21
1 Verbeterplan journalistiek: herstel met perspectief Christelijke Hogeschool Windesheim Maart 2012

Rapport herstelplan windesheim

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: Rapport herstelplan windesheim

1

Verbeterplan journalistiek: herstel met perspectief

Christelijke Hogeschool Windesheim

Maart 2012

Page 2: Rapport herstelplan windesheim

2

Administratieve gegevens De instelling Naam instelling Christelijke Hogeschool Windesheim Brin 01VU Status instelling Bekostigd Resultaat instellingstoets Onbekend Postadres Postbus 10090 8000 GB Zwolle Website www.windesheim.nl Bevoegd gezag Prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen, voorzitter College van Bestuur Telefoon 088 4699938 e-mail [email protected] Contactpersoon opleiding

Drs. J. van Iersel

Telefoon contactpersoon 088 4699300 e-mail contactpersoon [email protected] De opleiding Naam opleiding/graad B Journalistiek / Bachelor of Journalism Isat 34686 Niveau/oriëntatie Hbo bachelor Studielast 240 ec Varianten Voltijd en deeltijd locatie Zwolle

Page 3: Rapport herstelplan windesheim

3

Inhoudsopgave

1. De koers ...................................................................................................................................... 4

2. Fasering en aanpak ..................................................................................................................... 5

3. Hoofdlijnen van de problematiek ............................................................................................... 5

4. Reeds genomen maatregelen .................................................................................................... 6

5. Visie op verbeteringen ............................................................................................................... 7

6. Hoofddoelen voor verbetering ................................................................................................... 7

7. Verbetermaatregelen ................................................................................................................. 9

7.1. Open, kwaliteitsgerichte cultuur ....................................................................................... 9

7.2. Onderwijskundig leiderschap .......................................................................................... 12

7.3. Kwaliteit van studenten ................................................................................................... 15

7.4. Organisatie en beheer ..................................................................................................... 16

8. Personele en financiële consequenties .................................................................................... 18

9. Projectorganisatie .................................................................................................................... 18

10. Risico-analyse ....................................................................................................................... 19

Bijlage 1 Hoofdlijnen van de problematiek ........................................................................................... 21

Page 4: Rapport herstelplan windesheim

4

1. De koers

Windesheim heeft door het visitatierapport van Hobéon, en het gesprek met en de brief van de

NVAO begrepen dat stevig moet worden ingegrepen in de kwaliteit van de opleiding Journalistiek. Op

instellings- en opleidingsniveau is daarom een uitgebreid proces van analyse, maatregelen en

planning voor herstel1 gestart. In dit plan worden langs vier hoofdproblematieken de ingezette

verbeteracties beschreven.

De opleiding heeft binnen Windesheim jarenlang in een zelfgekozen ‘status aparte’ geleefd en heeft

dat met succes in stand weten te houden. Uiteindelijk heeft die status mede geleid tot een

onvoldoende beoordeling van standaard 3 in het accreditatiekader. Na het opheffen van de status

aparte zijn het management, de (in)formele leiding en de verantwoordelijken voor de situatie uit hun

rol gehaald. Andere mensen krijgen kansen. Verbindingen met andere instellingsonderdelen en de

buitenwereld om noodzakelijke vernieuwing te brengen zijn in ontwikkeling. Nieuwe structuren,

processen en verantwoordelijkheden worden op zodanige wijze ingevoerd dat terugval in oude

routines niet meer mogelijk is. Het management kiest voor een programmatische, en bij aanvang

directieve, aanpak om nieuwe patronen neer te zetten en een nieuwe kwaliteitscultuur te

internaliseren. Alle medewerkers professionaliseren hun attitude en gedrag, waarin meer dan

voorheen vakinhoudelijke, didactische, organisatorische en collegiale expertise de maatstaf is. Taken,

bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden duidelijk belegd. Medewerkers worden hierop

aangesproken en beoordeeld.

Voor medewerkers breekt een nieuwe periode aan. Ze merken dat het nieuwe management

openstaat voor hun bijdragen en dat dit het moment is om met hernieuwd elan aan de opleiding te

bouwen. Het management maakt volop gebruik van dit interne verbeterpotentieel, dat ook door het

visitatiepanel werd herkend. Medewerkers krijgen ondersteuning om de noodzakelijke

(ontwikkel)stappen te maken. Ze zijn en worden betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het

herstelplan. Van vrijblijvendheid is daarbij geen sprake: medewerkers gaan mee of zullen moeten

vertrekken.

