Upload
erdee-media-groep
View
238
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Uitvaartbijlage, verschenen bij het Reformatorisch Dagblad van 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
Als gras
28 februari 2013, 42e jaargang nr. 279
„Nu jaagt de dood geen angst meer aan”, zingen christenen met Pasen, en
dwars door die geloofstaal heen huiveren ze voor de laatste vijand. Want
dagelijks worden geliefden ziek, sterven ze, moeten er mensen begraven
worden. Dat is de werkelijkheid op deze aarde. De mens is als gras. Terwijl het
verlies onvoorstelbaar groot kan zijn wacht de uitvaartondernemer op antwoord,
zoekt de dominee naar woorden, maken dragers zich klaar. Deze bijlage gaat
over praktische zaken rond begrafenissen, veranderende tradities en
hardnekkige taboes, rouw en verdriet, en over vuurvast leven.
Bijlage over overlijden en uitvaart
Dodenlicht. Zie ook pag. 6.
2donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
„De mens bedenke dat er niets onzekerder is dan het leven en niets zekerder dan de dood”,
Schrikken van de rekeningtekst Tiemen Roos
beeld RD, Henk Visscher
Een begrafenis kost geld. Veel geld. Van tevoren wordt daar zelden over gesproken.
Families vinden het vooral belangrijk dat het lichaam van hun dierbare een gepaste
verzorging krijgt en dat het afscheid en de teraardebestelling stijlvol verlopen. Maar
waarom zou je voor dezelfde kwaliteit (veel) meer betalen?
De redactie van het Reformatorisch
Dagblad heeft door middel van een
enquête geprobeerd zicht te krijgen
op de kosten die begrafenisonder-
nemingen in rekening brengen.
Daartoe is onder zeventig bedrijven
die in de achterban van de krant
actief zijn, een offerte opgevraagd
voor het regelen en verzorgen van
een denkbeeldige begrafenis bin-
nen het eigen werkgebied. Bijna
de helft (46 procent) heeft daad-
werkelijk gereageerd. Onder de
respondenten waren zelfstandige
uitvaartleiders, lokale verenigin-
gen en grote ondernemingen.
In de enquête is allereerst ge-
vraagd naar het zogenoemde ba-
sistarief van de uitvaartverzorger.
Hieronder vallen de begeleiding
van de familie en het regelen van
alle noodzakelijke handelingen en
voorzieningen, zoals het opbaren
van de overledene, wettelijke for-
maliteiten (aangifte bij de gemeen-
te), dagelijkse controle, het regelen
van de rouwbrief, de begraafplaats,
een condoleance-uur, de liturgie
voor de afscheidsdienst, het ver-
voer en de dragers en ten slotte het
leiden van de begrafenis. Let wel:
het gaat hier uitsluitend over de
uren die de uitvaartverzorger maakt
voor alles wat geregeld moet wor-
den, dus niet over bijvoorbeeld de
kosten van de kist, drukkosten of
de huur van een aula.
Verder is apart gevraagd naar enke-
le andere kostenposten waarop de
onderneming invloed kan hebben
en die soms door de familie zelf
worden uitgevoerd. Voorbeelden
zijn de laatste verzorging van de
overledene en het dragen van de
kist tijdens de uitvaart.
Kosten die nauw samenhangen
met de wensen van de familie,
zoals de uitvoering van de kist en
het grafmonument, zijn buiten be-
schouwing gelaten. Dat geldt ook
voor kosten die geheel door derden
worden bepaald, zoals de huur of
aankoop van het graf. Gemeenten
brengen daarvoor heel verschil-
lende tarieven in rekening.
kosten begrafenis
Na een overljden moet er van alles geregeld worden. Dat is het vak van de uitvaartverzor-
ger. Nabestaanden hebben in hem (of haar) vaak een groot vertrou-wen. Toch is het soms schrikken als enige tjd later de rekening in de bus valt.
Uit een enquête van het Refor-matorisch Dagblad bljkt dat het verschil in het tarief dat uitvaart-ondernemingen in rekening bren-gen voor het regelen en verzorgen van een begrafenis, kan oplopen
tot meer dan 100 procent. Ook in de tarieven voor andere posten zit een behoorljke spreiding (zie het kader bj dit artikel).
De redactie benaderde in decem-ber en januari zeventig bedrjven en verenigingen die in de achter-ban van de krant actief zjn. Ze kregen de vraag voorgelegd om prjsopgave te doen voor het rege-len van een denkbeeldige begrafe-nis in het eigen werkgebied. De respons op het onderzoek was 46 procent.
Gemiddeld hanteren de 32 on-
dernemingen en verenigingen die aan het onderzoek meewerkten een basistarief van 1421 euro. De 10 procent goedkoopste onderne-mingen berekenen gemiddeld een basistarief van 909 euro, terwjl de 10 procent duurste uitkomen op 1890 euro. De verschillen zitten vooral in de groep kleine zelfstan-dige uitvaartondernemers, die en-kele tientallen begrafenissen per jaar verzorgen. De basistarieven van grote ondernemingen liggen dicht bj het gemiddelde.
Daarbj is een nuancering op zjn
plaats. Volgens Leen van Loosen, uitvaartleider bj begrafenisvereni-ging Draagt Elkanders Lasten in Urk, proiteren grote ondernemin-gen van provisie op zaken zoals drukwerk, de levering van kisten en grafmonumenten. Omdat ze een grote klant zjn, krjgen ze korting van hun leveranciers. Die provisie kan worden gebruikt om het basistarief te verlagen, waardoor er een versluierd beeld ontstaat van de werkeljke kosten.
Aanleiding voor het RD-onder-zoek waren klachten van lezers
van de krant over het gebrek aan transparantie bj begrafenistarie-ven. Begrafenisverzorger Karel Pul uit Ermelo hoort die klacht vaker. Hj raadt mensen aan om in gezonde dagen bj verschillende ondernemers een gespeciiceerde begroting op te vragen. „Waarom zou je veel meer betalen als je dezelfde kwaliteit en manier van werken bj een andere onderne-mer kunt krjgen?”
Nardus is de belangenvereniging van uitvaartverenigingen die uit het klassieke nabuurschap –de
Onderzoek begrafeniskosten
Uitkomsten enquêteBedragen in euro’s
Regelen en
verzorgen
(basistarief)
Laatste verzorging Opbaren thuis Laatste vervoer Zes dragers
Gemiddeld
Hoogste 10%
Laagste 10%
1.421
1.890
909
127
237
61
324
500
141
241
567
133
436
587
309
©RD
3donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
„De mens bedenke dat er niets onzekerder is dan het leven en niets zekerder dan de dood”, Nicolaas van Dinkelsbühl (1360-1433)
Op de begraafplaats in Oranje-
woud (Heerenveen, Friesland)
bevindt zich de grafkelder van de
familie Van Limburg Stirum. Ook
staat er een karakteristieke klok-
kenstoel, waarvan er veel zijn in
Friesland en waarvan de klok bij
begrafenissen wordt geluid.
BegrafenisondernemingStamVoor verzorging van begrafenissenin de gehele Alblasserwaard enomstreken.
Molenstraat 153 (078 - 69 19 005)2961 AK Kinderdijk www.jacstam.nl
PersoonlijkBetrokkenRespectvol
burenhulp op het platteland– zjn ontstaan. De meeste van de 400 aangesloten verenigingen zjn ge-vestigd in het noorden en oosten van het land. Deze verenigingen hebben geen winstdoelstelling en werken vaak met vrjwilligers, die midden in de dorpssamenleving staan. Volgens voorzitter Peter Buisman is de betrokkenheid met de eigen gemeenschap, of dat nu het dorp is of de kerkeljke gemeente, een sterk punt van de verenigingen en ook van kleinere zelfstandige ondernemers.
„De mensen kennen de uitvaart-verzorger en die ziet er op zjn beurt niet tegenop om een stapje extra te doen. Vaak geven ze ook ondersteuning bj de rouwverwer-king. Nabestaanden hebben steeds met dezelfde persoon te maken, terwjl je bj de grote ondernemin-gen in de dagen tussen overljden en begrafenis soms wel drie of vier verschillende mensen over de vloer krjgt”, zegt Buisman.
Extra betalen
Juist vanwege die betrokkenheid zjn mensen vaak bereid wat extra te betalen. Toch vindt Buisman het gemiddelde basistarief van ruim 1400 euro dat uit het RD-onderzoek naar voren komt aan de hoge kant. „Een bedrag ver bo-ven de 1000 euro voor alleen het regelen en verzorgen is eigenljk niet nodig als je alleen de werk-uren telt. Maar ik geef toe, het is best ingewikkeld om tarieven vergeljkbaar te maken. Het moet
heel duideljk zjn wat je er wel en niet onder laat vallen.”
Het aantal zelfstandige uitvaart-verzorgers in Nederland is de laatste jaren fors toegenomen. De Nardusvoorzitter schrjft dat mede toe aan de steeds strengere vakbekwaamheidseisen die de overheid oplegt. Vooral kleinere verenigingen kunnen daar met hun vrjwilligers moeiljk aan vol-doen en besteden werkzaamheden daarom uit. Van de uitvaartver-zorger wordt veel gevergd, weet Buisman: „Je moet in een paar
dagen van alles regelen en soms ook improviseren.”
Het RD-onderzoek beperkt zich tot de werkzaamheden die de begrafenisonderneming of ver-eniging verricht. De totale kosten van een begrafenis zjn echter veel hoger. Te denken valt aan drukwerk, advertenties, de kist, eventueel huur van een aula, kof-ie tjdens het condoleance-uur, de huur of aankoop van het graf en het grafmonument.
Volgens Buisman hoeft een begrafenis in een algemeen graf in totaal niet meer dan 4000 tot 5000 euro te kosten. In de Randstad ligt
dat wat hoger. Gemeenteljke ta-rieven verschillen echter sterk. En voor de aankoop van een familie-graf worden vele duizenden euro’s extra in rekening gebracht.
Begrafenisverzorger Koos Stam uit Kinderdjk bevestigt dat. „Een eerste begrafenis in een familie-graf kost hier 6000 euro. Daar zit dan het onderhoud voor dertig jaar bj in. Voor een bjzetting in dat graf betaal je 1000 euro.” Een grafsteen kost volgens Stam algauw 2000 tot 3000 euro.
De christeljke dienstverlener Op
Doorreis rekent op zjn website met een basistarief van 1900 euro voor het regelen en verzorgen en 2500 tot 3000 euro aan bjko-mende kosten voor de begrafenis. Voor een eigen graf staat in deze raming 4000 euro vermeld, plus 2400 euro voor een staande graf-steen en 3800 voor een liggende.
Alles bj elkaar kost een begrafe-nis dus veel geld. Geld dat niet altjd klaarligt. Sommige mensen zjn uit principe of om andere redenen niet verzekerd. Soms is er ook geen spaargeld beschikbaar.
Sparen voor je eigen begrafenis komt volgens Nardusvoorzitter
(Advertentie)
(Advertentie)
„Nabestaanden zeggen
na een overlijden vaak
overal ja op”
Buisman sowieso steeds minder voor. Dat is allereerst een kwestie van mentaliteit. „Toen ik 18 werd, zei mjn vader: Ik heb een uit-vaartpolisje voor je gespaard, nu moet je het zelf overnemen. Maar tegenwoordig gaan veel jongeren ervan uit dat het geld er toch wel komt.”
Verder speelt mee dat de premie voor een begrafenisverzekering niet meer aftrekbaar is van de belasting. „Sparen is daardoor minder aantrekkeljk geworden. Alleen de nabestaanden kunnen de kosten van een begrafenis nog aftrekken.”
Een en ander leidt ertoe dat na-bestaanden steeds vaker kjken of besparingen mogeljk zjn. Het is daarbj volgens Buisman belang-rjk dat zj in het gesprek met de uitvaartverzorger goed beslagen ten js komen. „Nabestaanden zeg-gen soms: U heeft er verstand van, doet u het maar zoals u denkt dat het goed is. Maar het is beter dat je een goede partj in zo’n gesprek bent. Dan betaal je minder.”
Wensen
De wensen van de overledene spe-len daarbj een grote rol. Buisman: „Het is goed om die in gezonde dagen te bespreken. De meeste on-dernemingen bieden daarvoor een speciaal wensenboekje aan. Is ie-mand verzekerd, dan kan gekeken worden of overbodige onderdelen van een pakket eventueel inge-ruild kunnen worden. Achteraf lukt dat vaak niet meer.”
