23
§ 3. Stelsels van scheiding van goederen LARCIER 63 Boek 1 / Topic 11 § 3. Stelsels van scheiding van goederen Boek 1 / Topic 11 Zuivere scheiding van goederen – Principe ALAIN-LAURENT V ERBEKE A. Zuivere scheiding in theorie 87. Het stelsel van de zuivere scheiding van goederen is in theorie een zeer een- voudig systeem. De echtgenoten behouden de exclusieve privé eigendom van hun actief en passief, en een volledig autonoom en onafhankelijk bestuur daar- over (art. 1466-1469 BW). Vermogensrechtelijk willen de echtgenoten aldus doen alsof zij niet gehuwd zijn. Er bestaat tussen hen geen gemeenschap van goe- deren, hoewel het natuurlijk mogelijk is dat zij beslissen om samen goederen aan te kopen, in onverdeeldheid. Aldus is het principe van de strikte scheiding van goederen theoretisch, omdat echtgenoten in de praktijk altijd onverdeeldheden zullen creëren, al is het maar voor huishoudelijke goederen. Artikel 1468 BW voert een wettelijk vermoeden van onverdeeldheid in voor goederen waarvan geen der echtgenoten het eigen karakter kan aantonen. B. Contractuele en gerechtelijke scheiding van goederen 88. Het stelsel van scheiding van goederen wordt vaak contractueel gekozen, bij de aanvang van het huwelijk dan wel daarna via wijziging. Het is aangewezen om aan de scheiding van goederen bepaalde correcties toe te voegen (zie infra topics 12-15) omdat de zuivere scheiding in geval van echtscheiding nogal onbil- lijk kan uitpakken 103 . Deze onbillijke gevolgen van de zuivere scheiding, in Nederland koude uitsluiting genoemd, heb ik reeds meermaals bekritiseerd. Ik verwijs naar mijn, in de bibliografie opgenomen publicaties. De scheiding van goederen kan ook aan de echtgenoten worden opgedrongen, door de rechter. In dit geval is er altijd sprake van een zuivere scheiding van goederen. Te denken valt aan de gerechtelijke scheiding van goederen van de artikelen 1470 e.v. BW of aan de scheiding van goederen die het noodzakelijke gevolg is van een scheiding van tafel en bed (art. 311 BW). 103. Zie het verhaal van David en Hannelore in “Recht is Balans is een Werkwoord”, RW 2000-01, 977-978.

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 63

Boek 1 / Topic 11

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

Boek 1 / Topic 11

Zuivere scheiding van goederen – Principe

ALAIN-LAURENT VERBEKE

A. Zuivere scheiding in theorie

87. Het stelsel van de zuivere scheiding van goederen is in theorie een zeer een-voudig systeem. De echtgenoten behouden de exclusieve privé eigendom vanhun actief en passief, en een volledig autonoom en onafhankelijk bestuur daar-over (art. 1466-1469 BW). Vermogensrechtelijk willen de echtgenoten aldusdoen alsof zij niet gehuwd zijn. Er bestaat tussen hen geen gemeenschap van goe-deren, hoewel het natuurlijk mogelijk is dat zij beslissen om samen goederen aante kopen, in onverdeeldheid.

Aldus is het principe van de strikte scheiding van goederen theoretisch, omdatechtgenoten in de praktijk altijd onverdeeldheden zullen creëren, al is het maarvoor huishoudelijke goederen. Artikel 1468 BW voert een wettelijk vermoedenvan onverdeeldheid in voor goederen waarvan geen der echtgenoten het eigenkarakter kan aantonen.

B. Contractuele en gerechtelijke scheiding van goederen

88. Het stelsel van scheiding van goederen wordt vaak contractueel gekozen, bijde aanvang van het huwelijk dan wel daarna via wijziging. Het is aangewezenom aan de scheiding van goederen bepaalde correcties toe te voegen (zie infratopics 12-15) omdat de zuivere scheiding in geval van echtscheiding nogal onbil-lijk kan uitpakken103. Deze onbillijke gevolgen van de zuivere scheiding, inNederland koude uitsluiting genoemd, heb ik reeds meermaals bekritiseerd. Ikverwijs naar mijn, in de bibliografie opgenomen publicaties.

De scheiding van goederen kan ook aan de echtgenoten worden opgedrongen,door de rechter. In dit geval is er altijd sprake van een zuivere scheiding vangoederen. Te denken valt aan de gerechtelijke scheiding van goederen van deartikelen 1470 e.v. BW of aan de scheiding van goederen die het noodzakelijkegevolg is van een scheiding van tafel en bed (art. 311 BW).

103. Zie het verhaal van David en Hannelore in “Recht is Balans is een Werkwoord”, RW 2000-01, 977-978.

estate2011-boek-1.book Page 63 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 2: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

Afdeling 1 • Huwelijksvermogensrecht

64 L A R C I E R

Boek 1 / Topic 11

C. Scheiding van actief

89. Elke echtgenoot is en blijft eigenaar van de goederen die hij bezit voor hethuwelijk maar ook van al wat hij tijdens het huwelijk verwerft, niet alleen viaerfenis, schenking of testament, maar ook via arbeidsinkomsten en de besparin-gen daarop. De echtgenoten zijn uiteraard samen eigenaar van onverdeeldhedenop hun beider naam.

De echtgenoot is eigenaar van de goederen die op zijn naam staan, ook al heefthij de prijs daarvoor niet of niet geheel betaald. Het is inderdaad van belang hetonderscheid voor ogen te houden tussen het statuut van een goed en de finan-ciering daarvan. De echtgenoot die de prijs betaalde kan dit hebben gedaan bijwijze van lening, zaakwaarneming, bijdrage in de lasten van het huwelijk ofvrijgevigheid. Eigendom van een goed volgt uit de eigendomstitel en niet uit debron van financiering van het goed. Dergelijke financiering zal leiden tot eenschuldvordering ten aanzien van de echtgenoot-eigenaar.

90. Bewijs van eigendom tussen echtgenoten kan worden geleverd met alle mid-delen van recht met inbegrip van getuigenissen en vermoedens en zelfs van alge-mene bekendheid. Ten aanzien van derden gelden evenwel de striktere regels vanartikel 1399, tweede lid BW. Behoudens goederen van persoonlijke aard(art. 1401 BW), zal het bewijs moeten worden gebaseerd op sterke documentenzoals een boedelbeschrijving, regelmatig bezit of stukken met vaste dagtekening.De derde zelf mag tegenover de echtgenoten het bewijs van het privékarakterleveren met alle middelen van recht.

91. Voor onroerende goederen is de situatie vrij eenvoudig, dank zij de notariëleeigendomsakte die zal aangeven wie eigenaar is en voor welk aandeel. In gevalvan onverdeeldheid waarbij de fracties niet worden aangegeven, zijn beide echt-genoten elk voor de helft eigenaar. Voor roerende goederen is het begrip eigen-domstitel natuurlijk minder evident. Uit een factuur of bestelbon op naam vanéén echtgenoot kan hoogstens een vermoeden van eigendom worden afgeleid,tenzij het wordt ondersteund door regelmatig bezit.

92. Conventionele eigendomsvermoedens, die vaak in het huwelijkscontractworden opgenomen, werken enkel tussen echtgenoten, al dan niet weerlegbaar.Derden kunnen zich op deze vermoedens beroepen in hun voordeel, doch zijmoeten deze niet in hun nadeel ondergaan. Zoals vermeld, geldt voor roerendegoederen het wettelijk vermoeden van onverdeeldheid, zo niemand de exclusieveeigendom kan bewijzen. Dit vermoeden is ook ten aanzien van derden tegenwer-pelijk.