Op korte termijn is onderwijskundig orde op zaken gesteld in het derde en vierde jaar. Nieuwe

coördinatoren zijn benoemd, normen zijn aangepast en worden toegepast, instructie en begeleiding

is versterkt en een stage- en een onderzoekscommissie borgen de kwaliteit. Verder is de

examencommissie geschoold, controleert ze steekproefsgewijs afstudeerwerken en vergadert ze

frequenter. Alle maatregelen zijn erop gericht om studenten hbo-waardig af te laten studeren en de

geschetste tekortkomingen te repareren. Op lange termijn wil de opleiding weer gaan bloeien en

excelleren. Het nieuwe curriculum zal dan ook vanuit die optiek worden neergezet.

Het instroomniveau van studenten laat te wensen over. Mede daardoor is het eindniveau

bedenkelijk geworden. Met stevige maatregelen op het gebied van de instroom, begeleiding,

normering, handhaving en beperking van vrijstellingen moet een duidelijke studiecultuur ontstaan

die het niveau herstelt en een kader schept voor bloei. Het accent is per direct verschoven van

1 De termen verbetering en herstel evenals verbeterplan en herstelplan worden als synoniemen gebruikt.

Page 5: Rapport herstelplan windesheim

5

kwantiteit naar kwaliteit van de populatie. Op dit moment merken studenten al de effecten van de

maatregelen.

Het oordeel van de NVAO heeft een schokgolf teweeggebracht, zowel binnen als buiten de opleiding.

De medewerkers van Journalistiek zijn doordrongen van het feit dat er veel moet gebeuren. Ze willen

niet alleen repareren, maar ook excelleren door een overtuigende opleiding neer te zetten.

Inmiddels ontwikkelt zich een nieuwe energie: hoe kunnen we duurzame trots over de opleiding

Journalistiek terugbrengen bij studenten, het werkveld, de medewerkers, en toezichthoudende

instanties ervan overtuigen dat wij een goede opleiding verzorgen?

2. Fasering en aanpak

De NVAO heeft op 18 januari 2012 besloten dat de opleiding de gelegenheid krijgt een herstelplan in

te dienen, wat gevolgd kan worden door een herstelperiode die loopt tot najaar 2013. De

herstelperiode bestaat uit twee fasen. In de eerste fase (september 2012) toont de opleiding aan dat

het gerealiseerde niveau aan de maat is en dat er goede procedures zijn om het niveau te borgen.

Aan het einde van de tweede fase (najaar 2013) toont de opleiding aan dat op de langere termijn het

herstel duurzaam is, doordat de aansturing en kwaliteitscultuur effectief zijn en het curriculum op

essentiële punten is aangepast. Daarmee verwerft de opleiding een nieuwe accreditatie.

Dit herstelplan is tot stand gekomen in overleg met alle medewerkers. Specifiek is de inbreng van de

examencommissie, de leerplancommissie, de teamleiders, de stagecommissie, de

onderzoekscommissie, de opleidingscommissie en de Commissie van Wijzen2 gevraagd en gegeven.

Daarnaast zijn de analyses gebruikt van twee externe, onafhankelijke panels die een second opinion

hebben gegeven over de onderzoeksrapporten en de stageverslagen van studenten die in de periode

september 2009 tot augustus 2011 zijn afgestudeerd.

Dit verbeterplan richt zich hoofdzakelijk op de verbetering van het bestaande curriculum, dat nog

instroom heeft in september 2012. De maatregelen in het plan verbeteren de kwaliteit van het

huidige onderwijs en brengen het niveau aan de maat: de maatregelen op korte en middellange

termijn. Daarnaast bevat het plan aanzetten voor een sterk vernieuwd curriculum dat in september

2013 start: de maatregelen op lange termijn. Deze vernieuwing was in 2011 al begonnen en ze wordt

voortgezet.

3. Hoofdlijnen van de problematiek

De opleiding Journalistiek van Windesheim stond als goed en degelijk bekend. Afgestudeerden

bereiken goede posities in het werkveld. Het werkveld lijkt tevreden over kennis en kunde van de

afgestudeerden en er zijn geen signalen opgevangen dat het opleidingsprogramma niet meer

aansluit op de wensen van het werkveld. Toch constateert het visitatiepanel dat het niveau dat

studenten bereiken te vaak tekortschiet. Het panel heeft dit oordeel uitgewerkt in een aantal punten

waarop verbetering nodig is.

