Upload
dagmar-brandt
View
232
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
testversie
Citation preview
Toponderwijs de ambiTies vanmariëTTe Hamer
TransparanTie naar een beTrouwbare keuzegids
grenzeloos3 docenTen & de jeugdvan Tegenwoordig
maart 2010
Is een mbo-opleiding te min? Vmbo’ers gaan lIeVer naar de haVo:
Opi
nie
bla
d O
ver
berO
epsO
nd
erw
ijs
en e
du
ca
tie
back
sta
ge#3
mboraad.nl
back stage back stage
2 / 3
cOlOfOn
Back Stage is het tweemaandelijkse opinieblad van de MBO Raad. De MBO Raad is de brancheorganisatie voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.
eerste jaargang, nummer 3, maart 2010Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.redactie Twan Stemkens (hoofdredacteur), Marije Hulsbosch (adviseur), Marie-José Linders (eindredacteur), Dagmar de Kruif-Pot (redacteur), Tanja Krieger (redacteur).aan dit nummer werkten mee: Berber Bijma, Somajeh Ghaeminia, Seb Jarnot, FMAX, Friso Keuris, Caroline Koetsier, Corien Lambregtse, Christoph Meng, Luuk Obbink, Jeroen Poortvliet, Ed van Rijswijk, Roel Smit, Annette van Soest, Frans Strous, Henk Veenstra, Elmer Veerhoff.
concept en vormgeving Link Design, Amsterdam.drukwerk: Senefelder Misset, Doetinchem.coverfoto: Claudia Rehm/Getty Images. abonnementen en adreswijzigingen: [email protected]. Back Stage wordt gericht, kosteloos, toegezonden aan onderwijsorganisaties en particulieren. Betaalde abonnementen kosten 30 euro per jaar inclusief BTW en verzendkosten.redactie-adres: Houttuinlaan 6
3447 GM Woerden tel. 0348 - 75 35 00 [email protected] www.mboraad.nl/backstage
20 We VerWaarlozen de toekomst
Het boek ‘De grenzeloze generatie’ zorgde voor ophef. Onzejeugd kampt met forse problemen: drugs, schulden, schooluitval. Drie docenten aan het woord over hun studenten.
4 haVo-IserIngOuders zien hun kind liever op de havo dan het mbo. Terwijl de weg via het mbo juist zo’n succesvolle route is. Hoe imago een sector parten speelt.
12 marIëtte hamer Verklaart haar ambItIes
Met de motie Hamer stelt ze de norm: het Nederlandse onderwijs moet naar de internationale top vijf. De fractievoorzitter wil nu plannen van het onderwijs. En snel graag.
36 100% duurzaam mbo
Duurzaamheidscoördinator Rob de Vrind was er al mee bezig voordat Al Gore er ooit van had gehoord. De mbosector moet in 2015 honderd procent duurzaam inkopen. Maar hoe duurzaam is het beroepsonderwijs nu helemaal?
32 op naar échte transparantIe
MBO Raadvoorzitter Jan van Zijl in discussie met de uitgever van de MBO Keuzegids.
rubrieken
8 dat dan weer welmet sieneke naar het songfestival en studenten
verzorgen de wereld expo in Shanghai.
15 columnStageplaatsen behouden? Subsidieer bedrijven
stelt roa-onderzoeker christoph meng voor.
16 wat doet zij zoal?rapporten, schoolbezoeken, gesprekken met
studenten. de werkweek van een inspecteur.
18 in beeldmaak kans op een overnachting in leerhotel
het klooster!
24 columnJan van zijl over het einde van de drempelloze
instroom in het mbo.
25 carrièremakerSdisney zet zijn zinnen op belevingskunstenaar
michel den dulk.
34 columnelmer Veerhoff ziet het gebeuren: we krijgen
rollator-onderwijs…
35 StaatSSecretariS voor 1 dagdan wil d66-kamerlid boris van der ham
ruimte creëren.
35 pittige taalHet basisonderwijs is verkwanseld. en dat komt
door mbo’ers, vindt oud-docent Jon derks.
11 uitblinker
‘mIJn Werk maakt verschil, In het leVen Van anderen’ anne gribnau begon haar carrière in het bedrijfsleven, maar koos toch voor de zorg.
back stage
4 / 5
Steeds meer vmbo-leerlingen kiezen liever voor de havo dan een mbo-opleiding. De trend die een paar jaar geleden begon, zette in 2008/2009 stevig door, blijkt uit de nieuwste cijfers. Het imago van het mbo speelt een belangrijke rol. Bovendien stellen veel vmbo’ers hun beroepskeuze graag een paar jaar uit. Maar dit stapelen gaat ze niet altijd succesvol af.
Tekst Berber Bijma Beeld Judith Dekker/HH Beeldbewerking Link Design
Wie naar het mbo gaat, moet vanaf het begin
een concreet beroep voor ogen hebben en loopt
kans terecht te komen op een roc met veel les -
uitval en altijd wel een paar criminele mede-
scholieren. Wie voor de havo kiest, kiest voor
de ‘bovenkant’ van de samenleving en bereidt
zich goed voor op een hbo-opleiding. Dat is
– een beetje kort door de bocht – het beeld dat
steeds meer vmbo’ers hebben als ze hun
vervolgopleiding kiezen. De keuze voor de havo
wordt dan ook steeds populairder. In de zomer
van 2008 gingen ruim 9.000 vmbo’ers door naar
de vierde klas van de havo, omgerekend zo’n
19 procent van de vmbo’ers met een diploma op
het juiste niveau op zak. Vier jaar eerder lag dat
percentage nog op 14. Een duidelijke stijging dus.
Overigens kunnen alleen leerlingen die op het
vmbo de theoretische leerweg (tl) en gemengde
leerweg (gl) hebben gevolgd, naar de havo.
‘Stapelen’ blijft populair in het Nederlandse
onderwijs, concludeert het Centraal Bureau
voor de Statistiek, dat deze cijfers vorige maand
bekendmaakte. Vmbo’ers gaan graag naar de
havo; veel havisten willen graag naar het vwo.
Trapsgewijs proberen leerlingen het hoogste
onderwijsniveau te halen.
Maar er is meer aan de hand. Want een vmbo’er
die naar de havo gaat om daarna een hbo-
opleiding te kunnen doen, had de route ook via
het mbo kunnen laten lopen. Verreweg de meeste
vmbo’ers, zo’n 70 procent, kiezen na hun examen
overigens voor zo’n mbo-opleiding. De groep
die voor de havo kiest, wordt echter gaandeweg
groter. En niet alleen omdat die route, mits
succesvol gevolgd, één of twee jaar korter is.
“De route vmbo-mbo heeft niet zo’n goede naam”,
zegt Teus Beijer, vmbo-decaan in Ede en voor-
zitter van de vmbo-decanen die verbonden zijn
aan de NVS-NVL, een vereniging van school-
decanen en leerlingbegeleiders. “Ouders en
kinderen proberen er alles aan te doen om die
back stage
dan maar liever naar de …
Imago mbo zorgt voor verschuivende voorkeur vmbo-leerlingen
route niet te volgen. De investeringen daarin
beginnen soms heel vroeg. Ouders trainen al
met hun kinderen voor de Cito-toets in groep 8,
zodat het kind niet naar het vmbo zal hoeven.”
Leerlingen die wel naar het vmbo gaan, proberen
vervolgens aan het eind van die opleiding de
vervolgkeuze voor het mbo te voorkomen. Beijer:
“Soms om heel begrijpelijke redenen. In de
regio waar ik werk zijn twee roc’s. Bij een daar-
van is nogal wat fout gegaan bij de invoering
van het competentiegerichte beroepsonderwijs.
Studenten moeten veel zelfstandig werken en
hebben maar weinig les. Ze komen nog weleens
bij mij op bezoek. Moet jij niet op school zitten,
vroeg ik laatst. ‘Nee meneer, vandaag geen les
meer, morgen ook niet, overmorgen pas weer.’
In zulke gevallen begrijp ik wel dat ouders en
kinderen de havo een betere keuze vinden.”
stapelen Wordt struIkelenZowel op de havo als op het mbo struikelen
nogal wat voormalige vmbo’ers. Van degenen
die wel een havo- of mbo-diploma halen, haakt
vervolgens nog een behoorlijk aantal tijdens de
hbo-opleiding af. Op basis van verschillende
cijfers van onder meer het ministerie van
Onderwijs concludeert onderwijsadviesbureau
APS dat uiteindelijk maar zo’n 13 procent van
de vmbo-tl’ers een hbo-diploma haalt.
Overigens doen mbo’ers het in het hbo iets
beter dan havisten. Het lukt dus maar al te
vaak niet het ‘stapelvoornemen’ in praktijk te
brengen. Voor de groep die tijdens de hbo-
opleiding afvalt, betekent dat de arbeidsmarkt
op met een havo- óf een mbo-diploma. Nu
steeds meer vmbo’ers voor de havo kiezen,
betekent dat dus dat er meer havisten zonder
afgeronde vervolgopleiding op de arbeidsmarkt
komen. Veel is daarvan nog niet waar te nemen,
zegt Gertrud Visser-van Erp, secretaris onderwijs
voor de gezamenlijke werkgeversorganisaties
VNO-NCW en MKB-Nederland. “De ontwikkeling
Marc Veldhoven:
‘Het gaat om wat goed
is voor de individuele
student’
back stageback stage
6 / 7
dan maar lIeVer naar de haV0VerVolg
is nog te kort gaande om er al iets van te merken
bij werkgevers. Maar het is wel jammer dat er
in verhouding minder mbo’ers zullen afstuderen
de komende jaren. Het mbo biedt waardevolle
opleidingen die goede kansen geven op de
arbeidsmarkt. In veel gevallen betere kansen
dan de havo, omdat je een specifiekere opleiding
hebt gevolgd. Kinderen worden erg gepusht om
naar de havo te gaan, terwijl het mbo minstens
zo’n goede keuze is. Dat is jammer.”
De instelling van opleidingsdomeinen zal helpen
het mbo aantrekkelijker te maken voor studenten
die nog niet precies weten welke richting ze
willen kiezen, hoopt ze. Domeinen zijn
clusteringen van mbo-opleidingen die aan
elkaar verwant zijn. De honderden verschillende
opleidingen die er nu zijn worden met ingang
van het studiejaar 2011-2012 gebundeld in
zestien verschillende domeinen, studenten
kunnen hiervoor kiezen. Een domein omvat
alle mbo-opleidingen die dicht bij elkaar liggen
en waartussen studenten in de praktijk nu al
vaak switchen. De domeinstructuur moet dat
overstappen eenvoudiger maken en ervoor
zorgen dat mbo’ers geen of zo weinig mogelijk
studievertraging oplopen als ze van opleiding
veranderen.
kennIsmaken en dan pas kIezenDe domeinen moeten er daarnaast voor zorgen
dat vmbo-studenten bij het mbo niet meer het
beeld hebben dat je al vóór je eraan begint moet
weten welk beroep je wilt gaan uitoefenen.
Want ook dat is vaak een reden om naar de havo
te gaan: de beroepskeuze nog even uitstellen.
Sommige roc’s werken, in afwachting van de
invoering van domeinen, al met ‘brede basisjaren’
die het mogelijk maken een specifieke beroeps -
richting wat later te kiezen. ROC de Leijgraaf in
Veghel en omgeving wil beginnende studenten
binnenkort de keuze geven in een domein in te
stromen of zelfs in een nog verdere clustering
van domeinen. In het eerste jaar maken
studenten kennis met alle mogelijkheden
binnen hun eigen domein, om vervolgens in
het tweede jaar gerichte keuzes te maken. Voor
studenten een flinke vooruitgang vergeleken
met het woud van opleiding waar ze voorheen
meteen al uit moesten kiezen, zegt Marc
Veldhoven, voorzitter van het college van
bestuur van ROC de Leijgraaf.
Maar Veldhoven beseft dat het argument van
de uitgestelde beroepskeuze bij de gang naar de
havo voor veel leerlingen minder zwaar weegt
dan het imago van het mbo. “Er zijn roc’s die
moeite hebben de basis van hun onderwijs
goed voor elkaar te krijgen. En het merk roc is
nu eenmaal zo sterk als de zwakste schakel.
Daar gaan de media weleens mee aan de haal.
Maar het mbo als geheel krijgt onterecht een
negatief imago opgedrukt. Er zijn veel prachtige
mbo-scholen met goed praktijkonderwijs, mooi
ingerichte lokalen, een goede leeromgeving en
sociale cohesie. Ons eigen roc is daarvan een
voorbeeld. Je kunt aan je imago niet veel méér
doen dan dat voortdurend te laten zien.”
