32
1 Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal gezondheidsbeleid Zuid-Limburg 2016-2019

Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

1

Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal

gezondheidsbeleid Zuid-Limburg 2016-2019

Page 2: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

2

Inhoudsopgave

Een gezamenlijke koers .......................................................................................... 3

1. Het belang van een gezonde regio ..................................................................... 4

2. Schets van de gezondheidssituatie van Zuid-Limburg ........................................... 7

3. Korte terugblik op de beleidsperiode 2012 – 2015 ............................................... 9

4. Initiatieven in ontwikkeling en in uitvoering .......................................................13

5. Resultaten van de raadpleging van het veld .......................................................16

6. Ambitie voor Zuid-Limburg ..............................................................................18

7. Belangrijke thema’s voor de nieuwe beleidsperiode.............................................22

8. Voorwaarden voor succes ................................................................................30

Page 3: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

3

Een gezamenlijke koers

Dit document bevat uitgebreide (achtergrond)informatie die verwerkt is in het

ambitiedocument regionaal gezondheidsbeleid “Gezondheid in Zuid-Limburg: van

signaalrood naar bronsgroen!”.

Daar waar de vorige beleidsnota vooral inging op de taken vanuit de Wet publieke

gezondheid gaat het in het ambitiedocument veel meer over het aansluiten op de

ontwikkelingen in het sociale domein. Hierbij draait het om het versterken van de eigen

kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van

het sociale netwerk in de eigen omgeving. Deze nieuwe kijk op gezondheid vormt een

goede basis voor een eigentijds regionaal gezondheidsbeleid. De actuele ontwikkelingen

en andere kijk op gezondheid vereisen daarmee een andere aanpak.

Andere aanpak

Het huidige ambitiedocument gezondheidsbeleid is anders dan de eerste gezamenlijke

nota die werd opgesteld voor de periode 2012-2015. Voorheen was het gebruikelijk om

in een gezondheidsnota vrij concreet de prioriteiten te benoemen. Daarmee was op

voorhand op hoofdlijnen duidelijk welke activiteiten er opgepakt moesten worden om de

ambities te verwezenlijken. Die aanpak past niet langer in de verhouding tussen burgers

en gemeenten. Een effectief gezondheidsbeleid vraagt tegenwoordig om een andere

werkwijze. Geen top-down benadering of het aanreiken van blauwdrukken, maar ruimte

om samen met partners en inwoners het beleid concreet in te vullen. Met andere

woorden: het proces staat centraal. Het proces wordt gaandeweg samen vorm gegeven.

Een gevolg van deze aanpak is dat het ambitiedocument wel aangeeft waar de focus voor

de komende jaren ligt, maar dat de uitwerking daarvan beperkt is. Dit houdt in dat de

resultaten afhangen van de keuzes die gemaakt worden tijdens het proces.

Page 4: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

4

1. Het belang van een gezonde regio

Voorkómen gezondheidsproblemen nog belangrijker

Per 1 januari 2015 zijn drie nieuwe wetten in werking getreden: de WMO 2015 (Wet

Maatschappelijke Ondersteuning), de Jeugdwet en de Participatiewet. Gemeenten zijn

begonnen met de uitvoering van hun nieuwe taken. Voor de meeste gemeenten geldt dat

ze meer taken moeten uitvoeren met minder budget. Daarmee wordt het nog

belangrijker om gezondheidsproblemen te voorkomen. Immers, ongezonde, niet-

zelfredzame burgers kloppen vaker bij de overheid aan voor ondersteuning en

voorzieningen. Sinds 2015 hebben gemeenten een aantal taken op dit gebied erbij

gekregen. Gemeenten hebben dus nog meer dan voorheen baat bij gezonde en actieve

burgers. Gezonde mensen hebben meer grip op hun leven en kunnen maatschappelijk

meer bijdragen. Gezondheid is daarmee een middel om de participatie en

zelfredzaamheid te vergroten en dat is weer een hoofddoel van de decentralisaties in het

sociale domein. Omgekeerd helpt maatschappelijke participatie mensen om gezond te

leven.

Participatie en gezondheid versterken elkaar

Participatie en gezondheid versterken elkaar. Participatie is van belang voor mensen zelf

en voor de maatschappij als geheel. Het voorkómen van gezondheidsproblemen draagt

bij aan een gezonde regio waarin alle mensen, ongeacht hun sociaaleconomische status,

volwaardig kunnen deelnemen aan maatschappelijke activiteiten zoals arbeid,

vrijwilligerswerk en informele zorg.

Door de decentralisaties hebben gemeenten meer mogelijkheden om preventie integraal

vorm te geven en dat biedt nieuwe kansen. Een doelmatige aanpak is noodzakelijk om

(zorg)voorzieningen toekomstbestendig te maken en betaalbaar te houden. Dit sluit aan

bij het Triple Aim concept (zie afbeelding) waarbij gestreefd wordt naar én betere

kwaliteit van zorg, én betere gezondheid voor de populatie, én lagere kosten per persoon

(=capita)

Page 5: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

5

Gezonde mensen

- Zijn beter in staat zelfstandig te leven

- Kunnen makkelijker meedoen in de samenleving

- Kunnen beter leren (jeugd)

- Doen minder vaak een beroep op de zorg

- Doen minder beroep op sociale bijstand

- Dragen bij aan de economie

- Zijn minder vaak arbeidsongeschikt

- Voelen zich beter

Een nieuwe kijk op gezondheid

In de huidige participatiemaatschappij betekent gezondheid meer dan een leven zonder

ziekte of beperkingen (zie kader positieve gezondheid). Sinds 2009 heeft Machteld

Huber, namens ZonMW en de Gezondheidsraad, gewerkt aan een andere omschrijving

van gezondheid: Gezondheid is het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te

voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven. Dit

concept is uitgewerkt in zes hoofddimensies van gezondheid.

1. Lichaamsfuncties 2. mentale functies en -beleving 3. spirituele dimensie 4. kwaliteit

van leven 5. sociaal maatschappelijke participatie en 6. dagelijks functioneren. Al deze

dimensies worden gezien als belangrijke elementen van gezondheid, die afzonderlijk iets

zeggen van iemands gezondheids(beleving), maar elkaar ook in hoge mate beïnvloeden.

We kunnen dit visualiseren in een spinnenwebdiagram. Naarmate we de afzonderlijke

elementen in positieve zin kunnen beïnvloeden groeit het oppervlak van het gehele web

(= mate van gezondheid).

Deze positieve kijk op gezondheid is een goed uitgangspunt voor een eigentijds regionaal

gezondheidsbeleid. Niet de persoonlijke beperkingen, maar de mogelijkheden van een

individu staan centraal. In plaats van zorgen voor mensen, draait het om zorgen dat

mensen hun eigen gezondheid en ziekte kunnen managen. Dit betekent een andere

manier van kijken naar ziekte en gezondheid, een kijk die van belang is voor de

uitwerking van gemeentelijke taken in het sociale domein.

Page 6: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

6

Positieve gezondheid: een dynamisch gezondheidsconcept

Lange tijd (WHO, 1948) werd gezondheid beschreven als een toestand van volledig

fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet het louter ontbreken van ziekte.

Volgens deze definitie zou in de praktijk bijna niemand gezond zijn. Tegenwoordig gaat

gezondheid veel meer om het vermogen je aan te passen aan de uitdagingen van het

leven en zelf regie te voeren op je leven. Oók als je te maken hebt met een ziekte of

aandoening. Vanwege de ontwikkelingen in het sociale domein is deze eigentijdse kijk

op gezondheid zeer actueel.

Deze nieuwe definitie van Gezondheid sluit naadloos aan bij de visie op Welzijn en Zorg

zoals deze in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is verwoord, en ook bij regionale

en domein overschrijdende initiatieven als Blauwe Zorg en Mijn Zorg. (zie hoofdstuk 4)

Page 7: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

7

2. Schets van de gezondheidssituatie van Zuid-Limburg

Zuid-Limburgers zijn ongezonder

Een goed regionaal gezondheidsbeleid is gefundeerd op actuele informatie over de

gezondheidssituatie van de regio. Deze informatie is onder meer beschikbaar via de

regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV) die de GGD Zuid Limburg

periodiek uitvoert onder de inwoners van deze regio. Het totale beeld van de

gezondheidssituatie van Zuid-Limburg is te vinden op ggdzl.nl. In dit document zijn de

belangrijkste bevindingen samengevat.

Nederlanders worden steeds gezonder. Zuid-Limburgers ook. Dat valt onder meer af te

leiden uit de levensverwachting die hoog is en nog steeds toeneemt. Ook is in Zuid-

Limburg een daling van het aantal rokers te zien en een afname van alcoholgebruik door

de jeugd. Maar ten opzichte van andere Nederlanders hebben Zuid-Limburgers een

ongezondere leefstijl. Daardoor is niet alleen de levensverwachting lager, ook (ernstig)

overgewicht komt meer voor en er sterven meer mensen aan hart- en vaatziekten. Het

percentage Limburgers met een chronische aandoening, zoals kanker en diabetes, is

hoger dan gemiddeld in Nederland en stijgt zelfs nog. De gezondheidsachterstand van

Zuid-Limburg is hardnekkig en moeilijk in te lopen.

Diverse factoren van invloed op gezondheid

Het is alom bekend dat een gezonde leefstijl en leefomgeving van belang zijn voor een

goede gezondheid. Maar meer factoren spelen een rol. Gezondheid wordt beïnvloed door

diverse factoren die in meer of mindere mate met elkaar samenhangen, aldus het

rapport ‘Op zoek naar de Limburg-factor’. Het blijkt onder meer dat het gemiddeld lagere

opleidingsniveau van de (Zuid)-Limburgers een belangrijke verklaring is voor het

gezondheidsverschil met de rest van Nederland. Mensen met een lage opleiding of een

laag inkomen hebben meer en vaker gezondheidsproblemen. Ook het feit dat in Limburg

Page 8: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

8

veel mensen, vooral lager opgeleiden, geen werk hebben, speelt mee. Werk heeft

namelijk een positief effect op de gezondheid. Zuid-Limburg kent een relatief grote groep

mensen in een lage sociaaleconomische positie. Zij zijn doorgaans ongezonder dan

mensen die hoger op de maatschappelijke ladder staan en zij hebben doorgaans in

mindere mate de persoonlijke capaciteiten om kansen te pakken waarmee ze zich

kunnen opwerken. Een gevolg van de minder goede gezondheidssituatie is dat er in Zuid-

Limburg veel meer gebruik wordt gemaakt van (zorg)voorzieningen dan elders.