2 De Commissie van Wijzen bestaat uit: prof.dr. K. van der Toorn (voorzitter, hoogleraar Godsdienstwetenschappen, oud-

voorzitter College van Bestuur UvA en HvA), Prof. Dr. J.L.H. Bardoel (hoogleraar Journalistiek en Media, Radboud Universiteit) en drs. A. Engbers (hoofdredacteur De Stentor).

Page 6: Rapport herstelplan windesheim

6

Het paneloordeel viel onverwacht negatief uit en een deel van de medewerkers wilde het oordeel op

standaard 3 bestrijden. Maar uit een interne controle van de beoordeling van het panel in december

2011 bleek dat het paneloordeel niet betwist kan worden. Bovendien heeft een onafhankelijke

analyse van alle onderzoeksrapporten en stageverslagen uit de periode 2009-2011 eenzelfde

conclusie opgeleverd, al zijn de percentages minder ongunstig dan op basis van de visitatie werd

verwacht.

De combinatie van het paneloordeel met de weerstand bij een deel van de medewerkers heeft tot

het inzicht geleid dat de onderwerpen waarbij het panel kanttekeningen plaatst symptomen zijn van

dieperliggende oorzaken. Het nieuwe opleidingsmanagement heeft daarom samen met vele

betrokkenen binnen en buiten de opleiding een analyse gemaakt van de oorzaken. Alle door het

panel en het management gevonden onvolkomenheden zijn ondergebracht bij een van de vier

hoofdlijnen. Een overzicht hiervan is opgenomen in bijlage 1. De vier hoofdlijnen zijn:

1. Naar binnen gerichte cultuur

2. Onvoldoende onderwijskundig leiderschap

3. Onbalans tussen kwantiteit en kwaliteit van de studenten (in- en doorstroom)

4. Onvoldoende regie op organisatorische en beheersmatige aspecten

4. Reeds genomen maatregelen

Het College van Bestuur heeft een aantal bestuurlijke maatregelen genomen die tot doel hebben de

kwaliteit van de opleiding zo spoedig mogelijk te herstellen. Hier worden alleen de hoofdlijnen

genoemd. Details zijn opgenomen in het vervolg van dit verbeterplan.

Een eerste maatregel van het College is het vervangen van een tijdelijk ingesteld

opleidingsmanagement door de domeindirecteur en een interim-manager van buiten de hogeschool.

Beiden zijn – zonder last van het verleden – in staat aan de medewerkers een krachtige impuls te

geven om met hernieuwde energie aan de verbetering van de opleiding te werken. Het nieuwe

management heeft inmiddels wijzigingen aangebracht in de samenstelling en werking van enkele

commissies in de opleiding. Dit zijn zeer belangrijke wijzigingen, die voorwaardelijk zijn voor het

welslagen van het verbeterplan. Ze zijn de start van een cultuurverandering, die nodig is om op de

overige punten duurzame verbeteringen te kunnen realiseren.

Met de managementwijziging heeft het college een einde gemaakt aan de ‘status aparte’ van de

opleiding Journalistiek. De samenwerking met andere opleidingen in het domein Economie,

Management, Media & Communicatie (EMMC) krijgt vorm.

De tweede maatregel die het College van Bestuur heeft genomen is de instelling van een Commissie

van Wijzen die een eigen analyse heeft gemaakt van de opleiding Journalistiek en op basis daarvan

heeft geadviseerd welke punten aandacht moeten hebben. De input van deze commissie is ook in dit

verbeterplan opgenomen. Eind maart zal de commissie overigens ook een advies voor de lange

termijn opleveren: maatregelen die moeten leiden tot een opleiding Journalistiek die jonge mensen

voorbereidt op een kansrijke en succesvolle loopbaan in de journalistiek. Een goed onderbouwd

toekomstperspectief van het beroep is daarvoor noodzakelijk.

Page 7: Rapport herstelplan windesheim

7

Een derde maatregel heeft betrekking op het gerealiseerde niveau. Het college heeft twee

onafhankelijke commissies ingesteld. Een van deze commissies heeft een second opinion uitgebracht

over de onderzoeksrapporten van afgestudeerden uit de periode 2009-2011. De andere commissie

heeft dat gedaan over de stageverslagen uit dezelfde periode. Beide commissies hebben hun

werkzaamheden medio februari 2012 afgerond.