93. Bewijs van een schuldvordering tussen echtgenoten vereist een dubbelebewijsvoering. Vooreerst moet het feit van de betaling worden aangetoond. Ditkan met alle middelen van recht. Daarnaast moet de juridische grondslag van de

estate2011-boek-1.book Page 64 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 3: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 65

Boek 1 / Topic 11

vordering worden bewezen. Indien dit een contract is zoals lening, lastgeving ofschenking (herroepbaar tussen echtgenoten), dan moet artikel 1341 BW wordennageleefd, dat een geschreven bewijs vereist voor vorderingen boven de 375euro. In principe is de omstandigheid dat men gehuwd is, geen reden voor hetaannemen van morele onmogelijkheid om een geschreven bewijs te verschaffen.

94. Anders is het als de grondslag tot terugvordering een quasi-contract is zoalszaakwaarneming of verrijking zonder oorzaak. Hier is geen geschreven bewijsvereist (art. 1348 BW), maar de toepassingsvoorwaarden van deze rechtsfigurenzullen moeten vervuld zijn, hetgeen geen sinecure is.

Als verweer tegen dergelijke terugvordering van de financiering kan de andereechtgenoot inroepen dat de betaling is gebeurd ter bevrijding van een schuld, ofter voldoening van een natuurlijke verbintenis, dan wel dat er sprake is van eenfeitelijke vennootschap, of een arbeidscontract, of een verrijking zonder oor-zaak. Eenieder weet dat disputen in deze zin bij echtscheiding leiden tot com-plexe problemen van vereffening-verdeling. En dit ondanks de theoretische sim-pelheid van het stelsel van scheiding van goederen. Het Hof van Cassatie beslistedat wanneer een echtgenoot een huis op zijn naam aankoopt, met fondsengekregen van de andere echtgenoot, de terugvordering ingevolge herroeping vandeze schenking geen betrekking heeft op het huis, maar op de gelden104.

95. Een interessant verweer voor de echtgenoot die wordt geconfronteerd meteen dergelijke vordering tot terugbetaling, werd bijna dertig jaar geleden ont-wikkeld door het Hof van Cassatie, weliswaar in een beperkte hypothese enonder strikte voorwaarden. Het verweer is gebaseerd op de overweging dat eenlast van het huwelijk naar evenredigheid van vermogen moet worden voldaanen dat dit niet enkel in geld maar ook in natura kan gebeuren. In de mate dat deaankoop van een huis op naam van beide echtgenoten kan worden gekwalifi-ceerd als een last van het huwelijk, en de ene echtgenoot betaalde de volle prijs,maar de andere leverde in natura zijn bijdrage tot de lasten van het huwelijk, dankan worden aangenomen dat via deze bijdrage in natura het aandeel van dezeechtgenoot in de lasten van het huwelijk en dus ook in de aankoop van diewoning is voldaan. Het Hof aanvaardde dit in een geval waarbij de gezinswo-ning op naam van beide echtgenoten in onverdeeldheid werd aangekocht105. Uit-breiding van deze redenering, bijvoorbeeld naar de aankoop van een buitenver-blijf, lijkt mogelijk in de mate dat de echtgenoten duidelijk de intentie hebbenom de aankoop te beschouwen als een last van het huwelijk106.

104. Cass. 15 november 1990, RW 1990-91, 1030, JT 1991, 518, noot VOGEL, RGDC 1991, 137, noot RAUCENT,Rev.not.b. 1991, 109, noot Em. J., Rev.trim.dr.fam. 1991, 94, Rec.gén.enr.not. 1991, nr. 23985, T.Not. 1992, 225,noot BOUCKAERT.105. Cass. 22 april 1976, JT 1977, 98, RCJB 1978, 127, noot RENARD, Rev.not.b. 1977, 297, RW 1976-77, nootCASMAN.106. Zie nader in mijn bijdrage in Rép.not., nr. 1086 en de verwijzingen aldaar.

estate2011-boek-1.book Page 65 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 4: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

Afdeling 1 • Huwelijksvermogensrecht

66 L A R C I E R

Boek 1 / Topic 11

D. Scheiding van passief

96. De schulden van elke echtgenoot zijn eigen schulden (of onverdeeld) en kun-nen slechts verhaald worden op diens eigen vermogen (of aandeel in een onver-deeldheid met toepassing van art. 1561 Ger.W.). Voor schuldeisers geldt der-halve het gemene verhaalsrecht, in tegenstelling tot de bijzondere regeling vande artikelen 1409-1414 BW voor stelsels van gemeenschap van goederen. Wet-telijke hoofdelijkheid volgt, zoals bekend, uit de toepassing van artikel 222 BW,voor gewone huishoudelijke schulden en schulden ten behoeve van de opvoe-ding van de kinderen.

Indien een echtgenoot meer dan zijn aandeel in een schuld heeft betaald, dan welde schuld van de andere echtgenoot heeft voldaan, dan ontstaat mogelijkerwijzeeen grondslag tot terugvordering tussen de echtgenoten, volgens de regels zoalshoger al uiteengezet.

97. Indien een schuldeiser een goed in beslag neemt van een debiteur, echtgenootgehuwd onder scheiding van goederen, dan bieden zich, voor zover het een pri-véschuld betreft (en geen gezamenlijke of hoofdelijke schuld) drie mogelijkhe-den aan:– het beslagen goed is eigendom van de debiteur. Het beslag gaat door;– het beslagen goed is onverdeelde eigendom met de andere echtgenoot. Con-

form artikel 1514 Ger.W. kan deze verzet doen tegen het beslag. Indien hetbewijs van de onverdeeldheid wordt geleverd, dan zal deze ook de verdelingkunnen vorderen (art. 1561 Ger.W.) zodat het beslag wordt opgeschort;

– het beslagen goed is eigendom van de echtgenoot van de debiteur. Deze laat-ste doet verzet, bewijst zijn eigendom en revindiceert het goed. Het beslagwordt opgeheven107.

E. Scheiding van bestuur

98. Geheel in de logica van de scheiding van actief en passief verleent artikel1466 BW aan elk der echtgenoten de volheid van bevoegdheid om alleen zijn ofhaar eigen vermogen te besturen. Deze autonomie van bestuur is een belangrijkkenmerk van de scheiding van goederen, in schril contrast met het concurren-tieel bestuur in stelsels van gemeenschap.

99. Elke echtgenoot stelt om het even welke daad van beheer of beschikking tenaanzien van zijn vermogen alleen, zonder controle of instemming van de andereechtgenoot. Op dit principe moeten nochtans enkele nuanceringen worden aan-gebracht.

107. A. VERBEKE, “Revindicatie door de echtgenoot van de beslagen schuldenaar”, T.Not. 1993, 219-232.

estate2011-boek-1.book Page 66 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 5: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 67

Boek 1 / Topic 11

100. Er zijn vooreerst de wettelijke uitzonderingen volgend uit het primair stel-sel, zoals de verplichte instemming bij verkoop of bezwaring van de gezinswo-ning (art. 215 BW) en beperkingen met het oog op de bescherming van delevensstandaard van het gezin zoals de prioritaire besteding van inkomsten aande lasten van het huwelijk (art. 217 BW) en de verplichte bijdrage aan de lastenvan het huwelijk naar evenredigheid van zijn vermogen (art. 221 BW), evenalsde reeds genoemde mogelijkheid tot nietigverklaring van schenkingen en per-soonlijke zekerheden wegens strijdigheid met het belang van het gezin (art. 224BW).