De meeste vmbo’ers zijn beter af op een mbo-
opleiding, is Veldhovens overtuiging. “Het
overgrote deel van de vmbo-studenten heeft
een gemengde leerstijl: ze gedijen het best als
ze met hart, hoofd en handen kunnen leren.
Gaan ze door naar de havo, dan moeten ze
gedwongen nog twee jaar op hun handen
zitten. Als politici horen van de uitval van
vmbo’ers op de havo, zeggen ze: er moet betere
aansluiting komen. Maar dat is maar een kant
van het verhaal. Politici moeten beseffen hoe
belangrijk de gemengde leerstijl, die je op het
mbo meer vindt dan op de havo, is voor een
grote groep. De havo praktijkgerichter maken,
heeft geen zin, want dan maak je er in feite een
mbo van.”
netWerkschool op maat “Je kunt niet zeggen dat vmbo-studenten over
het algemeen ‘typische mbo’ers’ zijn,” weerlegt
Frank Kalshoven, directeur van De Argumenten -
fabriek, een organisatie die onder meer bezig is
met advisering en vernieuwing binnen het mbo.
“Wij duwen leerlingen op twaalfjarige leeftijd
in een mal. Inderdaad, als je ze in een vmbo-
mal stopt, worden ze misschien wel typische
mbo’ers. Het zou beter zijn al eerder met
maatwerk te beginnen. Als je vroeg kijkt naar
de sterke en zwakke kanten van een leerling
en daar het onderwijs op aanpast, wordt een
vmbo’er misschien wel een havo-leerling. Een
vmbo’er die goed is in Engels, zou dat vanaf het
begin op havo-niveau kunnen krijgen. Dat is
maatwerk.”
In het mbo moet dat maatwerk voortgezet
worden, zegt Kalshoven. Zijn organisatie
ontwikkelde het concept van de ‘netwerkschool’,
een roc dat klassikaal onderwijs combineert
met individueel maatwerk. Iedere student volgt
een traject – breed of smal, afhankelijk van hoe
duidelijk de student al een beroepskeuze voor
ogen heeft – dat speciaal voor hem of haar is
ontworpen en de studenten treffen elkaar in de
klassen waar hun leertrajecten elkaar kruisen.
Vanaf volgend studiejaar gaat een aantal roc’s
met het concept van de netwerkschool
experimenteren.
Het zou mooi zijn als mbo-opleidingen met maat-
werk weer meer studenten kunnen trekken,
zegt Kalshoven. Maar voor de arbeidsmarkt zal
dat op lange termijn volgens hem niets
uitmaken. “Een mbo’er krijgt misschien wat
makkelijker een eerste baan, vanwege zijn
specifieke opleiding. Maar steeds minder
mensen werken veertig jaar lang in hetzelfde
beroep of dezelfde sector. De meeste mensen
hebben na een jaar of acht een beroep
waarvoor ze niet opgeleid zijn, tenzij je, zoals
artsen en piloten, veel in je beroepskeuze hebt
geïnvesteerd. Bovendien: van alle beroepen die
over tien jaar bestaan, bestaat misschien wel
dertig procent nu nog niet. Wie had twintig jaar
geleden kunnen bedenken dat er nu zoveel
ICT’ers zouden zijn? Kortom: voor je uiteindelijke
loopbaan is je soort opleiding totaal niet van
belang. Het niveau wel, maar dat is voor
havisten en mbo4-studenten ongeveer gelijk.
Die komen elkaar op de arbeidsmarkt dus wel
weer tegen.”
Roc-bestuursvoorzitter Marc Veldhoven is het
niet met Kalshoven eens. Hij ziet voor een
grote groep studenten wel degelijk voordeel in
het leren met ‘hart, hoofd en handen’, ook voor
de lange termijn. Wat hem betreft wordt de
route vmbo-mbo weer populairder. Hij verwacht
daarvoor medewerking van vmbo-decanen.
“Wie voor de havo kiest, kiest voor de boven-
kant van de samenleving. Van ouders kan ik
het wel billijken dat ze hun kind, vaak uit
onwetendheid, daar graag naartoe willen
hebben, maar decanen kunnen hun advies niet
baseren op begrip voor de sociale voorkeuren
van ouders. Een decaan die zegt: ‘ik begrijp het
wel hoor, dat u uw kind liever op de havo hebt
dan op een roc’, is ronduit onprofessioneel.
Waar het om gaat is wat goed is voor de indivi-
duele student.”
Doorstroom gediplomeerden naar havo
Doorstroom van gediplomeerde schoolverlaters van de mavo en de theoretische
leerweg van het vmbo naar de havo. Meer dan één op de vijf van de gediplomeerde
vmbo-tl-leerlingen koos in 2003 voor de havo. Bron: ROA en onderwijsmatrix (OCW).
Frank Kalshoven:
‘We duwen leerlingen
op 12-jarige leeftijd al
in een mal’
Rendement naar vooropleiding op het hbo
Vooropleiding Na 5 jaar (cohort 2003)
Mbo’ers maken het hbo soms niet af omdat ze met hun diploma, in tegenstelling tot
havisten, al goede kansen hebben op de arbeidsmarkt. Bron: HBO-raad.
Havo
mbo
vwo
Totaal
53,9 %
71,0 %
58,8 %
58,0 %
Bruto maandloon van werkzame schoolverlaters 2008 naar opleidingscategorie
Opleidingscategorie
Bron: ROA (SIS)
mbo-economie
mbo-gezondheidszorg
mbo-sociaal-cultureel
mbo-techniek
mbo-groen
Havo/vwo
vmbo-tl € 810
€ 1.170
€ 1.500
€ 1.790
€ 1.780
€ 1.960
€ 1.600
% 25
20
15
10
5
01998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
mavo
vmbotl
een ‘happier street’
china verwacht zeventig miljoen bezoekers tijdens de wereld- tentoonstelling die op 1 mei start in shanghai. rond het thema ‘better city better life’ geven 185 landen en vijftig steden hun visie op de innovatie en menselijke leefomgeving in de stad van de 21e eeuw. Ook nederland presenteert zijn nieuwe en duurzame oplossingen voor de verstedelijkingsproblematiek op de ‘Happy street’.
En studenten leveren ook hun bijdrage. Ruim honderdvijftig
mbo’ers en hbo’ers gaan aan de slag als kok, camerajournalist,
sous chef, technicus of VIP Area Info Host. Via internet worden
de studenten begeleid, speciale bpv-bezoekers zijn verant-
woordelijk voor de inhoudelijke studie voortgang ter plaatse.
Studenten uit heel Nederland konden zich aanmelden voor een
stageplek in het Holland Paviljoen. Na het schrijven van een
sollicitatiebrief met motivatie en na een pittig assessment
ontvingen de gelukkigen tijdens de China-dagen in Den Haag
hun felbegeerde stagecontract.
www.holland-expo2010.nl
back stagebackstageback stage
8 / 9
dat dan Weer welVervolg voor 6-daagse beroepsonderwijs
na een succesvolle eerste editie in 2009 komt er dit jaar ook weer een 6-daagse beroepsonderwijs. Het evenement begint op maandag 4 oktober met competentcity, op 5 oktober volgt de dag van de stagiair en 8 oktober staat in het teken van het speciale uitblinkersgala.
Daarnaast houden mbo-scholen weer een open huis en staat er
natuurlijk nog veel meer op het programma, waar nu nog de
laatste hand aan wordt gelegd. Net als in 2009 wordt de 6-Daagse
Beroeps onderwijs georganiseerd door een samenwerkings-
verband van de MBO Raad, proces management MBO 2010 en de
Stichting Branche promotie Beroepsonderwijs Nederland (BBN).
www.6dbo.nl
mbo raad aan de tweet
Ook zo benieuwd naar nieuws over het mbo? Volg dan de MBO
Raad op twitter. Veel handiger dan die oude rss-feeds! Dus:
www.twitter.com/mbonieuws
koken doe je Xo
Wie denkt aan Woerden,
denkt aan de MBO Raad. Maar
Woerden heeft meer te bieden.
Wil je genieten van het ‘echte’
Woerden loop dan eens
binnen bij Café Restaurant XO.
Oud Albeda College-docent
Peter Neervoort serveert
gerechten op basis van
streekproducten. Hij wordt
hierbij geholpen door
enthousiaste mbo-stagiaires.
www.xowoerden.nl
OKT. 4 - 9
personalIa
Het college van bestuur van
rOc leiden is met ingang van
maandag 15 februari tijdelijk
uitgebreid met de komst van
jeroen knigge. Wanneer de
huidige voorzitter, Jacques van
Gaal, de pensioengerechtigde
leeftijd bereikt zal Knigge het
voorzitterschap overnemen.
Knigge was voorheen werk -
zaam bij de Hogeschool van
Amsterdam. Waar hij achter-
eenvolgens de functie van
secretaris, directeur van het
bestuursbureau en algemeen
directeur vervulde.
antoine wintels volgt met
ingang van 1 mei Kees Tetteroo
op als voorzitter college van
bestuur rOc eindhoven.
Wintels werkte de afgelopen
negen jaar bij de SNS Bank,
onder andere als directeur
SNS Advies en voorzitter
Strategische Programma’s.
Eerder was hij directeur bij de
Kamer van Koophandel voor
Noord- en Midden-Limburg.
Professor andré knottnerus
treedt op 1 mei aan als
voorzitter van de weten-schappelijke raad voor het regeringsbeleid. Hij volgt
daarmee Wim van de Donk
op, die in oktober 2009 is
afgetreden wegens zijn be-
noeming tot Commissaris van
de Koningin in Noord-Brabant.
Knottnerus is sinds 1998
hoogleraar huisartsgenees-
kunde aan de Universiteit van
Maastricht, voorzitter van de
Gezondheidsraad en voorzitter
van de sectie geneeskunde
van de Koninklijke Nederlandse
Academie van Wetenschappen.
Geke faber, burgemeester van
de gemeente Zaanstad, is
sinds 1 januari de nieuwe
voorzitter van de Raad van
Toezicht van het rOc van amsterdam en rOc flevoland.
Faber was al eerder betrokken
in een toezichthoudende func-
tie bij ROC Flevoland. Zij was
voorheen onder andere staats-
secretaris van LNV, waar-
nemend burgemeester van
Den Helder en Wageningen en
burgemeester van Zeewolde.
De sociaal-economische raad
heeft Henk schenk benoemd
tot plaatsvervangend kroonlid.
Hij is hiermee de achtervang
voor Leo Stevens. Schenk is
hoogleraar economische
wetenschappen en leidt
momenteel voor de commissie-
De Wit een onderzoek naar
wet- en regelgeving over en
toezicht op financiële markten.
Op voorstel van staatssecretaris
Bussemaker van VWS heeft de
ministerraad ingestemd met
de voordracht van prof. dr.
esther-Mirjam sent en prof.
dr. Marion van san tot leden
van de raad voor Maatschap-pelijke Ontwikkeling. Sent is
hoogleraar economische
theorie en economisch beleid
aan de Radboud Universiteit.
Van San is hoogleraar jeugd en
educatie bij Universiteit Utrecht.
De huidige bestuursvoorzitter
van de publieke omroep, Henk Hagoort, wordt met ingang
van 1 april voorzitter van de
raad van toezicht van stichting kennisnet. Hij volgt daarmee
Paul ’t Hoen op. Kennisnet is
de onafhankelijke publieke
organisatie die onderwijs-
instellingen in het primair,
voortgezet en middelbaar
beroepsonderwijs, ondersteunt
en inspireert bij het effectief
gebruik van ICT in het onder-
wijs. De PO-Raad, VO-Raad,
MBO Raad en Aoc Raad dragen
de rvt-leden voor.
Oeps…In het artikel ‘Mbo-sector: in
2015 honderd procent duur-
zaam inkopen’ wordt Ton van
Gerven, voorzitter college van
bestuur Koning Willem I
College genoemd als één van
de trekkers van het convenant
Duurzaam Inkopen. Dit had
moeten zijn: Cor van Gerven,
lid college van bestuur Koning
Willem I College.
In het artikel ‘Excellente
vrouwen over excellent
onderwijs‘ wordt ten onrechte
vermeld dat Jos Leenhouts
Onderwijskunde studeerde.