Zo’n aanpak kan ergernis-sen voorkomen, weet hj. „Veel
nabestaanden denken dat ze geld terug krjgen bj ‘minderwerk’ in vergeljking met het afgesproken pakket. Maar een maatschappj is daar niet toe verplicht. Je hebt niet recht op geld, maar op uitvoe-ring van de begrafenis.”
Volgens Pul uit Ermelo zeg-gen nabestaanden direct na een overljden vaak overal ja op. „Juist in die omstandigheden moeten de mensen ervan op aan kunnen dat ze geen slachtoffer worden van woekerprjzen.” Hj adviseert ook om na een begrafenis altjd een ge-speciiceerde rekening te vragen.
Buisman denkt niet dat er bewust misbruik gemaakt wordt van het vertrouwen van mensen. „Maar onder tjdsdruk worden soms beslissingen genomen die onnodig geld kosten, zoals toch maar die twintig extra rouwkaar-ten drukken.”
Daar komt bj dat grote maat-schappjen hun uitvaartverzorgers met een omzetdoelstelling op pad sturen. „Hun werkgever verlangt dan dat ze met 20 procent extra werk terugkomen vergeleken met een standaarduitvaart. Commerci-ele bedrjven hebben nu eenmaal een winstoogmerk.”
Het speciiceren van nota’s is overigens niet verplicht, weet Buisman. „Volgens het Burgerljk Wetboek moet een nota voor de klant controleerbaar zjn. Als je afspreekt de hele begrafenis voor 4000 euro te regelen, hoeft alleen dat bedrag erop te staan.”
Ook Pul benadrukt dat het belangrjk is om bj leven na te denken over de eigen begrafenis. „Wensen moeten bekend zjn bj uw familieleden. Heel belangrjk is ook een recente namenljst. Die moet regelmatig worden doorgelo-pen om te zien of er nog wjzigin-gen nodig zjn. Dit ontlast achter-bljvende familieleden enorm, het voorkomt dat mensen vergeten worden bj het versturen van de rouwbrief.”
4
Van bidder tot begeleidertekst Huib de Vries
beeld RD, Henk Visscher
Een minderheid in Neder-
land wijst crematie af en
kiest een uitvaartonderne-
mer met dezelfde levens-
overtuiging. Meestal voor
een klassieke begrafenis,
maar vanzelfsprekend is
dat niet meer. „Ook in
onze achterban komt het
voor dat een nabestaande
in een toespraak tegen de
overledene gaat praten.”
Onverwachts belandde orgelbouwer Theo den Hollander (60) in 1984 in het uitvaartwezen.
Vanwege het overljden van zjn vader, eigenaar van Begrafenisver-zorging Den Hollander. Vreemd was het vak hem niet. „Dit werk is me met de paplepel ingegoten.” Dat geldt ook voor de nieuwe ge-neratie. Het kostte Patrick (36) vier jaar geleden weinig moeite om van de meubelmakerj waar hj werkte over te stappen naar het familie-bedrjf.
Jaarljks verzorgen vader en zoon een groot aantal begrafenissen in Vlaardingen en omgeving. De es-sentie van het vak bleef de decen-nia door geljk: nabestaanden de zorg voor de begrafenis uit handen nemen. De entourage veranderde wel. „Toen ik 29 jaar geleden begon, had ik drie soorten rouw-kaarten”, concretiseert Theo. „Een zwarte, een grjze en een met een lila randje. Tegenwoordig hebben we complete boekwerken.”
Ook zjn taak veranderde: van uitvaartleider naar uitvaartcoach. „Mjn opa zei in een sterfhuis: „Ik had gedacht om dit op de kaart te zetten.”” Iedereen accepteerde dat, want de ”bidder” had er verstand van. Nu willen de nabestaanden veel meer zelf bepalen.”
Lastige situaties
Aan crematies werkt Den Hollan-der uit principe niet mee. Daardoor heeft de Vlaardingse begrafenison-derneming voornameljk klanten met een reformatorische achter-grond. Opvallend is voor vader en zoon Den Hollander dat onkerke-ljke klanten na een periode van al-lerlei strapatsen rond het graf weer terugkeren naar de traditionele uitvaart. „De uitvaartvernieuwers verzinnen steeds wat anders. Dat
hebben de mensen bljkbaar een beetje gehad.” In de eigen achter-ban signaleren ze het omgekeerde. „We lopen als gezindte vaak wat achter de ontwikkelingen aan.”
Daar komt bj dat binnen steeds meer reformatorische families de kerkeljke wegen uiteengaan. „Voor ons is het makkeljk als een kerkenraad duideljke regels heeft voor een rouwdienst”, zegt Theo. „Dat voorkomt discussies. Het is mooi als tjdens de dienst de kist met de overledene voor de kansel staat, maar ik begrjp waarom een aantal kerkenraden dat niet wil.
Ook in onze achterban komt het voor dat een nabestaande in een toespraak tegen de overledene gaat praten. Verschillende kerkenraden hebben besloten dat bj rouwdien-sten die in de kerk plaatsvinden, alleen de predikant het woord voert. De toespraken kunnen aan het graf worden gehouden. Daar is
de familie verantwoordeljk.”
Brochure
De opvallendste verschuivingen in reformatorische kring zjn de toenemende behoefte om zelf te dragen, en om een in memoriam uit te spreken. Zo mogeljk in de kerk, anders aan het graf. „Soms gebeurt dat door kinderen die een duideljke agressie hebben tegen de kerkeljke achtergrond van hun ouders. Daar kunnen wj weinig tegen doen. Wel adviseren we de nabestaanden altjd om bj de in-vulling van de begrafenis rekening
te houden met de levensovertui-ging van de overledene.”
Om pjnljke situaties te voorko-men, ontwikkelde Den Hollander een brochure waarin mensen wen-sen voor hun eigen uitvaart kun-nen vastleggen. „Juridische kracht heeft zo’n document niet, maar de praktjk is dat nabestaanden het
wel respecteren. Ook kerkenraden gaan steeds meer het belang van zo’n boekje zien.”
De Vlaardingse begrafenisonder-nemers werden in de eigen gezins-kring geconfronteerd met een in-grjpend verlies. „Voor het oog doen we ons werk niet anders, maar we weten nu uit ondervinding wat zo’n sterfgeval betekent. Het komt steeds vaker voor dat manneljke familieleden de overledene dragen. Dat is op zichzelf heel mooi, maar je moet je vooraf wel realiseren dat je echtgenote dan alleen loopt. Terwjl ze je steun misschien hard nodig heeft.”
Vrouwelijke ondernemers
Cees Roubos (39) uit het Zeeuwse Aagtekerke zit sinds vier jaar in het vak. Als verkoper bj een handels-onderneming in bedrjfskleding, onder meer voor uitvaartverzor-gers, leerde hj de branche kennen. Vooral de persoonljke begeleiding in de dagen rond de begrafenis spreekt hem aan. „Je kunt in die periode veel voor mensen beteke-nen, niet alleen praktisch maar ook sociaal. De nabestaanden zitten in het algemeen met een groot verdriet. Ik vind het mooi hen daarin tot steun te kunnen zjn. Zeker sinds het overljden van
uitvaartondernemers donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
„Tussen de mens en de dood bevindt zich alleen het leven. En dit is zeer breekbaar”, Blaise Pascal (1623-1662)
Taken veranderden:
de uitvaartleider werd
uitvaartcoach
Theo (60, r.) en Patrick (36) den Hollander. beeld RD, Henk Visscher
an bidder tot begeleider
5donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
Blaise Pascal (1623-1662)
„Ik doe gewoon mijn werk”
tekst Machteld Brouwer
Een bjbaantje in de supermarkt trok Thjs de Haan (21) uit Enschede niet. Met een aantal vrienden koos hj ervoor om drager bj Avecta te worden. Dit dragersgilde zet studenten van christeljke studentenverenigingen in bj begrafenissen in de omgeving van Twente en Zwolle.
„Mensen vinden het vaak raar, maar ik zie het gewoon als mjn werk”, zegt Thjs. „De eerste keer was voor mj het spannendst. Mensen kjken naar je, je staat in zekere zin in het middelpunt. Je wilt geen fouten maken. Die spanning is er nu niet meer. Ik vind het heel belangrjk om ervoor te zorgen dat een uitvaart zo netjes en stjlvol mogeljk verloopt. Bj het werk zelf hoort vooral het dragen van de kist. Soms helpen we ook met bloemstukken, of lopen we naast de auto.
Via mjn studentenvereniging werd een oproepje verspreid voor dit werk. Vrienden van mj doen het ook, dus ik had er al veel over gehoord. Het trok me, omdat het niet zo alledaags is als bjvoorbeeld een bjbaantje in een supermarkt. Dit vraagt fysiek meer van je, en leek mj veel uitdagender. Ook kun je hierbj als vrienden met elkaar samenwerken.
Als we een kist de kerk in hebben gedragen, bljven wj als dragers niet bj de dienst. Tenzj er geen ander zaaltje beschikbaar is, dan moeten we wel. Maar de mensen kennen we niet, dus liever zitten we met z’n zessen apart. Wat we dan doen? Gewoon, kofiedrinken. Soms maken we ook grappen onder elkaar. Over hoe we onze eigen uitvaart zouden willen, bjvoorbeeld. Of ik dat als christen niet ongepast vind? Nee. Op die manier houden we het voor onszelf drageljk.
Het is voor mj niet confronterend om steeds met de dood bezig te zjn. Zo zie ik het ook niet: ik doe gewoon mjn werk. En dat houdt vooral in dat ik ervoor zorg dat de kist op een nette manier van A naar B wordt gebracht. Soms is het moeiljk, als er emotionele toespraken worden gehouden. Maar meestal is de familie zelf heel rustig.
Niet iedereen is geschikt voor dit werk: een gemiddelde lengte is belangrjk, zodat je met z’n zessen de kist op je schouders kunt dragen. Daar moet je ook sterk genoeg voor zjn. Het schouderen over grotere afstanden op een begraafplaats, of het stilstaan als het heel warm of heel koud is, kan ook zwaar zjn.
We werken op oproepbasis, waardoor ik het werk goed in kan passen in mjn studie. Soms één keer in de week, soms vjf keer. Je kunt zelf aangeven op welke dagdelen je kunt werken. Maar als je dan een klus krjgt, moet er wel op je gerekend kunnen worden. Zelf ben ik één keer vergeten dat ik moest werken. Dat was echt heel slordig, het was voor mj ook een waarschuwing dat dit niet nog een keer mag gebeuren.
Het mooiste aan dit werk vind ik de waardering die ik regelmatig via de uitvaartleiders van familieleden krjg. Mjn bjbaantje is niet iets raars, zoals veel mensen denken. Ik ben echt met iets belangrjks bezig.”
drager
mjn vader weet ik hoe je je in zo’n situatie voelt.”
Tot nu toe verzorgt Roubos vooral begrafenissen op Walcheren, met name in orthodoxreformatorische kring. In totaal telt het eiland twaalf uitvaartondernemers, onder wie vjf vrouwen. „Door het hele land zie je steeds meer dames in het vak komen. Misschien omdat je dit werk gemakkeljk vanuit huis kunt doen. En vrouwen zjn in het algemeen sterk in zorg en communicatie, twee belangrjke kwaliteiten voor dit beroep.”
Traditie
Maar zelden maakte Roubos het mee dat overledenen tjdens hun leven de invulling van hun begrafenis al hadden geregeld. „Terwjl je dat in onze gezindte wel zou verwachten. In de prediking wordt vaak gewezen op het onafwendbare van de dood. Het is opmerkeljk dat mensen niet nadenken over de praktische kanten daarvan. Vanuit welke locatie wil ik begraven worden? Wat voor graf wil ik? Wat moet er boven mjn kaart komen te staan? Mensen kunnen bj ons een wilsbeschikkingsboekje aanvragen om dit soort zaken vast te leggen.”