101. Ook andere wettelijke bepalingen kunnen leiden tot bestuursbeperkingen.Zo bijvoorbeeld het verbod van verkoop tussen echtgenoten van artikel 1595BW. Zie ook de bepaling van artikel 1469, tweede lid BW. Bestuur van eenonverdeeldheid is onderworpen aan de regels van artikel 577-2 § 4 tot 7 BW.

102. Lastgeving tussen echtgenoten tenslotte mag niet in het huwelijkscontractworden opgenomen en moet steeds herroepelijk zijn (art. 219 BW). Een anderebijzondere bepaling is artikel 1467 BW dat een weerlegbaar vermoeden invoertdat de echtgenoot-lasthebber de niet meer aanwezige vruchten heeft gebruikt tenbehoeve van de lastgever, dan wel ten behoeve van de huishouding, en deze der-halve niet dient terug te geven. Deze bepaling kan in het huwelijkscontract bui-ten werking worden gesteld.

F. Vereffening-verdeling

103. Niet alleen bij de ontbinding van het stelsel, door echtscheiding of overlij-den, of bij wijziging, maar ook gewoon en cours de route, kunnen verrekeningentussen de echtgenoten worden doorgevoerd. Deze kunnen zowel betrekkinghebben op de financiële verhoudingen tussen de echtgenoten tot regeling vantransfers van de een naar de ander, maar ook op vereffening en verdeling vangoederen die zij samen in onverdeeldheid hebben. In tegenstelling tot de stelselsvan gemeenschap, moet hier de ontbinding van het stelsel niet worden afge-wacht. Zowel de regeling van vorderingen, als de uit onverdeeldheidtreding kandoor elke echtgenoot op elk moment worden gevorderd. Dit laatste wordt innavolging van het gemeen recht van artikel 815 BW expliciet bevestigd in artikel1469 BW.

estate2011-boek-1.book Page 67 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 6: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

estate2011-boek-1.book Page 68 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 7: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 69

Boek 1 / Topic 12

Boek 1 / Topic 12

Scheiding van goederen – Correcties

ALAIN-LAURENT VERBEKE

A. Externe en interne werking

104. De zuivere scheiding van goederen geeft aanleiding tot nogal wat onbillijkesituaties108 (zie supra topic 11). Bij het zoeken naar een fair contract is het vanbelang een onderscheid te maken tussen de externe zakenrechtelijke werking vande scheiding van goederen en de interne gevolgen daarvan tussen de echtgeno-ten.

105. Bij de zuivere scheiding is de zakenrechtelijke toestand identiek aan de ver-bintenisrechtelijke verhouding tussen de echtgenoten. Elk neemt wat op zijnnaam staat. Vorderingen over en weer ontstaan indien de ene goederen of schul-den van de ander financiert (zie supra topic 11).

106. Dit onderscheid tussen externe en interne werking van de scheiding vangoederen kan perfect worden doorgetrokken op het vlak van de correcties dieaan het stelsel kunnen worden toegevoegd teneinde tot een meer genuanceerdeen billijke regeling te komen. Aldus zijn er externe correcties denkbaar, meteffect op zakenrechtelijk vlak, en interne correcties die louter tussen de echtge-noten werken.

Hierbij is het van belang voor ogen te houden dat het steeds gaat om correctiesaan een hoofdstelsel van scheiding van goederen. Dit is en blijft het huwelijks-vermogensstelsel dat dominant het regime beheerst en van waaruit alle vraag-stukken moeten worden behandeld. Hoe te bepalen in welk stelsel men zich meteen bepaald huwelijkscontract bevindt, zal ik kort toelichten in topic 13.

B. Externe correcties (zie infra topic 13)

107. Als correctie op de zuivere scheiding kan worden gekozen om het principevan de scheiding niet voor alle goederen door te trekken en aan bepaalde goede-ren een ander zakenrechtelijk statuut te geven, met name door toevoeging vaneen bepaalde massa van goederen waarin beide echtgenoten gerechtigd zijn.

108. A. VERBEKE, Goederenverdeling bij echtscheiding, Antwerpen, Maklu, 1994, tweede ongewijzigde druk.

estate2011-boek-1.book Page 69 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 8: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

Afdeling 1 • Huwelijksvermogensrecht

70 L A R C I E R

Boek 1 / Topic 12

108. Ook contractuele eigendomsvermoedens kunnen het bewijsrechtelijkniveau overstijgen en hebben vaak een eigendomsoverdragend effect ten gunstevan de echtgenoot die zich op het vermoeden kan beroepen.

C. Interne correcties (zie infra topic 14)

109. Interne correcties raken het zakenrechtelijk statuut van de goederen niet.Alle goederen blijven op naam staan van de echtgenoot die er de eigenaar vanis. Dit blijft ook zo na de ontbinding van het stelsel, bijvoorbeeld bij echtschei-ding. Elke echtgenoot behoudt de goederen die op zijn naam staan.

110. De oplossing situeert zich in de interne verhouding tussen de echtgenoten,via een verrekenvordering. De verrekening werkt louter verbintenisrechtelijk: erontstaat een vordering van de ene echtgenoot op de andere. De concrete invul-ling van dergelijke verbintenisrechtelijke verrekening wordt in het huwelijks-contract vastgelegd in een verrekenbeding.

D. Combi-contract (zie infra topic 15)

111. Elke estate planning is maatwerk. Het is niet anders voor een huwelijks-contract. Men dient dus niet te denken in termen van één welbepaald type vancorrectie. Het is perfect mogelijk om diverse vormen van correctie, in meerdereof mindere mate, al naargelang het geval en de noden die in concreto spelen, metelkaar te combineren.

Dit kan tot gevolg hebben dat het huwelijkscontract vrij ingewikkeld wordt. Hetzal hierbij vooral van belang zijn om consequent en consistent alle verschillendecorrecties goed uit elkaar te houden. Primordiaal hierbij is om niet uit het oogte verliezen dat men werkt binnen een stelsel van scheiding van goederen.

estate2011-boek-1.book Page 70 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 9: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 71

Boek 1 / Topic 13

Boek 1 / Topic 13

Scheiding van goederen – Externe correcties

ALAIN-LAURENT VERBEKE

Zoals in de vorige topic uitgelegd, wijzigen externe correcties het zakenrechtelijkstatuut van goederen. De goederen staan ingevolge de correctie niet meer opnaam van echtgenoot A, maar worden goederenrechtelijk eigendom van A en Bsamen of zelfs van B alleen.

A. Eigendomsvermoedens

112. Contractuele eigendomsvermoedens vervullen in eerste instantie eenbewijsrechtelijke functie. De vermoedens kunnen de eigendom exclusief aan éénwelbepaalde echtgenoot toewijzen, of in onverdeeldheid aan beiden. Eigen-domsvermoedens kunnen echter ook de zakenrechtelijke werking van de schei-ding van goederen doorbreken via een translatief effect waardoor de eigendomtoekomt aan de begunstigde van het vermoeden.

113. In principe moet elke echtgenoot zijn aandeel in de prijs van een goed beta-len. Betaalt de andere echtgenoot meer dan zijn aandeel, dan kan hij eventueelterugvorderen (zie supra topic 11). Wat gebeurt er echter wanneer een vermoe-den van persoonlijke of onverdeelde eigendom als onweerlegbaar wordt bedon-gen? In dat geval zal de financierende echtgenoot het tegenbewijs van zijn extrafinanciering niet kunnen leveren zodat tussen de echtgenoten een vermogensver-schuiving ontstaat. Als man en vrouw samen een goed aankopen, de man betaaltalles en er is een onweerlegbaar vermoeden van onverdeeldheid, dan zal de manwegens dit vermoeden niet kunnen terugvorderen van de vrouw, zodat er eeneigendomsoverdragend effect uitgaat van dit vermoeden.