Van positieve invloed op gezondheid

- een goede start in het leven

- een adequate opleiding

- een inkomen via betaald werk

- meedoen in de maatschappij (vrijwilligerswerk, informele zorg, vereniging)

- sociale contacten

- een gezonde leefstijl

- een gezonde en veilige leefomgeving

- toegankelijkheid van zorg

Page 9: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

9

3. Korte terugblik op de beleidsperiode 2012 – 2015

Veel gezamenlijk opgepakt

Voor de beleidsperiode 2012-2015 hebben de 18 Zuid-Limburgse gemeenten één

regionale gezondheidsnota opgesteld. In deze nota werden op hoofdlijnen de ambities en

doelstellingen van de Zuid-Limburgse gemeenten weergegeven. De basis voor de nota

lag met name in de wettelijke taken vanuit de Wet publieke gezondheid (zie kader) en de

door de overheid gestelde landelijke speerpunten. Voor de uitvoering van een aantal

wettelijke taken, zoals bijvoorbeeld medische milieukunde en infectieziektebestrijding,

geldt dat deze waar dat (nog) niet het geval was, naar het landelijk niveau zijn gebracht

in deze beleidsperiode.

De ambities en beleidsdoelstellingen uit de regionale nota 2012-2015 zijn door de

gemeenten en de GGD samen vertaald in regionale afspraken. Dit zijn de belangrijkste

onderwerpen die de afgelopen vier jaar zijn opgepakt: het opstarten van een regionaal

alcoholbeleid, ouderengezondheidszorg, seksuele ongezondheid bij jongeren,

depressiepreventie, overgewicht en bewegen, roken, schoolgezondheidsbeleid,

dataverzameling publieke gezondheid, hygiëne & inspectie en het binnenmilieu van

basisscholen. De voortgang en de resultaten van de opgepakte thema’s werden jaarlijks

gerapporteerd aan de gemeenten. In de kaders wordt een aantal voorbeelden gegeven

van thema’s waaraan gewerkt is in de afgelopen jaren.

Het gezamenlijk oppakken heeft bij de meeste onderwerpen tot een goede samenwerking

geleid. Kanttekening hierbij is dat de samenwerking vooral heeft plaatsgevonden op het

terrein van gezondheid en dat nog weinig verbindingen tot stand zijn gebracht met

andere beleidsterreinen.

Behalve de gezondheidsnota op regionaal niveau hebben de meeste gemeenten in Zuid-

Limburg een lokaal uitvoeringsprogramma opgesteld. In deze lokale

uitvoeringsprogramma’s zijn de regionale beleidsdoelstellingen op basis van de lokale

gezondheidsgegevens vertaald naar de gemeentelijke situatie.

Regionaal beleidsplan ‘Jeugd, Alcohol & Omgeving’

Eén van de ambities in de afgelopen beleidsperiode was het terugdringen van overmatig

alcoholgebruik bij jongeren. Daartoe werd een integrale ketenaanpak rondom

alcoholpreventie bij jongeren gerealiseerd. Zo werd in opdracht van het Zuid-Limburgse

Veiligheidsbestuur een regionale stuurgroep met vertegenwoordigers van alle

ketenpartners ingesteld. Deze stuurgroep werkte sinds 2010 aan een samenhangend

alcoholbeleid. Dit resulteerde in een regionaal beleidsplan ‘Jeugd, Alcohol en Omgeving’

voor de periode van 2015 tot 2019.

Het proces van de start tot en met het opstellen van het hierboven genoemde

beleidsplan werd projectmatig uitgevoerd via een subsidie van de Provincie. De

begeleiding was in handen van de GGD Zuid Limburg en Mondriaan. Het project wordt

definitief afgerond met een verantwoording aan de Provincie, een terugkoppeling van de

uitkomsten van het nalevingsonderzoek en een advies aan het Veiligheidsbestuur in

december 2015. De resultaten zijn geborgd via de vierjaarlijkse subregionale Preventie-

en Handhavingsplannen en de jaarlijkse lokale uitvoeringsplannen.

Page 10: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

10

Een frisse klas is slimmer!

Sinds 2008 zet de GGD zich in voor het landelijke bewustwordingsproject 'Binnenmilieu

basisscholen'. In dit project werden leerkrachten én leerlingen gestimuleerd om beter te

ventileren. Voldoende ventilatie voorkomt gezondheidsklachten, zoals hoofdpijn,

gebrekkige concentratie en vermoeidheid. Scholen met natuurlijke ventilatie kregen een

advies op maat en een gratis CO2-stoplichtmeter. Met deze meter kunnen scholen zelf

de ventilatie controleren en verbeteren. In scholen met mechanische ventilatie is de

werking van het systeem in kaart gebracht en werd in overleg met de installateur

gezocht naar verbetermogelijkheden. Via www.digitaletoolkitmilieu zijn instrumenten en

informatie beschikbaar, zodat ook in de toekomst het onderwerp binnenmilieu op de

agenda blijft staan.

Seksuele gezondheid jongeren als speerpunt

Jongeren in Zuid-Limburg zijn gemiddeld eerder seksueel actief dan hun leeftijdsgenoten

elders in Nederland. Ze gebruiken minder vaak een condoom en lopen meer risico op het

krijgen van SOA (Seksueel Overdraagbare Aandoening). Ook het aantal

tienerzwangerschappen is relatief hoog. Bovendien hebben veel jongeren in deze regio

te maken met enige vorm van seksueel geweld (aanranding, verkrachting). Dat blijkt uit

onderzoek. Reden voor de Zuid-Limburgse gemeenten om de seksuele gezondheid van

jongeren op te nemen als speerpunt in het gezondheidsbeleid 2010-2015.

Er werd in 2013 een Centrum Seksueel Geweld Limburg (CSGL) opgericht met subsidie

van de Provincie Limburg. Binnen het CSGL werken politie, het Openbaar Ministerie en

de Limburgse GGD’en intensief samen.

Sinds 2014 traint de GGD docenten in het basis- en voortgezet onderwijs in het geven

van seksuele voorlichting. Continu vinden voor jongeren outreach-activiteiten plaats. Zo

is er wekelijks een inloopspreekuur voor jongeren in het stadskantoor van de gemeente

Maastricht. Ook worden condooms uitgedeeld en informatie gegeven over soa’s en

alcohol aan jongeren die met bussenvol richting het zonnige zuiden trekken.

Dataverzameling publieke gezondheid

Iedere vier jaar worden door de GGD gezondheidsenquêtes (monitors) afgenomen onder

jongeren, volwassenen en ouderen. Deze enquêtes leveren veel informatie op, zowel op

het terrein van gezondheid en tevens over daaraan gerelateerde thema’s als armoede,

mantelzorg, milieu en zorggebruik. Op verzoek van de gemeenten zijn in de afgelopen

beleidsperiode de monitors zodanig uitgevoerd dat deze ook informatie geven op wijk en

buurtniveau. Daarnaast vindt rapportage plaats over trends (cijfers over de afgelopen

jaren). Ook gegevens die beschikbaar zijn van andere organisaties zijn meegenomen.

De bundeling van alle informatie levert vervolgens input voor het opstellen van

wijkprofielen.

In de vorm van kortlopende onderzoeken worden vragen van gemeenten opgepakt die

door middel van een kort onderzoek (maximaal een half jaar) te beantwoorden zijn. Dit

levert factsheets op die bruikbare informatie bevatten voor de gemeenten. Onderwerpen

zijn: eenzaamheid, armoede, participatie onder ouderen, rookvrije scholen, binnenmilieu

en luchtwegklachten bij jonge kinderen.

Een volledig overzicht van alle onderzoeken en factsheets is te vinden via:

http://www.academischewerkplaatslimburg.nl/factsheets/

Page 11: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

11

Wettelijk kader

Voor de inrichting van het gezondheidsbeleid is de Wet publieke gezondheid (Wpg) het

belangrijkste wettelijke kader. Daarnaast zijn de WMO, de Jeugdwet, de Participatiewet,

Passend Onderwijs en de Wet Veiligheidsregio’s (o.a. bij infectieziektecrisis) wetten die

van belang zijn bij het opstellen en het uitwerken van het gezondheidsbeleid.

Wet publieke gezondheid

De Wet publieke gezondheid gaat uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van

gemeenten en de rijksoverheid op het gebied van publieke gezondheid.

In de wet worden acht taakvelden onderscheiden:

1. Infectieziektebestrijding

2. Jeugdgezondheidszorg

3. Medische milieukunde

4. Technische hygiënezorg

5. Psychosociale hulp bij ongevallen en rampen

6. Epidemiologie

7. Gezondheidsbevordering

8. Ouderengezondheidszorg

De taken kunnen onderverdeeld worden in twee groepen. De medisch georiënteerde

taken en de maatschappelijk georiënteerde taken.

De medisch georiënteerde taken kennen een grote centrale sturing vanuit de

rijksoverheid. Het betreft de eerste vijf genoemde taken. In aan de wetgeving

gekoppelde uitvoeringsbesluiten is vastgelegd hoe deze zorg moet worden ingevuld.

Gemeenten hebben een beperkte beleidsvrijheid en zijn vooral uitvoerder van beleid.

Bij de maatschappelijk georiënteerde taken (epidemiologie, gezondheidsbevordering

en ouderengezondheidszorg) is de beleidsvrijheid voor gemeenten groter. Hoewel

landelijk kaders worden gesteld aan de invulling van deze taken, kunnen gemeenten

hier in veel grotere mate eigen keuzes maken.

Epidemiologie

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het verwerven van inzicht in de

gezondheidssituatie van de bevolking. Dit gebeurt door middel van het verzamelen en

analyseren van gegevens. Iedere vier jaar worden gezondheidsenquêtes afgenomen

onder jongeren, volwassenen en ouderen in Zuid-Limburg. Via een regionale VTV en

lokale rapportages per gemeente worden gemeenten voorzien van actuele informatie

over de gezondheid en het welzijn van hun burgers.