Hét kenmerk van begrafenissen van reformatorische christenen op
Walcheren is soberheid. „De meeste overledenen worden hier nog thuis opgebaard. Dat vind ik een mooie traditie die heel goed is voor de rouwverwerking. Vaak helpen familieleden mee met de verzorging en opbaring van de overledene. De condoleance en de rouwdienst vinden hier vrjwel altjd in de kerk plaats. Een kwartier voor het begin van de rouwdienst laat ik de familie de kist sluiten. Als het kan, probeer ik familieleden ook te laten dragen. Zo mogeljk lopen we
naar de begraafplaats.”De belangrjkste verschuiving
op het eiland is, dat steeds vaker wordt gezongen in de rouwdienst. Ook orgelspel komt op. „Misschien dat in de toekomst wordt toegestaan dat de kist voorin de kerk wordt gezet. Dat vind ik zelf een mooie gewoonte. Daar ben je ook gedoopt, knielde je in de huweljksdienst en stond je bj de doop van kinderen. Maar bepalend bljven voor mj de regels van de kerkenraad.”
(Advertentie)
Cees Roubos (39) uit Aagtekerke. beeld Sjaak Verboom
Begrafenisverzorging RoubosReigersberg 15
Aagtekerkeinf[email protected]
0118 - 58 22 98Overlijden en begraven zijn momenten
waarop emoties een belangrijke plaats innemen.
Begrijpelijk dat u zich op een respectvolle enprofessionele wijze wilt laten ondersteunen.
Vraag bij ons een gratiswilsbeschikkingsboekje aan om uw wensen
rondom de begrafenis vast te leggen.
Thijs de Haan (21) uit En-
schede is drager bij Avec-
ta, een dragersgilde dat
studenten van christelijke
studentenverenigingen
inzet bij begrafenissen.
6
Vuurvast leventekst prof. dr. A. de Reuver
beeld RD, Henk Visscher
Hoort de dood bij het leven? Wie deze vraag
voorlegt aan een moderne natuurwetenschap-
per, loopt alle kans dat hij kortaf zegt: Ja, na-
tuurlijk! Trouwens, niet alleen wetenschappers
reageren zo.
Het gros van onze tjdgenoten in ontkerstend West-Europa stemt ermee in. Men heeft het met het bewind van de dood om het zo te zeggen op een ak-koordje gegooid. Aan alle dingen komt nu eenmaal
een eind. De dood hoort er doodgewoon bj.Zo luidt althans de theorie. In de praktjk ligt het dikwjls an-
ders. Wanneer men een geliefde naar het graf moet brengen, bljft er van die grootspraak weinig over. En nog weer anders wordt het op het moment dat men bj een ernstige kwaal zelf de boodschap krjgt dat er niets meer aan te doen is. Gewoon-ljk is het dan gedaan met de vroegere luchthartigheid en stelt men alles in het werk om het leven nog even te rekken. De
overpeinzing donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
„Wie in het sterven zijn ziel in Gods hand wil geven, zal dat al tevoren geleerd moeten hebbe
dood zou er gewoon bj horen? Aan de grenzen van het leven bljkt die waan zo dun als spinrag.
Snijbloem
En toch is het helemaal waar: de dood hoort bj het leven. Nee, ik moet het anders formuleren. Niet: bj hét leven, maar: bj dít leven. Ik doel op het leven dat de mens resteert na zjn afscheid van de Levens-bron. Had God niet gezegd: „Ten dage als ge daarvan eet, zult ge de dood sterven”? Sindsdien leeft Adam, inclusief zjn nageslacht, zoals een bloem die van wortel en tak is losgesneden. Een gestadig sterven. Geboren met de kiem van de dood. Vlees geworden. Broos als gras, breekbaar als een snjbloem. Bj dít leven hoort de dood. Niet als een natuurljke van-zelfsprekendheid, zoals de herfst volgt op de zomer, maar als de beloning die wordt uitbetaald op de zonde.
In dit licht bezien getuigt het van mateloze op-pervlakkigheid, de dood te bagatelliseren als een doodgewoon bestanddeel van het leven. Dat de dood bj dit leven hoort, is geen biologische natuurwet maar niets minder dan goddeljk oordeel. Vandaar de
huiver voor het doodsregime die door de mensheid vaart. Wat de dichter Marsman ooit verwoordde, ontwaart men alle eeuwen door:
„Het paradjs is verbrand: ik proef roet, dood, angst en bloed. Ik ben bang, ik ben bang voor den dood.”
Dat is het tegendeel van de bravoure die veel eigen-tjdse mensen kenmerkt. Het is veeleer het huiverend vermoeden dat de dood het laatste niet is. Het is het bange besef van verlies, vergankeljkheid, verloren-heid.
Komma
Paulus had er weet van. Op zjn weg door het leven hoort hj de schepping zuchten en kreunen, onder-worpen aan jdelheid en uitzichtloosheid als ze is. De apostel had het van geen vreemde. De psalmisten gingen hem erin voor: „Wie redt zjn ziel van het graf?” Maar met die andere psalmist had Paulus op deze beklemmende vraag het antwoord leren spellen: „Bezwjkt mjn vlees en mjn hart, dan is God de rots-steen van mjn hart en mjn deel in eeuwigheid.” Er
Dodenlicht op een kerkhof in Nieuwegein. In vroeger tijden diende het
licht om dieven en ander gespuis af te schrikken. De lantaarn had ook
een symbolische betekenis: hij zou de duivel en zijn demonen van het
kerkhof weren. Anderzijds stond het dodenlicht symbool voor het licht
van het geloof: de dood betekent niet het einde, maar een nieuw begin.
7donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
ben”, William Perkins (1558-1602)
Geen plek om te gedenkentekst Tiemen Roos
Het vissersmonument in Urk: een bronzen zeemans-vrouw tuurt over het water. Tevergeefs wacht ze op haar geliefde. Een lange rj marmeren platen meldt de namen van honderden vissers die tjdens hun werk zjn omgekomen.
Op 24 januari 1968 zoeken enkele kotters in storm-achtig weer hun toevlucht op Borkum. De UK 91 zal de haven van het Duitse Waddeneiland nooit berei-ken. Ruim twee weken later wordt het wrak gelokali-seerd. Intensieve zoektochten naar de vjf opvarenden hebben geen resultaat. Zj zjn op zee gebleven.
Anneke Korf-Snoek (54) en Rein Snoek (51) verlo-ren bj deze ramp tegeljk hun vader Albert en hun grootvader Reinier Loosman, de schoonvader van Albert. Geen lichaam, geen begrafenis, geen plek om te gedenken. In de begintjd was er die voortdurende onzekerheid. Moeder Kitty, die op 32-jarige leeftjd met vier jonge kinderen achterbleef, leefde nog jarenlang met de hoop dat de vissers door onbekende zeelui waren opgepikt. „Ze dacht zelfs dat ze ergens in Rusland zaten”, peinst Rein.
De verdronken vissers moesten eerst oficieel dood verklaard worden voordat de verzekering iets uitbe-taalde. Daar gingen jaren overheen. Toch groeiden de kinderen redeljk onbezorgd op. „Als kind huppel je eroverheen”, zegt Anneke. „Toen ik ouder werd ging ik vader missen, had ik hem van alles willen vragen.”
Later kozen Rein en zjn oudere broer Jacob voor het vissersvak. Daar was helemaal geen discussie over, stelt Rein. Anneke: „Moeder is een heel sterke vrouw die altjd voor ons klaarstaat, nog steeds. Ze liet ons vrj om onze weg in het leven te gaan.”
Vader las veel in de Bjbel en gaf dat ook door aan zjn kinderen. Anneke –meelevend lid van de Neder-lands gereformeerde kerk– weet nog dat ze het maar raar vond toen hj Psalm 81 vers 12 in haar poëzieal-bum schreef. „Ik had om een gedichtje gevraagd. Maar later mocht ik er juist troost uit putten. Natuurljk denk ik weleens: waarom moest die ramp ons over-komen? Maar het heeft mjn geloof niet aangetast, eerder versterkt. Zonder de Bjbel kan ik niet leven.”
Rein noemt zichzelf agnost. Het geloof zegt hem niets meer. „Ik heb bj zo veel dingen vragen... Nee, ik denk niet dat dit te maken heeft met het verlies van vader. Ik heb er altjd al weerstand tegen gehad.”
Elk jaar wordt bj het vissersmonument een her-denkingsplechtigheid gehouden. „Wj gaan er nooit naartoe. We hebben daar geen behoefte aan” zegt Rein. Anneke: „Vroeger zjn we weleens geweest. We voelden ons niet op ons gemak met al die camera’s op ons gericht. Maar ik vind het wel goed dat die plek er is. Ik kom er regelmatig, soms in het donker. Dan denk ik aan vader.”
Rein weet precies waar de UK 91 ligt. Eens lagen de broers in de buurt met hun eigen kotter te vissen. Boven het wrak lag een bootje. Er waren sportdui-kers bezig. Rein: „We hebben er een rondje omheen gevaren. Dat was best emotioneel, ja.” Tegenwoordig verdient Rein zjn brood met de controle en reparatie van reddingsmiddelen voor schepen. En hj vaart als vrjwilliger op de Urker reddingboot. „Het water bljft trekken.” Anneke zal nooit in zee gaan zwemmen. „Ik geloof dat straks de graven opengaan. Dan zal ook de zee zjn doden teruggeven.”
vermist
„Hier wordt aan hen gedacht.” beeld RD
staat achter de dood geen ongenadige punt, maar een allergenadigste komma. Hoe is het in de wereld mogeljk? Let wel, in die wereld die van de Bron vervreemd is.
Alle vlees is gras. Maar het Woord van onze God bestaat in eeuwigheid. Het laatste geeft kenneljk de doorslag. Maar hoe komen die twee ooit bjeen: vlees en Woord, tjdeljkheid en eeuwigheid? Geen sterveling slaat de brug. Alleen de eeuwige God kan het. En Hj deed het. De apostel Johannes legt het mysterie open. „In den beginne was het Woord.” Bj God was dit Woord. Het wás God. En laat nu dit eeuwige Woord, God de Zoon Zelf, vlees geworden zjn. Onze tjd- en deelgenoot. Vlees van ons vlees. Bloed van ons bloed. Dood van onze dood. Zo algeheel menseljk dat Hj in onze sterfeljkheid kwam delen. Waartoe? Om het oordeel te dragen en de dood te sterven. De dood hoorde bj Zjn leven! En Hj stierf. Hj blies de laatste adem uit. Dat was het laatste.
Men moet hier niet te vlot, vanuit Pasen gedacht, aan toevoe-gen: ogenschjnljk. Ik bedoel: Jezus’ dood was geen schjn-dood. In volle werkeljkheid ging Hj de weg van alle vlees. Wat er op de derde dag op volgde, was een compleet onherleidbaar wonder Gods. Hj Die een Dode was, stond in het leven op. Voor dag en dauw verrees Hj uit het graf. Het profetenwoord kwam tot vervulling: „Die de doodsschaduw in morgenstond verandert.”
Achterhaald
De dood was door het leven achterhaald. In Zjn offerdood stierf de oorzaak van de dood. Hj liet het loon Zich uitbeta-len. Zo hoorde Zjn dood bj het leven. Maar bj Zjn offerdood hoorde het verzoende leven. „Hj is hier niet”, zei de engel. Niet meer aan deze zjde van het graf. Niet maar teruggekeerd in dat oude leven als gestadige dood, maar aan de overzjde: het eeuwige leven. Voor wie? Voor Zjn Vader, Wiens gerech-tigheid Hj vervulde. Voor Zjn broeders, die sterven moesten maar niet sterven konden en die permissie kregen om op de koperen slang te zien. Zoals eertjds in de woestjn. Ieder die ten dode opgeschreven opzag en geloofde, al was het door een waas van tranen, bleef in leven. Zien was hebben.
En zo is het nog, bljkens Jezus’ woord tot Nicodemus. Wie in geloof op de Gekruiste ziet, die heeft het. Wát dan? Het eeuwige leven. Aan dit vuurvaste leven kan geen dood iets af-doen. Christus, het Leven, staat garant. Dit besef gaf Paulus de geloofsmoed om zjn triomlied te zingen. „In dit alles zjn wj meer dan overwinnaars”, schreef hj zwart op wit. Wellicht na een korte hapering. Want vlak ervoor nog repte hj van bittere doodsmachten zoals verdrukking, gevaar en zwaard.
Wie dergeljke dreigingen in rekening brengt, zou verwach-ten dat Paulus schrjft: „Ná dit alles zullen wj overwinnen.” Maar nee. Juist met heel die barre werkeljkheid op zjn netvlies vestigt hj de blik op Hem „Die ons heeft liefgehad.” Zozeer liefgehad dat Hj alle bitterheid doorleed. En dan moet het hoge woord eruit: „In dit alles zjn wj meer dan overwin-naars.” Nu al. Erfgenamen van het eeuwige leven. Verliezers die hun hart aan Hem verloren en met een eeuwige winst gaan strjken.