114. Voor zover het onweerlegbare vermoeden als een schenking wordt gekwa-lificeerd, blijft een vordering vanwege de financierende echtgenoot echter steedsmogelijk, ingevolge herroeping van de schenking. In de mate evenwel dat hetvermoeden wordt beschouwd als een huwelijksvoordeel, onder bezwarendetitel, zal dergelijke vordering uitgesloten zijn. In een arrest van 1978 bevestigdehet Hof van Cassatie alvast de eigendomsoverdragende werking van vermoe-dens in het huwelijkscontract109.

109. Cass. 20 oktober 1978, RW 1978-79, 2368, noot CASMAN. Zie de bespreking bij A. VERBEKE, De evolutie inde huwelijkscontracten, Antwerpen, Kluwer, 1995, 112-119.

estate2011-boek-1.book Page 71 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 10: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

Afdeling 1 • Huwelijksvermogensrecht

72 L A R C I E R

Boek 1 / Topic 13

B. Toevoeging van een massa van goederen

115. Aan hun stelsel van scheiding van goederen kunnen de echtgenoten eenmassa van goederen toevoegen die een ander lot zal volgen, onverdeeld ofgemeenschappelijk. Het kan hier gaan om tegoeden die gezamenlijk door deechtgenoten op een rekening worden gezet, of om de aanwinsten die zij tijdenshet huwelijk realiseren. Het kan zelfs gaan over een welbepaald goed, bijvoor-beeld de villa waarin het gezin woont.

C. Welk stelsel?

116. Bij de redactie van een dergelijk huwelijkscontract is het in eerste instantievan cruciaal belang om na te gaan of het nog wel om een stelsel van scheidingvan goederen gaat. Immers, eens men terecht komt in het stelsel van gemeen-schap van goederen, zal de contractsvrijheid terzake danig verminderen. Dit ishet gevolg van de ‘sluiswerking’ van artikel 1451 BW volgens het welk de dwin-gende regels van bestuur en verhaalsrechten van schuldeisers van het wettelijkstelsel, van toepassing zijn op alle stelsels van gemeenschap van goederen.

Wil men derhalve aan die dwingende regels ontsnappen, dan is het noodzakelijkom een contract te maken dat niet als een stelsel van gemeenschap wordt gekwa-lificeerd. En als het geen stelsel van gemeenschap is, dan moet het wel een stelselvan scheiding van goederen zijn.

117. Hoewel er geen eensgezindheid bestaat over het determinerende criterium,lijkt een meerderheid zich toch te scharen achter het criterium dat ik in 1995voorstelde. Van een stelsel van gemeenschap is sprake zodra onmiddellijk en vanrechtswege de inkomsten uit arbeid gemeenschappelijk zijn. Indien dit niet hetgeval is, bevinden wij ons in een stelsel van scheiding van goederen. In eenandere opvatting ligt het beslissend criterium in de aanwezigheid van een ver-moeden van gemeenschap110.

D. Welke massa?

118. Eens verzekerd is dat het contract dat wij maken een stelsel van scheidingvan goederen omvat, dan rijst de vraag welke massa wij aan dit hoofdstelsel zul-len toevoegen. Wordt het een gewone gemeenrechtelijke onverdeeldheid of eengemeenschappelijk vermogen?

Van een gemeenrechtelijke onverdeeldheid is er sprake indien de massa goederente allen tijde door zowel derden als door de echtgenoten tot een einde kan wor-den gebracht. Van een gemeenschappelijk vermogen zal er sprake zijn zo de

110. B. CARTUYVELS, “Société (communauté) limitée à un seul bien: proposition de formule” in Liber AmicorumRaucent, Brussel, 1993, 107.

estate2011-boek-1.book Page 72 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 11: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 73

Boek 1 / Topic 13

massa goederen een bijzondere bestemming verkrijgt. Deze toegevoegde massais dan niet louter toevallig maar maakt een integrerend bestanddeel uit van hetstelsel. Hiertoe is vereist dat deze massa een actief en een passief heeft, met toe-passing van de zaakvervanging, bestemd om tijdens het huwelijk in de behoeftenvan het gemeenschappelijke leven van de echtgenoten en het gezin te voorzien.

Omdat wij ons bevinden in een stelsel van scheiding van goederen kan een daar-aan toegevoegd gemeenschappelijk vermogen enkel interne werking hebben tus-sen de echtgenoten. Ten aanzien van derden is dit een gemene onverdeeldheid,zodat de verhaalregels van het gemeenschappelijk vermogen uit de stelsels vangemeenschap hierop niet van toepassing zijn. Daarom heb ik dit een toegevoegdintern gemeenschappelijk vermogen genoemd (TIGV), om dit goed te onder-scheiden van de gemeenschap in een stelsel van gemeenschap van goederen.

Aldus kan men stellen dat de gemene onverdeeldheid een zowel extern als internongebonden gemeenschap is. Derden en ook de echtgenoten kunnen de ‘gemeen-schap’ te allen tijde doen springen. Het toegevoegd intern gemeenschappelijkvermogen is extern ongebonden maar intern gebonden. Derden kunnen haardoen springen, de echtgenoten niet. Het gemeenschappelijk vermogen in eenstelsel van gemeenschap tenslotte is een volledig gebonden gemeenschap, zowelextern als intern. Noch derden, noch de echtgenoten kunnen de gemeenschapdoen springen, behoudens op de door de wet geregelde tijdstippen van ontbin-ding van het stelsel van gemeenschap.

E. Gemeenrechtelijke onverdeeldheid

119. De gemene onverdeeldheid toegevoegd aan de scheiding van goederen kanruim of beperkt zijn, kan één goed omvatten, of alle aanwinsten of besparingen.Denken wij ook aan het stelsel van scheiding van goederen met onverdeeldma-king van de besparingen zoals ontwikkeld door notaris Snyers in zijn gelijk-namige boek111.

Essentieel is dat zowel derden als de echtgenoten te allen tijde de verdeling vandeze onverdeeldheid kunnen vorderen. Zoals vermeld is het een ongebondengemeenschap op alle vlak. Inzake het bestuur van deze onverdeeldheid, kunnende echtgenoten vrijelijk bepalen wat zij willen, zolang zij niet ingaan tegen hetprincipe van de gelijkheid der echtgenoten. De bestuursregeling uit het wettelijkstelsel kan m.i. niet suppletief van toepassing worden verklaard112. De verhaal-rechten van de schuldeisers worden volkomen beheerst door het gemeen recht.

Nadeel van dergelijke massa is dat bij inbreng van een onroerend goed het muta-tierecht voor overdracht zal verschuldigd zijn ten belope van de helft van dewaarde van het goed.

111. SNYERS, Scheiding van goederen met onverdeeldmaking van besparingen, Antwerpen, Kluwer, 1995.112. Zie in De evolutie van de huwelijkscontracten, nr. 64.

estate2011-boek-1.book Page 73 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 12: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

Afdeling 1 • Huwelijksvermogensrecht

74 L A R C I E R

Boek 1 / Topic 13

F. Toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen (TIGV)

120. De bijzondere bestemming van een TIGV is cruciaal om te worden onder-scheiden van een gewone onverdeeldheid. Aldus wordt bepaald: “Aan dit stelselvan scheiding van goederen, dat zoals vermeld dient te worden beschouwd alshet dominante basisregime, wordt een intern gemeenschappelijk vermogen toe-gevoegd, met bijzondere bestemming ten behoeve van de lasten van het huwelijken het gemeenschappelijk leven der echtgenoten en hun gezin”.