Gezondheidsbevordering

Gemeenten worden geacht bij te dragen aan de opzet, uitvoering en afstemming van

preventieprogramma’s. Landelijk worden elke vier jaar speerpunten en preventiedoelen

geformuleerd. Gemeenten hebben de taak om de speerpunten te vertalen in beleid op

basis van de gezondheidscijfers.

Ouderengezondheidszorg

Gemeenten hebben de wettelijke verplichting om specifiek beleid te maken voor deze

doelgroep. Het gaat hierbij over het op systematische wijze volgen en signaleren van

Page 12: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

12

ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheid

bevorderende en -bedreigende factoren; het ramen van de behoeften aan zorg; de

vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen als co-morbiditeit; het

geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding en het formuleren van

maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen.

Raakvlakken Wpg, Wmo en jeugdwet

Zowel bij de Wpg als bij de Wmo en de Jeugdwet gaat het (ook) om preventie. Door een

verbinding tussen de drie wetten kan bevordering van participatie en van de gezondheid

van burgers in een kwetsbare positie versterkt worden. Bij alle drie de wetten is sprake

van samenhang met andere beleidsterreinen als onderwijs, sport, veiligheid, wonen en

ruimtelijke ordening. Afspraken maken over een gezamenlijke aanpak is dan ook

relevant. Vanuit alle drie de wetten werkt de gemeente samen met diverse externe

partijen. Dit zijn in een aantal gevallen dezelfde partijen. Afstemming over het

betrekken van deze partijen bij beleidsvorming werkt efficiënt.

Page 13: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

13

4. Initiatieven in ontwikkeling en in uitvoering

In hoofdstuk 2 is een korte schets gegeven van de gezondheidssituatie van Zuid-

Limburg. Hierin wordt aangegeven dat in de regio sprake is van een

gezondheidsachterstand die moeilijk in te lopen is. Daardoor wordt duidelijk dat

investeren in een gezonde samenleving hard nodig is. Daarbij is het wenselijk om voort

te borduren op de aanpak en resultaten van de afgelopen beleidsperiode. In aanvulling

daarop kan de regio landelijke en provinciale initiatieven benutten om de uitdagingen in

het sociaal domein aan te gaan, om preventie-activiteiten uit te bouwen en om de

samenwerking met relevante partijen te versterken. Er zijn diverse regionale, provinciale

en landelijke initiatieven op dit gebied in ontwikkeling en in uitvoering.

Regionale ontwikkelingen

Het besef dat een groot aantal partijen een rol heeft in het verbeteren van de

gezondheidssituatie van Zuid-Limburg begint door te dringen. Het heeft geleid tot

samenwerking tussen nieuwe en bestaande partners. In de vorm van projecten en

proeftuinen zijn op verschillende plekken in Zuid-Limburg diverse initiatieven van start

gegaan. Deze initiatieven sluiten aan bij het eerder genoemde Triple Aim concept

waarbij het gaat om een doelmatige aanpak om de zorg toekomstbestendig en

betaalbaar te maken. In de kaders worden enkele Zuid-Limburgse voorbeelden

toegelicht.

Proeftuinen populatiemanagement: betere zorg met minder kosten

In Zuid-Limburg wordt in drie regionale samenwerkingsverbanden gewerkt aan de

uitwerking van projectplannen om de Triple Aim (betere gezondheid, kwaliteit van zorg

en verminderde kostengroei) te realiseren: MijnZorg, Anders Beter en Blauwe Zorg.

Binnen deze proeftuinen wordt geëxperimenteerd met het verplaatsen van zorgfuncties

van de tweede naar de eerste lijn, met het verlagen van farmaciekosten, en met

aspecten van zelfmanagement. De drie proeftuinen hebben alle “positieve gezondheid”

als concept omarmd en willen deze visie integreren in de dagelijkse werkzaamheden van

de eerstelijnszorg. Toch zijn er per regio accentverschillen in de uitwerking:

MijnZorg (Parkstad) en AndersBeter (Westelijke Mijnstreek) hebben heeft veel

aandacht voor de patiëntgerichte aanpak, waarbij begrippen als zelfmanagement

en zorg op maat centraal staan. Actief ‘Limburgerschap’ wordt gepromoot.

Blauwe Zorg (Maastricht Heuvelland) onderscheidt zich met een vernieuwende en

integrale wijkaanpak in Maastricht waarbij financiële schotten worden

weggenomen, zodat professionals en bewoners écht aan zet komen. Dit is een

initiatief van de gemeente Maastricht, Zorg In Ontwikkeling (ZIO), VGZ en de

GGD.

Een belangrijke “nieuwe” partner is de private sector. Private partijen verbinden zich

meer en meer aan initiatieven die de gezondheid van de burgers bevorderen zoals

bijvoorbeeld de aanpak van overgewicht bij de jeugd (Jongeren op gezond gewicht) of bij

het implementeren van wehelpen.nl.

Jongeren op gezond gewicht (JOGG)

Jongeren op gezond gewicht (JOGG) is een integrale aanpak van overgewicht gericht op

jeugdigen van 0 tot 19 jaar. Bij JOGG streeft een gemeente samen met haar private en

publieke partners naar een samenleving waarin alle kinderen en jongeren wonen, leren,

Page 14: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

14

recreëren en werken in een gezonde omgeving met structureel aandacht voor een

gezonde leefstijl in het algemeen en voor een gezond gewicht in het bijzonder. Een

omgeving waarin de gezonde keuze weer de normaalste zaak van de wereld is. Het

fundament onder de JOGG-aanpak bestaat uit vijf pijlers: politiek bestuurlijk draagvlak,

publiek­private samenwerking, sociale marketing, wetenschappelijke begeleiding en

evaluatie en het verbinden van preventie en zorg.

Een andere belangrijke partij is het onderwijs. Een aantal basisscholen is in 2015

begonnen met een proef voor een totaal nieuw onderwijsconcept, ‘de gezonde

basisschool van de toekomst’. Uitgangspunt vormt het idee dat leerlingen die letterlijk en

figuurlijk beter in hun vel zitten, ook beter presteren: hun talenten worden zo optimaal

ontwikkeld. De Universiteit Maastricht en de GGD Zuid Limburg gaan samen onderzoeken

of dat inderdaad zo is. Ook economische gevolgen en juridische aspecten worden

onderzocht.

De gezonde basisschool van de toekomst

In dit project wordt in samenwerking met de Provincie Limburg op een aantal

basisscholen een dagprogramma aangeboden met voldoende onderwijs, maar ook sport,

beweging, ontspanning, cultuur en aandacht voor leefstijl en gezonde voeding. Hetzelfde

programma wordt doorgetrokken naar de lokale voorschoolse en buitenschoolse

voorzieningen. Het doel van dit project is te onderzoeken of kinderen die op de

basisschool een dergelijk programma aangeboden krijgen een betere fysieke,

emotionele en intellectuele groei doormaken.

Provinciale initiatieven

‘Op zoek naar de Limburg-factor’ basis voor trendbreuk

In opdracht van de Provincie Limburg heeft de GGD onderzocht hoe het komt dat

Limburgers gemiddeld genomen minder gezond zijn dan andere Nederlanders. Diverse

experts op allerlei gebieden zijn geïnterviewd. Van onderwijs en arbeidsmarkt tot historie

en religie en van demografie en zorggebruik tot milieu en sociaaleconomische

gezondheidsverschillen. Het resultaat is te lezen in ‘Op zoek naar de Limburg-factor’.

Deze brede kijk op gezondheid geeft inzicht in de oorzaken van de

gezondheidsachterstand en geeft ook oplossingsrichtingen op de vraag: wat moet er

gebeuren om het verschil met de rest van Nederland in te lopen? De oplossingen liggen

vooral op het terrein van opvoeding, onderwijs en werk. En: begin bij de jeugd. Daarmee

is duidelijk dat het inhalen van de achterstand alleen mogelijk is als iedereen bijdraagt

aan een gezonder Zuid-Limburg.

Gedeputeerde Van Rijnsbergen schrijft hierover: “Ik ben van mening dat het onderzoek

waardevolle handvatten geeft voor het opstellen en uitvoeren van toekomstig beleid. Zo

bieden de aanbevelingen mij een stevige basis voor een actieve (meerjarige) vertaling in

de provinciale Sociale Agenda die nu in ontwikkeling is. Met deze Sociale Agenda beoog

ik een beweging op gang te brengen waarmee een trendbreuk in de gezondheid van de

burgers van Limburg kan worden gerealiseerd.”

Quatro Helix: samenwerken op alle niveaus

Meer dan ooit realiseren partijen zich dat (regionale) samenwerking nodig is om de

uitdagingen in het sociaal domein met succes aan te kunnen gaan. Het provinciale

rapport ‘Bouwen aan Limburgse vitaliteit’ gaat hier uitgebreid op in. Sterk wordt gepleit

voor het inrichten van een Quatro Helix (zie kader). Nadrukkelijk wordt aangegeven dat

Page 15: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

15

samenwerking geen doel op zich is, maar dat deze gekoppeld moet worden aan de

dynamiek en de leefwereld van de burgers.

Samenwerking via de Quatro Helix

De zwaarte van de problematiek in Zuid-Limburg vraagt om krachtige samenwerking

van tal van maatschappelijke partijen. Sociale en bestuurlijke innovatie staat hierbinnen

centraal. Vier partijen zijn van essentieel belang om dit te kunnen verwezenlijken:

publieke en private partijen, kennisinstellingen en de burgers. Deze vier partijen binnen

de helix werken echter niet ‘van nature’ met elkaar samen. Er zijn dan ook nieuwe

arrangementen (publiek, publiekprivaat, privaat) nodig om daadwerkelijk te kunnen

transformeren en een trendbreuk in Limburg voor elkaar te krijgen.

Landelijke programma’s

De landelijke overheid heeft diverse programma’s in het leven geroepen om

samenwerking te stimuleren en ook te faciliteren. Het gaat dan vooral om een integrale

en samenhangende aanpak van gezondheid waarbij zowel publieke als private partijen

intensief betrokken worden.