Naast de maatregelen die het College van Bestuur genomen heeft, is in de periode van mei tot

december 2011 door het toenmalige interim-management al gewerkt aan het verbeteren van

onderzoek en stage op de korte termijn. Deze verbeteracties zijn in dit plan opgenomen en voor een

groot deel gerealiseerd.

Essentieel is dat alle medewerkers van de opleiding zelf nauw betrokken zijn bij het verbeterplan en

het uitvoeren van de maatregelen. Zo ontstaat draagvlak en wordt een duurzaam resultaat bereikt.

Studenten zijn mondeling en schriftelijk geïnformeerd over de veranderingen op korte termijn, zoals

het verstrekken van nog slechts één graad en de consequenties daarvan.

5. Visie op verbeteringen

De gebeurtenissen van de afgelopen maanden hebben pijnlijk duidelijk gemaakt dat de opleiding

Journalistiek op essentiële punten verbetering behoeft. Bij het nadenken over de toekomst hebben

staat deze vraag centraal: hoe kunnen we duurzame trots over de opleiding Journalistiek

terugbrengen bij studenten, het werkveld, de medewerkers, en toezichthoudende instanties ervan

overtuigen dat wij een goede opleiding verzorgen?

Het realiseren van duurzame verbeteringen slaagt niet als slechts voldaan wordt aan de

verbeterpunten voor de korte termijn. Om overtuigend te zijn voor bovengenoemde groepen moet

de opleiding niet uitsluitend repareren, maar op de langere termijn willen excelleren. Dat wil zeggen

dat afgestudeerden veel gevraagd worden in het veld of dat ze zonder schakeljaar kunnen

doorstromen naar de universiteit. Deze ambitie betekent voor medewerkers dat ze energiek kunnen

bouwen aan een opleiding waarop ze trots kunnen zijn en waaraan ze graag bijdragen.

6. Hoofddoelen voor verbetering

De vier hoofdlijnen van de problematiek zijn omgezet naar vier hoofddoelen voor de verbetering en

vernieuwing:

1. Het bereiken van een open, kwaliteitsgerichte cultuur

2. Het verbeteren van het onderwijskundig leiderschap

3. Meer aandacht voor kwaliteit van de studenten

4. Het versterken van de organisatorische aansturing

Deze hoofddoelen worden in het verbeterplan concreet uitgewerkt. Het aangrijpingspunt is de

cultuur: het creëren van een open, kwaliteitsgerichte cultuur. Een vernieuwde cultuur bevordert de

verbeteringen op de andere hoofdlijnen en is een voorwaarde daarvoor. Tegelijk beïnvloeden

verbeteringen op andere hoofdlijnen de cultuur. Er is daarom samenhang tussen

cultuurveranderingen en de verbeteringen op de overige hoofdlijnen.

Page 8: Rapport herstelplan windesheim

8

Elke hoofdlijn is ingevuld met maatregelen en acties die voortkomen uit het visitatierapport,

gesprekken en brainstormsessies met medewerkers, probleemanalyses door medewerkers en vanuit

het management van de opleiding. Ook de rapportage van de Commissie van Wijzen en de analyse

van de twee externe commissies die een second opinion over onderzoeksrapporten en

stageverslagen hebben uitgebracht, hebben informatie opgeleverd voor dit plan. De samenwerking

met andere opleidingen binnen het domein levert eveneens ideeën voor verbetering op. De

maatregelen en acties zijn zo concreet mogelijk geformuleerd, met als doel vast te kunnen stellen dat

het beoogde resultaat is of wordt behaald. In tabel 1 zijn de termijnen beschreven waarbinnen de

maatregelen geëffectueerd moeten zijn.

Tabel 1 Overzicht van verbetertermijnen

Termijn Einddatum Toelichting

Kort (KT) Aantoonbaar resultaat op 1-9-2012 Maatregelen om aan de eisen van wet- en

regelgeving te voldoen en om te garanderen dat

afgestudeerden van de opleiding Journalistiek

daadwerkelijk het bachelorniveau hebben

bereikt.

Middellang

(MT)

Aantoonbaar resultaat om

invoering en gebruik in studiejaar

2012-2013 mogelijk te maken

Maatregelen die erop zijn gericht om

basiskwaliteit te borgen.