In werkelijkheid studeerde zij
Sociale Geografie.
nieuws?Berichten voor de rubriek
personalia kunt u
sturen naar:
Bro
n H
olla
nd-e
xpo2
010
.nl
Bro
n X
O W
oerd
en
een gezonde ScHool en gezond bedrijf! dat willen we tocH allemaal? Meer beweging en vitaliteit in de programma’s van beroepsopleidingen is het centrale thema van de
conferentie ‘Vitaal voor leren en werken’ op 7 april in Groningen. Organisatoren zijn het Instituut voor
Sportstudies van de Hanzehogeschool Groningen, de KVLO en MBO Raad.
www.mboraad.nl/bewegenensport
back stage back stage
uitblinker
‘WInst zIt In een glimlach of een traan’mbo: daar zIt muziek In!
back stage
dat dan weer wel
Lange Frans (29)Hij volgde weliswaar geen mbo-opleiding,
maar nam onlangs wel een rap op met
studenten van Gilde Opleidingen: ‘De wereld is
van jou’. Vier jaar terug mocht deze rappert niet
spelen op het Bevrijdingsfestival: een ambassa-
deur tegen zinloos geweld die een leerling slaat
is natuurlijk niet handig. Frans heeft zijn leven
gebeterd en zoekt de samenwerking.
10 / 11
Tim Knol (20)Liet voor eerst van zich horen in 2008; tijdens
een singer-songwriteravond in het Utrechtse
EKKO, van oudsher al een broedplaats voor
talent. En dat is de Herman Brood Academie,
waar Knol studeert, inmiddels ook. Ondertus-
sen verovert hij Nederland en heeft hij een
platencontract op zak. Onthoud deze naam:
hier gaan we veel van horen.
Frans Bauer (36)Is in het echt net zo lief als hij doet voorkomen.
Neerlands populairste volkszanger ging na
de mavo naar de meao, maar maakte deze
opleiding niet af. Hoe het toch nog goed kan
komen met een voortijdig schoolverlater.
DJ Tiësto (41)Oftewel Thijs Michiel Verwest. Volgde een meao-
opleiding, won een zilveren harp, werd uitgeroepen
tot ‘s werelds beste dj en kreeg ook nog eens de
Popprijs. Commercieel doet deze trance-jongen
het goed, in de undergroundscene spreekt men
over ‘DJ Triesto’; trance is niet overal populair.
Ondertussen heeft iedereen het nakijken.
begonnen als restaurantmedewerker bij V&d doorliep high potential anne gribnau (34) als twintiger in sneltreinvaart de interne opleiding tot verkoopmanager. Vereerd door de kansen en het vertrouwen dat zij kreeg vergde anne het uiterste van zichzelf. Iets te veel. ze liep tegen haar grenzen aan en gooide haar leven drastisch om.
Tekst Dagmar de Kruif-Pot Foto Henk Braam
“Ik ben mezelf gewoon voorbij gelopen. Ik werkte hard, soms wel
vijftig uur per week, en daar kwam dan nog mijn reistijd bij. Het
werd gewoon te veel. Ook de commerciële aanpak stuitte me vaak
tegen de borst. Je werkt voor het geld. Ik voel me er niet prettig bij
dat ik tegen een klant moet zeggen dat die oranje jas haar goed
staat terwijl dit niet zo is.”
“Mijn ziekte heeft mij zeker gevormd. Het heeft ervoor gezorgd dat
ik bewust ben gaan nadenken over wat ik wil met mijn leven. Met
hulp van een psychologe kwam ik er achter dat winst voor mij niet
zit in geld, maar in het welzijn van mensen. Ik wil kleur geven aan
het leven van anderen. Ik heb dan ook bewust de overstap
gemaakt van de commercie naar de zorg.”
“Als activiteitenbegeleider stimuleer ik ouderen hun talenten te
benutten. Zo help ik ze hun gevoel van eigenwaarde terug te vinden.
Wanneer een bejaarde man met een verlamde arm, glimlachend
en vol trots zijn zelfgemaakte schilderij aan zijn familie laat zien,
dan geeft dat veel voldoening. Winst zit voor mij in een glimlach of
een traan. Tevreden, vrolijke cliënten maken het werk van
verzorgend personeel een stuk gemakkelijker, daar lever ik zo mijn
bijdrage aan. Mijn werk als activiteiten begeleider wordt soms
onderschat. Maar je maakt een verschil in het leven van ouderen.”
“Natuurlijk ben ik trots dat ik benoemd ben tot Uitblinker van ROC
Nijmegen en ook nog bij de laatste drie eindigde in de landelijke
verkiezing. Maar ik besef dat dit niet alleen mijn eigen verdienste
is. Ik ben bevoorrecht met de manier waarop mijn opleiding
vormgegeven is en de persoonlijke begeleiding die ik heb gekregen.
Het was pittig om weer terug naar school te gaan. Ik moest leren
fouten te durven maken. Tijdens mijn opleiding kreeg ik daar de
ruimte voor. Ik kan met volle overtuiging zeggen dat ik er alles
uitgehaald heb. Ik wist dat ik het kon, want ik wilde het zo graag.
Ik gun iedere student zo’n traject.”
“Teleurgesteld dat ik niet de Ambassadeur Beroepsonderwijs 2009
ben geworden, ben ik niet. Ik ben vooral dankbaar dat ik dankzij
mijn nominatie als Uitblinker anderen net dat duwtje in de rug
kan geven het meeste uit het leven te halen.”
Foto
Am
aury
Mill
er/H
HFo
to M
arko
Bak
kerr
/HH
Foto
Pim
Ras
/HH
Foto
Lod
ewijk
Dui
jves
teijn
Lisa Loïs (2
2)
Weer zo’n talent van de Herman Brood Academie.
Won in 2009 X Factor met een cover van de
Leonard Cohen-klassieker Hallelujah. Dit leverde
haar een vette nummer 1-hit op én een platen-
contract. In het volgende nummer van Back Stage
een speciaal interview met deze belofte.
Sieneke (17)Dat wordt weer een spannend avondje voor de buis: hoe ver komt Sieneke tijdens het Song-festival met ‘Ik ben verliefd’? Wij leven mee met deze kappersstudente: sta je daar in Oslo met een nieuwe variant van het Smurfenlied. Succes Sieneke: sha-la-lie-sha-la-la!
sieneke vertegenwoordigd in mei ons land tijdens het eurovisie songfestival. nu is deze mbo-studente niet de enige met muzikale aanleg, wacht dacht je van dJ tiësto, lisa loïs, frans bauer en aanstormend talent tim knol.
Foto
HFo
to
Foto
Lau
ra O
lden
broe
k
back stage
12 / 13
back stage
Is het nodig, zo’n motie? In de pIsa-scores ontlopen we nummer 1 finland nauwelijks.“In het Nederlandse onderwijs wordt
keihard gewerkt aan goed onderwijs,
maar we hebben nog een kwaliteitsslag te
maken. De kennis in het onderwijs moet
toegankelijker worden voor het bedrijfs -
leven en er vallen nog te veel jongeren
uit. Er moet een lange termijnplan voor
het onderwijs komen: wat is er nodig om
bij die top vijf te komen? Het kabinet
heeft een begin gemaakt met het Actieplan
LeerKracht, daar is duidelijk het accent
gelegd op de leraren en zijn we begonnen
met het investeren in de basis. Als
onderwijswoordvoerder heb ik steeds
geprobeerd ministers er toe te verleiden
zo’n plan op te stellen. Dat is nooit
gedaan. Ik ben hier al zo’n tien jaar mee
bezig. Er wordt vaak niet verder gekeken
dan de regeerperiode van vier jaar. Na
elke kabinets formatie zie je het gebeuren:
een nieuw kabinet met verschillende potjes.
Scholen moeten snel projecten indienen
en vaak is het potje leeg voordat de aan-
vragen binnen zijn. Dat is een handicap;
ik vind het allemaal nogal onrustig voor
het onderwijs.”
uw motie verandert dit?“Als we nu niet kiezen om voor het onder-
wijs een lange termijnplan te ontwikkelen,
dan laten we een gigantisch moment
verloren gaan. De situatie waar we mee te
maken hebben is uniek. We staan voor een
operatie van heroverwegingen waarbij we
niet alleen naar de besparingen moeten
kijken, maar ook naar investeringen. Ik
zag dit dan ook als mijn kans om tijdens
de algemene beschouwingen mijn
ambitie neer te leggen. Maar we moeten
keuzes maken, en als de PvdA moet
kiezen, zeggen wij: ‘dan maar minder
asfalt en meer onderwijs’.”
uw motie is nog vrij algemeen. Wat moet er nu precies gebeuren?“Tijdens de debatreeks Mariëtte Markeert
heb ik veel mensen uit het onderwijsveld
gesproken over wat het inhoudt als je tot
die top vijf behoort. Dan komt naar voren
dat je de beste docenten nodig hebt, zorgt
dat schooluitval verdwenen is, maar ook
het stapelen, wat nu gelukkig weer kan, is
ontzettend belangrijk. Met mijn collega
Kamerleden Depla, Kraneveldt en Besselink
heb ik hoofdopdrachten voor het onderwijs
geformuleerd: verbeter de kwaliteit van
leraren en het taal- en rekenonderwijs,
zorg dat ieder talent benut wordt en zet in
op wetenschappelijk toponderwijs.”
en wat betekenen uw ambities voor het mbo?“Ik vind het mbo de belangrijkste sector
van het onderwijs. Zo ongeveer de helft
van onze kinderen volgt een mbo-opleiding.
Onze economie draait op deze mensen.
Nederland heeft niet alleen managers
nodig, maar ook veel doeners. Het mbo is
nog steeds een van de sectoren waar niet
automatisch de aandacht naar toe gaat. Ik
kom zelf uit het beroepsonderwijs en het
is altijd al zo geweest dat beleidsmakers
een beeld hebben bij het hbo of weten -
schappelijk onderwijs, maar niet bij het
mbo. Nu vind ik het belangrijk, en ik wil
niet meteen een structuurdiscussie
beginnen, dat er goed gekeken moet
worden hoe de aansluiting tussen vmbo
en mbo beter kan, hoe dat meer één
traject kan worden. Het is voor veel vmbo-
leerlingen onbegrijpelijk dat ze met een
vmbo-diploma eigenlijk nog niets kunnen.
Daar is nog meer winst te behalen.
Daarnaast moeten de zwakke opleidingen
in het mbo aangepakt worden en moeten
de lesuren op orde zijn. Dan zitten we
alweer in de dagelijkse politiek, terwijl ik
vind dat we nu juist naar de lange termijn
moeten kijken. Ik wil af van het bij elke
kabinetsformatie weer nieuwe projectjes
starten. Ik wil een structurele aanpak voor
het onderwijs, innovatie en de arbeids-
markt en hoe we het mbo daar nu eens
een veel sterkere rol in kunnen geven.”
mooie plannen, maar we moeten 35 miljard bezuinigen. de kIa-coalitie berekende dat de top vijf-landen meer investeren dan nederland. zweden geeft per geboren baby jaarlijks 75 duizend euro meer uit aan kennis dan ons land. “We moeten dat op peil brengen. In de
totale operatie van heroverwegingen
zullen we dat geld vrij moeten maken,
dat is geen gevecht dat al gewonnen is.
Ik voel me gesterkt door het feit dat de
Kamer mijn motie ondersteunt en dat het
onderwijsveld zich positief heeft uitge-
sproken voor deze lijn. En de lijn begint
nadrukkelijk bij de inhoud en niet bij ‘er
moet een miljard of zo bij’. Dat weten we
nog niet. Ik vind het jammer als we alleen
Het Nederlandse onderwijs moet in 2020 bij de internationale top vijf horen. Een Kamermeerderheid schaarde zich in september achter deze motie van PvdA-fractievoorzitter Mariëtte Hamer. Hoe dit te bereiken? Nederland investeert minder in onderwijs dan andere toplanden en onderwijs is geen taboe bij de komende bezuinigingen.
