐ Verkennende fase (STAP 2b) Wanneer bij het bureauonderzoek onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om een gespecificeerd verwachtingsmodel op te stellen, wordt een inventariserend veldonderzoek ‐ verkennende fase uitgevoerd. In deze fase wordt onderzocht of de bodem nog intact is, wat de bodemopbouw is en hoe deze invloed heeft gehad op de locatiekeuze van de mens in het verleden. Het onderzoek is bedoeld om kansarme zones om archeologische resten aan te treffen uit te sluiten en kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek. Een verkennend onderzoek kent een relatief lage onderzoeksintensiteit en wordt meestal uitgevoerd door middel van boringen.  Inventariserend veldonderzoek (IVO)  ‐ Karterende fase (STAP 2c of 2f) Tijdens een inventariserend veldonderzoek ‐ karterende fase wordt het plangebied systematisch onderzocht op de aanwezigheid van archeologische sporen en/of vondsten. De intensiteit van onderzoek is groter dan in de 

verkennende fase, bijvoorbeeld door een groter aantal boringen per hectare of door het aanleggen van proefsleuven.   Inventariserend veldonderzoek (IVO)  ‐ Waarderende fase (STAP 2f) Tijdens de waarderende fase wordt aangegeven of de aangetroffen archeologische vindplaatsen behoudenswaardig zijn. Dat betekent dat de aard, omvang, datering, conservering en inhoudelijke kwaliteit van de vindplaats(en) wordt vastgesteld. Wanneer de waardering van de archeologische resten laag is, hoeft geen verder archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Het plangebied wordt 'vrijgegeven'. Wanneer de resten behoudenswaardig zijn, wordt in eerste instantie behoud in situ (ter plekke in de bodem) nagestreefd. Wanneer dit door de voorgenomen ontwikkelingen niet mogelijk is, wordt vervolgonderzoek uitgevoerd in de vorm van een opgraving of archeologische begeleiding. Vaak wordt deze fase gecombineerd uitgevoerd met het inventariserend veldonderzoek karterende fase.  Opgraving (STAP 5c) Wanneer door de toekomstige ontwikkelingen aanwezige archeologische resten in de bodem niet behouden kunnen worden, wordt een opgraving uitgevoerd. Tijdens de opgraving worden archeologische resten gedocumenteerd, gefotografeerd en bestudeerd. Hierdoor wordt informatie over het verleden zo goed mogelijk vastgelegd en behouden.   Plan van Aanpak (PvA) (STAP 2a) Voor een booronderzoek is een Plan van Aanpak (PvA) noodzakelijk. Het PvA beschrijft hoe het veldwerk wordt uitgevoerd en uitgewerkt.   Programma van Eisen (PvE)  (STAP 2d of 5a) Voor het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek ‐ proefsleuven, archeologische begeleiding  of opgraving is een Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk. Het PvE beschrijft het doel, vraagstelling en uitvoeringsmethode van het archeologisch onderzoek. Dit document wordt beschouwd als basisdocument voor archeologisch veldonderzoek waarmee de inhoudelijke kwaliteit gewaarborgd wordt. Het PvE wordt goedgekeurd door het bevoegd gezag (gemeente, provincie of het rijk).   Quickscan In een quickscan wordt geïnventariseerd of en waar archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd.  Selectieadvies (STAP 3) In het selectieadvies wordt op archeologisch inhoudelijke argumenten het advies gegeven welke delen van het plangebied vrijgegeven kunnen worden voor verdere ontwikkeling en welke delen behouden of opgegraven moeten worden.   Selectiebesluit (STAP 4) De bevoegde overheid (gemeente, provincie of soms het rijk) geeft op basis van het selectieadvies aan welke maatregelen genomen worden. De bevoegde overheid kan van het selectieadvies afwijken indien zij dat nodig acht.   Veldkartering Bij een veldkartering wordt het plangebied systematisch belopen om archeologische oppervlaktevondsten te verzamelen.  

Page 73: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Bijlage 3: Boorprofielen

Page 74: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Legenda (NEN 5104 en ASB)

laaggrens(wordt bepaald voor de ondergrens van de beschreven laag)

< 0,3 cm scherpe overgang

D 0,3 - < 3 cm overgang geleidelijk

E > 3 cm diffuse overgang

amorfiteit veen (veraardheid)

? zwak amorf niet tot zwak veraarde resten

A matig amorf structuur nog zichtbaar

@ sterk amorf sterk veraard, structuurloos

gezeefd traject

Page 75: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Projectnr.: 264083ARCH klundert ambachtsherenweg

Bijlage 4: Profielbeschrijvingen met waarnemingen

Schaal

Getekend volgens NEN 5104

Boring: 1

Coördinaten: 96281,33 / 408867,52 m NAP

0

-25

-50

-75

-100

-125

-150

-175

-200

gras0

Klei, sterk zandig, matig

humeus, sporen baksteen,

donker grijsbruin, bv

10

Klei, sterk siltig, zwak

humeus, brokken klei, zwak

roesthoudend, zwak

baksteenhoudend, brokken

veen, grijsbruin, geroerd

40

Klei, sterk siltig, sterk

baksteenhoudend, matig

roesthoudend, brokken klei,

zwak glashoudend,

grijsbruin, gresbuis? eb

90

Veen, mineraalarm, zwak

houthoudend, donkerbruin,

hollandveen200

Boring: 2

Coördinaten: 96254,2 / 408885,98 m NAP

0

-25

-50

-75

-100

-125

-150

-175

-200

gras0

Klei, sterk zandig, matig

humeus, donkerbruin

10

Zand, zeer fijn, matig siltig,

matig plastichoudend, matig

roesthoudend, grijsbeige,

recent verstoord70

Klei, sterk zandig, brokken

klei, brokken zand, brokken

planten, grijs, geroerd

200

Boring: 3

Coördinaten: 96225,6 / 408874,3 m NAP

0

-25

-50

-75

-100

-125

-150

-175

-200

gras0

Klei, sterk siltig, zwak

humeus, brokken klei, zwak

roesthoudend, donkergrijs,

bv

25

Klei, sterk siltig, zwak

roesthoudend, zwak

schelphoudend, licht

grijsbruin

70

Klei, sterk siltig, brokken

veen, grijs, geroerd

160

Veen, sterk kleiïg, brokken

klei, grijsbruin, geroerd

200

Boring: 4

Coördinaten: 96203,27 / 408896,11 m NAP

0

-25

-50

-75

-100

-125

-150

-175

-200

gras0

Klei, sterk siltig, matig

humeus, donker bruingrijs15

Klei, sterk siltig, matig

baksteenhoudend, zwak

houtskoolhoudend, sporen

schelpen, zwak

metselpuinhoudend,

lichtbruin

50

Klei, sterk siltig, zwak

roesthoudend, lichtbruin

100

Klei, matig zandig, laagjes

zand, grijs, stroomgordel?

200

Page 76: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Kaartenbijlage

Page 77: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken
Page 78: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

4

3

2

1

Bronnen: Esri Nederland, Esri, Kadaster, CBS, Min VROM, Rijkswaterstaat en gemeenten: Rotterdam, Breda, Tilburg

96080,000000

96080,000000

96160,000000

96160,000000

96240,000000

96240,000000

96320,000000

96320,000000

96400,000000

96400,000000

4087

50,00

0000

4087

50,00

0000

4088

00,00

0000

4088

00,00

0000

4088

50,00

0000

4088

50,00

0000

4089

00,00

0000

4089

00,00

0000

4089

50,00

0000

4089

50,00

0000

4090

00,00

0000

4090

00,00

0000

Tekenaar

PROJECTLEIDER

SCHAAL

FORMAAT

KAARTNUMMER WIJZ.NR

BLAD IN BLADEN

STATUS

PROJECTOMSCHRIJVING

OPDRACHTGEVER

KAARTTITEL

A4

DATUMNR WIJZIGING GET.00 MY02-12-2013 definitief

(t:\00145000\00146199\146199-Hotel Tjaarda-S1.mxd)

G. Sophie

T. van Bostelen

definitief

Gemeente Moerdijk

00264083-S1

1 IN 1BO + IVO-O (verkennende fase)Ambachtsherenweg Klundert

Situatieschets met locatie boringen

°1:1.000

LegendaboorpuntenPlangebied

Page 79: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Bijlage 4 Natuurtoets

77

Page 80: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

BestemmingsplanBegraafplaats Ambachtsherenweg in Klundertconcept

Page 81: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertNatuurtoets

projectnr. 264083revisie 0130 januari 2014

auteur(s)

Opdrachtgever

datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave

30-01-2014 Definitief W.J. Straatsma M. Fransen

Gemeente MoerdijkT.a.v. mevrouw M. ZantinghPostbus 44760 AA Zevenbergen

drs L.C. Smitskamp

Page 82: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

blad 2 van 2

Projectgroep bestaande uit:

Tekstbijdragen:

Fotografie:

Datum van uitgave:30 januari 2014

Contactadres:

Copyright © 2014Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotoko-pie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.