Lang (LT) Aantoonbaar resultaat op 30-06-

2013

Maatregelen om ingezette verbeteringen te

bestendigen en om boven het basisniveau uit te

stijgen en (weer) te gaan excelleren met de

opleiding Journalistiek.

De maatregelen sluiten aan bij de eisen die de NVAO stelt in haar brief van 18 januari 2012. Aan de

termijnen is een middellange termijn toegevoegd. De NVAO eist de onderstaande verbeteringen

(tussen haakjes is het nummer toegevoegd van de tabel waarin de bijbehorende

verbetermaatregelen zijn beschreven).

- Op korte termijn (september 2012): de voorwaarden voor robuust herstel:

o Gerealiseerd eindniveau terug aan de maat (tabel 3)

o Goede betrokkenheid van de examencommissie bij de gehele opleiding (tabel 3)

o Inhoudelijke sturing van de opleiders is voldoende vertrouwenwekkend (tabel 4)

o Verbetering van de begeleiding van studenten naar en tijdens de scriptie3, inclusief

goede procedurele waarborgen. (tabel 3, tabel 4, tabel 7)

- Op langere termijn (najaar 2013): de duurzame bestendiging van het herstel:

o Ontwikkeling van een doorlopende onderzoekslijn (tabel 5)

o Aanbrengen van verticale samenhang in het programma (tabel 4 en tabel 5)

o Eenduidige focus en oriëntatie van de opleiding op de journalistiek, zoals het

visitatiepanel aanbeveelt (tabel 3 en tabel 6)

o Een effectieve aansturing en kwaliteitscultuur in de opleiding, die de

opleidingskwaliteit en de continue ontwikkeling daarvan borgt. (tabel 2 en tabel 6)

3 De NVAO spreekt van ‘scriptie’ , de opleiding werkt momenteel met onderzoeks- en stageverslagen. In de toekomst wordt

waarschijnlijk een integraal eindwerkstuk ingevoerd.

Page 9: Rapport herstelplan windesheim

9

7. Verbetermaatregelen

De concrete maatregelen en acties zijn in tabellen gezet met de onderstaande structuur (zie

voorbeeld 1). Iedere hoofdlijn start met een beknopte introductie. Daarna volgt de tabel.

voorbeeld 1 Tabelvorm verbetermaatregelen

Nummer Termijn Korte omschrijving van de maatregel, de

activiteit of het project

Geplande

realisatiedatum

Status

Een maatregel kan een van drie statussen hebben: een ‘’ (gerealiseerd); een ‘’ (gestart) en een

leeg veld (niet gestart).

In de periode van mei tot december 2011 heeft het toenmalige interim-management reeds een

aantal verbeteracties in gang gezet. Dankzij dat initiatief kan een aantal maatregelen reeds met een

worden gemerkt.

7.1. Open, kwaliteitsgerichte cultuur

Een open, kwaliteitsgerichte cultuur is noodzakelijk om een goede basis te ontwikkelen voor een

excellente opleiding. Een verandering in de cultuur is een samenspel van maatregelen,

voorbeeldgedrag, andere interactiepatronen en nieuwe rituelen. Het vraagt om waarde(n)gedreven

professionals.

Een aantal maatregelen om deze kwaliteitscultuur tot stand te brengen is reeds genomen. De

verantwoordelijken voor de ontstane situatie zijn uit hun rol gehaald. Andere mensen krijgen kansen.

Verbindingen met andere instellingsonderdelen en de buitenwereld worden gelegd om noodzakelijke

vernieuwing te brengen. Nieuwe structuren, processen en verantwoordelijkheden worden zodanig

ingevoerd dat terugval in oude routines niet meer mogelijk is. Met een programmatische en bij

aanvang directieve aanpak worden nieuwe patronen neergezet en begeleid tot een nieuwe

kwaliteitscultuur is geïnternaliseerd.

Medewerkers merken dat het nieuwe management openstaat voor hun bijdragen en dat dit het

moment is om met hernieuwd elan aan de opleiding te bouwen. Het management maakt volop

gebruik van dit interne verbeterpotentieel. Medewerkers krijgen ondersteuning om de noodzakelijke

stappen te maken. Ze zijn en worden betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het herstelplan.

Van vrijblijvendheid is daarbij geen sprake: medewerkers gaan mee of zullen moeten vertrekken.