Tekst Marie-José Linders Illustratie Seb Jarnot - Unit CMA
begIn nIet bIJ het geld, maar bIJ de Inhoud
mariëtte markeert
‘Als we nu niet
kiezen laten we een
gigantisch moment
verloren gaan’
back stage
‘hands on’, ook In tIJden Van economische crIsIs
‘Hands on’ in de beroepsbegeleidende leerweg zoals marja van
bijsterveldt het heeft ervaren of toch liever veel uren met de neus in
de boeken in de beroepsopleidende leerweg: het mbo biedt het. Het
mbo voorziet in de heterogeniteit van de vragende jongeren en dat
maakt het mbo dan ook zo ‘hot’ dat jan van zijl er graag aandelen
van zou kopen. ik steun hem daarin, maar als kleine aandeelhouder
zie ik graag de waarschuwing ‘rendementen uit het verleden bieden
geen garantie voor de toekomst’. juist dit heeft de recente recessie
ons duidelijk gemaakt. Het grootste gevaar schuilt daarbij in de
conjunctuurgebonden verschuiving van bbl naar bol.
bbl-plaatsen worden in eerste instantie door bedrijven en niet door
scholen aangeboden. een economische recessie verlaagt het aanbod
aan bbl-plaatsen aanzienlijk: bedrijven die in economisch zwaar
weer terechtkomen, nemen immers minder snel nieuwe studenten
aan. “niets aan de hand” zal de gewiekste aandelenverkoper nu
roepen. in plaats van ‘hands on’ dient een relatief grote groep
jongeren nu met ‘de neus in de boeken’ de opleiding te volgen: bol in
plaats van bbl. deze verschuiving is al in september 2009 duidelijk
zichtbaar geworden. en jawel, de mbo’s kunnen het aan.
misschien is het op de scholen iets drukker dan in de jaren ervoor,
maar ik heb nog geen tentenkampen gezien buiten mbo-scholen
waarin les gegeven wordt. waar ligt dan het gevaar? Het gevaar kan
liggen in een verminderde motivatie van jongeren die gedwongen
met de ‘neus in de boeken’ gedrukt worden, in het wegvallen van het
testen van de geschiktheid van jongeren voor een bepaalde opleiding
door bedrijven die bbl-plaatsen aanbieden, maar ook simpelweg in
het feit dat jongeren niet met de neus in de boeken willen en daarom
voor het onderwijs verloren gaan. Het gevolg: een verhoogd aantal
voortijdige schoolverlaters en een waardedaling van mbo-aandelen
in het publiek debat.
om de waardebestendigheid van de ‘aandelen’ te garanderen dient
de opleidingscapaciteit van de bbl in tijden van economische malaise
in stand gehouden te worden. een anticyclische subsidie aan bedrijven
kan hierbij helpen: in tijden van economische bloei de subsidie verlagen
om in tijden van economische malaise de subsidie te verhogen. dit zal
een stabieler aanbod van bbl-plaatsen garanderen. en om in tijden van
terugvallende overheidsinkomsten lange discussies te voorkomen,
dient deze anticyclische subsidie voor een langere periode
vastgesteld te worden.
Christoph Mengsenior onderzoeker bij het researchcentrum voor onderwijs en arbeids-
markt en verantwoordelijk voor alle school verlatersonderzoeken.
cOluMn
Foto Friso Keuris
14 / 15
currIculum VItae
geboren 1958 in Amsterdam.
studie lerarenopleiding omgangskunde en Nederlands.
Kandidaatsexamen Nederlandse taal en letterkunde,
doctoraalexamen algemene taalwetenschappen.
Werk Tweede Kamerlid sinds 1998, fractievoorzitter PvdA (sinds
2008), vicefractievoorzitter (20022008), hoofd strategisch
beleid directie hbo ministerie OCW (19951998), projectleider
directie bve ministerie OCW (19921995), algemeen directeur
volwasseneneducatie Stichting ‘in petto’ (19861992).
nevenfuncties voorzitter Haags Centrum voor Onderwijs
ondersteuning, voorzitter Regionaal Bureau voor samenwerking
Onderwijs en bedrijfsleven te Rotterdam.
uitgaan van het geld. Want dan hebben
we het niet over wát we willen bereiken.
Ik snap dat het geld er moet komen, maar
we moeten eerst weten wat we moeten
doen en hoe. Wat verstaan we onder
kwaliteit? Wat is nodig om die kwaliteit te
halen? Anders doen we hetzelfde wat de
afgelopen jaren steeds is gedaan. Dat is
ook mijn bezwaar tegen de aanpak die
Alexander Pechtold kiest. Hij wil niet
bezuinigen op onderwijs, maar daar gaat
het niet over. Iedereen weet dat de be-
zuinigingen ook het onderwijs betreffen.”
onderwijs is geen taboe bij de bezuinigingen, u spreekt wel over een ‘status aparte’.“We moeten kijken of elk dubbeltje goed
uitgegeven wordt en als we geld vinden,
dan moet dat linea recta terugvloeien
naar het onderwijs. Ik wil het hebben over
hoe we zorgen dat de kwaliteit omhoog
gaat. En ik loop lang genoeg mee om te
weten dat kwaliteit niet kan zonder geld,
maar we doen nu al jaren het omgekeerde.
Daar schiet niemand wat mee op.”
de geus en rinnooy kan zien onderwijs als de beste investering in de economie. brengt nederland zijn pIsa-score naar fins niveau, dan betekent dat een bbp-stijging van 177 procent. Wordt onderwijs te veel gezien als kostenpost?“We moeten toe naar een breder welvaarts-
begrip. Wouter Bos zei dit al in zijn Den
Uyl-lezing. Dit is ook een discussie die we
al jaren voeren. Het blijkt moeilijk naar
onderwijs te kijken als inkomsten en niet
als uitgave. Allerlei berekeningen onder-
steunen dat. Onze economie draait beter
als het kennisniveau van ons land hoger
is, mensen zijn gelukkiger als ze hun
talenten ontwikkelen. We kunnen verant-
woorden dat we onderwijs een aparte
status geven. Zo’n motie van Pechtold om
niet te bezuinigen, vind ik totaal ambitie-
loos. Dan ga je uit van behouden wat we
hebben, het gaat er juist om dat de
kwaliteit omhoog moet.”
Wie moeten het plan schrijven?“Nu is echt het onderwijs aan zet. Je ziet
vaak dat het hbo, mbo en de universiteit-
en met aparte plannen komen. Ze willen
allemaal die kwaliteit, het zou beter zijn
als het onderwijs zich daar gezamenlijk
sterk voor maakt. Dan heb ik het over het
basis tot het hoger onderwijs. Uiteindelijk
moet het een plan zijn van het onderwijs,
bedrijfsleven en de politiek. Het onderwijs
is koploper: zij kunnen, beter dan de
politiek, aangeven wat nodig is om bij de
top vijf te komen. Wat dat betreft wil ik
het onderwijs wel een beetje opjutten. In
mei presenteren de werkgroepen hun
plannen, het zou goed zijn als er dan een
beeld ligt van wat we nodig hebben. Ik
hoop dat iedereen in staat is om over zijn
eigen grenzen heen te kijken en uit te
gaan van wat Nederland en de kinderen
van Nederland in de toekomst nodig
hebben. Dat moet kunnen, zeker omdat
het niet van vandaag op morgen
gerealiseerd hoeft te worden. Hier is tijd
voor nodig, dat begrijp ik ook.”
Wat zijn uw ambities na deze verkiezingen?“Ik leef van dag tot dag. Maar mijn ambitie
is eigenlijk al lang dezelfde. Onderwijs is
de belangrijkste motor voor dit land,
maar ook voor de mensen zelf. Daar zit
ook een persoonlijke motivatie achter.
Mijn broer is autistisch en ik weet hoe
belangrijk zijn onderwijstijd voor hem is
geweest en hoe het mis kan gaan. Dat
geldt niet alleen voor hem, maar voor veel
kinderen. Mijn broer groeide op in een
tijd waarin we allerlei dingen die we nu
wel weten over handicaps nog niet wisten.
Dat hij autisme heeft, was toen nog niet
duidelijk. Hij kreeg op de lagere school
een nul voor gedrag en een nul voor vlijt.
Eenmaal op de mulo haalde hij zijn
diploma niet omdat hij dichtklapte als hij
voor een groep moest spreken. Daarmee
negeer je een kind, het tekent een mens
voor zijn verdere leven. Gelukkig is daar
meer aandacht voor, maar kinderen lopen
nog steeds deuken op. Ieder kind verdient
het allerbeste onderwijs, daar volgt
immers je hele geschiedenis op.”
marIëtte markeertVerVolg
‘Ik vind het allemaal
nogal onrustig voor
het onderwijs’
back stage back stage
16 / 17
onderzoekende geest “Afhankelijk van onderzoeken
die ik bij scholen doe, flexwerk ik één dag per week. Thuis
bereid ik mijn schoolbezoek aan Amarantis Onderwijs-
groep voor. Hiervoor moet ik stapels documenten lezen:
een zelfevaluatie van de school, uitkomsten van een
audit, een analyse die onze analisten gemaakt hebben
van de beschikbare gegevens. Zo bepaal ik de vragen
die ik tijdens het schoolbezoek wil stellen. Om uit alle
informatie de hoofdpunten te halen heb ik analytische
kwaliteiten nodig. Ik kan wel stellen dat dit na zeventien
jaar een tweede natuur is geworden.”
IntegratIe toezIcht onderWIJskWalIteIt en eXamens “De inspectie wil met ingang van
1 januari 2012 het toezicht op de onderwijs-
kwaliteit en examens samenvoegen. Het toezicht
op de examens is in 2007 overgegaan van KCE
naar de inspectie. Scholen hebben profijt van de
integratie omdat ze met één toezichthouder te
maken hebben. Ik maak deel uit van de project-
groep teambuilding, professionalisering en
rollen. We hebben het over hoe we het toezicht
moeten inrichten en wie welke functie(s) gaat
vervullen. Ik ben ook begonnen met het rapport
over mijn bezoek aan Amarantis. Dit doe ik zo
snel mogelijk na het bezoek zodat de informatie
nog vers in mijn geheugen zit.”
Interessante gesprekken “Met een collega
bezoek ik een ICT-opleiding bij Amarantis Onder-
wijsgroep. Om een zo goed mogelijk beeld van de
opleiding te krijgen, woon ik lessen bij, observeer
ik studenten als ze aan het werk zijn en spreek ik
met docenten en coördinatoren. Uit een gesprek
met studenten krijg ik een positief beeld over de
begeleiding die ze ontvangen en de kwaliteit van
de lesinstructies. Het bezoeken van scholen vind
ik erg leuk aan mijn werk. Hetzelfde geldt voor
gesprekken met leden van colleges van bestuur.
Dit maakt mijn functie uitermate afwisselend en
is de reden dat ik al zo lang werk als inspecteur.”
dag Vol oVerleg “Inspecteurs zijn veel
onderweg. We reizen het hele land door. Om
toch met collega’s te kunnen overleggen is
woensdag de kantoordag. De hele dag heb ik
besprekingen. Tijdens het inspecteurenover-
leg hebben we het over actuele zaken; zo blijf
ik op de hoogte van wat er speelt in het mbo.
Verder wisselen we ervaringen uit en stemmen
we af hoe we zaken beoordelen. Daarna praat ik
met collega’s over zowel lopende onderzoeken
als onderzoeken die de komende twee maanden
plaats gaan vinden. Ook bel ik alvast met de
scholen waar ik binnenkort onderzoek doe.”
naar buIten “Hoewel ik op vrijdag vrij ben, besteed ik
een deel van de ochtend vaak nog aan werk. Ik rond de
laatste zaken af, stuur nog wat e-mails, bel met collega’s
en kijk vooruit naar de komende week. Zo kan ik ontspan-
nen het weekend in. De hele week zit ik veel; in de auto,
op kantoor, bij overleggen. Op vrijdagmiddag komt daar
verandering in. Dan wandel ik in het bos en kom tot rust
na een drukke werkweek. In de natuur kan ik mijn werk
volledig loslaten. Vanavond ga ik met met drie oud-collega’s
naar het theater. Altijd leuk om van hen te horen wat in
andere onderwijssectoren speelt.”
mado
di
wo
vr
‘onderWIJsInspecteur: Van alle markten thuIs’
Documenten lezen en analyseren, scholen bezoeken, overleggen met collega-inspecteurs,
praten met colleges van bestuur, deelnemers en managers. Het hoort allemaal bij de wekelijkse
activiteiten van een onderwijsinspecteur. Henny Damen (55) is sinds 2001 inspecteur voor
de bve-sector en al in 1993 begonnen als onderwijsinspecteur.
en wat dOet zij zOal?
Tekst Tanja Krieger Foto’s Ed van Rijswijk
de week van henny damen
in beeld
Ondanks een lichte daling boeken we dit jaar 35,5 miljoen vakanties. Door
de crisis zijn we voorzichtiger met grote uitgaven, ook willen we meer
waar voor ons geld: een unieke, persoonlijke benadering in een mooie,
intieme omgeving. Leerhotel Het Klooster in Amersfoort is zo’n verborgen
juweeltje. “Alle studenten verdienen het om cum laude af te studeren”,
schreef een undercover recensent van de Volkskrant. De journalist gaf het
Leerhotel een plek in de top 5 van meest bijzondere Nederlandse reis-
locaties. Hbo-, mbo- en vmbo-studenten runnen het voormalige klooster.
www.hetkloosterhotel.nl
Tekst Dagmar de Kruif-Pot Foto Jannis Lootens
In hogere sfeeren
aanbieding
speciaal voor back stage-lezers heeft leerhotel Het klooster een
bijzondere aanbieding: de eerste vijftig inzenders krijgen 25 procent
korting op de huur van een vergaderzaal in het leerhotel (t.w.v.