Colofon

drs L.C. (Linda) Smitskampir W.J. (Wineke) Straatsma

drs L.C. Smitskamp

drs. L.C. Smitskamp

Beneluxweg 1254904 SJ OosterhoutPostbus 404900 AA Oosterhout

Page 83: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 1 van 31

Inhoudblz.

1 Inleiding...................................................................................................................3

1.1 Aanleiding............................................................................................................................3

1.2 Doel .....................................................................................................................................3

1.3 Leeswijzer ............................................................................................................................4

2 Wettelijk kader natuurbescherming ........................................................................5

2.1 Algemeen.............................................................................................................................5

2.2 Flora- en faunawet...............................................................................................................5

2.3 Ecologische hoofdstructuur..................................................................................................5

2.4 Natura 2000.........................................................................................................................5

3 Gebiedsbeschrijving en projectvoornemen .............................................................73.1 Gebiedsbeschrijving.............................................................................................................7

3.2 Projectvoornemen ...............................................................................................................7

3.3 Te verwachten werkzaamheden en ingrepen.......................................................................8

4 Methodiek...............................................................................................................9

4.1 Algemeen.............................................................................................................................9

4.2 Bureauonderzoek.................................................................................................................9

4.3 Terreinbezoek......................................................................................................................9

4.4 Effectbeoordeling en advies vervolgtraject ........................................................................10

5 Resultaten gebiedsonderzoek................................................................................ 11

5.1 Gebiedsbeschrijving...........................................................................................................11

5.2 Beschermde soorten ..........................................................................................................11

5.2.1 Bureauonderzoek...............................................................................................................11

5.2.2 Terreinbezoek ....................................................................................................................12

5.3 Beschermde gebieden........................................................................................................14

5.3.1 Ligging EHS en beschermde gebieden ................................................................................14

6 Toetsing natuurwetgeving..................................................................................... 176.1 Effectbepaling beschermde gebieden ................................................................................17

6.1.1 Effecten op de Ecologische Hoofdstructuur ........................................................................17

6.1.2 Effecten op de Natuurbeschermingswet 1998....................................................................17

6.2 Effecten beschermde soorten .............................................................................................17

6.2.1 Advies vervolgstappen.......................................................................................................19

7 Conclusies en aanbevelingen................................................................................. 21

7.1 Conclusies soortenbescherming.........................................................................................21

7.2 Conclusies gebiedenbescherming.......................................................................................21

7.2.1 EHS.....................................................................................................................................21

7.2.2 Natura 2000.......................................................................................................................21

8 Bronnen................................................................................................................. 23

Bijlage 1: Wettelijk kader ..................................................................................................... 25

Page 84: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 2 van 31

Page 85: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 3 van 31

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente Moerdijk is voornemens om op een locatie aan de Ambachtsherenweg te Klundert de be-graafplaats uit te breiden. Op de huidige algemene begraafplaats in Klundert ontstaat op korte termijngebrek aan begraafcapaciteit. Op de Klundertse begraafplaats is slechts capaciteit gegarandeerd tot cir-ca 2017. De uitbreiding is gepland direct ten noorden van de huidige begraafplaats en ten zuiden van deAmbachtsherenweg te Klundert. In afbeelding 1.1 is het plangebied weergegeven.

De ontwikkeling is strijdig met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Vanwege de strijdigheidwordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. In het kader van dit bestemmingsplan dienen diverse ge-biedsonderzoeken te worden uitgevoerd. Ruimtelijke plannen dienen te worden beoordeeld op de uit-voerbaarheid in relatie tot actuele natuurwetgeving, met name de Flora- en faunawet, Ecologischehoofdstructuur (EHS) en Natuurbeschermingswet 1998. Er mogen geen ontwikkelingen plaatsvinden dieop onoverkomelijke bezwaren stuiten door effecten op beschermde natuurgebieden en/of flora en fau-na. In dit kader is inzicht gewenst in de aanwezige natuurwaarden en de mogelijk daarmee samenhan-gende consequenties vanuit de actuele natuurwetgeving. Dit wordt gedaan op basis van een natuur-toets. In deze rapportage zijn de resultaten van de natuurtoets beschreven.

Afbeelding 1.1: Situering van het plangebied (rood omlijnd) ten opzichte van Klundert. Bron: Google maps.

1.2 Doel

In ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen, is in het kader van de uitvoerbaarheid inzicht ge-wenst in de aanwezigheid van beschermde soorten en gebieden. Er dient te worden aangetoond dat hetplan uitvoerbaar is. Het doel van voorliggende natuurtoets is het opsporen van strijdigheden van devoorgenomen ingreep met de Flora- en faunawet, EHS en/of de Natuurbeschermingswet 1998 en hetbepalen of de aanvraag van een ontheffing noodzakelijk is.

Page 86: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 4 van 31

1.3 Leeswijzer

In de inleiding wordt beschreven waarom deze natuurtoets is uitgevoerd en met welk doel. Vervolgenswordt in hoofdstuk twee algemene informatie verwoord over de natuurwetgeving, waaronder de Flora-en faunawet, EHS en de Natuurbeschermingswet 1998. In hoofdstuk drie wordt de huidige en toekom-stige situatie van het plangebied beschreven en de ligging ten opzichte van de Ecologische hoofdstruc-tuur en Natuurbeschermingswetgebieden (Natura 2000, Beschermde Natuurmonumenten en wetlands).In hoofdstuk vier wordt de gebruikte methode voor de uitvoering van deze natuurtoets omschreven. Inhoofdstuk vijf staan de resultaten van deze natuurtoets flora en fauna. Deze zijn onderverdeeld in de re-sultaten van de literatuurstudie en het terreinbezoek. In hoofdstuk zes worden de resultaten uit hoofd-stuk vijf getoetst aan de Flora- en faunawet, EHS en Natuurbeschermingswet 1998. Hieruit komen con-clusies en aanbevelingen voort, die worden omschreven in hoofdstuk zeven. Het laatste hoofdstuk geeftde gebruikte bronnen voor dit onderzoek weer. Achter dit hoofdstuk bevindt zich een bijlage, die alge-mene informatie verschaft met betrekking tot de Ecologische Hoofdstructuur, de Natuurbeschermings-wet 1998 en de Flora- en faunawet.

Page 87: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 5 van 31

2 Wettelijk kader natuurbescherming

2.1 Algemeen

De natuurwet- en regelgeving kent twee sporen, namelijk een soortgericht spoor (Flora- en faunawet)en een gebiedsgericht spoor (Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Natuurbeschermingswet 1998). DeFlora- en faunawet richt zich op de bescherming van soorten en de EHS en Natuurbeschermingswet1998 op de bescherming van gebieden. Met de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998is de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn in nationale wetgeving geïmplementeerd.

Voor een uitgebreide algemene beschrijving van de Flora- en faunawet, Ecologische Hoofdstructuur enNatura 2000 wordt verwezen naar bijlage 1.