Onder professionele externe begeleiding wordt gewerkt aan andere interactiepatronen. Het

cultuurtraject, dat momenteel ontwikkeld wordt, prikkelt vanaf het begin om nieuw gedrag te

vertonen. Opzet, werkvormen en inhoud sluiten hierbij aan. Werken aan cultuur gebeurt daarmee

zowel expliciet als impliciet. In de projecten vanuit het verbeterplan en in het reguliere werk is

aandacht voor de inhoud, maar ook voor de cultuuraspecten van samenwerking. Er wordt een

omgeving gecreëerd waarin het normaal is om je uit te spreken en te excelleren (als individu en als

team). Intervisie vervult daarbij een belangrijke rol. Op termijn zijn intervisiegroepen een mix van

interne en externe journalistieke professionals en worden ze omgebouwd naar lerende netwerken.

Page 10: Rapport herstelplan windesheim

10

In dit verbeterplan staan drie cultuuraspecten centraal: de kwaliteitscultuur, de opleidingscultuur en

de studiecultuur.

De kwaliteitscultuur is de wijze waarop de medewerkers omgaan met kwaliteitsoordelen van

studenten en andere stakeholders, en de acties die op basis van die oordelen ingezet worden. Het

gaat hier met name om het sluiten van de PDCA-cyclus4. Leidend hierbij is de werkwijze die in het

domein EMMC gebruikelijk is.

Een effectieve opleidingscultuur is een voorwaarde om de kwaliteitscultuur te waarborgen. Bij de

opleidingscultuur gaat het om professionaliteit van medewerkers op vier aspecten, die op individueel

en op teamniveau met elkaar in balans moeten zijn:

Inhoudelijke professionaliteit (kennis en vaardigheden van het eigen vakgebied)

Didactische professionaliteit (kennis en vaardigheden van de docent)

Organisatorische professionaliteit (processen, taken, verantwoordelijkheden en

bevoegdheden)

Collegiale professionaliteit (intervisie, aanspreekcultuur)

De opleidingscultuur vindt zijn pendant in de studiecultuur voor de studenten. Zij zullen – meer dan

in het verleden het geval is geweest – worden aangesproken op hun prestaties en niet op de

inspanning. Met stevige maatregelen op het gebied van de instroom, begeleiding, normering,

handhaving en vrijstellingen moet een duidelijke studiecultuur ontstaan die het niveau herstelt en

een kader schept voor bloei. De studiecultuur is expliciet onderdeel van studieloopbaanbegeleiding

(SLB).

Op korte termijn wordt de externe gerichtheid zichtbaar in: samenwerking met het werkveld bij

curriculumontwikkeling en -uitvoering, het ontwikkelen van lerende netwerken, het goed inzetten

van de werkveldcommissie, inzet van gastdocenten en alumni, en docentenstages. Ook de

samenwerking binnen het domein wordt versterkt.

Tabel 2 Cultuurmaatregelen

Nr Termijn Maatregel, activiteit of project Geplande

realisatie

Status

C1 KT Wisseling van medewerkers in functies, commissies en

rollen: met nieuwe mensen een nieuw elan en

veranderende cultuur.

07/2012

C2 KT Het MT van Journalistiek geeft sturend en transparant

leiding: de cultuur verandert en terugval wordt

voorkomen.

Doorlopend

C3 KT MT, HHD’ers en OTL’ers5 worden begeleid en getraind

bij het neerzetten en bestendigen van de gewenste

cultuur.

Doorlopend

C4 KT Personeelsevaluatie-cyclus wordt strikt uitgevoerd en

heeft aandacht voor de balans tussen en de

04/2012

4 PDCA = Plan Do Check Act

5 MT = Managementteam; HHD = Hogeschoolhoofddocent; OTL = Onderwijsteamleider

Page 11: Rapport herstelplan windesheim

11

ontwikkeling van inhoudelijke, didactische,

organisatorische en collegiale professionaliteit. HHD’ers

worden daarvoor getraind.

C5 KT Verbinding met andere organisatieonderdelen:

Uitvoerders van alle relevante rollen binnen

Journalistiek (zoals praktijkcoördinator, coördinator

buitenland, examencommissie, etc.) nemen deel aan

domeinoverleg: leren van de buitenwereld.

03/2012

C6 KT Examinatoren wier oordeel bovenmatig afwijkt van het

oordeel uit de second opinion, krijgen verplicht

supervisie.