‘Alles is gezondheid’

Het programma Nationaal Programma Preventie ‘Alles is gezondheid’ van het Ministerie

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is hiervan een voorbeeld. Door een integrale en

samenhangende aanpak wil het programma samen met partners de groeiende aandacht

voor preventie en gezondheid een flinke duw in de rug geven. Net als het programma

‘Jongeren op gezond gewicht’ (JOGG). In dit programma wordt gestreefd naar een

samenleving waarin alle kinderen en jongeren wonen, leren, recreëren en werken in een

omgeving waarin een gezonde leefstijl de normaalste zaak van de wereld is. Gemeenten

hebben bij JOGG een belangrijke coördinerende taak.

GIDS: ‘Gezond in de stad’

Het landelijk stimuleringsprogramma ‘Gezond in de stad’ (GIDS) richt zich op het

verminderen van gezondheidsachterstanden binnen wijken. Het programma biedt

gemeenten vier jaar lang advies op maat en ondersteuning.

Gender & Gezondheid

Het Nationaal Programma Gender & Gezondheid is nog in oprichting. Dit programma

beoogt meer aandacht voor de genderdimensie in de gezondheidszorg. De centrale factor

bij preventie van ziekten en aandoeningen is gedrag, en gender (sekse) speelt hierin een

belangrijke rol. Door rekening te houden met genderverschillen wordt de efficiëntie van

een preventieve aanpak vergroot.

Fonds NutsOhra

In het kader van landelijke programma’s kan ook Fonds NutsOhra genoemd worden.

Door het stimuleren en financieren van initiatieven op het snijvlak van gezondheidszorg

en meedoen aan de samenleving, draagt het Fonds bij aan het vergroten van kansen op

gezondheid en toekomstperspectief. Fonds NutsOhra vindt dat een kwetsbare gezondheid

een waardevol en zinvol leven niet in de weg mag staan. Deze ideeën sluiten perfect aan

bij het gedachtengoed over positieve gezondheid.

Page 16: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

16

5. Resultaten van de raadpleging van het veld

Brede consultatie

Om gezondheidsbeleid voor Zuid-Limburg te kunnen formuleren, moeten de wettelijke

kaders, landelijke speerpunten en regionale gezondheidsgegevens bekend zijn.

Daarnaast zijn bij het opstellen van het ambitiedocument diverse documenten bekeken

om een goed beeld te krijgen van de belangrijkste zaken die in Zuid-Limburg spelen. Een

wezenlijk verschil met de gezondheidsnota 2012-2015 is dat voor de totstandkoming van

dit document niet alleen gesproken is met bestuurders en ambtenaren van gemeenten,

maar ook met professionals en inwoners. Deze brede consultatie is noodzakelijk om tot

een breed gedragen beleid te komen. De gezondheidsachterstand van Zuid-Limburg kent

immers diverse oorzaken (zie het rapport Op zoek naar de Limburg-factor), die niet enkel

door gemeenten en een paar zorgpartners zijn aan te pakken. Publieke en private

partijen uit het onderwijs, de arbeidsmarkt, de zorg, de sport, kennisinstellingen,

overheid enz. zullen er samen de schouders onder moeten zetten.

Grote eensgezindheid

In het afgelopen jaar is aan diverse partijen gevraagd om mee te denken over het

toekomstige regionale gezondheidsbeleid. Dat gebeurde op een aantal manieren: tijdens

een regionale raadsconferentie (januari 2015), een bestuurlijke werkconferentie

(september 2015) en een expertmeeting voor partijen uit het veld van (gezondheids)zorg

en onderwijs en burgers (oktober 2015). De deelnemers bleken opvallend eensgezind in

hun aanbevelingen. Richt slimme samenwerkingsverbanden in, dicht bij de burger. Zorg

voor minder regelgeving en geef professionals de ruimte, zo luidden de belangrijkste

uitkomsten van de bijeenkomsten. Daarnaast werd ook een heel direct appèl gedaan op

de gemeenten om burgers niet van bovenaf op te leggen dat zij moeten participeren.

Burgers doen dat in hun beleving namelijk al lang. Partijen vinden het veel belangrijker

dat gemeenten een spilfunctie vervullen en dat zij de rol van procesregisseur die groepen

bij elkaar brengt op zich nemen.

Resultaten regionale raadsconferentie

Tijdens deze bijeenkomst werden regionale cijfers over de gezondheidssituatie van

Zuid-Limburg gepresenteerd aan gemeenten, politiek, adviesorganen en zorgpartners.

De conclusie die aan het eind van de bijeenkomst werd getrokken is dat een gezonde

samenleving slimme samenwerkingsverbanden vereist van partijen in de publieke

gezondheid en het sociaal domein. Gemeenten, zorgaanbieders, maatschappelijke

instellingen, scholen en burgers moeten samenwerken. Als gelijkwaardige partners, in

partnerschappen of allianties.

Ook werd de wijk als ‘the place to be’ beschouwd. Met andere woorden: activiteiten

moeten plaatsvinden dicht bij de burger, in de buurt en op scholen.

Onderzoek en monitoring zijn nodig om te weten te komen of gemeenten de goede

dingen doen. Ook vindt men hoe langer hoe meer dat preventie loont. Het levert

gezondheidswinst op, maar ook financiële winst.

Resultaten bestuurlijke werkconferentie

Een viertal sprekers liet bestuurders en ambtenaren van de 18 Zuid-Limburgse

gemeenten op een andere manier kijken naar het verbeteren van de gezondheid van de

inwoners van Zuid-Limburg. De sprekers gingen onder meer in op onderwerpen als

Page 17: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

17

positieve gezondheid, populatiegericht gezondheidsbeleid, de relatie tussen gezondheid

en arbeid en kansen in het onderwijs.

De discussie met elkaar in subgroepen leverde de volgende resultaten op:

Om de gezondheid van de Zuid-Limburgers te verbeteren is het noodzakelijk om

vanuit een breder perspectief te kijken.

Het is belangrijk om met elkaar een Zuid-Limburgse ambitie uit te spreken.

Er gebeuren veel goede dingen, maar deze worden onvoldoende met elkaar

verbonden.

Samenwerking met onder andere schoolbesturen, partijen in het sociale domein

maar ook met de Provincie is noodzakelijk. Bestuurlijke slagkracht en

commitment zijn daarvoor nodig.

We zullen moeten omgaan met het feit dat effecten pas op langere termijn

zichtbaar zullen zijn. Maar ook korte termijn gewin moet zichtbaar worden.

Er is lef nodig en we zullen keuzes moeten maken.

Om zaken in gang te zetten is een kartrekker nodig.

We gaan te werk op Zuid-Limburgse schaal.

Resultaten expertmeeting

Een consultatie van partijen uit het veld vond plaats in de vorm van een expertmeeting.

Aan de bijeenkomst namen experts (bestuurders, managers, professionals en ook

burgers) deel om vanuit het eigen vakgebied en als inwoners input te leveren voor het

gezondheidsbeleid voor de nieuwe beleidsperiode. Tijdens de bijeenkomst werden de

aanwezigen in eerste instantie bekend gemaakt met het concept van positieve

gezondheid. Daarna volgden in de vorm van workshops discussies rondom de thema’s

participatie, gezond gedrag en gezondheidsvaardigheden, een gezonde omgeving en

goede preventie en zorg. Opvallend was dat in alle workshops niet de inhoud de

discussie bepaalde maar wel hoe gedacht wordt over hoe zaken aangepakt moeten

worden en dan met name de rol van gemeenten daarbij.

Het betrekken van burgers staat daarbij op nummer één. Geadviseerd werd om naar

aansprekende en laagdrempelige manieren te zoeken om burgers te betrekken om ook

écht met hen in gesprek te komen. “Praat met mensen en ga uit van de motivatie van

mensen zelf”. Als tweede belangrijk punt werd de rol van professionals aangehaald.

Stel je als gemeente faciliterend op richting professionals en zorg ervoor dat zij (extra)

ruimte krijgen om iets extra’s te doen bijvoorbeeld bij kwetsbare gezinnen. Ook wordt

van de gemeente een spilfunctie verwacht en wordt zij gezien als procesregisseur die

partijen bij elkaar brengt. De gemeente moet randvoorwaarden scheppen om

participatie mogelijk te maken. Erg belangrijk daarbij is dat regelgeving

burgerinitiatieven mogelijk moet maken en niet tegenwerken.

Page 18: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

18

6. Ambitie voor Zuid-Limburg

In hoofdstuk 1 wordt het belang van een gezonde regio benadrukt. De wederkerigheid

van participatie (meedoen) en gezondheid wordt daarbij aangegeven. Meedoen door

middel van werk, opleiding of vrijwilligerswerk is goed voor de gezondheid en wie gezond

is kan makkelijker meedoen. Meedoen of maatschappelijke participatie is daarom een

belangrijk onderdeel geworden in het gezondheidsbeleid. Gezondheid wordt gezien als

een middel om zinvol te kunnen deelnemen aan de samenleving.

De Zuid-Limburgse gemeenten willen bereiken dat zoveel mogelijk mensen kunnen

meedoen in de samenleving. In aansluiting op de Sociale Agenda van de provincie

Limburg spreken de 18 Zuid-Limburgse gemeenten de ambitie uit om te komen tot een

trendbreuk in de gezondheid en participatie van Zuid-Limburgers. Het doel is om

zichtbaar in te lopen op de bestaande achterstanden. De gemeenten willen dit

bewerkstelligen door het bevorderen van de gezondheid van mensen en het terugdringen

van sociaaleconomische gezondheidsverschillen.

In hoofdstuk 7 worden belangrijke thema’s voor de nieuwe beleidsperiode aangegeven.

Deze thema’s zijn afkomstig uit de regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2014.

Ze dragen bij aan het realiseren van de gestelde ambitie. Hoe langer hoe meer wordt

duidelijk dat hiervoor de inzet van veel partijen nodig is. Niet alleen van partijen op het

gebied van gezondheid maar ook de inzet van partners op het terrein van economie,

arbeidsmarkt en onderwijs. En last but not least, de inzet van burgers zelf.