2.2 Flora- en faunawet

Het doel van de Flora- en faunawet is het in stand houden van de inheemse flora en fauna. Vanuit dezewet is bij ruimtelijke ingrepen de initiatiefnemer verplicht op de hoogte te zijn van de mogelijk voorko-mende beschermde natuurwaarden binnen het projectgebied. De Flora- en faunawet gaat uit van het'Nee, tenzij'-principe. Bepaalde handelingen, waaronder ruimtelijke ingrepen, waarbij beschermde soor-ten in het geding zijn, zijn slechts bij uitzondering en onder voorwaarden mogelijk.

2.3 Ecologische hoofdstructuur

De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is de kern van het natuurbeleid. De EHS is in provinciale structuur-visies uitgewerkt en vastgelegd in de ruimtelijke verordening. Ruimtelijke plannen moeten hieraan wor-den getoetst. Natura 2000-gebieden, Beschermde Natuurmonumenten en wetlands zijn beschermd viade Natuurbeschermingswet 1998 en hebben derhalve een wettelijke status. In of in de nabijheid van deEHS en Natuurbeschermingswetgebieden geldt het ‘Nee, tenzij’- principe. In principe zijn er geen ont-wikkelingen toegestaan als deze ontwikkelingen de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebiedaantasten.

2.4 Natura 2000

Natura 2000-gebieden, Beschermde Natuurmonumenten en wetlands zijn beschermd via de Natuurbe-schermingswet 1998 en hebben derhalve een wettelijke status. In of in de nabijheid van de Natuurbe-schermingswetgebieden geldt het ‘Nee, tenzij’- principe. In principe zijn geen ontwikkelingen toegestaanals deze ontwikkelingen de natuurlijke waarden van het gebied direct of indirect aantasten.

Page 88: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 6 van 31

Page 89: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 7 van 31

3 Gebiedsbeschrijving en projectvoornemen

3.1 Gebiedsbeschrijving

De algemene begraafplaats en het plangebied van de uitbreiding is centraal in Klundert gelegen. De uit-breiding van de begraafplaats is gelegen aan de zuidzijde van de Ambachtsherenweg en ten westen vande Beatrijsweg. Aan de zuidzijde wordt het plangebied begrensd door een watergang waarachter de be-staande begraafplaats gelegen is. Ten westen van het plangebied is een parkeerplaats gelegen. Hetplangebied bestaat grotendeels uit een beheerd grasveld ingericht met bomen en enkele speeltoestel-len.In afbeelding 3.1 is de ligging van het plangebied gegeven.

Afbeelding 3.1: Begrenzing plangebied. Bron: Google Maps.

3.2 Projectvoornemen

Voor de uitbreiding van de algemene begraafplaats in Klunder worden de volgende aspecten als uit-gangspunt genomen:– Circa 200 dubbeldiepe graven;– Inrichting traditioneel (rijen graven);– Grond wordt opgehoogd (taluds);– Nieuwe speelvoorziening op andere locatie Ambachtsherenweg;– Groene afscherming met omgeving;– Watergang/sloot blijft liggen (brug vanaf begraafplaats naar uitbreiding);– Geen toegang begraafplaats aan Ambachtsherenweg (toegang bij huidige ingang Schanspoort);– Geen uitbreiding parkeerplaatsen.

Page 90: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 8 van 31

Afbeelding 3.2: Inrichtingsplan uitbreiding begraafplaats te Klundert.

3.3 Te verwachten werkzaamheden en ingrepen

Ten behoeve van de uitbreiding zullen de bomen binnen het plangebied verwijderd worden. Daarnaastworden de speeltoestellen verplaatst naar de westzijde buiten het plangebied. De grond in het plange-bied zal opgehoofd worden ter hoogte van de uitbreiding. Een verbinding zal gecreëerd worden tussende uitbreiding en de reeds bestaande begraafplaats. Dit zal middels een brug plaatsvinden.

Page 91: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 9 van 31

4 Methodiek

4.1 Algemeen

Het onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en ligging van beschermde gebieden is op-gebouwd uit twee onderdelen:

- Bureaustudie naar waarnemingen van beschermde soorten uit het (recente) verleden en ligging vanbeschermde gebieden in de invloedsfeer van het project;

- Terreinbezoek naar de (mogelijke) aanwezigheid van beschermde soorten.

4.2 Bureauonderzoek

Bij de toetsing is alleen gekeken naar de zwaarder beschermde soorten uit de Flora- en faunawet (Tabel2 en 3). Deze soorten zijn in Nederland zeldzaam of hebben een Europese bescherming (HabitatrichtlijnBijlage IV-soorten) en moeten worden getoetst op voorkomen en effect. Treedt effect op of wordenverbodsbepalingen overtreden, dan zijn er mogelijk maatregelen nodig om de effecten te voorkomen,verzachten of te compenseren om te voldoen aan de Flora- en faunawet.Algemene soorten (Tabel 1) zijn niet meegenomen in de toetsing. Deze soorten zijn zodanig algemeen inNederland dat de gunstige staat van instandhouding niet in het geding komt door de meeste projecten.Bovendien geldt voor deze soorten een vrijstelling van de verbodsbepalingen uit art. 8 t/m 12 van deFlora- en faunawet. Wel geldt de zorgplicht. Door rekening te houden met de kwetsbare seizoenen vandeze soorten, wordt voldoende aan de zorgplicht voldaan en kan de gunstige staat van instandhoudingworden gegarandeerd.

Er zijn diverse bronnen geraadpleegd om een beeld te krijgen van de verspreiding en mogelijk voorko-men van zwaarder beschermde soorten in en rond het plangebied. Aan de hand van deze informatie iseen inschatting gemaakt of de betreffende soorten in het plangebied voor zouden kunnen komen, ge-zien de habitatvoorkeur van de betreffende soorten. De bronnen die zijn geraadpleegd, zijn:- www.waarneming.nl;- www.telmee.nl;- Landelijke verspreidingsatlassen;- Regionale verspreidingsatlassen.

Naast de bronnen met soortinformatie, is voor het bepalen van de ligging van beschermde gebieden ge-bruik gemaakt van de gebiedendatabase op de website van het Ministerie van EZ. Gekeken is naar deligging van Natura 2000-gebieden ten opzichte van het plangebied en naar de instandhoudingsdoelstel-lingen van deze gebieden. Afhankelijk van de instandhoudingsdoelstelllingen kan het effect worden be-paald. Hiernaast is gebruik gemaakt van de kaarten op de website van de provincie Noord-Brabant (in-teractieve kaart EHS), om te bepalen of het plangebied overlapt of grenst aan EHS. Toetsing vindt plaatsaan de hand van de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS (Spelregels EHS).

Met behulp van landelijke verspreidingsatlassen is nagegaan of in het verleden zwaarder beschermdesoorten zijn aangetroffen in of nabij het plangebied. Deze atlassen maken veelal gebruik van atlasblok-ken (5 x 5 kilometer). De soortgegevens hebben daarom betrekking op de regio en niet specifiek op hetplangebied. Exacte locaties of datering van de waarnemingen zijn niet bekend.

4.3 Terreinbezoek

Naar aanleiding van de uitkomsten van voorgenoemd bureaustudie is bepaald in hoeverre de aanwezig-heid van zwaarder beschermde soorten aannemelijk gesteld kan worden op basis van aanwezig geschikthabitat. Op 18 november 2013 is een verkennend terreinbezoek aan het gebied afgelegd om te bepalenin hoeverre aan de hand van de soorten uit de bureaustudie en aan de hand van het voorkomen van ge-schikt habitat zwaarder beschermde soorten kunnen voorkomen. Het gaat hier om een deskundigen-

Page 92: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 10 van 31

oordeel op basis van de fysieke gesteldheid van het terrein (biotopenonderzoek). Daarnaast zijn de aan-getroffen belangwekkende soorten aangeduid.