Dagelijks
Moet een kind van God dan niet meer sterven? Beslist. Je kunt er geducht tegen opzien. Sterven gaat door afbraak heen. Sterven is scheiden van wat en wie je dierbaar is. Sterven is voor Christus’ rechterstoel verschjnen. Wie zou niet vrezen? En toch. Wie met alles wat hem aanklaagt en ook schrik aan-jaagt de Rechter aanroept als zjn Redder, vindt gehoor. Zo’n bevreesde heeft nochtans niets te duchten. Dan werkt de dood zjns ondanks mee ten goede. Dat bedoelde Luther toen hj de dood het sluitstuk van de doop noemde. In het doop sacrament worden ons teken en zegel toegediend van ondergang en opstaan. Eens voorgoed is het geschied op Golgotha en in de hof. Maar door de Geest wordt het gaandeweg toegepast in de gang van het geloofsleven. Dit dageljks sterven van de oude mens duurt levenslang. Voltooid is het pas na onze laatste ademtocht.
Eeuwigheidshonger
Zo bezien is de dood niet langer de scherprechter die het vonnis ten uitvoer brengt, maar de „vriendeljke bode” die de deur ontsluit naar de eeuwige vreugde en het uur inluidt van de „vroljke bruiloft” (Teellinck). Wie, die Christus mint, zou niet uitzien naar de dag waarop geen nacht meer volgt, naar de rust waarin God „Zichzelf te genieten geeft” (Calvjn)? Als deze eeuwigheidshonger teloorgaat, verloochent de kerk haar identiteit. Dan zjn we bjdetjdse mensen, even seculier als de rest, maar geen pelgrims die leven bj de eeuwigheid. Hoe kortzichtig! Wie verkiest nu een plaggenhut boven een he-melwoning? Daarboven wacht een oord waar geen dood meer is. Want waar de zonde is tenietgedaan, heeft de dood niets meer te doen. Dan hoort de dood voor eeuwig niet meer bj het leven. Eindeloos. Newton zong ons voor: „Al zjn we daar tienduizend jaar, dan nóg rest ons niet minder tjd dan toen het pas begon.”
8donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
„Die wel wil sterven moet godzalig leven”, Guilielmus Saldenus (1627-1694)
Uitvaart door de
eeuwen heentekst Huib de Vries
beeld RD, Henk Visscher
Eeuwenlang werd de uitvaart bepaald door vaste religieuze tradities. Vandaag is volgens his-
torica Mirjam de Baar alles mogelijk. „Mensen stellen hun eigen programma samen, zo nodig
bijgestaan door een van de talloze ritueelbegeleiders op wie je een beroep kunt doen.”
veranderende tradities
Wie kenmerkende trekken van een cultuur wil leren kennen, moet
volgens prof. Mirjam de Baar onderzoek doen naar de omgang met ljden en sterven. Belangrjk kenmerk van de naoorlogse tjd in de westerse samenleving is de in-dividualisering. De moderne mens maakt niet langer deel uit van een hechte gemeenschap. „Daardoor zjn alleen naaste familieleden en vrienden nog betrokken bj een uitvaart”, constateert de hoogle-raar in de cultuurgeschiedenis van het christendom. „Niet voor niets komt in deze periode de uitvaart-ondernemer op. Voor de Tweede Wereldoorlog werd een uitvaart in veel streken van ons land door de buurt geregeld. Nu is dat uitzon-derljk geworden.”
In een aantal colleges besteedt de aan de Rjksuniversiteit Groningen verbonden historica aandacht aan de omgang met de dood in Europa. Ze maakt daarbj dankbaar ge-bruik van het overzichtswerk ”Het uur van onze dood” van de Franse historicus Philippe Ariès (1914-1984). „Die onderscheidt verschil-lende fasen in de geschiedenis”, doceert De Baar in haar werk-kamer, diep in een eeuwenoud pand aan de Oude Boteringestraat.
„De eerste fase, vanaf de vroege middeleeuwen, typeert Ariès als die van de getemde dood. De angst voor de dood werd getemperd door kerkeljke rituelen. Belangrjk was dat de stervende boete deed voor begane zonden, ten overstaan van een priester die het laatste sacrament toediende en vergeving schonk. Dat gaf een sterke gericht-heid op het stervensuur.”
De Reformatie brak radicaal met het idee dat de priester bemidde-laar van Gods genade is. Laat staan dat gelovigen in het hier en nu iets kunnen betekenen voor dierbaren in het hiernamaals. Typerend is volgens De Baar dat de Gerefor-meerde Kerk van de Republiek wel een formulier voor het huweljk opstelde, maar niet voor de be-grafenis. „Ljkpredicaties werden afgewezen. Later keerden die voor predikanten terug, omdat zj tot de elite gingen behoren, maar gewone stervelingen moesten het zonder zo’n ljkrede doen.”
Vacuüm
De periode van de 16e tot en met de 18e eeuw noemt Ariès de fase van de alomtegenwoordige dood. „Hj verwjst daarbj onder meer naar de stillevens in de schilder-kunst”, licht De Baar toe. „Die her-innerden de mensen voortdurend aan de broosheid en eindigheid van hun bestaan. De aandacht voor het moment van sterven nam daardoor af. Tjdens de romantiek lag de nadruk in de omgang met de dood volgens Ariès op het heen-gaan van de ander. Het verlies van dierbaren werd langdurig en in al-lerlei vormen betreurd. Kerkhoven werden beplant met treurwilgen.”
Gemeenschappeljke rituelen zjn
in de optiek van de Franse histo-ricus voorwaarde voor een goede omgang met de dood. Volgens De Baar niet zonder reden. „Als deze rituelen door de secularisa-tie wegvallen –in ons land vanaf de jaren zestig– ontstaat er een vacuüm. De moderne omgang met de dood, door Ariès wild genoemd, staat haaks op de middeleeuwse houding. De ideale dood is nu een onverwacht sterven waarop je je niet hebt kunnen voorbereiden.”
Individualisering
Veel mensen die wel een ziekbed krjgen, blazen door de voortgaan-de medicalisering hun laatste adem in het ziekenhuis uit. „De priester aan het sterfbed is vervangen door de medicus”, stelt De Baar vast. „Probleem is dat artsen zjn opge-leid om mensen beter te maken, niet om stervenden te begeleiden. Zowel iguurljk als letterljk komt de dood op grotere afstand te staan. Overledenen worden niet meer rond de kerk in het centrum begraven, maar op begraafplaatsen buiten het dorp of de stad.”
De fasen die Ariès onderscheidt, kunnen naast elkaar bestaan, nu-anceert De Baar. „Wat dat betreft zjn het meer modellen dan fasen. Ariès zelf geeft aan dat de getem-de dood in de 19e eeuw nog is te vinden in de boeken van Tolstoj. In ons eigen land zjn er tot op de dag van vandaag grote verschillen in de omgang met de dood, afhan-keljk van de subcultuur waartoe een familie behoort.”
Werd de moderne tjd geken-merkt door een afkeer van met name kerkeljke gebruiken, in het huidige postmoderne tjdperk signaleert De Baar een terugkeer
Alles is te regelen
De Nederlandse uitvaartbranche speelt handig in op
de behoefte van de consument om de uitvaart naar
eigen smaak in te richten. In principe kan alles worden
geregeld. Monuta biedt zelfs de mogelijkheid om via
de website wensen te verwerken in een ilmpje, waar-
door je een realistisch beeld van je eigen begrafenis
krijgt. ”Ontwerp uw eigen uitvaart”, werft de toonaan-
gevende onderneming, met daarbij de vraag: „Welk
uitvaarttype bent u?” Onder het kopje Begrafenis-
muziek zijn de uitvaarttoppers te vinden. Op num-
mer 1 staat momenteel ”Time tot say goodbye” van
Andrea Bocelli. Ook Marco Borsato en Frans Bauer
scoren hoog. ”De Heer’ is mijn herder” moet het met
een tiende plaats doen.
Uitvaartonderneming Yarden helpt de consument met
in foto’s gevangen uitvaartideeën: van klassiek tot
bourgondisch en van spiritueel tot hobby. Illustratieve
publicaties op de site van Yarden bewijzen dat zelfs
een uitvaart met de kist op een bakiets tot de moge-
lijkheden behoort. Voor ‘groene’ consumenten is de
kartonnen kist ontwikkeld en de milieuvriendelijke urn
in de vorm van een eikel. Wie onafhankelijke achter-
grondinformatie over uitvaartmogelijkheden zoekt, kan
terecht op uitvaartinformatie.nl.
Historica Mir-
jam de Baar:
„De priester
aan het sterf-
bed is vervan-
gen door de
medicus.” beeld
Sjaak Verboom
naar rituelen. Uit allerlei tradities. „Mensen stellen voor een uitvaart hun eigen programma samen, zo nodig bjgestaan door een van de talloze ritueelbegeleiders op wie je een beroep kunt doen.” De heden-daagse praktjk rond sterfbed en graf mist daardoor vaak samen-hang. Alle combinaties zjn moge-ljk: van atheïsten die aangeven dat bj hun crematie een cantate van Bach moet worden gezongen tot protestantse christenen die in een in memoriam de dode toespreken.
Bijzonder
Terwjl in de kerkeljke traditie de continuïteit centraal stond, moet een uitvaart nu vooral bjzonder zjn, constateert de historica. „Typerend is de slogan ”Wat maakt uw uitvaart uniek?” van uitvaartverzorger Yarden. Zelf ben ik gehecht aan de oude kerkeljke rituelen, maar anderen ervaren die juist als een keursljf. Gemeen-schappeljk in alle uitvaartrituelen is de wens om de overgang van leven naar dood te markeren. Dat geeft het gevoel deel uit te maken van een groter geheel. Daar heeft bljkbaar iedereen behoefte aan.”
Een vast element bj vrjwel elke uitvaart is de muzikale bjdrage, al dan niet met samenzang. Begrjpeljk, vindt de Groningse hoogleraar. „Van muziek gaat een troostende werking uit. Dat geldt ook voor het leveren van een actieve bjdrage aan de uitvaart. Ik waardeer het positief dat dit weer meer gebeurt. Als je alles overlaat aan de uitvaartondernemer, ben je een soort toeschouwer op de begrafenis van je eigen geliefden.”
Existentiële behoefte
De herdenking van overleden geliefden op Allerzielen, een oude rooms-katholieke traditie, kreeg een seculiere variant in requiem-concerten. Kunstenaars organi-seren herdenkingsceremonies op kerkhoven, waar nabestaanden op creatieve wjze hun emoties kunnen uiten. Ook televisiepro-gramma’s met iemand die beweert contact te kunnen leggen met de geest van overledenen, genieten grote populariteit. Zo worden elementen uit christendom en heidendom gemixt tot een inter-religieuze ratjetoe. Zelfs het mee begraven van voor de overledene belangrjke voorwerpen is terug.
9donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
Bijna 800 begrafenissentekst Jan van ’t Hul
beeld Sjaak Verboom
Bjna 800 rouwdiensten en begrafenissen moet hj in 35 jaar tjd hebben geleid. „Maar de dood went nooit. Sterven is niet gewoon, het bljft een vreemd element in het leven, want de mens was niet geschapen om te sterven maar om te leven. Naar een sterfhuis neem ik niet mjn ervaring mee, maar mjn bewogenheid, en mjn Bjbel.”
Ds. C. Oorschot (79) is emeritus predikant in de Her-steld Hervormde Kerk. Als pastoraal medewerker is hj verbonden aan de hersteld hervormde gemeenten van Stellendam en Nieuwe-Tonge. Daar leidt hj nog steeds rouwdiensten en begrafenissen. Ondertussen houdt hj ernstig rekening met zjn eigen levenseinde. „Iedere keer als ik met de familie op het kerkhof meeloop naar het open graf let ik op al die grafzerken. De meeste mensen die begraven liggen, waren jonger dan ik.”