115 euro p/dagdeel). de eerste tien maken ook nog kans op een
overnachting voor twee personen met driegangen diner t.w.v.
circa 150 euro. sowieso krijgt u een rondleiding door het hotel.
stuur een mail met uw gegevens naar:
[email protected] o.v.v. ‘lezersactie back stage’
back stage
20 / 21
Tekst Corien Lambregtse Foto Sabine Joosten/HH, Ed van Rijswijk, Henk Veenstra
De jeugd van Nederland mag volgens Unicef de gelukkigste ter wereld zijn, vele jongeren kampen met grote problemen. Schulden, obesitas, drugs, schooluitval. Onderzoeksbureau Motivaction maakte de balans op met een spraakmakend boek: ‘De grenzeloze generatie’. Drie docenten: Lieke Drukker (hbo), Lennert Jansen (vmbo) en Harm Visscher (mbo) geven hun visie op de jeugd van tegenwoordig.
als de wereld aan je voeten ligt, wat moet je dan kiezen? als alles kan en alles mag, is het dan niet logisch dat jongeren problemen krijgen met geld, eten en discipline? Is het met de jeugd van tegenwoordig ernstiger gesteld dan vroeger? motivaction stelt dat jongeren verwend worden en daardoor op zichzelf gericht zijn. als dat doorzet, wordt de maatschappij steeds harder. zien jullie dat ook zo?
lennert: “Zo zwart-wit zie ik het niet. Ik geef
les op een vmbo met veel allochtone studenten.
Ik denk dat die allochtone ouders wel proberen
grenzen aan te geven. Er zijn natuurlijk altijd
etters bij, maar er zijn veel meer geweldige
allochtone meiden en jongens. Dat geeft mij
juist hoop. Ik zie wel dat jongeren materialis-
tisch zijn. Een baantje om geld te verdienen, is
vaak belangrijker dan school.”
lieke: “Ontwikkelingen gaan altijd in golven.
Kinderen die te weinig grenzen hebben mee-
gekregen, willen hun eigen kinderen strenger
opvoeden. Ik herken het beeld van die
agressieve, egoïstische jongeren niet zo, maar
ik moet zeggen: op het hbo zitten wel de hoger
opgeleide, meer kansrijke jongeren.”
Harm: “Ik zie dat jongeren materialistischer en
mondiger worden, maar bij ons op school zijn
ze wel verbonden met elkaar. In deze tijd ligt
de nadruk op het individu. Dat moet op een
bepaald moment gecorrigeerd worden in de
richting van de gemeenschap. Het is een pendel -
beweging, de vraag is alleen of er nog genoeg
veerkracht is om die beweging terug te maken.
Er zijn ook voorbeelden in de geschiedenis van
culturen die zo pervers en hedonistisch zijn
geworden, dat ze ten onder zijn gegaan. Maar je
kunt uiteindelijk niet als individu leven. Je bent
altijd van anderen afhankelijk.”
nederlandse jongeren zijn volgens unicef-onderzoek de gelukkigste ter wereld, maar hebben wel grote persoonlijke problemen. Is dat niet gek?
lennert: “Wat heeft Unicef dan precies gemeten?
En wat noemen we problemen? Wij kunnen
schooluitval als heel problematisch zien, maar
de studenten die het betreft, vinden het proble -
matischer om op school te blijven. Ze nemen
liever een baantje en volgen dan misschien wel
een bedrijfsopleiding. Ik denk dat we ook meer
problemen zien, omdat we jongeren veel sneller
naar hulp verwijzen. Het is tegenwoordig een
stuk gemakkelijker om hulp te accepteren dan
tien jaar geleden. Ouders vragen zelf ook eerder
om hulp.”
Is het met de jongeren van nu echt erger dan vroeger?
Harm: “De omstandigheden van nu zijn anders
dan vroeger. Tegenwoordig werken veel ouders
allebei om rond te komen of de levensstandaard
op peil te houden. Daardoor is er minder tijd
voor de opvoeding. Maar kinderen moeten hun
back stage
drie docenten over ‘de grenzeloze generatie’
lennert Jansen
(42, twee kinderen) is docent
en teamleider op het vader
rijncollege in utrecht, een
school voor vmbo. Hij werkt
vijftien jaar in het onderwijs.
‘Kinderen zIJn nIet Van suIker’
back stage
lennert: “Er is echt een verschil tussen autoch-
tonen en allochtonen. Allochtone ouders
proberen wel grenzen te stellen, al lukt dat niet
altijd omdat de straatcultuur zo sterk is. Maar
daar zetten ze dan weer buurtvaders en straat-
coaches voor in. Ik vind wel dat veel ouders
tegenwoordig niet áchter kun kinderen, maar
vóór hun kinderen gaan staan. Als ze denken
dat het kind onrecht wordt aangedaan, komen
ze direct naar school. Maar daarmee helpen ze
vaak niet. Ouders en docenten moeten één lijn
trekken, zeker waar het kind bij is, anders maakt
het daar misbruik van. Kinderen varen wel bij
duidelijkheid. Sommige dingen moeten of mogen
gewoon niet. Dat is niet streng, daar leren ze
van. Kinderen zijn niet van suiker. Ze smelten
heus niet als er iets van hen gevraagd wordt.”
scholen moeten volgens motivaction duidelijker maken waar ze staan. moeten scholen meer zorg en structuur bieden? Harm: “In die grote scholen van tegenwoordig
voelen studenten zich niet gezien. Er is weinig
contact. Docenten zijn met een hele papier-
winkel bezig en hebben nauwelijks tijd over
voor een gesprek. We moeten terug naar kleinere
eenheden, naar een soort leerling/gezelsysteem.
Het is belangrijk dat jongeren iemand hebben
die ze wegwijs maakt op school of in een bedrijf.
Een ouderejaars of een leermeester. Iemand
van wie ze kunnen leren hoe het is van een vak
te houden. We hebben niet meer geld nodig,
maar meer aandacht. Dat is vooral van belang
voor lager opgeleide jongeren.”
lennert: “Duidelijkheid is voor kinderen en
ouders het beste. Weten wat de keuzes en
mogelijkheden zijn en wat niet. Een redelijk
klassiek onderwijsstelsel, een duidelijk rooster,
daar vaart iedereen zo ongeveer wel bij. Ik ben
absoluut vóór competentiegericht onderwijs,
als maar helder is wat er van de studenten
wordt verwacht. Bij ons op school heeft dat
nogal wat tijd gekost, maar nu is het helder wat
de studenten moeten leren, hoe ze erop scoren
en wat ze eraan hebben. Ik heb zat kinderen
22 / 23
kInderen zIJn nIetVan suIkerVerVolg
belevenissen kwijt en hebben regelmaat nodig.
Ik denk ook dat kinderen haast geen goede
voorbeelden hebben, mensen aan wie ze zich
kunnen optrekken, die laten zien hoe we met
elkaar om moeten gaan. Ze kijken naar popidolen,
fotomodellen en voetbalsterren, maar zijn die
wel zo gelukkig?”
lieke: “De welvaart is nog nooit zo groot geweest
als nu. De opkomst van internet en de mobiele
telefoon maakt de wereld steeds kleiner. Er is
een soort hebberigheid. Als alles voorbij komt,
wil je ook alles hebben. Het hoort overigens ook
wel bij de levensfase. Op deze leeftijd zijn
jongeren gewoon veel met zichzelf bezig en
overal tegenaan schoppen hoort erbij. Dat is
altijd zo geweest. Het kan zijn dat het hier in
het noorden nog meevalt. In de Randstad is het
vast harder.”
lennert: “Ik zie het materialisme wel toenemen.
Meer dan in mijn tijd. Als je geen merkschoenen
draagt, word je gemeden als de pest. Het uiterlijk
is ontzettend belangrijk. Maar ik moet ook
zeggen: ik kom nog wel eens jongeren tegen die
ik in de klas heb gehad en toen uiterst vervelend
en egocentrisch waren. Vier, vijf jaar later blijken
het toch prima burgers te zijn geworden.”
moet de opvoeding strenger?
lieke: “Ik denk het wel. Ik denk dat we jongeren
vrijheid moeten geven, maar binnen bepaalde
grenzen. Die moeten duidelijk zijn. Je hoeft als
ouder niet de beste vriend van je kind te zijn.
Al die ‘wenskinderen’ moeten een leuk leven
krijgen. Daar zetten ouders zich voor in. Maar
die kinderen moeten zich wel leren beheersen
en moeten ook leren dat niet alles kan.”
Harm: “Ouders kunnen dat niet alleen. Ze hebben
andere ouders nodig, de school en ook de over-
heid. Bijvoorbeeld om horecagelegenheden in
het weekend eerder te sluiten of coffeeshops te
verbieden. Het is allemaal erg inconsequent. Je
moet als ouders meer regels stellen, maar o wee
als je ze in de ogen van anderen beknelt. Ouders
hebben sociale verbanden nodig waar bepaalde
normen en waarden gezamenlijk worden uit-
‘Er is een verschil tussen autochtonen en allochtonen.
Allochtone ouders proberen wel grenzen te stellen’
back stage
lieke drukker
(30, geen kinderen), is sinds
anderhalf jaar docent bij
Toegepaste psychologie
aan de Hanzehogeschool
in groningen en werkte
hiervoor als psycholoog op
een school voor speciaal
onderwijs.
harm Visscher
(51, vier kinderen) docent
aan het reformatorische roc
Hoornbeeck college locatie
rotterdam. afgestudeerd
in technische natuurkunde,
maatschappelijk werk en
hbo theologie. zit sinds 1990
in het onderwijs, waarvan
acht jaar in het mbo.
gedragen, ook richting de kinderen. Maar sociale
verbanden kosten tijd, en dat is tegenwoordig
een groot probleem, omdat beide ouders werken.
De materiële wensen zijn vaak zo belangrijk
dat de kinderen erdoor in de knel komen.”
gezien die daarmee verder zijn gekomen dan ze
anders zouden zijn gekomen.”
lieke: “Het hbo is niet de meest representatieve
plek als het om opvoeding gaat. Wij hebben
studenten die zelf voor deze opleiding hebben
gekozen. Maar natuurlijk zijn er ook bij ons
drop-outs. Een deel vertrekt omdat ze het niveau
niet aankunnen of de studie niet leuk vinden.
Dat is niet erg. Een ander deel heeft psychische
problemen, dat vind ik pijnlijker. Sommige
studenten hebben al enorme problemen terwijl
ze nog maar zo jong zijn. Ik vind dat de school
de taak heeft die studenten zo goed mogelijk te
volgen en te begeleiden. De school is niet
verantwoordelijk voor de opvoe ding, maar wij
kunnen er wel een rol in spelen. De school
moet duidelijkheid bieden, bijvoor beeld over de
manier waarop we binnen de school met elkaar
omgaan. Op dat punt moet je geen compromis-
sen sluiten.”
Is het nog wel leuk om in het onderwijs te werken?
lieke: “Ik kan niet zeggen hoe het is op het
vmbo en mbo, daar zou ik niet zo geschikt voor
zijn, maar ik vind het hbo heel leuk. Ik denk dat
je als docent een belangrijke taak hebt. Niet
alleen vakinhoudelijk, maar je moet jongeren
ook motiveren, erbij houden. Al die jongeren
zijn in ontwikkeling, zoeken hun grenzen.
Daarbij hebben ze wel wat controle van buiten
nodig.”
lennert: “In elke groep zit een hoop talent.
De kunst is dat talent eruit te halen. Je moet
het aan-knopje weten te vinden. Bij negentig
procent lukt dat wel. Maar als docent moet je
geen watje zijn. Wie te slap is, redt het niet.”
Harm: “Het belangrijkste is dat je iets hebt met
studenten en dat je iets wilt overdragen. Het
onderwijs gaat niet over producten leveren,
maar over mensen vormen, hen iets meegeven
voor nu en later. Voor mij is het een missie.