4.4 Effectbeoordeling en advies vervolgtraject

Aan de hand van de bevindingen uit het bureauonderzoek en de resultaten van het verkennend terrein-bezoek kan worden bepaald of een vervolgonderzoek nodig is om zwaarder beschermde soorten uit tesluiten en om te bepalen wat de effecten zijn. Tevens kan worden geadviseerd over de te volgen proce-dure inzake de natuurwetgeving.

Page 93: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 11 van 31

5 Resultaten gebiedsonderzoek

5.1 Gebiedsbeschrijving

Het plangebied bestaat uit verschillende biotopen. Het grootste deel van het plangebied bestaat uit kortbeheerd grasveld (gemeentelijk groen). Op het grasland staan enkele solitaire bomen zonder onder-groei. Op het grasveld staan verspreid over het plangebied enkele speeltoestellen. Direct ten zuiden vanhet plangebied ligt een watergang die de bestaande begraafplaats omringt. Ten noorden van het plan-gebied ligt de Ambachtsherenweg waaraan bebouwing grenst. Ten westen van het plangebied is eenparkeerplaats en een elektriciteitskast aanwezig.

5.2 Beschermde soorten

5.2.1 Bureauonderzoek

Om een inschatting te maken van de soortgroepen en specifieke soorten die in en rond het plangebiedvoorkomen, is de landelijke databank voor natuurwaarnemingen geraadpleegd, waaronder telmee.nl enwaarneming.nl. Het invoerportaal waarneming.nl is een website waarop door vrijwilligers natuurwaar-nemingen in Nederland worden verzameld. Telmee.nl is het invoerportaal van de landelijke ParticuliereGegevensbeherende Organisaties (PGO's). Er kan gevalideerde informatie over diverse soortgroepen totop kilometerhokniveau worden verkregen.

Volgens telmee.nl en waarneming.nl komen in het plangebied en omgeving soorten voor van diversesoortgroepen. Aanvullende gegevens over het mogelijk voorkomen van beschermde soorten is verkre-gen uit verschillende verspreidingsatlassen. Het betreft hier gegevens van de soortgroepen broedvogels(SOVON, 2002), zoogdieren (Limpens et al., 2010), reptielen en amfibieën (www.RAVON) en insecten(www.Naturalis.nl\EIS).

Uit de landelijke en provinciale verspreidingsinformatie uit atlassen (5 x 5 kilometerhok) blijkt dat in ofnabij het plangebied in het verleden diverse beschermde soorten zijn waargenomen. Dit betreft onder-staande zwaarder beschermde (Tabel 2 en 3 Flora- en faunawet) soorten. Vogels zijn beschermd onderde Flora- en faunawet. Binnen de vogels keert een aantal soorten jaarlijks terug op hetzelfde nest. Dezevogels met vaste nestplaatsen zijn onderverdeeld in soorten met jaarrond beschermde nesten (categorie1-4) en niet-jaarrond beschermde nesten (categorie 5 - waarvan inventarisatie gewenst is). Gekeken isnaar de verspreiding van categorie 1-4 soorten en soorten van categorie 5 die mogelijk zeldzaam zijn inde omgeving van het plangebied.

Op de site telmee.nl (2008-2013) worden de volgende waarnemingen vermeld voor de directe omgeving(Flora- en faunawetsoorten Tabel 2, 3 of soorten met jaarrond beschermde nesten):

VogelsCategorie 1-4 (nesten jaarrond beschermd): buizerd, huismus en kerkuil.Categorie 5: geen.

ZoogdierenZwaarder beschermd: bever en gewone dwergvleermuis.

Reptielen/amfibieënZwaarder beschermd: geen.

VlindersZwaarder beschermd: geen.

LibellenZwaarder beschermd: geen.

Page 94: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 12 van 31

VissenZwaarder beschermd: kleine modderkruiper en bittervoorn.

FloraZwaarder beschermd: bijenorchis, grote keverorchis, hondskruid, moeraswespenorchis, prachtklokje enrietorchis.

Op basis van de verspreidingsgegevens van een soort, in combinatie met kennis van de terreingeschikt-heid voor deze soorten, is nagegaan of deze soorten mogelijk in het plangebied of de omgeving kunnenvoorkomen.

Het voorkomen van wettelijk beschermde soorten in het uurhok of kilometerhok betekent niet dat dezesoorten zich in (de omgeving van) het plangebied bevinden. Het plangebied omvat slechts een klein deelvan het kilometerhok en daarmee ook een beperkt aantal verschillende biotopen en habitats. Met be-hulp van het terreinbezoek is nagegaan welke dit zijn. Hierdoor kan meer duidelijkheid gegeven wordenover de voorkomende dan wel verwachte soorten in het plangebied.

5.2.2 Terreinbezoek

Op 18 november 2013 is een eenmalig terreinbezoek aan het plangebied afgelegd door een deskundigecoloog van Antea Group. Naast directe waarnemingen kan aan de hand van de aangetroffen biotopeneen beeld worden geschetst van de aanwezige beschermde soorten. Dit is noodzakelijk omdat enkeleseizoensgebonden soorten flora en fauna mogelijk niet kunnen worden waargenomen. Aan de hand vanhet aangetroffen biotoop en habitatvoorkeur(en) kunnen echter wel indicaties worden gegeven van hetmogelijk voorkomen van deze soorten in het plangebied. Indien de aangetroffen biotopen hier aanlei-ding toe geven, wordt een nader onderzoek aanbevolen.

Het plangebied bestaat uit drie biotopen: bomen, watergang en een grasveld.

BomenIn het plangebied staan verspreid over het grasveld een aantal solitaire bomen (figuur 5.1). Het betreftde soorten linde, paardenkastanje en es.

Figuur 5.1 Impressie bomen in het plangebied.

Page 95: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 13 van 31

De hoge bomen bieden een geschikt leef- en voortplantingsgebied voor o.a. vogels zoals kraai, ekster,duiven en zoogdieren (vleermuizen). In de te bezichtigen bomen zijn geen holen en/of spleten aange-troffen die geschikt zijn voor boombewonende vleermuizen. De gebouwbewonende soort gewonedwergvleermuis kan foeragerend voorkomen in het plangebied.

In de bomen zijn geen nesten aangetroffen van vogelsoorten die een vermelding kennen op de "Aange-paste lijst met jaarrond beschermde vogelnesten" (zoals van de uit de bureaustudie verwachte buizerd).In een linde in het westen van het plangebied is een klein nest aangetroffen. Gezien het seizoen waarinhet terreinbezoek is uitgevoerd, is onduidelijk om welke soort het gaat.Uit de bureaustudie is gebleken dat de kerkuil en de huismus in de omgeving van het plangebied voor-komen. Het plangebied biedt echter door onder andere de stedelijke ligging en beperkte beschutting.geen geschikt leefbiotoop voor de kerkuil. Broedplaatsen van de huismus worden in de omgeving (enbuiten) het plangebied verwacht. De huizen in de directe omgeving van het plangebied bieden broedge-legenheden voor de soort.

WatergangTen zuiden van het plangebied ligt een watergang (afbeelding 5.2). De watergang is op grote delen be-dekt met kroos. De bodem van de watergang bestaat uit een dikke laag organisch materiaal bestaandeuit voornamelijk bladeren. De watergang is aan beide zijden beschoeid. Aan de zuidkant van de water-gang (buiten het plangebied en op het terrein van de bestaande begraafplaats) bestaat de oeverbeplan-ting uit verschillende soorten (plantsoen)struiken en bomen zoals beuk. Binnen het plangebied is ernauwelijks sprake van een oever; hier loopt het grasveld door tot aan de beschoeiing van de watergang.Soorten als hondsdraf, zuring, weegbree en echte kervel komen voor langs de waterrand.

Figuur 5.2 Impressie watergang in het plangebied.

Tijdens het terreinbezoek is de watergang intensief bevist met een RAVON schepnet. Tijdens de bemon-stering zijn geen vissen en/of amfibieën gevangen. Uit de bureaustudie is gebleken dat de kleine mod-derkruiper en bittervoorn in de omgeving van het plangebied zijn aangetroffen. Door onder andere hetontbreken van oever- en waterplanten en de dikke laag organisch materiaal op de bodem van de water-gang, vormt de watergang geen geschikt leefbiotoop voor de bittervoorn en kleine modderkruiper.