De moeiljkste begrafenissen zjn die waarbj de overledene in zjn leven er geen bljk van heeft ge-geven de Heere te hebben gezocht, zegt ds. Oorschot. „Je ervaart dan dat er geen ruimte is om de achter-bljvenden te troosten met de enige troost in leven en in sterven. Aan de andere kant wordt een predikant niet geroepen om iemand in de hemel te zetten. Ik ben geen Petrus die volgens Rome bj de hemelpoort staat en de sleutels van het hemelrjk draagt.”
De mens gaat naar zjn eeuwig huis. „Dat geeft een grote klem aan het ambt, die ik in heel mjn ambteljke bediening gevoeld heb, niet het minst bj stervensbegeleiding. Steeds weer zie je wat de zonde teweeg heeft gebracht.”
Geen enkele begrafenis is aan een andere geljk, zegt ds. Oorschot. „Voor jezelf maakt het veel uit of je iemand wel of niet goed gekend hebt, of je met iemand een geesteljke band had. Het maakt ook ver-schil of het om een oude man gaat of om een klein kind. Soms word je gevraagd voor een rouwdienst van iemand die je niet hebt gekend. Dat vind ik erg moeiljk, maar ook dan mag het Woord opengaan.”
Voor ds. Oorschot is het helder: een predikant moet in de rouwdienst en aan het graf het Woord laten spreken. Niets meer en niets minder. „Het komt nogal eens voor dat familieleden zeggen: „Alstublieft geen hel en verdoemenis, meneer.” Dan zeg ik: „Daar kom ik ook niet voor. U mag van mj wel verwach-ten dat ik de Bjbel laten spreken en dat ik Christus verkondig, Die gekomen is om de zondaren zalig te maken. Daarbj hoop ik u eerljk te behandelen.
Er zjn maar twee wegen: de ene ten leven, de an-dere ten dode. Die noem en verklaar ik in de rouw-dienst heel concreet. En soms zie je toch opeens dat het Woord beslag legt.”
Soms vraagt de familie of hj in de rouwdienst over een bepaalde Bjbeltekst wil spreken. „Dat doe ik in principe altjd. Ook als ik meen dat de tekst een bepaalde verwachting in zich heeft die mj uit het leven van de overledene niet is gebleken. Ook die tekst staat immers in het Woord, en dan kan ik geen bezwaar maken eruit te preken. Dat betekent niet dat ik zeg wat de familie graag hoort. Ook bj het levenseinde geldt voor een predikant: Heere, wat wilt Gj dat ik spreken zal.”
dominee
Ds. C. Oorschot: „Er zijn maar twee wegen.”
„Bljkbaar zjn er maar weinig mensen die er werkeljk van uitgaan dat met de dood alles is afgelopen”, stelt De Baar vast. „Op wat voor manier ook willen we ons verbonden bljven voelen met hen die ons ontvielen. Die diep existentiële behoefte wordt door de secularisatie niet ongedaan
gemaakt. Er bljft behoefte aan ri-tuelen die steun en richting geven bj het rouwen en herdenken.”
Zelf bezoekt ze in de week van Allerzielen, in november, altjd het graf van haar vader in Brabant. Om het te verzorgen en er bloemen te plaatsen. „Ik vind het prachtig om op het kerkhof bj al die graven
verse bloemen te zien staan. Ook in het buitenland breng ik graag een bezoek aan een begraafplaats, om te zien hoe de lokale gemeenschap met de doden omgaat. Vaak valt me op hoe goed de kerkhoven in het buitenland worden bjgehou-den. Dat getuigt van respect voor de generaties die zjn weggevallen.”
Omdat de Amsterdamse begraafplaats Zorgvlied aan het water ligt, is het mogelijk de boot te gebruiken bij
een uitvaart. De begraafplaats werd in 1870 oficieel geopend. In die tijd werden overledenen vaak per trek-
schuit naar de begraafplaats vervoerd. Voor een deel uit noodzaak: niet iedereen kon zich een koets permitte-
ren of wilde de hele weg uit Amsterdam naar de begraafplaats achter het rijtuig aanlopen.
donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad10 in beeld
„Wie in Mij gelooft zal leven”, Jezus Christus
Rouwstoet in Katw
ijk
tekst Clasina van den Heuvel
beeld RD, Henk Visscher
In v
roeg
er t
jden
wer
d ee
n o
verl
eden
e n
aar
het
ke
rkh
of g
edra
gen
doo
r de
bu
ren
, of
verv
oerd
per
bo
eren
kar
of
ljk
koe
ts.
In d
e ja
ren
50
van
de
vori
ge e
euw
sch
afte
n b
e-gr
afen
ison
dern
emer
s in
de
sted
en m
assa
al lj
k- e
n
volg
auto
’s a
an. D
e w
egen
wer
den
vol
ler,
ove
r-
lede
nen
wer
den
vak
er o
pgeb
aard
in m
ortu
aria
, en
het
aan
tal r
ouw
stoe
ten
dat
van
af h
et s
terf
hu
is
vert
rok
nam
gaa
nde
weg
af.
In
pla
atse
n w
aar
de
bure
nh
ulp
het
lan
gst
een
gro
te r
ol s
peel
de, h
iel-
den
ook
de
trad
itio
nel
e vo
rmen
van
ver
voer
het
la
ngs
t st
and.
His
tori
cus
Wim
Cap
pers
sch
rjft
hie
r u
itge
brei
d ov
er in
”A
an d
eze
zjde
van
de
dood
”,
zjn
pro
efsc
hri
ft u
it 2
012
over
ver
ande
ren
de g
e-w
oon
ten
ron
d al
les
wat
met
ove
rljd
en e
n u
itva
art
te m
aken
hee
ft. T
e le
zen
is b
jvoo
rbee
ld d
at s
inds
de
ker
sten
ing
van
de
Lage
Lan
den
, van
af d
e 8e
ee
uw
, ljk
weg
en o
nts
ton
den
: nie
uw
e ro
ute
s –o
ver
hog
er g
eleg
en p
aden
– va
naf
boe
rder
jen
naa
r de
ce
ntr
aal g
eleg
en k
erk
en
het
ker
kh
of.
On
dan
ks
de a
uto
’s d
ie r
uim
sch
oots
bes
chik
baar
zj
n, a
nn
o 20
13, w
ordt
in e
en a
anta
l pla
atse
n in
N
eder
lan
d de
ove
rled
ene
nog
te
voet
beg
elei
d n
aar
zjn
laat
ste
rust
plaa
ts. Z
oals
in K
atw
jk a
an Z
ee.
11donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
12donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
„Het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin”, apostel Paulus
Het bezweren van de dood
boeken
Tegeljk is er de onweerstaanbare behoefte de dood te bezweren door er gewoon, luchtig of zelfs provocerend over te doen. Ook
als wordt ontkend dat er een leven na dit leven is, bljft de dood een koning der ver-schrikking die onschadeljk gemaakt moet worden.
In rouwadvertenties wordt nogal eens uit Bram Vermeulens ”Testament” geciteerd om de dood van zjn scherpte te ontdoen:
Als ik doodga, huil maar nietIk ben niet echt doodMoet je weten’t Is maar een lichaamDat ik achterlietDood ben ik pasAls jj me bent vergeten.
Een vergeljkbare benadering van de dood is te vinden bj Harry Kuitert, een theoloog
die het bestaan van een hiernamaals ont-kent. In 2007 schreef hj een „vroljk boek” waarin hj gedichten over de dood citeert en bespreekt. De titel is programmatisch: ”De dood de baas” (Ten Have).
Nog bouder liet dominee-acteur Jos Brink (1942-2007) zich uit in een interview met uitvaartorganisatie DELA. „Op mjn uitvaart is het een vroljk samenzjn met buffetten en drank. Het ouderwetse begrafenismaal, zullen we maar zeggen, en die waren er niet voor niets. En dan maar hopen dat mensen zich mj herinneren als een man die zjn best heeft gedaan in het leven. Maar uitein-deljk geldt: Wanneer je dood bent groeien alle bomen door en is de groenteman om negen uur weer open...”
Brink, die ook pastor en stervensbegelei-der was, publiceerde aan het eind van zjn leven ”Rouw op je dak” (Lannoo, 2007), een boekje over rouwen als „een proces van heling, het uiteindeljk accepteren van
wat onvermjdeljk bleek.” Brink schreef „bepaald niet alleen voor mensen die leven vanuit een religieuze optiek.” De troost die bj Christus te vinden is, zal de lezer daarom pjnljk missen.
Sobere rouwers
De theoloog en communicatiewetenschap-per Anne van der Meiden beschrjft de gewjzigde houding ten aanzien van de dood in zjn boek ”In de dood kun je niet wonen” (Boekencentrum, 2007). In een toelichting zei hj: „We kunnen er niet omheen: in alles wat met sterven, begra-ven en rouwverwerking te maken heeft, zjn in betrekkeljk korte tjd opvallende en veelsoortige veranderingen opgetreden. Mensen praten opener over de dood, ze verwerken hun verdriet in nieuwe rituelen en staan zichzelf toe na te denken over nieuwe inzichten om uitzichtloos ljden te beëindigen.”
Hierbj past een boek als ”Wat eet je op een begrafenis?” van Jeanette Diepenbroek (Meinema, 2011). De auteur geeft een beeld van de culinaire rjkdom van rouwtradities in Nederland: „Hoe komt het dat wj in een paar honderd jaar (toch een fractie van tjd voor de mensheid) van uitbundige zeer so-bere rouwers zjn geworden?” Diepenbroek
concludeert: „Vergeleken met de culturen door de eeuwen heen is het sobere, gere-formeerde begraven slechts een gebruik van een kleine minderheid in een korte periode.” Ze spreekt in dit verband van een modegril. „Lang rouwen met een goed afscheidsfeest bestaat al heel lang en komt in alle culturen voor.” Vandaar deze bundel met recepten „voor de moeiljkste momen-ten van het leven.”
In ”Een doodshemd heeft geen zakken” (Meinema, 2011) belicht theologe dr. An-nemarieke van der Woude het derde aspect dat Van der Meiden noemt. De wens tot zelfbeschikking plaatst de moderne mens voor allerlei nieuwe vragen, zeker ten aanzien van het levenseinde. Kiest hj voor palliatieve zorg? Voor euthanasie? Voor het uit vrje wil stopzetten van het leven? Mag hj beslissen over de dood van een ander? „Juist omdat we kunnen kiezen houdt doodgaan ons meer dan ooit bezig”, aldus Van der Woude, die de lezer wil helpen bj het nadenken over het levenseinde.
Heidense denkers
Simon Critchley, hoogleraar ilosoie aan de New York School for Social Research, grjpt in ”Over mjn ljk” (Scriptum, 2011) terug op heidense denkers uit de klassieke
tekst Rudy Ligtenberg
beeld RD, Henk Visscher
Het taboe op de dood brokkelt af. Thema’s als sterven, rouwen
en begraven zijn bespreekbaar geworden; er wordt openhartig
(en soms ongegeneerd) over gesproken en geschreven.
13donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
Verder lezen
”Stervenskunst”, William Perkins (De Groot Goudriaan, 2010).
De Engelse Puritein William Perkins (1558-1602) bespreekt in vraag en antwoord wat de dood voor een christen betekent en hoe hj er zich gedurende zjn leven op moet voorbereiden.
Andere oudvaders die over stervenskunst (ars moriendi) schreven zjn bjvoorbeeld Zacharias Ursinus (”Erinnerung, 1563, vertaald als ”Stervenskunst”, De Groot Goudriaan, 2012), Johannes Hoornbeeck (”Euthanasia ofte Wel-sterven”, 1651) en Gisbertus Voetius (”Euthanasia of wel-stervenskunst” in ”Praktjk der godzaligheid”, 1664; De Banier, 2002).
”Verder na verlies”, Joke Korteweg (Kok, 2012).
Zeven jongeren van het Wartburg College in Rotterdam schre-ven, samen met hun docente Joke Korteweg, over de manier waarop zj met verlies en rouw zjn omgegaan. Korte of lan-gere tjd geleden overleed hun vader, moeder, broer of zusje. Het boek is voor een deel de neerslag van wat er in de door Korteweg opgezette rouwverwerkingsgroep van het Wartburg College gebeurt.
”Slecht nieuws, goede Boodschap. Als een ernstige ziekte ons
treft”, ds. A. van de Weerd (Den Hertog, 2011).
Praktisch-pastoraal boek voor mensen die te horen hebben gekregen dat artsen niets meer voor hen kunnen doen. Ds. A. van de Weerd gaat in op wat een pastor kan betekenen voor gemeenteleden in hun ziek-zjn. Huisarts W. Bloed uit Urk beschrjft hoe er in de medische praktjk wordt omgegaan met slechtnieuwsgesprekken.