121. Inzake de samenstelling en omvang van het TIGV is vrijheid troef. Menkan inbrengen wat men wil, ook asymmetrisch, zonder dat enige wederkerigheidnodig is. De een kan niets of weinig inbrengen, de andere echtgenoot veel. Erkan bijvoorbeeld één villa worden ingebracht. Het is alleen maar zaak om goedte bepalen wat precies wordt ingebracht, daarbij ook aandacht te hebben voorhet passief, evenals voor de inkomsten, en vooral de zaakvervanging. Het is aan-gewezen te bepalen dat enerzijds de inkomsten uit goederen behorend tot hetTIGV ook tot die gemeenschap behoren, doch dat anderzijds alle overige inkom-sten zoals onder meer de inkomsten uit beroepsactiviteiten en de inkomsten uiteigen goederen, niet behoren tot het toegevoegd gemeenschappelijk vermogen,vermits het dominante basisregime het stelsel der scheiding van goederen is.

Essentieel is de regeling van de zaakvervanging in verband met goederen beho-rend tot het TIGV. De enige vuistregel die hierbij moet worden in acht genomenis dat er ten aanzien van het TIGV zaakvervanging moet zijn. Zonder zaakver-vanging wordt het TIGV immers een toevalligheid en vormt deze geen integre-rend bestanddeel van het stelsel, zodat het een gewone onverdeeldheid zou zijn.Indien dan een onroerend goed wordt ingebracht, zal het evenredig mutatierechtverschuldigd zijn. Indien het onroerend goed daarentegen wordt ingebracht ineen TIGV dan is er sprake van een inbreng in een gemeenschappelijk vermogen,zodat het vast recht van 25 euro van toepassing is. Dit is een fiscale overwegingdie van groot belang is bij de redactie van de toegevoegde massa.

Maar hoe en in welke mate de zaakvervanging werkt, is vrij te bepalen. Het isderhalve mogelijk te stipuleren dat er bij vervreemding van gemeenschapsgoede-ren slechts zaakvervanging optreedt indien het nieuw aangeschafte goed voorhonderd procent met gemeenschapsgelden is verkregen. De toepassing van arti-kel 1402 BW wordt dan best uitdrukkelijk uitgesloten. Tevens is het aangewezenom dan toe te voegen dat het voorgaande geldt onverminderd toepassing van devergoedingsregeling van de artikelen 1432 e.v. BW.

122. Zoals vermeld kunnen de echtgenoten de verdeling van het TIGV niet vor-deren tijdens de werking van de stelsel. Intern is het immers een gebondengemeenschap. Het bestuur van een TIGV kan vrij worden geregeld. Hier kan welworden gekozen voor de bestuursregeling van het wettelijk stelsel van gemeen-schap van aanwinsten. Omdat het TIGV ten aanzien van derden een ongebon-den gemeenschap is, dus een gewone onverdeeldheid, gelden de normale ver-

estate2011-boek-1.book Page 74 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 13: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 75

Boek 1 / Topic 13

haalregels uit het gemeen recht. Derden zullen beslag kunnen leggen als op eengewone onverdeeldheid (zie supra topic 11).

123. Een ander praktisch punt is de differentiatie van het lot van het TIGV naar-gelang het type van ontbinding van het stelsel. Net zoals bij een gewoon gemeen-schapsregime kan worden bepaald dat het TIGV in geval van ontbinding van hetstelsel door echtscheiding of tafel en bed gelijk zal worden verdeeld. Tevens kanworden geregeld dat in dat geval welbepaalde goederen uit het TIGV (met toe-passing van zaakvervanging) door de inbrengende echtgenoot zullen wordenteruggenomen als diens persoonlijke eigendom, zonder enige aanrekening opdiens kavel in het TIGV en zonder enige vergoeding verschuldigd te zijn voordeze terugneming, onverminderd eventuele vergoedingsregeling conform deartikelen 1432 e.v. BW.

124. Daartegenover kan dan een geheel andere regeling staan voor het geval vanontbinding van het huwelijk of van het huwelijksstelsel door overlijden van eenechtgenoot. Aldus kan voor die hypothese aan het TIGV een keuze- of verblij-vingsbeding onder last worden gekoppeld (zie daarover HEP 4: Vermogensplan-ning met effect bij overlijden: langstlevende).

estate2011-boek-1.book Page 75 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 14: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

estate2011-boek-1.book Page 76 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 15: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 77

Boek 1 / Topic 14

Boek 1 / Topic 14

Scheiding van goederen – Interne correcties

ALAIN-LAURENT VERBEKE

Interne correcties raken het zakenrechtelijk statuut van de goederen niet. Allegoederen blijven op naam staan van de echtgenoot die er de eigenaar van is, ookbij echtscheiding. De verrekening werkt louter verbintenisrechtelijk via een ver-rekenvordering, volgens de termen van een verrekenbeding. Grosso modo moe-ten daarbij vier hoofdvragen worden beantwoord: verreken-massa, verreken-sleutel, verreken-tijdstip, verreken-modaliteiten.

A. Eerste vraag: Wat is de verreken-massa?

1. Ruim of beperkt

125. Welke zijn de goederen die in aanmerking worden genomen, bij elk derechtgenoten, om als basis te dienen voor de verrekening? Evenals bij stelsels vangemeenschap van goederen kan deze verreken-massa sterk in omvang variëren.Zoals wij de beperkte gemeenschap van aanwinsten en de algehele gemeenschapvan goederen kennen, met daarbij nog vele gradaties en variaties, zo kan ook deverreken-massa op een zeer creatieve wijze, beperkt of ruimer, worden omschre-ven.

Men kan de afrekening beperken tot de goederen die tijdens het huwelijk zijnverworven onder bezwarende titel, de zogenaamde aanwinsten. Een nog gerin-gere basis voor verrekening bestaat wanneer men deze linkt aan een welbepaaldgoed, bijvoorbeeld de gezinswoning. In een ruimere verreken-massa kunnen ookde voorhuwelijkse goederen worden betrokken en zelfs alle goederen, dus ookmet inbegrip van verkrijgingen uit schenking, erfenis of testament. Dit is watmen in Nederland het ‘alsof-beding’ noemt: economisch via vordering afrekenenalsof men gehuwd was onder het Nederlandse wettelijk stelsel van de algehelegemeenschap van goederen.

Meteen is nog eens duidelijk het verschil met gemeenschapsregimes aangegeven.In dit laatste geval hebben de echtgenoten beiden een goederenrechtelijk jasjeaan. Beiden hebben zakelijke rechten als mede-eigenaar in de goederen die totde gemeenschap behoren. Dit is niet zo bij de scheiding van goederen met verre-kenbeding. Het basisregime van de scheiding van goederen, gedetermineerddoor het title principle (zie supra topic 11), wordt zoals gezegd niet gewijzigd.Het is dus mogelijk dat slechts één echtgenoot zakenrechtelijk als eigenaar van

estate2011-boek-1.book Page 77 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 16: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

Afdeling 1 • Huwelijksvermogensrecht

78 L A R C I E R

Boek 1 / Topic 14

het gehele vermogen wordt aangemerkt. De verbintenisrechtelijke correctiebestaat er dan in dat de andere echtgenoot een vordering heeft, te begroten naar-gelang de vastgelegde verreken-massa en ook verreken-sleutel.

2. Aanwinsten

126. Indien de verreken-massa wordt beperkt tot de aanwinsten (hetgeen zekerhet geval zal zijn voor een verrekenbeding met uitwerking bij echtscheiding, zieook infra), dan is het zaak om concreet en precies te omschrijven wat met aan-winsten wordt bedoeld.