Algemeen voorkomende soorten als gewone pad en bruine kikker vinden in dit biotoop een geschiktvoortplantingsbiotoop. Door overhangende vegetatie kunnen de soorten de watergang danwel de oeverbereiken.

Uit de bureaustudie is gebleken dat de bever in de omgeving van het plangebied voorkomt. Het plange-bied vormt, gezien de ligging in het stedelijk gebied en het karakter van het plangebied, geen geschiktbiotoop voor de bever. Het voorkomen van de bever is bekend van het gebied Hollandsch diep tennoorden van Klundert.

Page 96: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 14 van 31

GrasveldHet grootste gedeelte van het plangebied bestaat uit een gemeentelijk beheerd grasveld. De vegetatiebestaat uit korte algemeen voorkomende grassoorten. Tussen het gras komt tevens klaver en hondsdrafvoor. Langs de randen van de watergang is sporadisch zuring aanwezig. Uit de bureaustudie is geblekendat verschillende beschermde flora in de omgeving van het plangebied zijn aangetroffen. Devegetatie in het gebied is gezien de voedselrijkdom en het intensieve beheer echter floristisch weinig in-teressant. Beschermde plantensoorten zijn niet aantroffen en worden op basis van de aangetroffen bio-toop ook niet verwacht.

Zoals beschreven onder paragraaf 5.2.1 maakt het plangebied slechts een klein deel uit van het (5x5) ki-lometerhok. Binnen deze kilometerhokken bevindt zich het industrieterrein Moerdijk. Van het noorde-lijk gelegen industrieterrein Moerdijk is bekend dat hier verschillende wilde orchideeën voorkomen (Ad-viesbureau RBOI). Dit industrieterrein ligt in hetzelfde kilometerhok als het plangebied en kan de naarvoren gekomen zwaar beschermde flora in het kilometerhok verklaren.

In afbeelding 5.3 is een impressie gegeven van het grasveld in het plangebied.

Figuur 5.3 Impressie grasveld in het plangebied.

Het grasveld biedt vanwege de kort beheerde staat van het gras een beperkt geschikt landbiotoop voorverschillende algemene muissoorten en amfibieën, zoals bruine kikker en gewone pad.

5.3 Beschermde gebieden

5.3.1 Ligging EHS en beschermde gebieden

Ecologische Hoofdstructuur (EHS)Het plangebied maakt geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Ten noordoosten van het plan-gebied ligt op circa 470 meter afstand een EHS-gebied. Ook ten oosten van het plangebied liggen enkele(kleinere) EHS-gebieden. Het EHS-gebied ten noordoosten van het plangebied is in het Natuurbeheer-plan van Noord-Brabant (2013) voornamelijk aangewezen als 'Haagbeuken- en essenbos'. Enkele delenzijn ook als 'Kruiden- en faunarijk grasland' aangewezen. De EHS-gebieden ten oosten van het plange-bied zijn aangewezen als 'Vochtig bos met productie'. De watergang ten zuiden en zuidwesten van hetplangebied is aangewezen als 'Zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen' en als 'Zoekgebiedvoor ecologische verbindingszone'. In de omgeving van het plangebied zijn verschillende gebieden aan-gewezen als Groenblauwe mantel. Met deze aanduiding wordt beoogd de ecologische en landschappe-lijke kwaliteiten te behouden en te versterken.

In afbeelding 5.4 is de ligging van het EHS-gebied ten opzichte van het plangebied weergegeven.

Page 97: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 15 van 31

Afbeelding 5.4 Ligging plangebied (rood omlijnd) t.o.v. de EHS (bron: website provincie Noord-Brabant).

Natura 2000Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied ('Hollands Diep') ligt op circa 1,8 kilometer afstand van hetplangebied.

Page 98: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 16 van 31

Page 99: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 17 van 31

6 Toetsing natuurwetgeving

6.1 Effectbepaling beschermde gebieden

6.1.1 Effecten op de Ecologische Hoofdstructuur

Voor wat betreft de EHS is er alleen bij directe aantasting sprake van vervolgstappen, waaronder com-pensatie. Er bevindt zich geen EHS binnen het plangebied. Er is van directe aantasting van de EHS danook geen sprake. In de omgeving van het plangebied ligt ten noordoosten en oosten een EHS-gebied.Ook significant negatieve effecten op de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS in de nabijheidvan het project kunnen worden uitgesloten. De ontwikkeling in het plangebied heeft een zeer beperkteffect op de directe omgeving van het plangebied. Vanuit dit oogpunt zijn er voor EHS geen belemme-ringen.

6.1.2 Effecten op de Natuurbeschermingswet 1998

Uit de bureaustudie blijkt dat binnen 1,8 kilometer van het plangebied een Natura 2000-gebied ligt.Vanwege de aard en omvang van de ontwikkeling wordt geen negatief effect op het Natura 2000-gebiedverwacht. De ruimtelijke ontwikkeling heeft een beperkte invloed en mogelijk enkel op de directe om-geving van het plangebied. De effecten volgens de Effectenindicator op de website van het Ministerievan EZ worden niet verwacht op het Natura 2000 gebied. Wegens het ontbreken van negatieve effectenis vergunningplicht vanuit de Natuurbeschermingswet 1998 niet aan de orde zijn.

6.2 Effecten beschermde soorten

Effecten per soortgroep van Tabel 2- en Tabel 3-soorten en vogels:

BroedvogelsAlgemene broedvogelsAlle in gebruik zijnde nesten van vogelsoorten in Nederland zijn beschermd onder de Flora- en fauna-wet. Met de meeste broedvogels kan echter in het algemeen relatief eenvoudig rekening worden ge-houden door kap- en sloopwerkzaamheden niet uit te voeren in de broedtijd (circa maart tot en met ju-li) en indien concrete broedgevallen aanwezig zijn. Op deze wijze zijn geen belemmeringen vanuit deFlora- en faunawet aan de orde.

Zo wordt bij het onderhavige project aangeraden om de bomen, buiten het broedseizoen te rooien. Ge-zien de omvang van de bomen bieden ze een geschikte broedplaats voor vogels. In één van de bomen iseen vogelnest aangetroffen.

Jaarrond beschermde nestenEr is een aantal vogelsoorten waarvan de broedplaatsen jaarrond beschermd zijn en waarbij verwijde-ring van de broedplaats altijd ontheffing moet worden aangevraagd. Dit zijn de zogenoemde categorie1-4-vogelsoorten van de "Aangepaste lijst met jaarrond beschermde vogelnesten". Tijdens het terrein-bezoek zijn geen sporen, nesten of braakballen aangetroffen van categorie 1-4-vogelsoorten. Deze soor-ten zijn dan ook uitgesloten in het plangebied.

Daarnaast zijn er categorie 5-vogelsoorten, waarvan de nesten alleen jaarrond zijn beschermd alszwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. Dit laatste is op het plange-bied niet van toepassing. Er zijn geen categorie 5 soorten te verwachten die zeldzaam zijn in de directeomgeving en/of onvoldoende nestgelegenheden hebben in de directe omgeving. Derhalve zijn er geenzwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden die jaarronde bescherming rechtvaardigen.

Alle vogelnesten (ook die van categorie 5-vogelsoorten die geen jaarrond bescherming genieten) zijnbeschermd tijdens het broedseizoen (globaal half maart tot juli).

Page 100: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 18 van 31

De gunstige staat van instandhouding van de aanwezige broedvogels komt niet in gevaar als gevolg vande ruimtelijke inrichting. Als voorwaarde geldt dat de vegetatie buiten het broedseizoen wordt gerooid.