”Liever toch bezoek”, ds. P. Vermaat (Boekencentrum, 2009).
Een pastoraal en praktisch boek over allerlei zaken die ver-band houden met afscheid nemen, sterven en begraven. Ds. P. Vermaat heeft jarenlange ervaring in het begeleiden van families rond de uitvaart. Hj gaat in op vragen over opbaren, cremeren of begraven, het graf en de begraafplaats, de kaart en de advertentie en allerlei andere onderwerpen.
”Leven in de schaduw van de dood”, drs. P. C. Hoek (Den
Hertog, 2009).
„Kleine studie van pastoraal theologische aard.” Als docent pastoraat verbonden aan het Hersteld Hervormd Seminarium deed drs. P. C. Hoek onderzoek naar de manier waarop ernstig zieken en stervenden kunnen worden bjgestaan. Hj kreeg hiermee niet alleen ambteljk, maar ook persoonljk te maken.
”Verdriet, dood en geloof”, C. S. Lewis (Van Wijnen, 2007).
De Engelse apologeet Lewis (1898-1963) schreef dit boekje naar aanleiding van het overljden van zjn vrouw Joy Davidman. Om zich tegen de chaos van gevoelens en angsten en overwe-gingen te beschermen maakte hj notities van wat hj voelde en dacht. Het boek verscheen in Engeland in 1961 als ”A Grief Observed” onder het pseudoniem N. W. Clerk. Dat Lewis de auteur was werd pas na diens overljden bekend.
”Waar is ons kind?” Ds. M. A. Kempeneers (De Groot Goudri-
aan, 2007).
De auteur probeert op grond van Schrift en beljdenis een handreiking te geven met betrekking tot vragen die zich kun-nen voordoen bj het sterven van een kind, met name de vraag naar de eeuwige bestemming van het kind. Ds. Kempeneers bestudeerde het thema op exegetisch, kerkhistorisch, confes-sioneel en praktisch gebied.
”Samen verdrietig”, Marja Bos-Meeuwsen (Boekencentrum,
2006).
Praktisch boek over kinderen en rouwverwerking. Aan de orde komt alles wat met overljden en begraven te maken heeft, in relatie tot kinderen. Uitgangspunt is dat kinderen die te maken krjgen met verdriet de steun van hun ouders nodig hebben. Marja Bos-Meeuwsen is orthopedagoog en moeder.
”Dichter bij het einde”, ds. R. van Kooten (Groen, 2005).
Boek waarin diep geesteljke zaken en tegeljk heel praktische onderwerpen aan de orde komen. Het bestaat uit vier delen. Het eerste deel gaat over ernstig ziek zjn, stervensbegeleiding en het sterven. Het tweede deel bespreekt het van tevoren regelen van de begrafenis, nadat eerst de vraag ”cremeren of begraven?” aan de orde is geweest. In het derde deel wordt stilgestaan bj rouw en het rouwproces, met oog voor zowel de weduwe, de weduwnaar als de kinderen en omstanders. Het vierde deel behandelt wat de Bjbel leert over de hel en de hemel.
In Snakkerburen, ten noorden van
Leeuwarden, bevindt zich een
begraafplaats voor drenkelingen.
De identiteit van de meesten is
niet bekend. Het kerkhof ligt op
–natte– veengrond. Meint Span,
een voormalige doodgraver uit
Lekkum, vertelde dat als je op de
begraafplaats drie steken diep in
de grond zat, het water je over de
klompen liep. De doodskisten kan-
telden in het water van de verse
graven. Daardoor ging in Snakker-
buren het gezegde: „De minsken
fersüpe der twa kear” (de mensen
verdrinken er twee keer).
oudheid om de dood onder ogen te zien. Hj kiest zowel positie tegen degenen die de dood negeren en een „kortstondige ver-troosting van de tjdeljke vergetelheid” in het aardse leven najagen als tegen hen die hopen op de „wonderbaarljke redding van een leven na de dood”, zoals traditionele religies die in het vooruitzicht stellen.
Volgens Critchley is er een derde weg, die van de ilosofen. „Filosoferen is leren ster-ven”, zei Cicero, en Critchley zegt het hem na. „Als zodanig is een voorbereiding op de dood (…) het hoofddoel van de ilosoie. We volgen als het ware een leerschool voor de dood, zodat we kunnen omgaan met onze eindigheid en de vrees voor vernietiging kunnen beteugelen zonder dat we ons laten inpalmen door de belofte van een leven na de dood.”
En zo komt Critchley tot zjn eigen bezweringsformule: „Iemand die aan de
dood probeert te ontsnappen, vlucht weg van zichzelf en bljft leven in onvrjheid. De dood ontkennen staat geljk aan zelfhaat.”
Pittige les
En passant geeft Critchley christenen een pittige les mee die wél behartigenswaard is. „De enige pastorale hulp waarin mensen wérkeljk geloven, is die van de medische wetenschap. Die is er volledig op gericht om de mens met de sacramenten van medicatie en technologie een steeds langer leven te bezorgen, iets wat als de onbetwiste zegen van de moderne westerse samenleving wordt beschouwd.” Volgens Critchley zjn veel gelovige mensen daarom „in wezen atheïst.” Ze leiden een „leven tussen hoop en vrees, met enerzjds het verlangen om zo oud mogeljk te worden en anderzjds de angst dat dood niets anders dan vernieti-ging is.” Waarvan akte.
„De enige pastorale hulp waarin
mensen wérkelijk geloven, is
die van de medische wetenschap”
Nairacstraat 17, 3771 AW Barneveld
tel. 0342 – 41 69 86
KO
13
13
OMGAAN MET ROUW
Bettie Versluis &Margonda Hartman-van der Vlies
Rouw“Mama, wat moet ik dan zeggen?”“Wanneer gaan we dan?”“Wat gaan we dan doen?”“En daarna dan?”“O mama! Maar moet ik dan álle kleren passen?”(…)“Nou, er staat toch: in gepaste kleding?”Vragen die kinderen uit onwetendheid en angstkunnen stellen rond een begrafenis.Met behulp van dit boekje kunt u met uwkind spreken over het verdriet, debegrafenis en wat er allemaalbij hoort.Geb. 48 blz.
W. Visser
Als ik beroofd benRouwverwerking … een onmogelijkewerkelijkheidPersoonlijke en ambtelijke ervaringen wordenop herkenbare en pastorale wijze doorgegevenen de auteur geeft vanuit Gods Woord aan hoegevoelens van rouw een plaats kunnen krijgenvoor Gods aangezicht.Geb. 100 blz.
w w w . g e b r k o s t e r . n lverkrijgbaar bij de boekhandel
Vr
10,-
10,-Van der Klooster
Begrafenisverzorging
Broekweg 27 3253 XB Ouddorp
0187 - 49 48 34
www.begrafenisverzorgingvdklooster.nl
Overweeg wilsbeschikking
De gezindte verandert,
signaleert Arleen van der
Klooster van Van der
Klooster Begrafenis-
verzorging uit Ouddorp.
„Een wilsbeschikking
wordt belangrijker.”
Van der Klooster komt steeds
vaker tegen dat kinderen an-
ders over zaken denken dan
hun ouders. Als die nooit te
kennen hebben gegeven hoe
zij hun begrafenis ingevuld
willen zien, kan dat tot on-
gewenste discussies leiden.
„Een wilsbeschikking voor-
komt dat. Mensen schuiven
het vaak voor zich uit, maar
juist vanuit de Bijbel valt
prima uit te leggen waarom
het belangrijk is om goed
voor-bereid te zijn.” Op de
website van Begrafenis-
verzorging Van der Klooster
is een wilsbeschikking te
downloaden. Mensen
kunnen het document
zelf invullen, maar ze
kunnen ook begeleid worden.
„Wij zijn een klein bedrijf
waardoor wij persoonlijk en
betrokken kunnen werken,
ook in deze zaken.”
Begrafenisonderneming
Treur
E. TreurKroostweg 223704 ED ZeistTel. 030 - 692 42 5806 - 57 31 56 89
B E G R A F E N I S V E R Z O R G I N G
Van Essen
Voor een begrafenis met zorg en respect
Wij verzorgen alleen begrafenissen.Dag en nacht bereikbaar
(0341) 37 06 15Voor de gehele West-Veluwe.
VOORTHUIZERSTRAAT 45 PUTTEN
VAN STAVERENBegrafenisverzorging
Sumatrastraat 11 ~ 2405 EM Alphen aan den Rijn
Dag en nacht bereikbaar
(0172) 23 33 38Wij verzorgen alleen begrafenissen
Begrafenisonderneming
Van HollandVoor een
stijlvolle begrafenis
J. van Holland
Schaepmanstraat 5
6741 WS Lunteren
Tel. 0318 - 48 47 44
b.g.g. 06 - 21 51 07 35
G.J. Rijswijk
Hullerpad 8
6741 PA Lunteren
Tel. 0318 - 48 38 37
b.g.g. 06 - 20 49 27 97
Wij verzorgen
alleen begrafenissen
Begrafenisonderneming
W.J. Drost0318 - 47 19 5206 - 55 13 68 55
Regio:Rhenen/ElstVeenendaal
Verbindingsweg 233921 DL Elst
Mail:[email protected]
Al meer dan 30 jaar
Gepaste zorgvanuit respect enpersoonlijke benadering
STOPPELENBURGSTOPPELENBURGUi tvaar tve r zo rg ing
Bij het verliesvan uw dierbaremoet u kunnenrekenen op debegrafenisondernemerdie u met rust enkennis van zakenbegeleidt,met u meedenkt,met u beslist enzorgt voor eenrespectvollebegrafenis.
Krimpen a/d IJssel(0180) 52 22 55
Lekkerkerk(0180) 66 36 44
Schoonhoven(0182) 38 22 31
Stolwijk(0182) 38 22 31
StoppelenburgAl meer dan 57 jaar uw vertrouwen waard
• uitvaartverzorging sinds 1935
• persoonlijke begeleiding
• opbaring thuis met koeling
of in een rouwcentrum
• grafmonumenten
• Sparen voor later
via ons depositofonds
• Vraag een gratis
wilsbeschikkingboekje aan
0180 - 64 71 01
www.vanbezeij.nl
Melding van overlijdenen informatienummer:
Aubadestraat 72992 GN Barendrecht
”Een uitvaart in uw stijl”(0186) 61 70 78
Kantoor & Rouwcentrum:
Prins Hendrikstraat 20-22
3262 ST Oud-Beijerland
Moreeuitvaartverzorgingwww.uitvaartverzorgingmoree.nl
Bezoek onze vernieuwde website
Begrafenisverzorging
Wieberdink• voor een uitvaart naar úw wensen
• dag en nacht te bereiken
• tevens levering van grafmonumenten
M.G. van den Hoek-Wieberdink
Binnenweg 3, 8075 CE Elspeet
Tel. 0577 - 49 24 38 / 06 - 12 77 75 84
E-mail: [email protected]
15donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
„Leer ons de dood niet te vrezen, maar te begeren”, Maarten Luther (1483-1546)
Stilte in de kraamkamertekst Michiel Bakker
beeld RD, Henk Visscher
Tweemaal stonden Huib
en Anneke Murre uit
’s-Gravenpolder bij het
graf van een kind dat kort
voor de geboorte was
overleden. „Hun sterven
raken we nooit kwijt.”
Anneke heeft de bloed-groep resusnegatief, die tjdens een zwan-gerschap voor ernstige
complicaties kan zorgen. In het eerste jaar van haar huweljk –in 1990– krjgt ze een miskraam. Een zogeheten anti-D-injectie moet voorkomen dat ze bj een eventuele volgende zwangerschap antistoffen aanmaakt waardoor het bloed van de baby wordt afge-broken. Deze bljkt echter niet het beoogde effect te hebben, waar-door de volgende zwangerschap-pen met veel zorgen gepaard gaan.
Binnen twee jaar krjgt het echt-paar, lid van de Gereformeerde Ge-meenten, twee kinderen: Gerhard en Annelien. Als ze van hen in verwachting is, staat Anneke on-der controle van de speciale resus-afdeling in het Leidse ziekenhuis LUMC. Gerhard moet direct na de geboorte diverse bloedtransfusies
ondergaan. Annelien krjgt al in de baarmoeder via de navelstreng ander bloed. „Het is een wonder dat het allemaal goed gekomen is”, blikt Anneke terug.