Uitgangspunten voor de nieuwe beleidsperiode

Voor het realiseren van de ambitie is het nodig om een aantal uitgangspunten te

formuleren. Ze zijn gebaseerd op de wettelijke kaders, maatschappelijke ontwikkelingen,

landelijk en provinciaal gezondheidsbeleid, de gezondheidssituatie in Zuid-Limburg en de

uitkomsten van de raadpleging van het veld. Hieronder een opsomming van de

uitgangspunten.

1. Positieve gezondheid

Het beleid gaat niet uit van de ziekte of beperkingen van mensen, maar van de

mogelijkheden die zij wèl nog hebben om een kwalitatief hoogwaardig en zinvol leven te

leiden. (zie ook hoofdstuk 1)

2. De landelijke nota gezondheidsbeleid

De landelijke Volksgezondheid Toekomst Verkenning ‘Een gezonder Nederland’ is

verschenen in juni 2014. Aan de hand daarvan heeft de minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport in december 2015 een landelijke nota gezondheidsbeleid opgesteld.

Hierin staan de landelijke prioriteiten op het gebied van publieke gezondheid. Deze

landelijke prioriteiten bieden gemeenten aanknopingspunten voor het regionaal en lokaal

beleid. De belangrijkste aandachtspunten uit de landelijke nota zijn:

- Doorgaan met het ingezette beleid uit de vorige periode en vasthouden aan

eerder gestelde doelen;

- Gezondheid bevorderen via een integrale aanpak. Stevig inzetten op het

stimuleren van een gezonde leefstijl door middel van een integrale aanpak via

onderwijs, werk, wijk/omgeving en zorg;

Page 19: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

19

- De huidige lijn van de aanpak ‘Gezonde School’ wordt verbreed met de aanpak

‘Gezonde Kinderopvang’;

- Gezondheid krijgt prioriteit in het milieubeleid en moet verankerd worden in het

ontwerp van de publieke ruimte. Een gezonde leefomgeving wordt expliciet als

belang in de Omgevingswet benoemd;

- Werken is gezond en het kabinet wil mensen aan het werk krijgen en aan het

werk houden en duurzame inzetbaarheid bevorderen. Het belang van goede

gezondheid en leefstijl hoort daarbij;

- Preventie in de gezondheidszorg. Preventieve activiteiten moeten onderdeel

worden van de dagelijkse zorgverlening door een stevige verankering van

preventie in de kwaliteitskaders binnen de zorg;

- Gezondheidsbescherming versterken en op peil houden door het in stand houden

van een robuuste GGD die goed in het netwerk staat;

- Verkleinen gezondheidsachterstanden door een brede en duurzame aanpak in de

buurt of wijk samen met lokale partijen en met een actieve rol voor de burgers

zelf;

- Investeren in gezondheidsprofielen per wijk. Een integrale wijkanalyse van de

(gezondheids)situatie levert input voor beleid;

- Verbindingen leggen tussen publieke gezondheid en sociale domein is essentieel.

Versterken van de structuur van de publieke gezondheid en de positie van de GGD

via het Stimuleringsprogramma Betrouwbare Publieke Gezondheid.

- Inzetten op integrale aanpak jeugd door JGZ te betrekken voor beleidsinformatie

bij de integrale teams, CJG’s, jeugd- en gezinsteams en in de zorg rond scholen;

- Ouderen vitaal houden en langer thuis kunnen laten wonen, inzetten op

activiteiten om ouderen te ondersteunen bij een gezonde leefstijl en meer

bewegen;

- Versterken van de samenhang tussen de verschillende monitors en bundeling van

kennis ten behoeve van integraal werken in de wijk.

3. De sociale agenda van de provincie Limburg: ‘Koers voor een vitaler

Limburg’.

De provincie Limburg spreekt de ambitie uit om te komen tot een trendbreuk in de

gezondheid en participatie van Limburgers. Het doel is om zichtbaar in te lopen op de

bestaande achterstanden. De provincie wil op regionale schaal kennis en partijen bij

elkaar brengen en goede initiatieven stimuleren en ondersteunen. De provincie doet dit

door in te zetten op twee programmadelen. Het eerste programmadeel richt zich op het

vergroten van de instroom van mensen die nu (nog) niet participeren op de

arbeidsmarkt. Het leggen van verbindingen tussen economie, onderwijs en arbeidsmarkt

is daarbij essentieel.

Het tweede programmadeel richt zich op sociale innovatie en participatie. Hierbij worden

de gezondheid en levensverwachting van Limburgers gestimuleerd. Door sociale

participatie te stimuleren wil de provincie een bijdrage leveren aan het verkleinen van de

gezondheidsverschillen.

4. De uitvoering van wettelijke taken

In opdracht van gemeenten voert de GGD taken uit de Wet publieke gezondheid uit. Dat

zijn allerlei activiteiten ter bevordering van de gezondheid van de samenleving en het

voorkomen van ziekten bij met name kwetsbare groepen, zoals kinderen, jongeren en

ouderen (zie ook Wettelijk kader op pagina x). Deze wettelijke taken worden in de

Page 20: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

20

beleidsperiode 2016-2019 opnieuw uitgevoerd door de GGD. Dit betreft activiteiten op de

volgende terreinen:

Gezond en veilig opgroeien/opvoeden.

Gezonde en veilige (school)omgeving.

Gezonde leefstijl.

Lagere drempels voor reguliere zorg.

Gezondheidsrisico’s zo snel mogelijk opsporen en bestrijden.

Samenwerken met gemeenten en andere partners in de zorg en veiligheidssector

om gezondheid te waarborgen.

5. Activiteiten uit de vorige beleidsperiode

Tijdens de beleidsperiode 2012-2015 zijn verschillende regionale speerpunten opgepakt

en uitgewerkt. In de nieuwe beleidsperiode worden activiteiten die nog niet zijn afgerond

voortgezet of wordt hun continuering voor de toekomst geborgd. Het gaat over thema’s

die nog steeds actueel zijn en goed aansluiten bij het realiseren van de gestelde ambitie.

Voorbeelden hiervan zijn het programma Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG), het

project “De gezonde basisschool van de toekomst”, de uitvoering van het regionaal

alcoholbeleid, activiteiten binnen het thema seksuele gezondheid, de invoering van

schoolgezondheidsbeleid via de Gezonde Schoolmethode en samenwerkingsprojecten

met huisartsen en zorgverzekeraars.

6. Het proces staat centraal

Een effectief gezondheidsbeleid vraagt tegenwoordig om een andere werkwijze. In deze

nota gezondheidsbeleid wordt de inhoudelijke koers bepaald, maar in de uitwerking staat

het proces centraal. Een dichtgetimmerde inhoud belemmert het samenwerkingsproces

met partijen die noodzakelijk zijn om vooruitgang te boeken. De essentie van

samenwerken zit immers in het samen toewerken naar een gezamenlijk doel.

De ambitie van het regionale gezondheidsbeleid is benoemd, de manier waarop deze

bereikt wordt nog niet. De route wordt gaandeweg bepaald door alle betrokkenen.

Deelnemende partijen zijn dus niet enkel uitvoerder, maar ook ‘meebedenker’ en

‘meebepaler’ om het beleid concreet in te vullen. Voor die rollen moet voldoende ruimte

zijn.

De focus zal liggen op het proces van integrale samenwerking met alle partijen. Daarbij

wordt een ‘bottom-up’ aanpak gevolgd waarbij ook de burger wordt betrokken.

Daarnaast sluiten gemeenten aan bij lopende initiatieven en activiteiten. Er zullen keuzes

gemaakt moeten worden, want niet alles kan tegelijk worden opgepakt. Uiteraard wordt

de verbinding gelegd met het sociaal domein. Bij een aantal speerpunten uit de vorige

beleidsperiode wordt al op de hier beschreven manier gewerkt.

Bovendien sluit deze werkwijze naadloos aan bij de toekomstige koers die de gemeenten

hebben bepaald voor de GGD. De gemeenten kozen juli 2015 voor een toekomstscenario

van gefaseerde doorontwikkeling. Dit scenario gaat uit van een ontwikkelpartnerschap

tussen de Zuid-Limburgse gemeenten en de GGD waarin in samenspraak wordt gezocht

naar een antwoord op de inhoudelijke ambities gecombineerd met de gewenste

efficiency.

7. Het kader

Het kader voor de uitvoering van het regionale gezondheidsbeleid bestaat uit de acht

pijlers van de GIDS-werkwijze. Deze pijlers sluiten bijna naadloos aan op de ‘resultaten

Page 21: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

21

van de raadpleging van het veld’ (zie kader). Deze GIDS-pijlers zijn voor de meeste

gemeenten bekend terrein. De pijlers geven een duidelijke richting aan, zodanig dat voor

deze nota geen extra randvoorwaarden aan het kader hoeven worden toegevoegd. Bij de

verdere uitwerking van deze nota worden daarom de pijlers gebruikt als

randvoorwaarden waarbinnen het gekozen programma of de activiteit moet passen.

Burgers zijn hoofdrolspelers

Het is belangrijk om burgers te betrekken binnen de gemeenten en wijken. Gemeenten

moeten met hen in gesprek gaan over wat zij belangrijk vinden en de rol en initiatieven

van burgers versterken.

Proces is even belangrijk als inhoud

Creëer een procesmatige aanpak en benut de energie en motivatie van mensen. Laat

‘best persons’ de kar trekken. Versterk de vaardigheden van de mensen die het moeten

doen: burgers, vrijwilligers en professionals.

Differentiatie is essentieel

Dé burger, dé wijk en dé gemeente bestaan niet. Vermijd het ‘one size fits all’-denken

en laat interventies altijd aansluiten bij de eigen regio, gemeente, wijken en burgers.

Denk ook aan de verschillende levensfasen waarin mensen zitten, zoals jongeren,

gezinnen of ouderen.

Bestuurlijke betrokkenheid

Draagvlak bij regionale en lokale bestuurders is een voorwaarde voor een succesvolle

aanpak en borging in regulier beleid. Eigenaarschap is een doorslaggevende

succesfactor.

Synergie circuits

Laat de werelden van preventie en zorg, eerste lijn en sociale wijkteams, werk en

inkomen, ruimtelijke ordening, onderwijs, sport en bewegen elkaar versterken.

Hetzelfde geldt voor de formele en informele netwerken in de wijken.