Huwelijkse aanwinsten zijn alle goederen die verkregen zijn onder bezwarendetitel tijdens het huwelijk en die niet bewezen zijn een belegging of wederbeleg-ging te zijn van eigen goederen. Het zijn goederen verkregen met gemeenschap-pelijke fondsen, dit is met inkomsten of besparingen gerealiseerd op dergelijkeinkomsten113. Aanwinsten zijn goederen waarvan de verwerving gerelateerd ofgelieerd is aan het huwelijk114. Het decisieve moment is derhalve de aanvang vanhet huwelijk, niet de datum van een eventuele wijziging van het huwelijks-contract. Als echtgenoten reeds dertig jaar gehuwd zijn onder zuivere scheidingvan goederen, en daar nu een finaal verrekenbeding over de aanwinsten aantoevoegen, dan wordt de verreken-massa gevormd door alle aanwinsten, sindsde aanvang van het huwelijk.

De categorie van aanwinsten kan zelf gradueel ruimer of beperkter zijn. Zo kanmen de inkomsten uit beroepsactiviteit die de grondslag vormen voor aanwin-sten zeer strikt definiëren (bv. enkel salaris) of ruimer (bv. ook tantièmes). Aan-winsten zijn dan bijvoorbeeld alle goederen die elk der echtgenoten tijdens hethuwelijk onder bezwarende titel verkrijgt, de besparingen verwezenlijkt opinkomsten uit beroepsactiviteit in de strikte zin van het woord, evenals de onuit-gegeven inkomsten uit beroepsactiviteit, behoudens alle goederen en inkomstenzoals verder in het huwelijkscontract uitgesloten. Deze uitsluiting betreft danbijvoorbeeld alle goederen die de echtgenoten in eigendom hebben bij de aan-vang van het huwelijk, met inbegrip van de inkomsten van deze goederen, even-als alle goederen die de echtgenoten tijdens het huwelijk verkrijgen bij wijze vanschenking, erfenis of testament, met inbegrip evenzeer van de inkomsten van aldeze goederen, evenals alle goederen verkregen bij wijze van zaakvervanging,belegging of wederbelegging van deze goederen. Omtrent de zaakvervangingkunnen dan weer naar believen regels worden geformuleerd. Tevens wordt besteen regeling opgenomen inzake de waardering der aanwinsten.

Een en ander wordt ook omschreven in termen van aanvangsvermogen en eind-vermogen. Bij een verrekening van aanwinsten behoren tot het aanvangsvermo-gen de goederen verworven voor het huwelijk en tijdens het huwelijk om niet.

113. H. CASMAN, “Le droit de survie ou avantages matrimoniaux en régime de séparation de biens” in Quinzeannées d’application de la réforme des régimes matrimoniaux, Brussel, Bruylant, 1991, 20 A.114. Cf. A. VERBEKE, “Krachtlijnen voor een wettelijk huwelijksvermogensstelsel” in Algehele gemeenschap vangoederen: afschaffen!?, Serie Ars Notariatus CVII, Deventer, Kluwer, 2001, 38-39.

estate2011-boek-1.book Page 78 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 17: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 79

Boek 1 / Topic 14

Het eindvermogen omvat alle goederen van een echtgenoot bij ontbinding vanhet stelsel met inbegrip van de goederen uit het aanvangsvermogen. Deze laatsteworden dubbel gerekend maar verschillend gewaardeerd zodat enkel de tijdenshet huwelijk gerealiseerde werkelijke waardevermeerdering als aanwinst in aan-merking komt. Zowel van aanvangs- als van eindvermogen worden de schuldenafgetrokken. Het saldo tussen netto-aanvangsvermogen en netto-eindvermogenvormt de huwelijkse aanwinsten.

B. Tweede vraag: Wat is de verreken-sleutel?

127. Wanneer is vastgelegd welke goederen in aanmerking komen voor verreke-ning, moet worden bepaald volgens welke criteria de verrekenvordering wordtbegroot.

Vaak is de verreken-sleutel de helft, maar dat is niet noodzakelijk zo. Alle anderemogelijke breukdelen zijn toegelaten, zolang maar duidelijk wordt bepaaldwaarop en hoe die dan moeten worden berekend. De verreken-sleutel hoeft nietnoodzakelijk de helft te zijn. Men kan zelfs een sleutel 100-0 toepassen, bijvoor-beeld ten gunste van de langstlevende echtgenoot (zie HEP 4: Vermogensplan-ning met effect na overlijden: langstlevende). Het is duidelijk dat, zoals voor debepaling van de verreken-massa, evenzeer op het vlak van de verreken-sleutelmet de nodige zin voor creativiteit vaak een interessante oplossing kan wordenbedacht voor de specifieke noden en behoeften van het koppel.

1. Waarop verreken-sleutel toepassen?

128. In een verrekenbeding van aanwinsten duidt de verreken-sleutel aan hoegroot de vordering van elke echtgenoot is ten aanzien van de aanwinsten van deandere echtgenoot. De verreken-sleutel voor de helft komt er, via compensatie,op neer dat deze wordt toegepast op het verschil der aanwinsten. Dit komt ookovereen met een verrekening voor de helft van de totale verreken-massa. Ditlaatste geldt echter enkel voor de gelijke verreken-sleutel.

Indien een andere verreken-sleutel wordt gebruikt, is het derhalve van grootbelang precies aan te duiden waarop die sleutel moet worden toegepast: op deaanwinsten van de andere, op het verschil der aanwinsten of op de totale verre-ken-massa?

129. Ter illustratie eerst een gelijke verreken-sleutel bij een verrekenbeding vanaanwinsten, met totale verreken-massa van 1000 waarvan 700 op naam van deman en 300 op naam van de vrouw. De vrouw heeft een vordering van 350 opde man en de man een vordering van 150 op de vrouw. Ingevolge compensatieheeft de vrouw nog een vordering van 200 op de man. Dit komt overeen mettoepassing van de gelijke verreken-sleutel op het verschil der aanwinsten (400/2=200). Dit komt ook overeen met toepassing van de gelijke verreken-sleutel op

estate2011-boek-1.book Page 79 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 18: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

Afdeling 1 • Huwelijksvermogensrecht

80 L A R C I E R

Boek 1 / Topic 14

de totale massa: de vrouw heeft recht op 500, heeft al 300 en derhalve nog bij-komend recht op 200 via de verrekenvordering.

Passen wij nu op hetzelfde geval een verreken-sleutel van 10% toe. Toegepast opde wederzijdse aanwinsten krijgt de man een vordering van 30 op de vrouw ende vrouw een vordering van 70 op de man, zodat de vrouw ingevolge compen-satie een vordering heeft van 40. Hetzelfde resultaat wordt bekomen door toe-passing van de verreken-sleutel op het verschil der aanwinsten (400/10=40).Geheel anders is het resultaat indien de sleutel wordt toegepast op de totaleverreken-massa. Dan heeft de vrouw recht op 100, zodat zij geen vorderingbekomt vermits zij al 300 heeft. Bij afwijking van de gelijke verreken-sleutel zalmen dus zeer precies moeten bepalen wat men bedoelt. Slechts indien de aanwin-sten van de vrouw in het genoemde voorbeeld minder zijn dan 100, zal zij voorhet saldo tot 100 over een vordering op haar man beschikken.