Als ze in 1995 opnieuw in verwachting is, bljkt tjdens een controle dat de baby meteen een bloedtransfusie moet ondergaan. Tjdens dit proces treden er ernsti-ge complicaties op. Huib pakt het dagboek waarin hj noteerde wat er die dag door hem heen ging.
Geëmotioneerd: „De schrik sloeg me om het hart. Ik kwam in grote nood terecht en besefte dat ik de enige was die op dat moment voor het kindje kon bidden. Vanuit de diepte heb ik geroepen tot de Heere. Ik heb Hem gevraagd of ons kindje mocht bljven leven, maar ook of het, als het zou ster-ven, eeuwig zou mogen juichen voor Zjn troon.”
Groot is de verslagenheid als bljkt dat het kindje de ingreep niet overleeft. Na een zwangerschap van bjna 25 weken sterft Johanan. Een paar dagen later wordt hj geboren. Anneke: „Je bent bang voor wat er komen gaat, bang voor wat je gaat zien. Als het kindje dan geboren wordt, en het bljft stil...” Huib: „We waren zelf ook stil. Het is zo aangrjpend.” Anneke: „Het is de stilte van de dood.” Huib: „Ik was zo ontzagljk verdrietig. Het was voelbaar in m’n hele lichaam.”
Veel steun ondervinden de ouders van de wjkouderling en het maat-schappeljk werk van het LUMC. Ze mogen hun kindje vasthouden en er worden foto’s gemaakt. Anneke: „De maatschappeljk werkster advi-seerde de baby in een omslagdoek te wikkelen die we bj een van de andere kinderen hadden gebruikt. Dat gaf een goed gevoel, alsof je iets van jezelf meegeeft.”
Huib wjst in de woonkamer de ladenkast aan waarop het eiken-houten kistje voorafgaande aan de begrafenis heeft gestaan. Anneke: „Dat was heel belangrjk voor ons. Johanan is toch nog in ons huis geweest, onder ons dak.”
Voorafgaand aan de begrafenis leest ds. J. C. Weststrate Psalm 139, voordat de ouders met enkele naaste familieleden, de wjkouder-ling en de kraamzuster naar de begraafplaats gaan. Huib draagt het kistje met zjn zoon zelf naar het graf. Opvallend is de witte kleur van de handschoenen van de begrafenisondernemer. „Een teken van piëteit, gebruikeljk bj het begraven van een kind.” Huib zet het kistje op twee witte koorden, waarna de ouders het langzaam in de „koude grond” zien zakken.
In de periode die volgt, ervaart het echtpaar steun en kracht van de Heere. Huib: „In die zin was het een goede tjd. De Heere droeg ons. Boven de rouwadvertentie hebben we gezet: „Uw wil geschiede.” Dat konden we zeggen. Er was stille berusting en vrede. Na de nodige worstelingen kreeg ik mede door een preek van ds. G. H. Kersten over Job 1, die in onze kerk werd gelezen, de overtuiging dat Joha-nan –zjn naam betekent ”God is genadig”– goed weg was. Ook de laatste twee regels van Psalm 145:6 waren voor mj een bevestiging.”
Anneke: „We hebben Gods goed-heid gezien, ook in de praktische hulp die mensen ons boden. Toch kwam ik na vier maanden in een depressie terecht. Ik moest zo veel verwerken. Tjdens de zwanger-schap van Johanan is mjn moeder na een ziekbed van tien dagen aan kanker overleden. Ik was er nog niet aan toe gekomen om ook dat verlies een plek te geven.”
Na een klein jaar verwachten de ouders opnieuw een kindje. Tjdens een bezoek aan het LUMC bljkt de baby kort daarvoor, na een zwangerschap van achttien weken, te zjn overleden. Opnieuw moet Anneke bevallen van een kind dat gestorven is. „Ik ben eerst verschrikkeljk opstandig geweest, maar de Heere heeft ons bjgestaan, Hj gaf een soort om-tuining”, zegt Anneke. Huib: „Hj verzachtte vaderljk ons ljden.”
Onvergeteljk is het moment dat ze Gerhard en Annelien vertellen dat hun zusje –Christina– in de moederschoot is gestorven. Huib: „Op de achtergrond klonk op een cd Psalm 87:4: „God zal ze zelf bevestigen en schragen, en op Zjn rol waar Hj de volken schrjft, hen tellen als in Isrel ingeljfd, en doen de naam van Sions kind’ren dragen.” Dat kwam zo krachtig naar binnen, alsof de Heere het Zelf zei. Toen mocht ik geloven dat ook Christina bj de Heere mocht zjn.” Hj beseft dat niet alle ouders zo’n „bjzondere bemoeienis van de
Heere ervaren. Als die ontbreekt, wil dat niet zeggen dat een kind níét goed weg is”, zegt Huib.
Christina wordt naast Johanan begraven. Na de uitvaart moeten de ouders niet alleen het ingrj-pende verlies een plek geven, maar ook de boodschap dat ze om medische redenen geen kinderen meer kunnen krjgen.
De laatste jaren bezoekt Anneke –haar man heeft er minder behoefte aan– geregeld een bjeenkomst van ”In de knop gebroken”, een refor-matorische vereniging voor ouders van een jonggestorven kind, waar ze herkenning vindt. „We zjn jaren verder, maar het bljft emotioneel om erover te praten.” Ze wjst op het boek ”Het kromme in het le-venslot” van Thomas Boston. „Daar heb ik veel aan gehad. Boston door-grondt het zielenleven van iemand die door God geslagen is, maar wjst ook telkens op Christus. Bj Hem kunnen we altjd om raad terecht.”
Reageren? [email protected]
Rotsgraf van de familie
Roovers Vollmer in Maas-
tricht. Aan de voorzijde
van de rots is in koperen
letters de tekst ”In Pace”
aangebracht, met daar-
boven het Christusmono-
gram. De Griekse letters
daarin verwijzen naar
de tekst uit Openbaring
22:13: „Ik ben de Alfa en
de Omega, het Begin en
het Einde, de Eerste en
de Laatste.”
gestorven kinderen
(Advertentie)
Huib en Anneke Murre.
U denkt er misschienliever niet over na,maar ooit kan het ge-beuren dat u afscheidmoet nemen van eendierbare. Dan komt erveel op u af. Gelukkigkunt u dan rekenenop de professioneleuitvaartverzorgers vanYarden. Wij ondersteu-nen u in deze moeilijkeperiode en nemen ualle zorgen rond de begrafenis uit handen.
Persoonlijke uitvaartzorgEen uitvaart is een persoonlijke, uniekegebeurtenis die moet passen bij de over-ledene en de nabestaanden. Daarom staat uals klant bij ons centraal. Of u nu kiest vooreen opbaring thuis of in een uitvaartcentrum,of voor een sobere of meer uitgesprokenuitvaart, wij luisteren naar uw ideeën en ver-zorgen de opbaring en begrafenis zoals u datwenst. Onze lokale uitvaartverzorgers kennende omgeving en informeren u graag over demogelijkheden. Kiest u voor een kerkelijkebegrafenisplechtigheid, dan nemen wij hetverloop van de dienst en uw muziekkeuze metde betreffende kerkelijke instantie door.
Zo zorgen wij ervoor dat de dienst geheelvolgens uw wensen wordt uitgevoerd.
Voorlichting over de doodDe dood hoort bij het leven. Toch is het voorvelen lang niet zo vanzelfsprekend om overde dood, het verlies van een dierbare of deeigen uitvaartwensen te praten. Vrijwilligersvan Yarden Vereniging organiseren tal vanvoorlichtingsactiviteiten over zaken die spelenrondom het levenseinde. Daarnaast gevenonze deskundige uitvaartconsulenten (ookvrijwilligers) u desgewenst persoonlijk adviesover de invulling van uw uitvaart.
YardenVoor een passend afscheid
Meer informatie?Voor meer informatie over onze uitvaartzorgbij u in de buurt of over onze voorlichtings-activiteiten, kijk op www.yarden.nl.
Voor het aanvragen van een adviesgesprekmet een uitvaartconsulent, bel 0800 1292.Hier kunt u ook terecht voor al uw overigevragen.
Yarden Uitvaartorganisatie biedt uitvaartzorg op maat, met persoonlijke aandachtvoor de overledene en diens naasten. Wij zijn een landelijke uitvaartorganisatie meteen sterke lokale vertegenwoordiging. Ook bij u in de buurt.
Iedere uitvaart uniek
Zij erven een leven in armoede…
tenzij u hen een betere toekomst nalaat!
Door armoede ziet het leven
van duizenden Oost-Europese
kinderen en gezinnen er
uitzichtloos uit. Laat hen niet
aan hun lot over.
Uw nalatenschap of gift kan de vicieuze
cirkel van armoede doorbreken. Kinderen
krijgen de kans een vak te leren en
gezinnen leren zelf voedsel verbouwen.
Samen met u kunnen we hen een betere
toekomst geven.
Vraag vrijblijvend de brochure
Nalaten aan. Wilt u met iemand
spreken over uw testament?
Vraag naar Ina Ekkelenkamp.
Voor meer informatie:
www.zendingovergrenzen.nl/nalaten
Postbus 1222 | 1300 BE Almere
Tel. 036 – 536 36 15
Rek.nr.: 29.62.556
Donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad 16
17donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
„Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen”, Mozes
Voorbereid op de grote reistekst Clasina van den Heuvel
beeld RD, Henk Visscher
Christenen bereiden zich
op praktisch gebied niet
anders of beter voor op de
dood dan niet-christenen,
stellen Wim en Evelien de
Wit van uitvaartorganisatie
Op Doorreis. „We zijn er
nét zo bang voor.”
Hoe kan dat, vraagt Wim de Wit zich soms af: „We zingen geweldige liederen als ”Nu
jaagt de dood geen angst meer aan”. Als een christen gelooft dat hj naar het Vaderhuis mag, waar geen pjn meer is, geen tranen, geen ziekte – waarom zou hj daar dan niet bj stilstaan? Over de mooiste reis van het leven wordt niet nagedacht.”
De Wit is stellig op dat punt; tegeljk weten hj en zjn vrouw hoe moeiljk dit in de praktjk ligt. „Mensen zjn bang voor het ljden”, zegt Evelien de Wit. „De dood is altjd een vjand geweest. In de Bjbel wordt hj niet voor niets de laatste vjand genoemd.”
Het echtpaar De Wit uit Enschede heeft een missie. Toen Wim de Wit op latere leeftjd tot geloof kwam, wilde hj graag dienstbaar zjn. Voor zjn bekering was hj directeur van een aantal crematoria. De kennis uit die tjd benutte hj door in 1999 Op Doorreis te starten, een
uitvaartorganisatie die werkt vanuit een christeljke levensovertuiging. Uitgangspunt voor alle beslissingen rond het levenseinde is bj Op Doorreis de Bjbel. Voorlichting –over crematie, nieuwe vormen van ljkbezorging, het recht op begraven– is een speerpunt.
Bj Op Doorreis kunnen mensen hun wensen voor de eigen begrafenis opschrjven in een Reisplan. Uitvaartorganisatie Yarden onderzocht een jaar of vjf geleden hoeveel Nederlanders de uitvaartwensen niet vastlegden: dat was 94 procent. De Wit denkt dat dit percentage nog aardig klopt. „Dat 80 procent een uitvaartverzekering heeft, betekent nog niet dat de begrafenis is geregeld. De meesten hebben geen idee wat de verzekering precies dekt. Over het algemeen is de dood meer bespreekbaar geworden, maar als het om het eigen overljden gaat, geldt nog altjd een taboe.”
Gedichten
In een Reisplan staan bjvoorbeeld een adressenljst, namen van contactpersonen, donorregistratiepapieren. Gewoonten in de kerkeljke gemeente waartoe iemand behoort worden genoteerd, en verder wensen zoals het soort kist en de kleding waarin iemand begraven wil worden en de plaats waar hj of zj opgebaard wil worden. „Jaren geleden had mjn moeder zo’n Reisplan ingevuld”, zegt Evelien de Wit. „Nadat ze overleden was, kwamen we daarin gedichten tegen die veel voor haar hebben betekend.