Publiek en privaat

Vanuit de JOGG-aanpak is bekend dat samenwerking tussen publieke en private partijen

veel oplevert. Breng op regionaal/lokaal niveau zorgprofessionals, scholen,

sportverenigingen, bedrijven, ondernemers en vrijwilligersorganisaties met elkaar in

contact. Ze hebben elkaar veel te bieden.

Sociale marketing op alle niveaus

De manier waarop de boodschap wordt gebracht, kan diezelfde boodschap versterken.

Gebruik de principes van sociale marketing, zowel op strategisch-bestuurlijk niveau als

richting zorgprofessionals en burgers.

Monitoren voortgang en resultaten

Door te monitoren worden effecten van activiteiten en het proces zichtbaar gemaakt.

Hiervoor zijn heldere en meetbare doelen nodig. Met informatie over proces en

resultaten blijven gemeenteraad en college, burgers en samenwerkingspartners

betrokken.

Page 22: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

22

8. Belangrijke thema’s

Uit de geraadpleegde documenten (regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning,

rapport de Limburg-factor) komen belangrijke thema’s naar voren die bepalend zijn voor

de gezondheid van de Zuid-Limburgers en waar vervolgens gemeentelijk beleid van

invloed op is. Het gaat hier over:

A. Gezond gedrag en gezondheidsvaardigheden,

B. Participatie,

C. Een gezonde fysieke en sociale omgeving,

D. Goede preventie en zorg.

In het volgende hoofdstuk worden deze thema’s verder toegelicht en uitgewerkt.

Uitgangspunten:

1. Positieve gezondheid is de leidraad

2. Aansluiten bij landelijk gezondheidsbeleid

3. Aansluiten bij provinciaal beleid

4. Wettelijke taken worden uitgevoerd

5. Activiteiten uit de vorige beleidsperiode worden voortgezet

6. Het proces staat centraal.

7. De GIDS pijlers vormen het kader

8. Aansluiten bij de belangrijkste thema’s uit de regionale Volksgezondheid

Toekomstverkenning

7. Belangrijke thema’s voor de nieuwe beleidsperiode

Als een van de uitgangspunten voor de nieuwe beleidsperiode wordt het aansluiten bij de

thema’s die uit de regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2014 genoemd. De

focus ligt daarbij op:

A. Gezond gedrag en gezondheidsvaardigheden

B. Participatie

C. Een gezonde fysieke en sociale omgeving

D. Goede preventie en zorg

Voor de aanpak van deze thema’s is intersectorale samenwerking nodig. De Zuid-

Limburgse gemeenten doen dit zo veel mogelijk binnen de eigen gemeente maar ook

samen met andere partijen. Veel van de factoren die van invloed zijn op gezondheid, zijn

niet direct vanuit gezondheidsbeleid te beïnvloeden. Hiervoor zijn ook maatregelen nodig

vanuit andere beleidsterreinen, zoals onderwijs, ruimtelijke ordening, sociale zaken of

milieu. Andersom kan gezondheid een bijdrage leveren aan de doelstellingen van andere

beleidssectoren: gezonde kinderen kunnen beter leren, gezonde burgers kunnen aan het

werk of op andere fronten meedoen in de maatschappij, bijvoorbeeld als mantelzorger of

vrijwilliger. Een voorwaarde voor integraal beleid is intersectorale samenwerking. Het is

dus van belang dat partijen met elkaar samenwerken en hun beleid op elkaar

afstemmen.

Page 23: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

23

Hieronder staat per thema een korte uitwerking. Dit is slechts een greep uit de veelheid

aan cijfers en informatie die beschikbaar is. Hier is het bedoeld om per thema meer

inzicht te geven zonder volledig te willen zijn. Maar ook om het denken erover niet te

beperken.

A. Gezond gedrag en gezondheidsvaardigheden

Bij dit thema gaat het onder andere over kennis over gezond gedrag, een evenwichtige

leefstijl en over een gezonde start in het leven van kinderen. In een tijd waarin

infectieziekten grotendeels onder controle zijn, vormen ziekten die worden veroorzaakt

door een ongezonde leefstijl een van de grotere bedreigingen voor de volksgezondheid.

Door de leefstijl van burgers te beïnvloeden en een gezonde leefstijl te bevorderen wordt

hier op ingezet.

Overgewicht begint op zeer jonge leeftijd

Van alle 2-4 jarigen in Zuid-Limburg heeft 5% overgewicht. Overgewicht stijgt met de

leeftijd. Van de 9-11 jarigen in Zuid-Limburg heeft 17% overgewicht.

Kinderen in armoede zijn slecht af

Kinderen uit gezinnen onder de lage-inkomensgrens zijn vaak slecht af. Dat gaat van

beperkte sociale mogelijkheden (lid van een vereniging of toegang tot internet) tot

onvoldoende kleding, ongezonde maaltijden en een minder gezonde woonomgeving. In

Zuid-Limburg zit 10% van de gezinnen onder de lage inkomensgrens. Behalve met

armoede hebben deze gezinnen geregeld ook te maken met psychische problematiek,

laaggeletterdheid, beperkte gezondheidsvaardigheden, sociale onveiligheid en gebrek

aan toegang tot voorzieningen.

16% van 13-16 jarigen heeft psychosociale problemen

Gemiddeld heeft bijna één op de tien kinderen een verhoogd risico op psychosociale

problemen. Dit kan effect hebben op schoolprestaties of op deelname aan sociale

activiteiten. Van alle jongeren (13-16 jaar) in Zuid-Limburg geeft 16% aan

psychosociale problemen te hebben. Jongeren die het VMBO volgen geven vaker aan

problemen te hebben dan jongeren op de HAVO/ het VWO.

Een laag opleidingsniveau gaat vaak samen met lage

gezondheidsvaardigheden

Van de Zuid-Limburgse volwassenen heeft 32% een lage opleiding. Mensen met een

laag opleidingsniveau hebben vaak beperkte gezondheidsvaardigheden. Uit onderzoek

blijkt dat deze mensen zich minder gezond voelen, meer moeite hebben met

zelfmanagement, hun 'eigen regie' over de zorg is minder en ze bezoeken vaker de

huisarts dan mensen die minder moeite hebben informatie over hun gezondheid te

begrijpen en toe te passen.

Wat is er nodig?

Om gezond gedrag te bevorderen en gezondheidsvaardigheden te vergroten werkt een

integrale aanpak met aandacht voor de wensen en mogelijkheden van betreffende

burgers het best. Een voorbeeld is JOGG. Deze benadering waarin diverse partijen

samenwerken is veelbelovend. Andere essentiële punten voor een succesvolle aanpak

zijn: een goed beeld hebben van de jeugd en het tijdig signaleren van beginnende

problemen op onderwijs- of gezondheidsgebied. Ook dit vereist samenwerking tussen

Page 24: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

24

diverse partijen. Voor het vergroten van gezondheidsvaardigheden en het tegengaan van

laaggeletterdheid zijn brede allianties nodig van onderwijsinstellingen, gemeenten,

bibliotheken, werkgevers en zorgpartijen.

Bevorderen van gezond gewicht al op jonge leeftijd

Kinderen uit lagere sociaaleconomische groepen hebben vaker een lager geboortegewicht

dan kinderen uit hogere sociaaleconomische groepen. In de eerste jaren na de geboorte

draait dit patroon echter om. Onderzoeken tonen aan dat de BMI (de verhouding tussen

gewicht en lengte) van kinderen uit de lagere sociaaleconomische groepen sneller stijgt.

Vanaf dat vroege moment in het leven zijn er sociaaleconomische verschillen in

overgewicht en obesitas. Dit maakt duidelijk dat de bestrijding van sociaaleconomische

verschillen in overgewicht en obesitas al op jonge leeftijd moet starten.

Voorkomen van overerving van armoede

Gemeenten kunnen de overerving van armoede terugdringen door een preventief

armoedebeleid te voeren. Dit kan eraan bijdragen dat kinderen een betere start maken in

de maatschappij. Het gaat om het bieden van kansen aan kinderen om te voorkomen dat

ze in een achterstandspositie terecht komen. Concreet kan dit betekenen: gratis naar de

peuterspeelzaal, extra inzet op taalbeheersing, ondersteuning bij het maken van

huiswerk of het ondersteunen van jongeren die zijn uitgevallen of dreigen uit te vallen in

het onderwijs. Bij armoede is extra alertheid op de combinatie van problemen belangrijk.

Bevorderen psychosociaal welbevinden

Psychosociale problemen kunnen veel gevolgen hebben, bijvoorbeeld op schoolprestaties

en deelname aan sociale activiteiten. Ook is er een relatie tussen psychosociale

problemen en lichamelijke gezondheidsklachten. Dit kan onder meer leiden tot langdurig

schoolverzuim. Preventie is mogelijk bijvoorbeeld in de samenwerking tussen het

onderwijs, de jeugdgezondheidszorg en de huisarts.

Versterken van gezondheidsvaardigheden

Uit onderzoek is bekend dat 30 tot 50 procent van de mensen onvoldoende

gezondheidsvaardigheden heeft. Het helpt hun situatie te verbeteren als deze mensen

meer kennis over gezondheid en ziekte hebben, weten waar ze die kennis kunnen vinden

en hoe ze die vervolgens kunnen toepassen. Zorgverleners en gezondheidsbevorderaars

spelen hierin een centrale rol. Het begint met het herkennen van mensen met beperkte

gezondheidsvaardigheden en het afstemmen van de voorlichting op deze groep,

bijvoorbeeld door themasessies voor inwoners en deskundigheidsbevordering voor

professionals.

Page 25: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

25

Bron: Handreiking Gezonde Gemeente

B. Participatie

Met de Participatiewet wil het kabinet bereiken dat zoveel mogelijk mensen meedoen in

de samenleving. Zie hiervoor ook het rapport ‘de Limburg-factor’. Meedoen (werk,

opleiding, e.d.) is goed voor de gezondheid en wie gezond is kan makkelijker meedoen.

Werk, inkomen en opleiding bepalen bovendien de sociaaleconomische status (SES) en

hebben direct te maken met gezondheidsachterstand: hoe lager de SES, hoe meer kans

op de meest voorkomende gezondheidsproblemen. Maatschappelijke participatie is

daarom een nieuw en prominent onderdeel geworden van dit gezondheidsbeleid.