Studenten voelen meteen haarscherp aan hoe
iemand die voor de klas staat, erin zit.”
het boek: nederlandverwaarloost de toekomst
de nederlandse samenleving verwaarloost de
jeugd en daarmee de toekomst. dit concluderen
motivaction-onderzoekers Frits spangenberg
en martijn lampert op basis van jarenlang
waardenonderzoek onder 22.000 nederlanders.
jongeren (15-23 jaar) zijn gefascineerd door
uiterlijk en status. staan positief in het leven,
maar ervaren ook schadelijke gevolgen van een
alles mag/alles kan-cultuur: obesitas, alcohol-
misbruik, schooluitval, schulden en agressie.
steeds meer jongeren komen terecht bij jeugd-
zorg. die problemen zijn niet zozeer aan henzelf
te wijten, als wel aan hun opvoeders.
Het grote verschil met voorgaande generaties
is dat steeds meer ouders het ‘forever young-
ideaal’ hebben omarmd. ze willen het, mede
door tijdgebrek en schuldgevoel daarover,
vooral leuk hebben met hun kinderen. kinderen
leren zichzelf niet te beheersen en kennen
weinig verantwoordelijkheid. jongeren zijn
nauwelijks betrokken bij de samenleving, niet
geduldig, niet spaarzaam en niet milieubewust.
motivaction ziet een scherpe tweedeling onder
de jeugd. een groep van veertig procent, vooral
hoger opgeleiden, kan prima met deze tijd
omgaan, maar een ongeveer even grote groep,
vooral laagopgeleide jongeren, redt het niet
met zo weinig leiding en vastigheid, en valt
bijvoorbeeld uit op school. de onderzoekers
vinden dat ouders de regie in handen moeten
nemen. scholen moeten duidelijk maken waar ze
voor staan en wat ze verwachten van studenten
en ouders.
‘Jongeren hebben haast geen goede voorbeelden
aan wie ze zich kunnen optrekken’
carrièreMakers
belevingsontwerper michel den dulk:
‘elke dag In Eftelingsferen’
Tekst Somajeh Ghaeminia Foto Europa-Park
24 / 25
“Mijn opleiding was een overgangsperiode
naar wat ik écht wilde doen: ontwerpen maken
voor attractieparken. Na het vmbo koos ik voor
vakschool SintLucas in Boxtel. Daar leerden
we driedimensionaal ontwerpen, bijvoorbeeld
het interieur voor een restaurant. Dat sloot niet
altijd aan bij wat ik het liefste deed: sprookjes-
achtige creaties maken voor de Efteling.”
creatIeVe basIs“Als klein jongetje tekende ik die plaatjes al.
En wat ik tekende, zag ik later bij de Efteling in
het echt. Sommige docenten zeiden: je focust
je teveel op de Efteling, op die scheve muurtjes
en kasteeltjes. Een modern ontwerp was in hun
ogen strak. Maar er waren ook docenten die me
stimuleerden. Mijn docent illustreren bijvoor-
beeld. Die vond het prachtig dat ik als een van de
weinigen het klassieke illustreren zo mooi vond.”
“Toen ik na mijn stage bij de Efteling begon,
ontwikkelde ik een werkmethode die het
tegenovergestelde is van wat ik op school had
geleerd. Ik begin altijd te schetsen en pas later
zoek ik informatie en plaatjes erbij. Bij SintLucas
moest dat juist andersom: eerst oriënteren,
dan pas tekenen. Toch heeft de vakschool me
gebracht waar ik nu ben. Zonder mijn opleiding
had ik nooit stage kunnen lopen bij de Efteling.
Nu ben ik gevraagd door Tony Baxter van Walt
Disney. Hij is een grote legende. Wat Steven
Spielberg is in filmland, is Baxter in de ontwerp-
wereld van attractieparken. Dat hij interesse
heeft in een gewone jongen uit Eindhoven
maakt me trots.”
“Ondanks dat ik wat anders wilde worden, ging
ik met plezier naar school. SintLucas was een
kleine, gemoedelijke school. Iedereen kende
elkaar, bij dat kleine kasteeltje, half verscholen
achter in de bossen. Elke dag in Eftelingsferen,
misschien was dat het.”
naam Michel den Dulk.
school SintLucas.
afgestudeerd 2002.
trots op “Mijn ontwerp
van het meisje met de
zwavelstokjes in de
Efteling.”
minder trots op
“Mijn uitstelgedrag.”
terug naar hetberoeponderwijs
de afgelopen maand kregen we een storm van kritiek over
ons heen. laat het duidelijk zijn: soms is de kritiek terecht.
als de kwaliteit van onderwijs achterblijft, moeten we de
zaken snel op orde brengen. daar hebben onze studenten
recht op en mag geen discussie over zijn. Tegelijk is kritiek
soms te gemakkelijk. onderwijs is niet alleen afhankelijk
van de docent of schoolorganisatie. achter ‘de voordeur’
bestaat een krachtenveld van (tegengestelde) verwach-
tingen, rolpatronen en regelgeving. Het mbo heeft de
ambitie dit te veranderen, in het belang van het beroeps-
onderwijs. waarbij we ons niet laten leiden door inciden-
tenpolitiek, maar gaan voor een toekomstbestendig mbo.
daarvoor ontwikkelen we een position paper, een gids
voor de lange termijn. belangrijk in onze aanpak is een
nog effectievere samenwerking met het bedrijfsleven.
net zo logisch: transparantie over prestaties, de verant-
woordingslast terugdringen zodat docenten hun tijd
kunnen besteden aan onderwijs, de samenwerking met
vmbo en hbo verbeteren zodat studenten probleemloos
doorstromen, zorgen dat het beroepsonderwijs toegan-
kelijk blijft voor iedereen, dus alleen marktwerking met
verstand.
geen verheffende zaken misschien, maar wel van levens-
belang voor de slag die we met oog op de kwaliteit willen
en moeten maken. eer u denkt, niks nieuws onder zon, we
willen ook ‘terug naar de kern van het beroepsonderwijs’.
en dat is wel degelijk een trendbreuk.
alleen het mbo kent een drempelloze instroom, ook
zonder diploma kun je bij ons terecht. dat biedt kansen
en is tegelijk een risico. jongeren die bij ons binnenkomen
zonder afgeronde vooropleiding zijn veelal kwetsbaar en
torsen soms veel problemen met zich mee. een opleiding
is dan moeilijk bij te benen en dat vergroot de kans op
afhaken. in het mbo is daardoor soms teveel de nadruk
komen te liggen op de rol van ‘maatschappelijk werker’.
en dat bijt met onze kerntaak: zoveel mogelijk studenten
succesvol opleiden.
daarom gaan we van jongeren die een mbo-opleiding
op niveau 2, 3, of 4 willen volgen, een diploma van een
vooropleiding verlangen. jongeren zonder dat diploma
laten we niet los. integendeel! voor hen blijft niveau 1
drempelloos. door ze op dit niveau de kans te bieden
alsnog een diploma te halen, kunnen ze binnen het mbo
verder studeren. de drempelloze instroom op de hogere
niveaus loslaten is in het belang van student, docent en
school. daardoor wordt beroepsonderwijs weer waarvoor
het bedoeld is.
Jan van Zijlvoorzitter mbo raad
cOluMn
Foto Friso Keuris
Michel den dulk (30) ontwerpt ‘beleving’ voor attractieparken. zijn anton pieckcreaties in de efteling maakten hem beroemd. nu werkt hij bij walt disney in los angeles. zijn beroep kent geen specifieke studie. toch kreeg Michel via zijn mbo-opleiding reclamevormgeving de start van een droomcarrière: een stage bij de efteling.
back stage
26 / 27
back stageback stage
“Wisten jullie dat een Google-zoekopdracht
net zoveel CO2-uitstoot genereert als een
spaarlamp die 10 minuten brandt?” Als
ware hij Al Gore schetst Rob de Vrind een
klas studenten ICT-beheer aan de hand van
een PowerPoint-presentatie hoe het er voor
staat met de planeet. Een boodschap met
een duidelijke waarschuwing: toen hij in de
schoolbanken zat, telde de aarde 3 miljard
mensen, nu 6,8 miljard. “En bij 10 miljard
hebben we echt een probleem.” Maar ook
hoopgevend. “Al die 6,8 miljard breinen raken
in netwerken meer en meer met elkaar
verbonden. Kijk eens wat een denkkracht
dat bij elkaar oplevert. Dan kan het heel
hard gaan met het vinden van oplossingen.
En ook jíj maakt deel uit van dat netwerk.”
De Vrind was al duurzaamheidscoördinator
toen het woord nog niet bestond: hij begon
vijftien jaar geleden als milieucoördinator,
na een carrière als biologieleraar. Vandaag
geeft hij les aan een groepje ICT’ers, maar
dat hadden ook kapsters kunnen zijn. Geen
vak te bedenken, of er zitten wel allerlei
duurzaamheidsaspecten aan. “Vroeger ging
het vooral om techniek en bouwen, tegen-
woordig gaat het overal over. Het mooiste is
als ik twee lessen kan geven: een algemene
les over het belang van duurzaamheid en
dan nog een waarbij ik op het specifieke
vakgebied inga.” Zo komt bij het ICT-onderwijs
het astrono mische energieverbruik van
“De aarde is keimooi en uniek. Had ‘ie iets dichter bij de zon gestaan, of iets verder weg, dan konden we
hier niet leven”, schetst Rob de Vrind. Maar... de aarde warmt op, bronnen raken uitgeput. Welkom bij
een les van de duurzaamheidscoördinator van het Koning Willem I College in Den Bosch. Vorig jaar
ondertekende de mbo-sector het Convenant Duurzaam Inkopen, maar het Bossche roc is hier al veel
langer mee bezig.
duurzaamheId
sIJpelt door naar het mbo
Tekst Luuk Obbink
een groep van vijf derde-
jaars studenten werktuigbouw
van het roc van amsterdam
heeft afgelopen zomer bij de
dutch open solarboat
challenge een aanmoedi-
gingsprijs in de wacht gesleept
met een prima boot, die
echter veel te langzaam ging.
dit jaar volgt de herkansing,
met ‘een geniaal ontwerp’.
bij het project komen
allerlei, soms onverwachte
technische aspecten kijken
die met duurzaamheid te
maken hebben.
back stage
duurzaamheId sIJpelt door naar mboVerVolg
28 / 29
een groep van dertig
studenten van de opleiding
bouwkunde van het roc
Tilburg heeft deze winter
een zogeheten energie-
nulwoning ontworpen.
Hierbij wordt met warmte-
pompen en zonnepanelen
en dergelijke voldoende
energie opgewekt om
in de behoefte van het
huishouden te voorzien.
actueel, omdat vanaf 2020
nieuwgebouwde woning
aan strenge isolatie-eisen
moeten voldoen. en de
technieken staan nog niet in
de schoolboeken.
servers van internetproviders aan de orde en de
bijbehorende warmteontwikkeling, veelal
verloren energie. Behalve in Den Bosch.
duurzaamheId In de genenMaar de duurzaamheidscoördinator doet
uiteraard meer. De Vrind organiseert bijvoor-
beeld jaarlijks de Community Week, waarin
studenten hun talenten inzetten voor duurzame
projecten. “Zo hebben studenten een business-
plan opgesteld rond het aanbrengen van water-
besparende douchekoppen. Ze hadden berekend
dat huishoudens in achterstandswijken jaarlijks
180 euro konden besparen, bij een investering
van 60 euro. De gemeente betaalde die 60 euro
en de studenten schroefden de douchekoppen
er ook in, in plaats van ze uit te delen. Ze hebben
hier een prijs voor gekregen.” En zo heeft De
Vrind talloze projecten op het gebied van
duurzaamheid op zijn naam staan, waaronder
vele met een internationaal karakter.
En last but not least: De Vrind is oprichter en lid
van Duurzaam MBO Nederland (DMBO), een
organisatie die duurzaamheid bij mbo-instellin-
gen ‘in de genen’ probeert te krijgen, zowel in
het onderwijs als in de bedrijfsvoering van
scholen. Dit onder meer door een netwerk te
bieden, kennis te delen, prijzen in te stellen,
bijeenkomsten te organiseren en het in de lucht
houden van de website www.duurzaammbo.nl,
met een schat aan lesmateriaal en andere
informatie over duurzaamheid in het mbo.
Op zijn thuisbasis hebben al zijn inspanningen
hun vruchten afgeworpen, want het Koning
Willem I College geldt inmiddels als een voorloper
als het gaat om duurzaamheid. Zo worden er op
de horeca-afdeling nog uitsluitend seizoen- en
streekgebonden, biologische producten gebruikt.
“We hebben laatst een blinde smaaktest gedaan
en het bleek nog overtuigend lekkerder ook”,
zegt De Vrind. En vergeet het warmteterugwin-
systeem niet, waar de school vorig jaar 880.000
euro in investeerde. Hierbij wordt warm water
– onder meer afkomstig uit de ruimte waar de
servers staan en van het energiedak – opgesla-
gen in ondergrondse tanks, om er op het moment
dat het nodig is de gebouwen mee te verwarmen.