Het was ijn om die te hebben.”In de reformatorische gezindte
vullen jongeren eerder zo’n wensenljst in dan ouderen, signaleren de De Wits. „Ouderen zeggen: je weet wel hoe ik het wil. En anders weet de dominee het wel. Maar die weet het lang niet altjd. In het ergste geval ontstaat er na een overljden onenigheid binnen de familie. Je zou moeten voorkomen dat er vragen openbljven, dat neemt veel zorg weg en schept duideljkheid voor de –vaak ontredderde– nabestaanden.”
In evangelische kringen ziet het echtpaar een andere ontwikkeling: dat bjvoorbeeld crematie niet ondenkbaar is. „In veel kerken wordt geen goede voorlichting gegeven”, stelt Wim de Wit. Even later, nadrukkeljk: „De kerk gaat ten onder aan gebrek aan kennis. Daarom zjn wj zo gefocust op onderwjs.”
Intussen wordt bjna 60 procent van de overledenen gecremeerd in Nederland. Grote ondernemingen als Monuta en Yarden zjn al jaren op zoek naar nieuwe vormen van ljkbezorging: resomeren (waarbj een lichaam wordt opgelost in vloeistof) en cryomeren (vriesdrogen). Zo zou resomeren goedkoper
en schoner zjn dan begraven, en hoewel de wet dit nog verbiedt, is het de vraag of dat zo bljft. „Niemand vraagt zich af: Wat houdt dit precies in? De kerk bemoeit zich er niet mee, de politiek houdt zich er niet zo mee bezig. Wj maken mee dat geld een grotere rol speelt dan overtuiging.”
Terwjl ook christenen wereldwjd verschillend denken over crematie, zjn Wim en Evelien de Wit ervan overtuigd dat begraven de Bjbelse weg is. „Jezus ging ons voor, in het graf. En: in de hele Bjbel geldt verbranden als een straf of oordeel.”
Verwerking
Dat er op den duur te weinig ruimte zou zjn voor de lichamen vindt De Wit geen argument. „Er is ruimte genoeg, maar je moet alleen de goede keuzes maken, een visie ontwikkelen.” Nu worden
graven na verloop van tjd geruimd – maar waarom zouden na een aantal jaren niet de beenderen kunnen worden verzameld en in een kistje worden bewaard, vraagt hj zich af. „Dat gebeurde bj aartsvader Jakob ook.”
Op de begrafenis van de broer van Evelien, kortgeleden, strooiden
de aanwezigen een handje graan uit over het graf. Het verwees naar de Bjbelwoorden over zaad dat in de aarde valt en sterft maar zal worden opgewekt in heerljkheid. Rituelen helpen bj de verwerking, vindt Evelien. „De Bjbel staat vol met rituelen. Het zjn dragers van emotie; ze helpen om het verdriet te dragen. Het past niet allemaal in je hoofd als een geliefde overljdt. Onze ratio is te beperkt om zo’n verlies aan te kunnen.”
Voor de verwerking moet de dood weer dichterbj komen, meent het echtpaar De Wit. „Na de Tweede Wereldoorlog hebben we de dood een beetje uitgebannen. Hj paste niet bj de wederopbouw. Vroeger hielp de familie bj de laatste verzorging van de overledene; buren vervoerden het lichaam op een boerenkar. Nu is alles uitbesteed. De dood is buiten ons leven geplaatst en dat laat een diepe wond na.”
Gemeenteleden horen elkaar, zeker in perioden van rouw, bj te staan, vinden de mensen van Op Doorreis. Ze hebben een droom: dat in de toekomst in kerken vrjwilligers worden opgeleid die met elkaar begrafenissen kunnen verzorgen. „Als je de kerk ziet als een gezin, kun je dit onderwerp niet weglaten. Gemeenteleden zjn dan betrokken bj elkaar, zien daadwerkeljk om naar elkaar, en het uitdragen van overledenen zou daarbj kunnen horen.”
>>opdoorreis.nl
„Ouderen zeggen: je weet
wel hoe ik het wil. En anders
weet de dominee het wel”
In het kerkje van Oosterwijtwerd (Groningen) hangen zeventiende-eeuwse rouwborden. Daarop staan namen van de adellijke familie Ripperda. Na het
overlijden van de borgheer of een van de leden van het gezin werd zo’n bord opgehangen bij de ingang van kasteel Oosterwijtwerd. Na de rouwperiode
kreeg het een plaats in de kerk.
praktische zaken regelen
U ITVAARTVERZORG ING
Laan van Nieuwoord 104, 3931 DH Woudenberg
T (033) 286 39 69 M (06) 22 21 01 23
I www.blokhuisuitvaartzorg.nl
U staat er niet alleen voor
DOMINICUSal meer dan 35 jaar dé specialist van Zeeland!
In onze showroom vindt u een uitgebreid assortiment haarden,tegels, sanitair, gedenktegels en natuursteen. Laat u informerendoor onze deskundige vakmensen voor de mogelijkheden.
Kijk voor de openingstijden op onze site (´s zondags gesloten).Dominicus is sterk in maatwerk!
www.dominicus.nl
HAARDENNATUUR-
STEEN
GEDENK-
TEKENSTEGELS SANITAIR
Oude Zandweg 24361 SK Westkapelle0118 - 57 14 36
Verrijn Stuartweg 104462 GE Goes0113 - 27 72 00
Kijk verder dan uweigen boekenkast
Omdat u meer wilt weten.
Boeken,meer danwoorden
www.rd.nl/boeken
@refdagboeken
Like onsop facebook!
Kijk voor meer informatie op rd.nl/abonneevoordeel
Vraag de speciale folder aan (waar ook
een aanmeldingsformulier in staat) via
[email protected] of kijk op
www.heidelbergreis.nl en vul het formulier
digitaal in.
Heeft u geen internet? Dan kunt u zich
telefonisch opgeven: (0118) 62 71 38.
NB Voor de korting meldt u bij bijzonderheden
code: RD17112012.
Speciaal voor u als abonnee van het RD...
3-daagse reis naar Heidelberg
met psalmzangavond
€ 20,-korting
p.p.
In het kader van 450 jaar Catechismus wordt er in 2013 een
driedaagse reis georganiseerd naar Heidelberg.
Er wordt een psalmzangavond gehouden in de kerk van
Ursinus met als thema theologisch onderwijs. Meditatie door
ds. A.A. Brugge. Een deel van de opbrengst komt ten bate
van de Zending Gereformeerde Gemeente.
U bezoekt o.a. de stad Heidelberg die een rijke geschiedenis
heeft. Ook een boottocht over de Neckar is een mogelijkheid.
Op de terugreis bezoekt u de Domstad Keulen.
Data: D.V. 23, 24 en 25 mei 2013
U als abonnee betaalt geen € 275,00 maar
€ 255,00 per persoon.
In deze reissom is inbegrepen:
busreis met Comfort Class touringcar
2 x overnachting met ontbijt en diner in viersterrenhotel
Best Western in centrum Heidelberg
zangavond
Donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad 19
puntuit20
uitgesproken
donderdag 28 februari 2013
Reformatorisch Dagblad
„En God zal alle tranen
van hun ogen afwissen”, apostel Johannes
tekst Machteld Brouwer
beeld RD, Henk Visscher
Vanaf de eerste schooldag
op de Gomarus zijn Annelien
Prosman uit Wijk en Aalburg
en Vivianne van Leeuwen uit
Molenaarsgraaf (nu allebei
15) bevriend met Suzanne.
Onverwachts overlijdt hun
vriendin.
„Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Zoiets
vergeet je je hele leven niet meer”, zegt Vivianne. „Suzanne was altij d vrolij k, nooit chagrij nig, we konden altij d met elkaar lachen.” „We gingen regelmatig bij elkaar logeren, of samen winkelen,” herinnert Annelien zich. „Verder zagen we elkaar natuurlij k altij d op school.”
Laatste schooldag
Vrij dag 25 juni 2010, de laatste schooldag voor de zomervakantie. De laatste repetities van de eerste klas zij n gemaakt. Annelien en Suzanne fi etsen in de richting van Werkendam. Anne-lien: „Meestal fi ets ik een andere route, maar dit keer reed ik het eerste stuk met Suzanne mee.”
Vivianne gaat nog even de stad Gorin-chem in, om aankopen te doen voor het klassenfeest dat voor die
avond gepland staat.Op een gegeven moment spreken
een paar meiden haar aan. „Ze zeiden dat Suzanne een ongeluk had gehad. Eerst dacht ik dat ze misschien alleen een arm had gebroken. Maar toen ik hoorde dat er een wit kleed over haar heen was gelegd, dacht ik wel dat het ernstiger was. Dat ze ook overleden kon zij n, kwam op dat moment echt niet in mij op.”
Aanrijding
Annelien ziet het ongeluk nog voor zich. „We fi etsten over een brug, langs een hoge stoeprand. Waarschij nlij k is Suzanne daar met haar trapper aan vast blij ven zitten, waardoor ze viel. Toen werd ze aangereden door een vrachtwagen.”
Annelien beseft de ernst van de situ-atie meteen, zodra de hulpdiensten arriveren. „Toen er ook nog een trau-mahelikopter kwam, wist ik eigenlij k al wel dat ze gestorven was, ook al had nog niemand dat verteld.”
Als Vivianne de stad uit fi etst, komt ze ook langs de betreffende brug. „Er
stond nog een aantal politieagenten. Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Zoiets vergeet je je hele leven niet meer.”
Annelien wordt uitgenodigd voor een gesprek op het politiebureau, als getui-ge van het ongeluk. „Dat heeft me heel goed geholpen. Ik heb er weleens over nagedacht of het ongeluk mij n schuld niet was, of ik Suzanne niet aanstootte of onvoorzichtig was. Maar achteraf geloof ik niet dat dat zo was.”
Voor de vriendinnen volgt een on-werkelij ke tij d. Vivianne: „We hadden vakantie. Ik besefte niet dat Suzanne er niet meer was. Het was vreemd, heel vreemd om later zonder haar weer naar school te gaan. Dat was nooit meer hetzelfde.”
Ook daar is er aandacht voor rouw-verwerking. Annelien: „Met elkaar zij n we een aantal keer naar het graf ge-gaan. Maar onze klas is na de vakantie gesplitst, dus we hebben het er tij dens de les niet vaak meer over gehad.”
Herinneringen
De vriendinnen vinden het zeker de
eerste tij d lastig om over het ongeluk te praten. Ze wilden liever niet dat mensen er tegen hen iets over zeiden, geven ze allebei aan. „Maar het praten kan ook heel goed zij n. Tegen anderen die ook een vriendin of vriend moeten missen, zouden we willen zeggen dat het echt kan helpen.”
Onderling praten de meiden wel veel over Suzanne. Vivianne: „Als we een tussenuur hebben en naar het winkel-centrum fi etsen, denk ik er vaak aan terug. Vaak halen we leuke herinne-ringen op, maar we praten er ook nog weleens serieus over.”
Voorzichtiger
Vivianne vindt het lastig om langs de plaats van het ongeluk te fi etsen. „Ik vind dat er nog een soort spanning hangt. Ik kij k altij d met een schuin oog naar de stoeprand, en zorg ervoor dat ik hem niet raak.” Annelien vult aan: „Ik durf niet zo goed naast iemand te gaan fi etsen op die plaats. Ik ben voor-zichtiger geworden in het verkeer. Als ik iemand iets zie doen wat niet veilig is, denk ik: ga toch aan de kant, straks word je nog aangereden.”
Annelien en Vivianne denken dat ze anders in het leven staan dan jonge-ren die niet zo’n ingrij pend ongeluk van dichtbij hebben meegemaakt. „Je wordt stilgezet, en gaat over de dood nadenken. Het leven is niet vanzelf-sprekend.”
Annelien en Vivianne
verloren hun vriendin
na een verkeersongeluk
Bij de ingang van begraafplaats
Huis te Vraag in Amsterdam staat
een zogenaamd bloemenkrans-
huisje, waar de bloemen voor een
begrafenis worden bewaard. Het
is het enige huisje in z’n soort dat
bewaard is gebleven in Neder-
land. De begraafplaats dankt zijn
naam aan een veerhuis dat in de
middeleeuwen aan de weg tussen
Haarlem en Amsterdam zou heb-
ben gestaan. Bij het veerhuis kon
men terecht voor inlichtingen. De
uitbater vestigde daar de aan-
dacht op door een bord met ”te
Vraghe” langs de weg te zetten
(”hier kun je iets vragen”).