2. Correcties

130. Vaak is het handig om te werken met minima en maxima, en correctiesallerhande115. Zo kan bijvoorbeeld worden bepaald dat de verreken-sleutel dehelft is, maar gecapt op 10% van de totale verreken-massa. In voornoemd voor-beeld zal de vordering van de vrouw van 200 dan worden gecapt op 100. Als devrouw in ons voorbeeld aanwinsten zou hebben ten belope van 450 en haar man550, dan zou zij slechts recht hebben op een vordering van 50. Het is ook perfectmogelijk om de ‘cap’ te laten mee-evolueren met de duur van het huwelijk, en erbijvoorbeeld elk jaar 2% aan toe te voegen.

Stel bijvoorbeeld dat de verreken-massa bestaat uit 1000 op naam van de manen 200 op naam van de vrouw. Als de verreken-sleutel de helft is, dan betekentdit dat elke echtgenoot recht heeft – in economische zin – op de helft van deverreken-massa, dus op 600. Man en vrouw behouden elk de goederen op hunnaam, zodat de man 400 te veel heeft. Dit wordt gecompenseerd via de verre-kenvordering ad 400 die de vrouw verkrijgt op haar man.

C. Derde vraag: Wat is het verreken-tijdstip?

1. Periodiek en finaal

131. De echtgenoten zijn vrij om te bepalen op welk tijdstip tot verrekeningmoet of kan worden overgegaan. Hier situeert zich het onderscheid tussen hetperiodiek en het finaal verrekenbeding. Bij het eerste wordt bepaald dat de echt-genoten op geregelde tijdstippen, bijvoorbeeld op het einde van elk kalenderjaar,tot verrekening zullen overgaan. Bij het tweede wordt de verrekening pas door-

115. Voor een grondige analyse verwijs ik naar mijn geciteerde bijdrage in het Liber Amicorum Prof. Dr. RogerDillemans, Antwerpen, Kluwer, 1997, 440-445.

estate2011-boek-1.book Page 80 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 19: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 81

Boek 1 / Topic 14

gevoerd op een finaal tijdstip. Dit kan een welbepaald ogenblik zijn, bijvoor-beeld veertig jaar na de overeenkomst. Meestal gaat het echter om een onbe-paald tijdstip, met name bij ontbinding van het betrokken huwelijksvermogens-stelsel of in geval van een welbepaalde vorm van ontbinding bijvoorbeeld dooroverlijden (zie infra topic 14, 2. Overlijden of echtscheiding).

132. Het periodiek (nieuw Amsterdams) verrekenbeding is een hele tijd inNederland erg populair geweest. Het succes ervan is nu tanende omdat blijkt datechtgenoten wel erg goede boekhouders moeten zijn om consequent tot perio-dieke verrekening over te gaan. Gelet op het feit dat dit meestal niet gebeurt, endat vaak is voorzien in een vervaltermijn van enkele jaren, zodat het verreke-ningsrecht dan een lege doos blijkt te zijn, wordt aangeraden om het periodiekverrekenbeding te combineren met een finale verrekening. De rechtspraak vande Nederlandse Hoge Raad heeft hierbij een cruciale rol gespeeld116. Een enander is sinds 1 september 2002 in Nederland ook wettelijk vastgelegd.

2. Overlijden of echtscheiding?

133. Essentieel is de vraag of verrekening toegelaten is bij elke vorm van ontbin-ding van het huwelijksvermogensstelsel, met name ook bij echtscheiding. Zoalsbij het TIGV zal inzake het tijdstip van verrekening en de verreken-massa die inhet ene of het andere geval aan de orde is, best gedifferentieerd worden.

Men is tot meer verrekening bereid in geval van overlijden dan bij echtscheiding.In geval van overlijden is het zelfs mogelijk om niet alleen een grotere verreken-massa aan te duiden (alsof-beding), maar daaraan ook een soort van verblij-vingsbeding te koppelen dat er in bestaat dat de totaliteit van de verreken-massain waarde toekomt aan de langstlevende echtgenoot, onder aftrek van de goede-ren op zijn naam (zie HEP 4: Vermogensplanning met effect bij overlijden:langstlevende).

Het is begrijpelijk dat een alsof-beding (alsof men gehuwd was onder de algehelegemeenschap van goederen) in Nederland steeds wordt beperkt tot de ontbin-ding door overlijden, met de uitdrukkelijke bepaling dat het beding niet geldtindien wordt aangetoond dat er op het ogenblik van dat overlijden een feitelijkescheiding bestaat of een echtscheidingsprocedure hangende is.

Een finaal verrekenbeding beperkt tot de huwelijkse aanwinsten daarentegenzou nuttig ook kunnen worden bedongen voor de hypothese van echtscheiding.Hoewel dit soms gebeurt, zijn vele mannen die onder scheiding van goederenhuwen niet al te happig naar dergelijke clausule117. Om pijnlijke en lange discus-sies te vermijden wordt voor de hypothese van echtscheiding soms gebruikgemaakt van een forfaitaire compensatieclausule waarbij bijvoorbeeld de

116. Zie daarover L.C.A. VERSTAPPEN, “Naar nieuwe verrekenstelsels”, WPNR 2000, nrs. 6387 en 6388.117. Zelf heb ik voorgesteld dat dergelijk systeem dwingend in ons recht zou worden opgenomen zodat het nietmeer in een huwelijkscontract moet worden bedongen: “Naar een billijk relatie-vermogensrecht”, TPR 2001, 373-402 en “Weg met de koude uitsluiting!”, WPNR 2001, p. 945-952, nr. 6464.

estate2011-boek-1.book Page 81 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 20: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

Afdeling 1 • Huwelijksvermogensrecht

82 L A R C I E R

Boek 1 / Topic 14

beroepsactieve echtgenoot aan de thuiswerkende partner een vast bedrag ver-schuldigd is in geval van echtscheiding. Dit bedrag kan worden geïndexeerd ofkan ook mee-evolueren met de duur van het huwelijk.

D. Vierde vraag: Welke zijn de verreken-modaliteiten?

134. Meestal is de verrekening wederkerig, maar het kan ook een eenzijdig rechtzijn voor één echtgenoot. Meestal is de verrekening verplicht, maar het kan ookeen facultatieve optie zijn. In dit laatste geval voorziet het huwelijkscontract ineen clausule die aan de langstlevende echtgenoot de keuze laat, een optie geeft,om al dan niet over te gaan tot verrekening. Hierbij is het van belang, zoals bijelk keuzerecht in een huwelijkscontract, op concrete en precieze wijze te bepalenhoe en binnen welke termijn de optie moet worden gelicht, evenals wat de gevol-gen zijn bij niet of niet-tijdige lichting der optie. Dergelijke optie is niet in strijdmet de vereiste coherentie van het huwelijksvermogensstelsel, en vormt evenmineen verboden erfovereenkomst118. De formulering als een optie kan op fiscaalvlak voordelig zijn, in het raam van de successierechten (zie HEP 4: Vermogens-planning met effect bij overlijden: langstlevende).

135. Het recht op verrekening gaat in principe over op de erfgenamen van deschuldeiser-echtgenoot, maar dit zou ook in het contract kunnen worden uitge-sloten. Tevens moet men in het huwelijkscontract bepalen of de vordering enkelin geld kan worden voldaan (eventueel in combinatie met een afbetalingsrege-ling), dan wel of een voldoening in natura mogelijk is.

136. Verder wordt ook bepaald binnen welke termijn de vordering moet wordeningesteld en binnen welke termijn de uitbetaling van een vastgestelde vorderingmoet worden opgeëist.