Minder werkenden, meer arbeidsongeschikten

Arbeidsparticipatie is in Zuid-Limburg lager dan in Nederland. Vooral lager opgeleiden

hebben minder vaak een baan dan hoger opgeleiden. In Zuid-Limburg zijn meer

arbeidsongeschikten dan in Nederland. Psychische aandoeningen zijn daarbij de meest

gestelde diagnose. Het aantal mensen met een uitkering is gestegen.

Grootste schooluitval in het middelbaar beroepsonderwijs (MBO)

Voortijdig schoolverlaten leidt tot meerdere risico’s zoals laaggeletterdheid, lage

participatie en armoede. Aan het voortijdig verlaten van school gaat vaak een fase van

ziekteverzuim vooraf. Dit wordt veroorzaakt door gezondheidsproblemen bij de leerling

zelf of in het gezin. De grootste uitval vindt plaats in het MBO (niveau 1).

Druk op vrijwilligers stijgt

Het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet, neemt toe. Dat geldt vooral voor 65-

plussers. Ook de vraag naar vrijwilligers neemt toe. Zonder gericht beleid zal de stijging

van het aantal vrijwilligers geen gelijke tred houden met de stijgende vraag. Daardoor

zal de druk op vrijwilligers te groot worden.

Page 26: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

26

Wat is er nodig?

Arbeid, onderwijs en gezondheid hangen nauw met elkaar samen. In de huidige

kennisinfrastructuur zijn ze nog niet met elkaar verbonden. Beschikbare data worden

daardoor niet volledig benut en relevante kennisvragen kunnen niet worden beantwoord.

Daardoor is het lastig in te schatten welke wegen bewandeld moeten worden.

Verhogen arbeidsparticipatie

Mensen met een beperking of aandoening komen maar moeizaam aan werk. Er is meer

samenwerking nodig, vooral tussen verschillende overheden (provinciaal, lokaal) maar

ook met werkgevers (ondernemers).

Gezondheidsproblemen kunnen belemmerend zijn voor arbeidsparticipatie. Preventief

beleid om te voorkomen dat mensen een uitkering nodig hebben hangt nauw samen met

gedrag en vaardigheden. Voorkomen van ziekten (preventie) en het verminderen van

beperkingen of ermee leren omgaan zijn voor gemeenten belangrijke

aangrijpingspunten. Een verbetering van de gezondheid kan arbeidsparticipatie positief

beïnvloeden en ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid terugdringen.

Werknemers moeten tot op hogere leeftijd doorwerken. Dat betekent dat ze ook fit en

vitaal moeten blijven. Organisaties zouden nu aan de slag moeten met

gezondheidsmanagement en duurzame inzetbaarheid, zodat werknemers ook op hogere

leeftijd inzetbaar blijven. En om een aantrekkelijke werkgever te zijn voor jong talent.

Bestrijden voortijdig schoolverlaten

Investeren in gezonde, gekwalificeerde werknemers is van groot belang. Om het

voortijdig schoolverlaten te bestrijden, vooral in het MBO, is informatie nodig over

(gezondheids)risico’s. Informatie over risicoleerlingen is echter versnipperd en beperkt

beschikbaar, waardoor gerichte interventies moeilijk zijn. Preventie in het MBO moet zich

richten op coaching van risicoleerlingen. Dit kan door te werken aan studievaardigheden,

counseling bij persoonlijke problemen, contact met ouders en het in gang zetten van

studiekeuzetrajecten.

Vrijwilligerswerk stimuleren

Gemeentelijk beleid (bijvoorbeeld deregulering) kan goede randvoorwaarden scheppen

om het vrijwilligerswerk aantrekkelijk te maken. Vrijwilligerswerk is voor veel mensen

een goede manier om contacten op te doen, ergens bij te horen en naar eigen

overtuiging bij te dragen aan de samenleving; zonder het strakke keurslijf, de

bureaucratie en de verantwoordelijkheid van betaald werk. Nu er op publieke

voorzieningen veel bezuinigd wordt, is de hoop dat vrijwilligers de ontstane gaten

opvullen.

C. Een gezonde fysieke en sociale omgeving

Dit thema betreft o.a. het binnen- en buitenmilieu, veiligheid en het hebben van een

sociaal netwerk.

In een gezonde sociale omgeving wonen mensen veilig, ervaren ze geen overlast, is de

samenhang in de buurt groot en krijgen mensen steun vanuit hun sociale netwerk.

Mensen die door ziekte of een beperking hulp of zorg nodig hebben, krijgen vaak

ondersteuning uit hun directe sociale omgeving van mantelzorgers en vrijwilligers. Dit

wordt informele zorg genoemd. Goed georganiseerde informele zorg zorgt ervoor dat

mensen minder (duurdere) professionele zorg nodig hebben en toch zo lang mogelijk

thuis kunnen blijven wonen.

Page 27: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

27

Veel mensen hebben te maken met de dreiging van geweld, overlast, vernieling, diefstal

etc. Daardoor loopt een aantal van hen geestelijk of lichamelijk letsel op. Een veilige

omgeving leidt tot minder stress, depressie en angststoornissen, minder hart- en

vaatziekten en meer lichamelijke activiteit. Ook huiselijk geweld is van invloed op de

gezondheid. Dit treft met name vrouwen en kinderen met een lage sociaal economische

status.

Veel mantelzorgers overbelast, risico op ontspoorde zorg neemt toe

13% van de volwassenen en ouderen in Zuid-Limburg verleent mantelzorg. De vraag

hiernaar neemt toe. 15% van de volwassen mantelzorgers en 14% van de 65-plussers

geeft aan overbelast te zijn. De vraag van mantelzorgers voor ondersteuning bij de

steunpunten mantelzorg is toegenomen. 20% van de mantelzorgers heeft behoefte aan

steun. Door de dubbele vergrijzing groeit het beroep op de mantelzorg en neemt het

risico op ontspoorde zorg toe. Daarmee wordt bedoeld dat (mantel)zorg door

overbelasting, onmacht of onkunde omslaat in verkeerde behandeling, verwaarlozing of

mishandeling.

Stijging meldingen geweld in afhankelijkheidsrelaties (GIA)

Bij GIA is in Zuid-Limburg met name sprake van een lichte stijging van het aantal

meldingen van huiselijk geweld.

Een op de tien Zuid-Limburgers voelt zich eenzaam

Circa 10% van de Zuid-Limburgse volwassenen en ouderen voelt zich ernstig eenzaam.

Onveiligheid of het gevoel hebben dat het onveilig is in de buurt, kan mensen

belemmeren in hun sociale bezigheden. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot eenzaamheid of

depressie.

Eén op de vijf bezorgd over eigen woonsituatie

19% van de Zuid-Limburgers is bezorgd over de eigen woonsituatie. Veel

achterstandswijken liggen aan of dicht bij snelwegen. Luchtverontreiniging leidt tot

negatieve effecten op de gezondheid van mensen met een lage SES, terwijl hun

gezondheid in algemene zin toch al minder goed is.

Wat is er nodig?

Ondersteunen mantelzorgers

Wie mantelzorg nodig heeft, moet beschikken over een goed sociaal netwerk van familie,

vrienden, buren en kennissen. Om mensen hierbij te helpen, met name mensen met een

lage SES, is beleid nodig dat zich richt op het vergroten van vaardigheden en onderlinge

steun. Tegelijkertijd moeten gemeenten mantelzorgers ondersteunen. Hiervoor is

samenwerking nodig tussen de steunpunten mantelzorg, gemeenten, provincie,

zorgorganisaties en huisartsen. In een deel van de gevallen is sprake van jongeren die

mantelzorg verlenen vanwege een ziek familielid. Vaak heeft dit een grote impact op het

verdere leven van de jongere. Momenteel is onvoldoende bekend over jonge

mantelzorgers en wat zij aan ondersteuning nodig hebben. Meer zicht hierop is nodig.

Page 28: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

28

Afstemmen met Veilig Thuis

Sinds 2015 vallen alle vormen van geweld in huiselijke kring onder Veilig Thuis.

Gemeenten en hun sociale wijkteams zijn door de transities belangrijke partners

geworden in de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Er is behoefte aan meer

verbinding tussen sociale wijkteams en Veilig Thuis.

Verminderen eenzaamheid

Actief zijn en blijven vermindert eenzaamheid en de kans op sociaal isolement.

Bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk te doen of deel te nemen aan (laagdrempelige)

activiteiten. Gemeenten kunnen dit stimuleren door burgerinitiatieven te ondersteunen.

Aanpassen fysieke omgeving

De sociale en fysieke omgeving blijkt van invloed op het beweeggedrag. Aanpassingen in

de fysieke omgeving worden vaak als positief gezien om meer buiten te zijn en beweging

te stimuleren. De routes naar deze locaties (parken, speelplaatsen) zijn belangrijk.

Drukke straten en gevaarlijke kruispunten kunnen mensen ervan weerhouden naar

locaties te gaan waar gezondheidsbevorderende activiteiten plaatsvinden. Er is aandacht

nodig voor verkeersmaatregelen en stadsontwerpen die uitnodigen tot gezond gedrag.

Een integrale aanpak (creëren van sport- en beweegruimtes, vergroten van veiligheid en

ondersteunen van sociale structuur om meer te bewegen en meer preventie in de zorg)

is zeer aan te raden.

D. Goede preventie en zorg

Hierbij gaat het over laagdrempelige zorg in de buurt en aandacht voor preventie en

samenwerking tussen gemeenten en alle actoren die een rol spelen in het sociale

domein.

Signalering van gezondheidsrisico's en de aanwezigheid van voldoende en

laagdrempelige voorzieningen zijn van belang. Het verbinden van preventie,

(eerstelijns)zorg en welzijn gaat over de samenwerking aan gezonde en vitale bewoners.

Algemeen wordt verwacht dat het gebruik van voorzieningen zal toenemen als gevolg

van demografische ontwikkelingen (vergrijzing) en doordat meer zorg aan huis wordt

geboden.

Hoog zorggebruik

Mensen met een lage sociaal economische status hebben vaker gezondheidsklachten en

maken daardoor over het algemeen meer gebruik van (zorg)voorzieningen dan mensen

met een hogere SES. Het zorggebruik door 65-plussers in Zuid-Limburg is veel hoger

dan in de rest van Nederland.