ZoogdierenVleermuizenAlle vleermuissoorten zijn beschermd onder de Flora- en faunawet. Bij het amoveren van bebouwing enhet kappen van vooral oudere bomen dient te allen tijde rekening te worden gehouden met de mogelij-ke aanwezigheid van vleermuizen. Gebouwbewonende vleermuizen verblijven met name in spouwmu-ren, onder dakbetimmering, achter boeiborden of op zolders. Boombewonende vleermuizen verblijvenin gaten, holen of scheuren van voornamelijk grote bomen.

In het voorliggende plangebied zijn geen gebouwen aanwezig en tevens geen bomen met daarin gaten,kieren en/of holen die geschikt zijn voor vleermuizen.

Het plangebied is daarnaast wel geschikt bevonden als foerageergebied. Foerageergebied is alleen be-schermd als het van essentieel belang is voor een verblijfplaats. Gesproken wordt van essentieel foera-geergebied wanneer bij het verdwijnen van het foerageergebied de verblijfplaats ook zou verdwijnen.Het plangebied vormt gezien de beperkte omvang en het beperkte aantal bomen geen essentieel foera-geergebied voor de soort. Daarnaast zal het plangebied in de nieuwe situatie (met meer beplanting) eengeschikter foerageergebied vormen voor de soort. Daarnaast is in de omgeving voldoende alternatiefaanwezig.De voorgenomen ontwikkeling heeft geen negatief effect op (het foerageergebied van) vleermuizen. Ef-fecten op vleermuizen zijn daarom uitgesloten.

Overige zoogdierenEr zijn geen zwaarder beschermde zoogdieren aangetroffen in het plangebied. Het plangebied herbergtgeen geschikt habitat voor deze soorten. Effecten zijn dan ook uitgesloten.

De gunstige staat van instandhouding van de aanwezige zoogdiersoorten komt niet in gevaar als gevolgvan de ruimtelijke inrichting.

Reptielen en amfibieënEr zijn geen reptiel- en/of amfibiesoorten aangetroffen in het plangebied en worden ook niet verwacht.De biotopen binnen het plangebied bieden, vanwege onder andere de stedelijke ligging en het intensiefbeheerde karakter, geen geschikt leefgebied voor zwaar beschermde reptiel- en/of amfibiesoorten. Ef-fecten op deze soorten zijn dan ook uitgesloten.

De gunstige staat van instandhouding van amfibieën en reptielen komt niet in gevaar als gevolg van deruimtelijke inrichting.

VissenBinnen de begrenzing van het plangebied, zijn geen zwaarder beschermde vissoorten aangetroffen. Ef-fecten hierop zijn dan ook uitgesloten. Daarnaast zal enkel een burg met enkele palen in de oevers ofwatergang geplaatst worden die een verbinding gaat leggen tussen de uitbreiding en de reeds bestaan-de begraafplaats. Bij de werkzaamheden kan waterfauna het werkgebed vermijden; in de omgeving isvoldoende leefgebied aanwezig. De watergang blijft in de nieuwe situatie zijn functie behouden.

PlantenEr zijn geen beschermde plantensoorten aangetroffen in het plangebied. Het plangebied herbergt ver-der geen geschikt habitat of standplaatsfactoren voor de zwaar beschermde soorten. Effecten zijn danook uitgesloten.

VlindersEr zijn geen beschermde vlindersoorten aangetroffen in het plangebied. Het plangebied herbergt verdergeen geschikt habitat voor de zwaar beschermde soorten. Effecten zijn dan ook uitgesloten.

Page 101: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 19 van 31

LibellenEr zijn geen beschermde libelsoorten aangetroffen in het plangebied. Het plangebied herbergt verdergeen geschikt habitat voor de zwaar beschermde soorten. Effecten zijn dan ook uitgesloten.

6.2.1 Advies vervolgstappen

Op basis van de hierboven beschreven toetsing zijn geen vervolgstappen noodzakelijk.

Page 102: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 20 van 31

Page 103: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 21 van 31

7 Conclusies en aanbevelingen

7.1 Conclusies soortenbescherming

Tabel 2 en 3-soortenKort samengevat is het resultaat van de natuurtoets dat zich ter hoogte van het plangebied geen be-schermde Tabel 2- en 3-soorten in het kader van de flora- en faunawet zijn aangetroffen die de voorge-nomen uitbreiding van de algemene begraafplaatst te Klundert wezenlijk kunnen beïnvloeden.

BroedvogelsVoor de voorgenomen werkzaamheden waarbij de bomen gerooid worden, dient rekening gehouden teworden met het broedseizoen (globaal half maart tot en met juli). In deze periode kunnen broedvogelsaanwezig zijn in het plangebied. In één van de bomen is een vogelnest aangetroffen.

Geadviseerd wordt om rooiwerkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. Zo dient vooraf-gaand aan het broedseizoen de bomen verwijderd te worden. Op deze manier wordt voorkomen datvogels tot broeden komen en zijn er geen belemmeringen vanuit de Flora- en Faunawet aan de orde.Indien het niet mogelijk is om buiten het broedseizoen om te werken dan dient vooraf aan de werk-zaamheden het plangebied gecheckt te worden op de aanwezigheid van broedvogels door een erkendecoloog. Indien vastgesteld wordt dat er sprake is van actuele broedgevallen binnen het plangebied ofde directe omgeving wordt het plangebied niet vrijgegeven en dienen de werkzaamheden uitgesteld teworden.

Er zijn geen belemmeringen vanuit de Flora- en faunawet aan de orde indien ten minste één van de vol-gende maatregelen genomen te worden:1) De werkzaamheden aan de hoogopgaande vegetatie wordt buiten het broedseizoen uitgevoerd

(voorkeursmaatregel).2) Het plangebied wordt kort voor aanvang van de werkzaamheden door een erkende ecoloog gecon-

troleerd op actuele broedgevallen.

VervolgonderzoekIn het kader van zwaar beschermde flora- en faunasoorten is een vervolgonderzoek niet aan de orde.

7.2 Conclusies gebiedenbescherming

7.2.1 EHS

Voor wat betreft de EHS is er alleen bij directe aantasting sprake van vervolgstappen in de vorm vancompensatie. Binnen het plangebied is geen EHS-gebied aanwezig. Derhalve heeft de ruimtelijke ont-wikkeling hier geen negatief effect op. Er is van directe aantasting van de EHS dan ook geen sprake. Er isdaarom geen noodzaak voor een compensatieplan (EHS).

7.2.2 Natura 2000

Er is geen Natura 2000-gebied in de directe omgeving van het plangebied aanwezig. Op circa 1,8 kilo-meter afstand van het plangebied ligt het Natura 2000-gebied 'Hollands Diep'. Vanwege de afstand ende omvang van de uitbreiding kunnen effecten van de ontwikkeling op het Natura 2000-gebied wordenuitgesloten.

Page 104: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 22 van 31

Page 105: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 23 van 31

8 Bronnen

Adviesbureau RBOI, 2006. Afsprakenkader Zeehaventerrein Moerdijk, eindrapport 20 juni 2006.

Bos, F.G., Bosveld, M.A., Groenendijk, D.G., Van Swaay, C.A.M. & Wynhoff, I., 2006. De dagvlindersvan Nederland - verspreiding en bescherming. Nederlandse Fauna 7. Nationaal Natuurhistorisch Muse-um Naturalis, KNNV Uitgeverij & EISNederland, in samenwerking met De Vlinderstichting, Wageningen.

Creemers, R.C.M. en Delft, J.J.C.W. van (RAVON) (redactie), 2009. De Amfibieën en Reptielen van Ne-

derland. Nederlandse Fauna Deel 9. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Inverte-

brate Survey – Nederland, Leiden.

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening metbeschermde planten en dieren.

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2009. Aangepaste lijst jaarrond beschermde vo-gelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep. Augustus 2009.

SOVON, 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels. SOVON Vogelonderzoek Nederland, KNNV Uitge-verij / Naturalis / EIS-Nederland.

Internet:www.zoogdieratlas.nlwww.ravon.nlwww.waarneming.nlwww.telmee.nlwww.zoogdiervereniging.nlwww.naturalis.nl

Page 106: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 24 van 31

Page 107: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 25 van 31

Bijlage 1: Wettelijk kader

Page 108: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 26 van 31

Flora- en faunawet

Hierna volgt een algemene beschrijving van de Flora- en faunawet.