118. Zie C.S.W., Dossier 1961, 1997-98, 319-322.

estate2011-boek-1.book Page 82 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 21: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 83

Boek 1 / Topic 15

Boek 1 / Topic 15

Scheiding van goederen – Correcties – Combi-contract

ALAIN-LAURENT VERBEKE

A. Correcties combineren

137. Nog niet zo lang geleden beperkte de notariële praktijk inzake scheidingvan goederen zich tot de routineuze zuivere scheiding van goederen. Ruim tienjaar geleden kreeg ik boegeroep naar mijn hoofd geslingerd toen ik in een audi-torium vol notarissen verkondigde dat de notaris die ‘zonder verpinken’ eenhuwelijkscontract van zuivere scheiding van goederen verlijdt, ondeontologischhandelt119.

138. Vandaag zijn de meeste notarissen ervan overtuigd dat zij, afhankelijk vande context, zich er goed moeten van vergewissen of een zuivere scheiding vangoederen wel acceptabel is en minstens moeten overtuigd zijn dat de cliënten inkwestie enig besef hebben van de verregaande consequenties van dergelijk huwe-lijkscontract. Meer en meer notarissen zijn vertrouwd met de ruime variatie aancorrecties en nuanceringen die aan een stelsel van scheiding van goederen kun-nen worden toegevoegd.

De correcties blijven echter meestal beperkt tot één welbepaald type. De indrukbestaat dat men er van uitgaat dat de correcties bij scheiding van goederen uni-dimensioneel moeten zijn. Aldus lijkt men te denken in termen van ofwel externeofwel interne correcties. Dat is echter niet noodzakelijk. Het contextuele denkenkan nopen tot een combinatie van diverse correcties, met verschillende grada-ties, sterker bij de ene correctie en zwakker bij de andere. Aldus komt men toteen ‘combi-contract’, dat een combinatie maakt van diverse technieken.

139. Met een combi-contract van scheiding van goederen is het mogelijk om eenbillijke regeling tot stand te brengen, voor beide echtgenoten, zowel tijdens hethuwelijk als voor ontbinding daarvan in geval van echtscheiding of overlijden.Economisch beschouwd, kan zo een contract aardig in de buurt komen van eenstelsel van gemeenschap, althans in de interne verhouding tussen echtgenoten.Naar derden toe blijft het echter een scheiding van goederen, met de bescher-ming vandien.

140. Bij de redactie van een ‘scheiding van goederen-combi’ is het noodzakelijk,nog meer dan wanneer slechts één type van correctie wordt toegevoegd, om

119. A. VERBEKE, in De evolutie in de huwelijkscontracten, p. 109, nr. 33.

estate2011-boek-1.book Page 83 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 22: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

Afdeling 1 • Huwelijksvermogensrecht

84 L A R C I E R

Boek 1 / Topic 15

duidelijk te accentueren dat de scheiding van goederen het dominante basis-stelsel is.

B. Zorgvuldige redactie

141. Tevens is het aan te raden om in het huwelijkscontract goed de diversehoofdstukken te onderscheiden. Sommige hoofdstukken omvatten een regelingdie relevant is zowel tijdens het huwelijk, als bij de ontbinding. Andere hoofd-stukken bevatten louter ontbindingsregelingen. Daarbij moet dan nog telkensworden gedifferentieerd naargelang de regeling geldt voor echtscheiding of bijoverlijden, of eventueel in beide gevallen.

Zo kan bijvoorbeeld in een eerste hoofdstuk het basisregime van de scheidingvan goederen worden uitgewerkt, gevolgd in een tweede hoofdstuk door eenTIGV met verdeling bij helften bij echtscheiding en met keuze- en verblijvings-beding onder last (zie HEP 4: Vermogensplanning met effect bij overlijden:langstlevende) voor het geval van overlijden. Daarna zou in een derde hoofdstukeen finaal en facultatief verrekenbeding van aanwinsten kunnen worden opge-nomen zowel in geval van echtscheiding als van overlijden. Voor het geval vanontbinding door overlijden zou de verreken-sleutel als een verblijvingsbedingkunnen worden geformuleerd.

In dergelijk combi-contract met zowel een TIGV als een aanwinstenverrekeningzal uiteraard goed moeten worden opgelet dat goederen die tot het TIGV beho-ren uit de werking van het verrekenbeding worden gesloten, en omgekeerd.

Voornoemde combi leidt dan tot de volgende regeling tijdens het huwelijk, bijechtscheiding en bij overlijden.

1. Tijdens het huwelijk

– Ingevolge de scheiding van goederen is elke echtgenoot eigenaar van zijneigen inkomsten en goederen, evenals zelf aansprakelijk voor zijn eigenschulden.

– Uitzondering hierop vormt het toegevoegd gemeenschappelijk vermogen,omvattende bijvoorbeeld een villa en een effectenportefeuille.

2. Bij echtscheiding

– Elke echtgenoot ontvangt de goederen die op zijn naam staan, en zijn aandeelin eventuele onverdeeldheden.

– Elke echtgenoot krijgt de helft van het toegevoegd gemeenschappelijk vermo-gen, behoudens bijzondere clausule van terugneming zonder aanrekening opde kavel.

estate2011-boek-1.book Page 84 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM

Page 23: § 3. Stelsels van scheiding van goederen

§ 3. Stelsels van scheiding van goederen

L A R C I E R 85

Boek 1 / Topic 15

– De armste echtgenoot heeft een vordering op de rijkste ten belope van dehelft van de netto-aanwinsten opgebouwd tijdens het huwelijk. Goederen uithet TIGV behoren niet tot de verreken-massa ook al zouden dit aanwinstenzijn.

3. Bij overlijden

– Elke echtgenoot krijgt de goederen die op zijn naam staan, en zijn aandeel ineventuele onverdeeldheden.

– De langstlevende echtgenoot krijgt geheel het gemeenschappelijk vermogen,of zoveel daarvan als hij of zij wenst, onder de last een bedrag schuldig teblijven aan de nalatenschap van de eerst-stervende. Deze schuld moet slechtsbetaald worden bij overlijden van de langstlevende en is enkel ingegeven omredenen van fiscale optimalisering. De bottom line is dat de langstlevendeongestoord het gehele (of wat hij of zij daarvan wenst) gemeenschappelijkvermogen verkrijgt.

– De langstlevende echtgenoot krijgt facultatief een vordering ten belope vande netto-waarde van alle huwelijkse aanwinsten (exclusief het TIGV) opnaam van de eerst-stervende.

– Uiteraard is het bovenstaande beperkt tot verkrijging uit huwelijkscontracten is dit exclusief hetgeen de langstlevende verkrijgt uit de nalatenschap vande eerst-stervende, evenals uit eventuele schenkingen door de eerst-stervendegedaan.

C. Conclusie

142. Het huwelijkscontract van scheiding van goederen is al lang niet meer hetdroge simpele systeem van gescheiden actief en passief. Dat is het trouwens,minstens de facto, nooit geweest. Zonder afbreuk te doen aan het fundamentvan de scheiding van goederen is het mogelijk en vaak wenselijk om bepaaldecorrecties aan te brengen. Deze aanpassingen variëren naargelang de talrijke ver-scheidenheid aan behoeften en omstandigheden. Daarom is het van belang omin te zien dat de diverse types van clausules met elkaar kunnen worden gecom-bineerd.

143. Met dergelijke scheiding van goederen-combi wordt het huwelijkscontracteen cocktail, volledig op maat gemaakt, rekening houdend met de individuelecontext van het koppel. Het gevaar bestaat evenwel dat dit een te complex con-tract wordt met interne tegenstrijdigheden en derhalve onwerkbaar. De redactievan dergelijk huwelijkscontract zal dan ook uiterst zorgvuldig moeten gebeurenteneinde te garanderen dat de diverse combinaties consistent en harmonieus opelkaar inspelen.

estate2011-boek-1.book Page 85 Tuesday, October 4, 2011 5:26 PM