Wat is er nodig?

Het thema zorggebruik is sinds de decentralisaties actueel geworden maar omdat het nog

in de kinderschoenen staat is weinig ervaring beschikbaar. In de kaders op blz.x (de

proeftuinen) staan voorbeelden van manieren waarop in Zuid-Limburg geëxperimenteerd

wordt rondom dit zorggebruik.

Page 29: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

29

Terugdringen zorggebruik

De eerstelijnszorg biedt een goede infrastructuur om preventie, gezondheidsbevordering

en begeleiding uit te voeren. Een toename van preventie kan leiden tot minder gebruik

van zorg. Voor het terug dringen van zorggebruik is een cultuurverandering nodig. Zowel

bij de professional als bij de gebruiker van zorg.

Gebruiken van voorzieningen

De nabijheid van voorzieningen blijkt van invloed op het gebruik. Meer of minder

voorzieningen in een wijk zal effect hebben op het gebruik ervan. Van burgers wordt

verwacht dat ze in eerste instantie op zoek moeten gaan naar laagdrempelige

voorzieningen in de buurt (passend en zo dichtbij mogelijk), maar dan moeten deze

voorzieningen er wél zijn.

Versterken ketensamenwerking

Gemeenten hebben met de decentralisaties op het terrein van de AWBZ, jeugd en werk

een grotere rol gekregen om ervoor te zorgen dat mensen actief mee kunnen doen in de

maatschappij. Dit vraagt dat betrokken organisaties werkzaam in de gemeente en wijk

hun aanbod op elkaar afstemmen. Samenwerken bevordert het vroegtijdig inspelen op

gezondheidsrisico's en het efficiënter inzetten van middelen om een gezonde leefstijl te

bevorderen. Verbindingen ontstaan tussen eerstelijnszorg, GGD, Centra voor Jeugd en

Gezin, welzijnsorganisaties, sportaanbieders, scholen, ouderenzorg, informele zorg,

gemeente en zorgverzekeraars. Hierbij staat de burger en zijn netwerk centraal.

Page 30: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

30

Voorwaarden voor succes

Om het Zuid-Limburgse gezondheidsbeleid vorm te kunnen geven is het belangrijk dat

alle samenwerkingspartners bereid zijn om actief mee te werken aan de realisatie van dit

gezondheidsbeleid. Alleen met vereende krachten is het mogelijk om daadwerkelijk een

bijdrage te leveren aan het bevorderen van de gezondheid van de Zuid-Limburgers. Inzet

alleen vanuit gemeenten en de GGD is niet voldoende. Om uitvoering te kunnen geven

aan nieuw en integraal gezondheidsbeleid zijn regionale bondgenoten belangrijk die met

elkaar werken aan een aantal kritische succesfactoren (zie kader) die door en met de

gemeenten in gang gezet moeten worden om ook echt resultaat te kunnen boeken.

Voorwaarden voor succes

Breed uitdragen van positieve gezondheid

Gemeenten zien positieve gezondheid als een belangrijke leidraad in het nieuwe

gezondheidsbeleid. Om zoveel mogelijk mensen hiervan kennis te laten nemen, moet

het breed uitgedragen worden. Zowel binnen gemeenten, als richting alle belangrijke

partijen voor het gezondheidsbeleid. Te denken valt aan het onderwijs, zorg- en

welzijnspartijen en het medische veld.

Versterken ketensamenwerking

Helder is dat het domein van Publieke Gezondheid veel breder is dan alleen het

bestrijden van ziekte (zie hoofdstuk 1 positieve gezondheid). De samenhang van de

diverse (beleids)velden, sporen, vakgebieden, enz. is de sleutel voor succesvol

gezondheidsbeleid. Daarmee is ook samenwerking met velerlei partners een logica.

Steeds komt in deze nota naar voren hoe belangrijk het proces is waarin onder meer

gemeenten, Centra voor Jeugd en Gezin, huisartsen, de GGD, het onderwijs, de

provincie en burgers samenwerken. Bijvoorbeeld om vroegtijdig te kunnen inspelen op

(gezondheids)risico’s en op het efficiënter inzetten van middelen om de participatie van

burgers te bevorderen. Het inzicht is ontstaan dat deze ketensamenwerking niet overal

vanzelfsprekend is en vanzelf van de grond komt. Bruggenbouwers en kartrekkers zijn

hiervoor nodig.

Afstemmen gezondheidsagenda met het onderwijs

De school wordt gezien als een belangrijke vindplaats van risicokinderen. In

samenspraak met gemeenten, onderwijs en de GGD wordt voor de nieuwe

beleidsperiode een gezondheidsagenda opgesteld.

Vroegsignalering gebeurt vaak op basis van signalen van school. Behalve de

jeugdgezondheidszorg, die een rol heeft in de zorgadviesteams, worden steeds meer

scholen ondersteund bij het opstellen en uitvoeren van schoolgezondheidsbeleid via de

Gezonde Schoolmethode. Thema’s als voeding, bewegen, middelengebruik en seksuele

gezondheid horen hierbij. Een verdere uitrol van de Gezonde Schoolmethode naar alle

scholen in het primair onderwijs is wenselijk. Ook in het kader van voortijdig

schoolverlaten in het MBO-onderwijs is (vroeg)signalering van dreigende uitval

noodzakelijk. Om binnen het onderwijs en samen met andere partijen zaken zo goed

mogelijk op te kunnen pakken is afstemming onontbeerlijk.

Ontsluiten van bestaande data

Het is voor gemeenten erg belangrijk om meer inzicht te hebben in bepaalde thema’s.

Page 31: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

31

Bij (beleids)keuzes ontbreekt het vaak aan onderbouwde argumenten. Er is bijvoorbeeld

onvoldoende zicht op hoe vaak iets voorkomt, bij welke groep of in welke wijk. Niet

alleen de data waarover de GGD beschikt zijn belangrijk, maar ook data van andere

bronnen zoals CBS, NIVEL, RIVM. Een verdere ontsluiting van bestaande data en het

opstellen van wijkprofielen zijn noodzakelijk.

De rol van de GGD

De gemeenten en het Rijk zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de publieke

gezondheid. Een aantal taken op dit gebied is geregeld in de Wet publieke gezondheid.

De 18 Zuid-Limburgse gemeenten hebben de GGD Zuid Limburg vormgegeven in een

Gemeenschappelijke Regeling en daarmee de GGD benoemd als most prefered supplier

in de uitvoering van publieke gezondheidszorg.

De GGD bekleedt in dit dossier een bijzondere rol. Of beter een aantal bijzondere rollen.

Zo vervult de GGD de rol van professionele uitvoerder, adviserende ketenpartner en

verbindende kennisdeler en van visionaire bruggenbouwer. Hieronder een toelichting op

de verschillende rollen.

Professionele uitvoerder

In de basis is de GGD een professionele uitvoerder. Die rol is wettelijk vastgelegd. De

GGD moet in ieder geval de bewakings-, beschermings- en bevorderingstaken uitvoeren.

De GGD Zuid Limburg pakt die taken inderdaad op. Maar steeds meer heeft de GGD ook

een procesmatige rol binnen relevante netwerken. Deze rol wordt breed ingevuld en

krijgt op verschillende manieren vorm: als adviserend ketenpartner, verbindend

kennisdeler en visionair bruggenbouwer.

Adviserende ketenpartner en verbindende kennisdeler

Als professioneel uitvoerder verzamelt en verwerkt de GGD data en relevante informatie

over de gezondheid in de regio, zowel op regionaal, gemeentelijk als wijk- en

buurtniveau. Daarnaast beschikt de GGD over kennis verkregen door eigen onderzoek,

door praktijkervaring of door samenwerking met (landelijke) kennisinstellingen. In de rol

van adviserend ketenpartner gebruikt de GGD deze informatie om gemeenten en andere

partners te adviseren.

Voor alle taken binnen de publieke gezondheid is kennis noodzakelijk. Vakkennis over

gezondheidsrisico’s, kennis over de gezondheidssituatie van de bevolking en kennis over

de beleidsmatige vertaling daarvan naar lokaal en regionaal beleid. De informatie en

kennis waarover de GGD beschikt is voor gemeenten en veel andere partijen interessant.

De GGD vervult de rol van verbindend kennisdeler door actief kennis beschikbaar te

stellen en partijen met een gezamenlijk belang bij elkaar te brengen. Het verrijken en

vernieuwen van kennis is een wezenlijk onderdeel van de rol van kennisdeler. En dat

geldt ook voor het bijtijds nadenken over maatschappelijke ontwikkelingen om met

passende oplossingen te kunnen komen.

Visionaire bruggenbouwer

Als visionair bruggenbouwer heeft de GGD een toekomstgerichte kijk op de publieke

gezondheid in de regio. De GGD heeft daarbij een neutrale en onafhankelijke rol. Met alle

kennis op het gebied van gezondheid wordt samen met partners een visie ontwikkeld

Page 32: Achtergrondinformatie ten behoeve van het regionaal ... › wp-content › ... · kracht van mensen, het vergroten van de rol van de informele zorg en het benutten van het sociale

32

over hoe die bevorderd kan worden. Dit vraagt om samenwerking in netwerken met

publieke en private partners. Een rol voor de GGD is het organiseren van verbindingen in

het netwerk.

De rol van gemeenten

Op basis van keuzes die gemaakt worden nemen de gemeenten hun verantwoordelijk in:

- Het gezamenlijk formuleren van de uitvoering, sturing geven aan, monitoren en

evalueren en bijstellen van de uitvoering van het regionale gezondheidsbeleid.

Een rol bij het evalueren en bijstellen van de regionale, maar ook lokale uitvoering

speelt het uitwisselen van ervaringen in de uitvoering van het gezondheidsbeleid.

- Het optreden als opdrachtgever voor taken die de gemeente ter uitvoering van

het lokale gezondheidsbeleid of andere taken binnen het sociale domein bij de

GGD belegt.

In aansluiting op het regionaal gezondheidsbeleid maken gemeenten de keuze om een

vertaling hiervan te maken richting lokaal gezondheidsbeleid of lokale

uitvoeringsplannen.