Toch is De Vrind niet op overmatige trots te
betrappen. “Kijk”, zegt hij, “zo’n installatie is
natuurlijk mooi en het past bij een van onze
kernwaardes: ‘voor een betere wereld’. Maar de
core business hier is lesgeven, het is natuurlijk
vooral een centenkwestie. We zitten hier gewoon
met torenhoge energienota’s en hopen wat te
besparen.” En het Bossche roc mag dan voorloper
zijn – het was een van de initiatiefnemers van
het Convenant Duurzaam Inkopen dat de
mbo-sector onlangs ondertekende – dat wil niet
Het aoc clusius college in alkmaar is dit studiejaar met een geheel
nieuwe opleiding gestart: de sportvisacademie. studenten kunnen
hier van hun hobby hun beroep maken, maar dan wel met kennis van
alles wat met visstandbeheer, waterbeheer en landschapsbeheer te
maken heeft. doorlopend is er de nadruk op duurzaamheid. een hbo-
vervolgopleiding staat in de planning.
kan je de energie die door-
gaans bij het gebruik van
fitnessapparatuur verloren
gaan niet nuttig besteden,
vroeg een kunstenares
zich af. maar zelf was ze
niet zo handig. een groep
van vijftien studenten
elektrotechniek van het
roc van amsterdam was
dat wel en ontwikkelde een
roeisimulator die sap kan
centrifugeren, een trimfiets
die koffie kan zetten en
nog een exemplaar dat
sinaasappels kan persen.
de rijksoverheid heeft zich
gecommitteerd aan honderd
procent duurzame inkoop
in 2010. met de onderte-
kening van het convenant
duurzaam inkopen neemt
ook de mbo-sector zijn
verantwoordelijkheid. de
sector wil in 2012 vijftig
procent duurzaam inkopen.
in 2015 moet dit honderd
procent zijn.
zeggen dat alles vanzelf gaat. “Ik gooi hier al
vele jaren kwartjes in de fruitautomaat. Soms
komt er opeens wat uit”, schetst De Vrind. En
soms ook niet. “Fair trade koffie in de automaat
bijvoorbeeld, een kleinigheidje. Is twee cent
duurder per kopje, waarvan er één in de zak
van de exploitant verdwijnt. Dat laatste wordt
niet geaccepteerd dus het gebeurt niet. Maar
goed, drammen heeft geen zin.”
nu de rest nogEr is zeker nog een wereld te winnen, zowel op
zijn roc als elders in het land en wel op alle
fronten. “Drie of vier roc’s zijn op een vergelijk -
bare manier als wij bezig met duurzaamheid,
een stuk of acht willen er wel mee bezig en de
rest zit er ongeveer tussenin. Langzaam krijgt
iedereen wel door dat het belangrijk is. Maar de
kenniscentra lopen nog behoorlijk achter en
hopelijk zetten zij de schouders er ook onder.
Dit is dan ook een van de thema’s van het
DMBO-congres op 2 juni.”
En zo zijn er wel meer knelpunten. “We zijn in
de fase aangeland dat duurzaamheid niet meer
iets is van beleidsmakers, maar van de handjes
die het uitvoerende werk doen. Het is nu echt
doorgesijpeld naar het mbo. Maar er zijn
bijvoorbeeld nog veel te weinig stageplaatsen
bij bedrijven die iets met duurzaamheid doen.
Neem de HRe-ketel, die naast warmte ook
elektriciteit levert. Nu nog heel nieuw, maar
vanaf 2020 gemeengoed. We moeten leerlingen
daar nu voor opleiden. Daar gaat het om bij
duurzaamheid: zorgen dat je klaar bent voor de
toekomst. Vroeger hadden we het over het
milieu, nu noemen we het duurzaamheid, maar
over een tijdje spreken we van innovatie. Slim
zijn in de toekomst.”
En dat is ook de boodschap die hij graag aan
zijn klasje ICT’ers meegeeft. “Doe een kleine
vinding waarmee je 6,8 miljard mensen
duurzaam mee vooruit helpt en die je dus
wereldwijd kunt verkopen. Dan kun je
spekkoper worden.”
back stage
rob de Vrind
‘Een Google-
zoekopdracht
genereert net zoveel
CO2-uitstoot als
een spaarlamp’
Foto
Fra
ns S
trou
s
Foto
Fra
ns S
trou
s
back stage
30 / 31
deelnemersteVredenheId
de nieuwjaarstoespraak van het college van bestuur ging hierover.
Hoe belangrijk tevredenheid van studenten voor ons onderwijs is.
elke docent van de icT academie leiden is er mee bezig. als positie-
ve speerpunten worden genoemd: de groei, professionalisering van
docenten, stabiliteit in het personeelsbestand. dan de deelnemer:
die moet uitgedaagd worden.
professor ewald engelen in de groene amsterdammer: “Het eigen-
lijke probleem is dat nederlandse studenten luie flikkers zijn die
op kosten van de belastingbetaler leuk een verlengde puberteit
genieten en ondertussen de internationale reputatie van de horeca
om zeep helpen. Het moet maar eens gezegd: te veel van onze lieve
zoons en dochters zijn verwende kwasten die de grote gunst die de
nederlandse belastingbetaler hen verleent absoluut niet weten te
appreciëren en dat is al decennia aan de gang, daar zouden we wat
aan moeten doen.”
dus: onderwijs op meerdere niveaus. Flexibele instroom. goede
gebouwen. een gezonde en veilige leeromgeving. parallelle onder-
wijs trajecten om kennis te verbreden. Het zorgt voor extra druk:
elke docent wordt maximaal ingezet voor lesgeven en andere taken.
vele malen in de week hoor ik docenten tegen elkaar zeggen:
“je moet nee leren zeggen.”
de gemiddelde leeftijd van docenten is hoog, boven de veertig.
Het nederlandse onderwijs is rollator-onderwijs aan het worden.
docenten geven les met een attitude van dertig jaar geleden.
nieuw competentiegericht onderwijs met rollator-docenten.
dat kan nooit. moet je ook niet willen. ik merk dat oudere docenten
moeite hebben met de snelheid waarmee alles ingevoerd wordt.
bij elke poging nieuwe onderwijsveranderingen door te voeren loop
je tegen een muur van onwil op. Helaas zitten we aan de beschuit
met muisjes omdat collega’s opa worden! Tel daar het alsmaar
durende geldgebrek bij op en het is onmogelijk aan de eisen van het
hedendaagse onderwijs te voldoen. elke deelnemer telt, iedereen
doet er toe. vakbekwame docenten die studenten gemotiveerd
naar de eindstreep helpen. wie zaait, die oogst!
Elmer Veerhoffdocent icT academie roc leiden en schreef als songwriter
vele nederlandstalige hits
cOluMn
back stage
“Hbo, mbo en vmbo denken nog erg in hokjes;
ze hebben allemaal een aparte raad. Onderwijs
wordt te weinig gezien als een keten, terwijl
een student doorlopende leerlijnen moet hebben.
Ik wil het leerlingentraject centraal stellen in
plaats van het sectoraal belang. Als staats-
secretaris eis ik van het vmbo en mbo, maar
ook van het mbo en hbo, dat ze met gezamenlijke
plannen komen.”
maatWerk Is het toVerWoord“Daarnaast pak ik schooluitval harder aan,
vooral door de aansluiting tussen vmbo en mbo
te verbeteren. Want dat is de belangrijkste
oorzaak waardoor het vaak fout gaat. Er is
structureel iets mis met het systeem. Jongeren
moeten zichzelf vroeg vastleggen in een vakken-
pakket. Zeker vmbo-studenten worden te vroeg
tot een keuze gedwongen. Ik zou in de wet-
geving willen veranderen dat we daar flexibeler
in worden, want als studenten een keuze maken
die uiteindelijk niet de juiste blijkt te zijn,
verliezen ze hun interesse in het onderwijs en
vallen ze sneller uit. Maatwerk is het toverwoord.
Je moet niet naar een soort eenheidsworst
gaan, maar per student bekijken hoe je ervoor
zorgt dat die zijn kruit droog houdt tot het
moment dat hij werkelijk weet wat hij wil. Dat
het mbo nu gaat werken met opleidingsdomein-
en vind ik een interessante ontwikkeling.”
“Ik sta niet per se afwijzend tegenover grote
onderwijsvernieuwingen. Maar je moet er heel
voorzichtig mee omgaan, dat heb ik wel gezien
Boris van der Ham, D66Tweede Kamerlid:
‘ALS IK MARJA BEN, verbeter IK DE AANSLuITING TuSSEN VMBO EN MBO’
als lid van de commissie-Dijsselbloem. Als het
tot een stelselverandering komt, moeten we dat
rustig aan doen en geen blauwdruk op het hele
onderwijs plempen. Mbo is maatwerk: het ‘hoe’
moet je overlaten aan de professionals, de leraren.
De overheid zou ruimte moeten scheppen voor
lokale experimenten en oplossingen. Er zijn
voorbeelden van geïntegreerde vmbo- en mbo-
scholen. Heel goed, maar de politiek moet daar
niet bovenop springen en dat meteen landelijk
willen invoeren. Het competentiegericht
onderwijs is een voorbeeld waar ik me zorgen
over maak. Dat soort onderwijs heeft zeker
goede aspecten, maar niet voor elke student.
Blauwdrukken werken hier ook niet. Voor één
verandering ben ik zeker te porren: uitstel van
de keuze voor een vakkenpakket of school.”
leerrechten Voor peuters“Ik wil zorgen dat het onderwijs efficiënter
georganiseerd wordt, en er valt ook nog wel
meer geld te besparen. Dat bespaarde geld
moet wel ten gunste komen van het onderwijs.
Daarbovenop moet er meer geïnvesteerd worden.
In het preventief inzetten van onderwijs bij
peuters: geef kinderen vanaf twee jaar een
leerrecht, zodat ze eerder kunnen instromen,
spoor taalachterstanden tijdig op. Pas kop-
klassen, zaterdag- en zomerscholen meer toe om
achterstanden in te halen. Daarmee voorkom je
later problemen in het vmbo en mbo. Op dit
moment is investeren in méér en kwalitatief goede
docenten het belangrijkste in het onderwijs.”
staatssecretaris vOOr 1 daG
Tekst Annette van Soest Foto’s Nout Steenkamp (FMAX)
‘De politiek moet
ruimte creëren
voor lokale
experimenten’
Foto Friso Keuris
van boris van der Ham, tweede kamerlid voor d66, mag niet worden bezuinigd op onderwijs. er moet juist meer geld naartoe. Hij weet wel wat hij doet als hij één dag staatssecretaris van onderwijs zou zijn. “dan kom ik met een hele waslijst aan dingen die ik anders doe.”
back stage back stage
Tekst Roel Smit Foto’s Jeroen Poortvliet
discussie
s “De reactie van de MBO
Raad heeft ons erg verrast.
Er zijn andere manieren om
met elkaar in discussie te gaan
over de inhoud van een
publicatie. Op het allerlaatste
moment niet meewerken aan
de officiële presentatie, dat
was stormrampolitiek. Het
gevoel dat ik daaraan over heb
gehouden was dat de MBO Raad
niet wil dat er over scholen
wordt geoordeeld zonder dat
ze daar zelf invloed op heeft.”
vz “Natuurlijk hijsen we
de stormbal als we
essentiële kritiek hebben op
een gids die scholen met elkaar
vergelijkt en waarin cruciale
zaken niet juist worden weer-
gegeven. Laat ik voorop stellen:
er is veel goed aan deze Keuze-
gids. De toonzetting, het soort
informatie, de diepgang, de
lay-out, dat heeft onze leden
allemaal aangenaam verrast.