Algemeen Flora- en faunawetHet doel van de Flora- en faunawet is het in stand houden van de inheemse flora en fauna. Vanuit dezewet is bij ruimtelijke ingrepen de initiatiefnemer verplicht op de hoogte te zijn van de mogelijk voorko-mende beschermde natuurwaarden binnen het projectgebied. Het uitgangspunt van de wet is dat geenschade mag worden gedaan aan beschermde soorten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan (het ‘nee,tenzij’ – principe). Bepaalde handelingen, waaronder ruimtelijke ingrepen, waarbij beschermde soortenin het geding zijn, zijn slechts bij uitzondering en onder voorwaarden mogelijk.

Onder bepaalde voorwaarden geldt een algemene vrijstelling of een ontheffingsplicht van de verbods-bepalingen in de Flora- en faunawet. Welke voorwaarden verbonden zijn aan de vrijstelling of ontheffinghangt af van de dier- of plantensoorten die voorkomen in het onderzoeksgebied. Hiertoe worden ver-schillende beschermingsregimes onderscheiden:- Soorten van tabel 1 – algemene soorten – lichtste beschermingsregime;- Soorten van tabel 2 – overige soorten – middelste beschermingsregime;- Soorten van tabel 3 – genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en in bijlage 1 van de AMvB –

zwaarste beschermingsregime.

Algemene vrijstellingVoor tabel 1-soorten geldt voor ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling van de verbodsbepalingen inde wet (art. 8 t/m 12) en is derhalve geen ontheffing nodig.

Vrijstelling onder gedragscodeVoor tabel 2-soorten geldt een vrijstelling van de verbodsbepalingen in de wet (art. 8 t/m 12) als wordtgewerkt volgens een goedgekeurde gedragscode. De goedgekeurde gedragscodes staan vermeld op dewebsite van het Ministerie van EZ (www.drloket.nl). Voor de meeste activiteiten zijn er inmiddels ge-dragscodes goedgekeurd. De kans is groot dat de voorgenomen activiteit kan worden uitgevoerd onderéén van de vele goedgekeurde gedragscodes.

Ontheffing tabel 2 en 3Als er niet kan worden gewerkt onder een geldige gedragscode, is voor tabel 2-soorten alsnog een ont-heffing nodig om toestemming te hebben voor het overtreden van de verbodsbepalingen in de wet. Ookvoor tabel 3-soorten geldt een ontheffingsplicht.Ingrepen waarbij de verbodsbepalingen worden overtreden moeten ter goedkeuring worden voorge-legd aan Dienst Regelingen door middel van een ontheffingsaanvraag, vergezeld van een overzicht vanmitigerende of compenserende maatregelen om effecten tegen te gaan. Wanneer mitigerende maatre-gelen voldoende worden geacht om effect voorafgaand aan de ingreep te voorkomen, krijg u bericht te-rug in de vorm van een ‘positieve afwijzing’ van uw ontheffingsaanvraag. Dit betekent dat u uw werk-zaamheden mag uitvoeren, mits zij precies volgens het mitigatieplan worden uitgevoerd. Op deze ma-nier worden overtredingen van de Flora- en faunawet voorkomen. Als de mitigerende of compenseren-de maatregelen (tijdelijke) effecten niet kunnen voorkomen en de gunstige staat van instandhoudingniet in het geding komt, dan wordt een ontheffing verleend.

Habitatrichtlijn Bijlage IV-soortenSinds augustus 2009 is door een uitspraak van de Raad van State bepaald dat er volgens de EuropeseHabitatrichtlijn geen ontheffing meer verleend mag worden voor het vernietigen van vaste verblijfplaat-sen van bijlage IV-soorten met als wettelijk belang ruimtelijke ingrepen. Een ontheffing voor ruimtelijkeingrepen is alleen mogelijk onder de volgende wettelijk belangen:- Bescherming van flora en fauna;- Volksgezondheid of openbare veiligheid;

Page 109: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 27 van 31

- Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economi-sche aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten.

Voor de meeste ruimtelijke projecten betekend dit dat een ontheffing voor Habitatrichtlijn Bijlage IV-soorten alleen kan worden aangevraagd onder dwingende redenen van groot openbaar belang. Dit be-lang moet worden onderbouwd om het groot openbaar belang aan te tonen. Een groot openbaar belangis een belang op regionale of nationale schaal. Vaak is de verwijzing naar een regionale structuurvisievoldoende.

VogelsVogels zijn niet opgenomen in tabel 1 tot en met 3. Alle vogels zijn in het broedseizoen gelijk be-schermd. De bescherming van vogels is hoofdzakelijk gericht op de bescherming van de nesten. Daarbijwordt wel een onderscheid gemaakt in nesten die jaarrond zijn beschermd (Categorie 1 tot en met 4-vogelsoorten), nesten die alleen jaarrond zijn beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische om-standigheden dat rechtvaardigen (Categorie 5-vogelsoorten) en nesten die niet jaarrond zijn beschermd(overige vogelsoorten).Sinds augustus 2009 is door een uitspraak van de Raad van State bepaald dat er volgens de EuropeseVogelrichtlijn geen ontheffing meer verleend mag worden voor het vernietigen van vaste verblijfplaat-sen van vogels met als wettelijk belang ruimtelijke ingrepen of dwingende redenen van groot openbaarbelang. Om ruimtelijke ontwikkelingen toch uit te kunnen voeren, moeten mitigerende maatregelenworden genomen om effecten vooraf te voorkomen. Om zeker te zijn van de juiste maatregelen is hetaan te bevelen om de maatregelen voor te leggen aan het Ministerie van EZ door het indienen van eenontheffingsaanvraag. Hoewel een ontheffing voor vogels in de meeste gevallen niet kan worden afgege-ven, geeft de Minister in haar besluit aan of de maatregelen voldoende zijn (positieve afwijzing).

ZorgplichtIn de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen. Deze zorgplicht houdt in dat planten en dierenniet onnodig vernield/gedood of verstoord mogen worden. Dit betekent dat handelingen (of het nalatenhiervan) waarvan men weet, of redelijkerwijs kan vermoeden, dat ze nadelig zijn voor planten en/of die-ren niet mogen worden uitgevoerd. Wanneer dergelijke handelingen toch uitgevoerd moeten worden,moeten maatregelen, voor zover dit in redelijkheid kan, worden genomen om de nadelige gevolgen tevoorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Er dient bijvoorbeeld zo gewerkt te worden dat dieren kun-nen ontsnappen en het kan nodig zijn om soorten te verplaatsen (bijvoorbeeld planten en amfibieën).Deze algemene zorgplicht geldt voor elke soort en elk individu in Nederland.

Procedure ontheffingsaanvraagVoor soorten van tabel 1 geldt een vrijstelling. U hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aan tevragen, maar u moet wel de zorgplicht nakomen.

Voor soorten van tabel 2 geldt dat als u kunt werken volgens een goedgekeurde gedragscode er eenvrijstelling geldt. U hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aan te vragen, maar u moet uw ac-tiviteiten aantoonbaar uitvoeren zoals in de gedragscode staat. Tevens blijft de zorgplicht gelden.

Indien u niet kunt werken volgens een gedragscode, maar u kunt maatregelen nemen om de functionali-teit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen (zogenoemde mitigerendemaatregelen), dan hoeft u ook geen ontheffing van de Flora- en faunawet aan te vragen. Wilt u zekerweten of uw mitigerende maatregelen voldoende zijn, en er inderdaad geen ontheffing nodig is? Vraagdan een ontheffing aan om uw maatregelen goed te keuren.

Indien beschermde soorten van tabel 3 zijn aangetroffen in het plangebied, dan is mogelijk een onthef-fingsaanvraag noodzakelijk. Net als voor tabel 2-soorten geldt dat als u maatregelen kunt nemen om defunctionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen (zogenoemde mi-tigerende maatregelen), u geen ontheffing van de Flora- en faunawet hoeft aan te vragen. U kunt uwmitigatieplan voorleggen bij Dienst Regelingen voor goedkeuring.

Page 110: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 28 van 31

Voor soorten van bijlage IV van de Habitatrichtlijn (die ook onder de tabel 3-soorten van de Flora- enfaunawet vallen) is het niet langer mogelijk ontheffing aan te vragen op grond van ruimtelijke ontwikke-lingen. Dat zelfde geldt voor vogelsoorten. Zie bijlage 1 Flora- en faunawet voor een beschrijving van dete volgen procedure voor deze soorten.

Indien u geen mitigerende maatregelen kunt nemen, dan dient een ontheffing te worden aangevraagdbij Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken. Voor de ontheffingsaanvraag is hetnoodzakelijk te weten welke soorten aanwezig zijn, zodat gerichte mitigerende maatregelen kunnenworden getroffen. Dienst Regelingen zal, indien het akkoord is met het aangeleverde stappenplan waar-in de aanpak voor mitigatie beschreven wordt, een zogenoemde ‘verklaring van geen bedenkingen’(vvgb) afgeven. Daarmee zegt zij in feite dat een ontheffing niet noodzakelijk is wanneer men zich bij deuitvoering houdt aan het opgestelde stappenplan.

Wanneer gesloopt of gekapt wordt zonder vervolgonderzoek te laten plaatsvinden, en er blijken be-schermde soorten aanwezig te zijn, dan wordt de Flora- en faunawet overtreden. Dit is een economischdelict waar boetes aan verbonden zijn.

Onderzoek naar vleermuizen duurt ongeveer 6 maanden. Indien het onderzoek over de winterperiodeheen getrokken moet worden, kan het langer duren. Onderzoek naar andere soortgroepen kan vaaksneller (met 1 of 2 bezoeken) afgerond worden. De doorlooptijd van een ontheffingsaanvraag bij DienstRegelingen bedraagt doorgaans 6 weken tot 4 maanden.

Een vleermuisonderzoek is circa drie jaar geldig. Indien de werkzaamheden niet binnen drie jaar hebbenplaatsgevonden, dan moet opnieuw onderzoek worden uitgevoerd.

WaboVanaf 1 oktober 2010 is voor ruimtelijke ontwikkelingen de Wabo (Wet algemene bepalingen omge-vingsrecht) in werking getreden. Dit houdt in dat de benodigde vergunningen en ontheffingen, dus ookdie ten aanzien van de Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet, in de meeste gevallen via eenomgevingsvergunning gaan lopen. De aanvraag voor de omgevingsvergunning wordt ingediend bij debetreffende gemeente en vervolgens door de gemeente ter beoordeling voorgelegd aan het Ministerievan Economische Zaken (voormalig Ministerie van LNV). Het Ministerie van EZ geeft bij goedkeuring eenvvgb (verklaring van geen bedenkingen) af. Deze vvgb vervangt de huidige ontheffing Flora- en fauna-wet.

De grootste veranderingen in het nieuwe systeem zijn dat:1. het Ministerie van EZ geen direct contact meer met de aanvrager heeft;2. de gemeente verantwoordelijk is voor toezicht en handhaving van de vvgb in de omgevingsvergun-ning.

Het doel van deze herstructurering is het versnellen en vergemakkelijken van de procedure.

Page 111: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 29 van 31

Ecologische Hoofdstructuur

Hierna volgt een algemene beschrijving van de Ecologische Hoofdstructuur.

Algemeen Ecologische hoofdstructuurDe Nederlandse natuur staat steeds meer onder druk, bijvoorbeeld door huizenbouw, aanleg van wegenen industrie. Toch leeft bij veel Nederlanders de wens om natuurgebieden in de buurt te hebben. Na-tuur geeft rust en biedt ruimte voor recreatie.

De overheid heeft daarom extra geld uitgetrokken om de Nederlandse natuur te beschermen en verderte ontwikkelen. Door nieuwe natuur te ontwikkelen, kunnen natuurgebieden met elkaar worden ver-bonden. Zo kunnen planten zich over verschillende natuurgebieden verspreiden en dieren van het enenaar het andere gebied gaan. Het totaal van al deze gebieden en de verbindingen ertussen vormt deEcologische Hoofdstructuur (EHS) van Nederland.

In de EHS liggen de twintig Nationale Parken die Nederland kent. Ze hebben gezamenlijk een oppervlak-te van 123.000 ha. Ongeveer 45%van alle hectares EHS op het land is ook Natura 2000-gebied.

De term EHS werd in 1990 geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan (NBP) van het toenmalige ministerievan Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Netwerk van gebiedenDe EHS is een netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur voorrang heeft. Het netwerk helptvoorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en dat natuurgebieden hun waar-de verliezen. De EHS kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur.

De EHS bestaat uit:- bestaande natuurgebieden, reservaten, natuurontwikkelingsgebieden en zogenaamde robuuste

verbindingen;- landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer (beheergebieden);- grote wateren (zoals de kustzone van de Noordzee, het IJsselmeer en de Waddenzee).

De EHS is een plan in uitvoering en moet in 2018 klaar zijn.

Page 112: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 30 van 31

Natuurbeschermingswet 1998

Hierna volgt een algemene beschrijving van de Natuurbeschermingswet.

Algemeen NatuurbeschermingswetNederland kreeg in 1967 voor het eerst een Natuurbeschermingswet. Deze wet maakte het mogelijk omnatuurgebieden en soorten te beschermen.

Op den duur voldeed de wet niet meer aan de eisen die internationale verdragen en Europese verorde-ningen stellen aan natuurbescherming. Daarom is in 1998 een nieuwe Natuurbeschermingswet gemaaktdie alleen gericht is op gebiedsbescherming. De bescherming van soorten is geregeld in de Flora- enfaunawet.

De Natuurbeschermingswet 1998 is op 1 oktober 2005 gewijzigd. Sindsdien zijn de bepalingen vanuit deEuropese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt.

Beschermde gebiedenDe volgende gebieden worden aangewezen en beschermd op grond van de Natuurbeschermingswet:- Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden);- beschermde natuurmonumenten;- wetlands.

Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur, geldt een vergunningplicht.

Hierdoor is in Nederland een zorgvuldige afweging gegarandeerd bij projecten die gevolgen kunnenhebben voor natuurgebieden. Meestal verlenen de provincies de vergunningen, maar soms doet hetministerie van Economische Zaken (EZ) dit.

Bestaand gebruikOp 1 februari 2009 is de wet opnieuw gewijzigd. De wijziging heeft betrekking op het zogenoemde 'be-staand gebruik'. Hieronder vallen activiteiten in en om beschermde Natura 2000-gebieden die al plaats-hadden voordat een gebied als beschermd gebied is aangewezen. De wijziging is met name van belangvoor provincies (als bevoegd gezag) en voor burgers en bedrijven met bestaand gebruik. De wijzigingenzijn gericht op:- verbetering van de werking van de wet in de praktijk;- verbetering van de aansluiting van de wet bij de Habitatrichtlijn.

Beschermde NatuurmonumentenMet de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 is in 2005 het verschil tussen Beschermde Monumen-ten en Staatsnatuurmonumenten vervallen: beide zijn nu Beschermde Natuurmonumenten.

Beschermde Natuurmonumenten die overlappen met Natura 2000-gebieden worden opgeheven en nietlanger beschermd als beschermd natuurmonument. De natuurwaarden, waarvoor het natuurmonumentwas aangewezen, worden wel in de Natura 2000-aanwijzing opgenomen.

Page 113: Bestemmingsplan Begraafplaats Ambachtsherenweg in Klundert...Figuur 1: Overzicht bodemloket (Bron: ) Uit het bodemloket blijkt dat er op de onderzoekslocatie zelf geen bodemonderzoeken

Natuurtoets Begraafplaats Ambachtsherenweg te KlundertProjectnr. 26408330 januari 2014, revisie 01

blad 31 van 31