Maar de hardcore van de gids,
de eerste tien, twintig pagina’s,
waarin de scholen in score-
lijstjes met elkaar worden
vergeleken, daar hebben we
moeite mee. En dat is toch des
poedels kern. De samenstel-
lers hebben te weinig rekening
gehouden met de enorme
diversiteit in het mbo. Boven-
dien is bij het beoordelen van
opleidingen voor tachtig
procent afgegaan op het oordeel
van studenten en voor twintig
procent op objectief meetbare
resultaten. Wij vinden meet -
baar rendement minstens zo
belangrijk als de vraag of
studenten een instelling een
gezellige school vinden. De
consequentie van deze handels-
wijze is dat bijvoorbeeld het
ROC Kop van Noord-Holland
bij de sléchtste tien scoort. Als
het studentenoordeel buiten
beschouwing was gelaten, zou
de school bij de béste tien
horen.”
s “Als de Consumenten-
bond ijskasten test, dan
kan het ook voorkomen dat een
bepaald model op alle fronten
goed scoort; bedieningsgemak,
prijs, energie gebruik, maar dat
het op één punt, bijvoorbeeld
storings gevoeligheid, onderuit
gaat. Ja, dat gebeurt.”
vz “Daar valt bij ijskasten
misschien wat voor te
zeggen. Toch zou ik als het om
scholen gaat echt een ander
gewicht geven aan het studen -
tenoordeel.”
s “Ik vind onze keuze goed
te verdedigen om voor
tachtig procent af te gaan op
de oordelen van de studenten,
zoals die naar voren komen
uit de jaarlijkse ODIN-enquête
van studentenorganisatie JOB.
Die oordelen gaan immers
over een groot aantal aspecten
van de onderwijskwaliteit. En
wij maken ze apart zichtbaar.
Zijn er voldoende docenten? Is
de begeleiding goed? Zijn de
faciliteiten voldoende?
In onze gids voor het hoger
onderwijs hanteren we
inmiddels weliswaar een
verhouding van vijftig-vijftig,
maar over hoger onderwijs
bestaan meer betrouwbare
rendementscijfers. Die zijn er
te weinig over het mbo. En de
rendementscijfers die over
mbo-scholen beschikbaar zijn,
zeggen ook lang niet alles. Ze
geven aan welk percentage na
een bepaalde periode een
diploma heeft, maar niet wat
daarna gebeurt. En over de
instroom in de opleidingen –
type vooropleiding, milieu
– zeggen de cijfers ook niets.
Als je je hierop baseert,
vergelijk je ook appels met
peren. Dan is onze ervaring
dat studentenenquêtes – als je
zakelijke vragen stelt – minstens
zo betrouwbare resultaten
geven.”
vz “Ik snap best dat het
nog een hele klus zal
zijn om tot betere cijfers over
Jan Van zIJlin discussie met
…franksteenkamp
De presentatie van de eerste MBO Keuzegids leidde tot een kleine mediarel. De MBO Raad weigerde mee te werken aan het feestje. Is de gids betrouwbaar of niet? Jan van Zijl in discussie met uitgever Frank Steenkamp (Hoger Onderwijs Persbureau).
rankings van opleidingen geven geen
garantie voor een goede keuze
32 / 33
back stageback stage
pittiGe taal
Jan Van zIJl In dIscussIe met frank steenkampVerVolg
het rendement van mbo-scholen
te komen. Wij willen daar als
MBO Raad actief aan bijdragen.
Maar waarom zo weinig kritisch
over de kwaliteit van de ODIN-
enquête als daarmee ook nog
het nodige mis is? Kijk naar de
aard van de vragen, de soms
beperkte deelname, de
gebrekkige representativiteit.
Als je twijfels hebt over de
kwaliteit van rendements-
gegevens, moet je dan het
studentenoordeel zo zwaar
laten wegen, als daarop ook
het nodig valt af te dingen?”
s “We hebben in 2008 de
presentatie van de laatste
ODIN-enquête bijgewoond.
Dat was een juichende presen-
tatie. Het viel ons wel op dat
de omvang van de steekproef
bij een aantal studierichtingen
nogal beperkt was. Daarom
hebben we niet alleen gekeken
naar de uitslag van de laatste,
maar ook naar die van de
voorlaatste enquête. Dat er bij
roc’s overigens zoveel kritiek
was op de kwaliteit van dit
onderzoek hebben we niet
geweten. Die kritiek is
publiekelijk ook nooit geuit.
Anders hadden we nog wel
even overwogen of het eind-
resultaat inderdaad voor
tachtig procent door de mening
van studenten bepaald zou
moeten worden.”
vz “Wat de samenstellers
van de MBO Keuzegids
echt hebben onderschat is dat
het mbo een veel complexere
onderwijssoort is dan het hbo.
Al die niveaus, al die verschil-
lende opleidingen, de grote
verschillen in herkomst van
studenten. Rotterdam is heel
anders dan Boxtel. Het staat
verderop in de gids misschien
wel beschreven, maar het
komt allemaal niet tot
uitdrukking in de eerste tien,
twintig pagina’s. Daar staat
gewoon een top tien, waarbij
een orthodox gereformeerde
school wordt vergeleken met
een vakinstelling.”
s “Het is dezelfde argumen-
tatie die koks hanteren
als de Michelingids verschijnt.
Het is altijd gecompliceerd,
het is altijd moeilijk, maar we
hebben ons wel geconcentreerd
op een deel van het mbo:
alleen de opleidingen op de
niveaus drie en vier.
Daarnaast staat de vergelijk-
ing van verwante opleidingen
centraal. Ik heb begrepen dat
deze vergelijking per vakgebied
zeer wordt gewaardeerd. Als
het inleidende gedeelte echt
de steen des aanstoots is, dan
willen we daar volgend jaar best
nog eens kritisch naar kijken.”
vz “Ik aanvaard in
dankbaarheid dat
hierover te praten valt. Je moet
onvergelijkbare scholen niet in
dezelfde lijstjes plaatsen.”
s “Wij vinden het oordeel
van bestuurders in het
mbo belangrijk genoeg om dat
volgend jaar serieus te nemen.
De start van zo’n gids verloopt
wel vaker wat stroef. We
vergelijken hbo-scholen al
sinds 1991 en publiceren
daarover in een HBO Keuzegids.
Dat wilden die hbo’s in het
begin helemaal niet; de loop-
gravenoorlog heeft in het hbo
vele jaren geduurd. Wat dat
betreft zijn we nu in de samen-
werking met het mbo al veel
verder.”
vz “Transparantie is
belangrijk. Natuurlijk
bestaat bij een deel van onze
leden nog koudwatervrees – of
gewoon angst omdat bepaalde
opleidingen onder de maat
presteren. Intern heeft de
verschijning van deze gids dan
ook wel wat disciplinerend
gewerkt. Transparantie, het
afleggen van verantwoording
over de besteding van publieke
middelen, is niet meer dan
normaal.”
‘Het is altijd gecompliceerd, het is altijd moeilijk’
‘Transparantie en verantwoording zijn niet meer dan normaal’
De kwaliteit van het basisonderwijs is met sprongen achteruitgegaan. Dat stelde Jon Derks (61), oud-docent aan de Katholieke Pabo Zwolle, in NRC Handelsblad. Derks weet waar de schoen wringt: “Door de massale toestroom uit het mbo naar de pabo’s is het niveau van de groepsleer-kracht verontrustend gedaald.” Pittige taal, maar moeten we echt zo pessimistisch zijn?
Wat mankeert er aan het basisonderwijs in nederland?
“de manier waarop de lesstof wordt aangeboden, is verouderd.
Thuis zijn kinderen uiterst bedreven in het vergaren van
informatie via moderne media. op school stoppen we
vijfentwintig leerlingen met één volwassene in een
lokaal en moeten die kinderen de hele dag boven
een boekje hangen. dat botst. we betitelen steeds
meer kinderen als ‘zorgleerling’, maar dat is vaak
niet terecht. ze vervelen zich slechts stierlijk.
daarnaast droppen we alles wat ouders, media en
politici hebben verprutst, bij de leerkracht. Het
basisonderwijs is het afvoerputje van de maatschappij.”
en het niveau van de leerkracht is fors gedaald? “nog maar weinig hoger opgeleiden kiezen voor dit vak. als je
een school bezoekt, voel je op je klompen aan dat de meeste
leerlingen uit dezelfde cultuur en hetzelfde milieu komen als hun
leerkracht. de laatste heeft niets bijzonders toe te voegen. die
tendens moeten we doorbreken, want de status van het beroep is
gedaald tot het nulpunt.”
de toestroom van mbo’ers heeft geleid tot de niveaudaling. Is het zo eenvoudig? “Het is een belangrijke factor. midden jaren ’80 fuseerde de
opleiding tot kleuterleidster met de pedagogische academie; de
pabo was geboren. Tegelijk veranderde het didactisch klimaat op
school: niet langer stonden culturele en cognitieve vorming
centraal. in plaats daarvan ging het om de belevingswereld van het
kind. ook de aandacht voor het kind met leerproblemen groeide.
deze ontwikkelingen werkten als een magneet op meiden –
mbo’ers, maar ook havisten – die voorheen kleuterleidster werden.
meiden voor wie de pedagogische academie te hoog gegrepen was.
die volgen sinds die tijd massaal de pabo.”
de diagnose is gesteld; hoe genezen we het basisonderwijs?
“de juf (en een enkele meester) heeft te veel taken op haar bordje.
zij is behalve onderwijzer ook opvoeder, entertainer en medewerk-
er van een kinderdagverblijf. Het onderwijs lijdt daaronder. de
functies moeten weer gescheiden worden. waar dient de school
voor? ik zeg: om kinderen intellectueel te verheffen. dat is de core-
business en het is de taak van een hoogopgeleide leerkracht. de
overige, meer ondersteunende rollen kunnen heel goed door andere
mensen vervuld worden. bijvoorbeeld mbo’ers. we moeten op weg
naar de smalle school, als onderdeel van het centrum voor kinder-
opvang. de brede school voert ons precies de verkeerde kant op.”
tegenstanders zullen zeggen: derks is een oudere, gefrustreerde en elitaire docent…
“ik ben geen verzuurde mopperpot die vindt dat vroeger alles beter
was. maar als we niets doen, gaat het definitief de verkeerde kant
op met het basisonderwijs. en daarmee met hele generaties
nederlandse kinderen.”
Tekst Sander Peters Foto Caroline Koetsier
back stage
34 / 35
Pittige taal Van… Jon derks
discussie
‘Het niveau van de
basisschool is gedaald
door de massale toe-
stroom van mbo’ers’
‘onderwijs heeft geen vijanden in nederland, maar ook weinig vrienden.
onderwijs zou de irrelevante verschillen tussen mensen moeten verkleinen
en tegelijkertijd de relevante verschillen moeten vergroten.
op beide punten is het nog niet op orde.’alexander rinnooy kan wordt filosofisch tijdens een d66-bijeenkomst.
‘maar volgens mij zijn leerlingen
nóóit tevreden over hun opleiding.’
mbo-studente debby de vries (roc zadkine) reageert
op de stakingen.
‘het tij keert als al onze wc’s ver-
stopt zitten en er geen loodgieter
meer te krijgen is.’
ally dijkstra, hoofd Techniek drenthe college over het
gebrek aan belangstelling voor technische studies.
‘het echte probleem met het mbo
is dat daar jongens en meisjes heen
moeten die vroeger zo ontzettend
blij waren dat ze op hun 14e van die
vreselijke school af waren.’
een zij-instromende mbo-docent verklaart in
de volkskrant de misstanden op het mbo.
‘‘onbegrijpelijk, die typisch
nederlandse reflex tot versimpeling
als iets moeilijk blijkt. We passen de
afstand van de elfstedentocht toch
ook niet aan, opdat meer mensen
deze uitrijden?’
gymnasiasten hoeven geen latijnse en griekse teksten
meer te vertalen voor het examen. een docent vindt
daar het hare van in het dagblad van het noorden.
‘de laatste weken was de weide
voor mijn huis sneeuwwit.
toen ik vandaag opstond, had het
plaatsgemaakt voor het groen van
de bloeiende lente van de jonge
cinematograaf.’
een docent van roc rijn ijssel is in de gelderlander
metaforisch trots op zijn studenten bij de première
van hun films.
‘zoiets als lucky fonz III is een
vondst, en ik kwam daar maar niet
op. Je hoopt dan op een ingeving,
maar op een dag was het:
tim knol, prima. zo heet ik.’
ondertussen geldt de Herman brood academie-student
Tim knol als de nieuwe neil Young en verkoopt hij alle
poptempels uit.
‘de school is de beste plek om
leeftijdgenoten te ontmoeten en
om - als de hormonen opspelen -
te kijken of je een leuke relatie
kunt opscharrelen. de pauze is
populairder dan de lessen.’
Frans meijers, onderwijsonderzoeker en lector pedago-
giek aan de Haagse Hogeschool, legt in de leeuwarder
courant uit waarom jongeren naar school gaan.
‘als je in het bedrijfsleven meer
wil verdienen dan dit salaris (lees
€3.000,- euro netto p/mnd), dan
moet je flink je best doen, dat kan
ik garanderen.’
een ingezonden brievenschrijfster uit in elsevier
haar ongenoegen over een docente die klaagde over
haar salaris.