03/2012

C7 KT Kalibreersessies met docenten voor afstemming over

(de interpretatie van de) criteria leiden tot duidelijke

beoordelingen.

02/2012,

halfjaarlijks

C8 KT Studenten voorgelicht over maatregelen en

consequenties verbeterplan.

04/2012

C9 MT Medewerkers inzetten op basis van hun kwaliteiten en

talenten (en niet primair op basis van beschikbare tijd).

09/2012

C10 MT Kwaliteitsoordelen van alle stakeholders6 worden

geanalyseerd en leiden waar nodig tot aanpassingen

van het onderwijs of tot complimenten aan de

medewerkers; PDCA is toegepast: sterke

kwaliteitscultuur.

doorlopend

C11 MT Intervisie wordt systematisch toegepast en versterkt de

collegiale en organisatorische professionaliteit.

06/2012

doorlopend

C12 LT Studenten zijn gewend aan de nieuwe opleidings- en

studiecultuur. Die komt bij alle vakken aan de orde en

wordt binnen SLB besproken.

Studiejaar

2012-2013

C13 LT Alle medewerkers hebben een POP waarin duidelijk de

balans in professionele ontwikkeling is geborgd.

12/2012

C14 LT Nieuwe opleidingsdirecteur is benoemd: versterkt en

bestendigt de nieuwe cultuur.

12/2012

C15 LT Lerende netwerken zijn gerealiseerd: open en

inspirerende verbindingen.

06/2013

6 Stakeholders zijn in dit verband: studenten, medewerkers, alumni en werkveld

Page 12: Rapport herstelplan windesheim

12

C16 LT Contacten met werkveld zijn substantieel

geïntensiveerd: topjournalisten als (gast)docent,

docentenstages, “module-adoptie” door

werkvelddeskundigen, alumni betrokken bij

onderwijskwaliteit, aantal docenten in deel van de tijd

in werkveld werkzaam.

12/2012

7.2. Onderwijskundig leiderschap

Bij onderwijskundig leiderschap gaat het om verbeteringen die betrekking hebben op het onderwijs

en het managen daarvan. Onderwijskundig leiderschap is essentieel voor de curriculaire, didactische

en professionele verbeteringen. Het management van de opleiding is verantwoordelijk en neemt

besluiten. De HHD en de OTL’ers bereiden besluiten voor, voeren ze uit met de teams en

verantwoorden de resultaten in het managementteam. Voor de uitvoering van het verbeterplan

wordt een programmaorganisatie ingericht waarbinnen zij een rol vervullen (zie hoofdstuk 9).

7.2.1. Toetsing en beoordeling eindkwalificaties

Voor de korte termijn is het essentieel dat de toetsing en beoordeling van de stages en van de

onderzoeken goed geregeld zijn en dat de genomen maatregelen consequent en consciëntieus

worden uitgevoerd. Een belangrijk gevolg van heldere beoordelingsformulieren en goede

beoordelingscriteria is dat het voor studenten, docenten en praktijkbegeleiders duidelijk is waaraan

studenten moeten voldoen, en dat het voor docenten makkelijker wordt om uit te leggen hoe

studenten beoordeeld zijn.

Twee interne commissies valideren de docentoordelen voor stage en onderzoek: de stagecommissie

en onderzoekscommissie. Beide commissies leggen de resultaten van hun werk voor aan de

examencommissie. Op deze manier wordt de kwaliteit voor de korte termijn bewaakt met

betrokkenheid van de examencommissie. De examencommissie voldoet aan de wettelijke eisen en is

voldoende deskundig op het terrein van toetsen en beoordelen.

In tabel 3 zijn de maatregelen opgenomen die met onmiddellijke ingang effect hebben op het

gerealiseerde eindniveau.

Tabel 3 Onderwijskundig leiderschap (OL): gerealiseerd niveau, korte termijn

Nr Termijn Maatregel, activiteit of project Geplande

realisatie

Status

OL1 KT De opleiding verstrekt uitsluitend de graad Bachelor of

Journalism, o.b.v. een passend onderwijsprogramma.

09/2011

OL2 KT Stagecommissie en Onderzoekscommissie valideren de

beoordeling van alle stageverslagen en

onderzoeksrapporten van studenten die in 2011-2012

zijn ingeschreven.

01/2012

OL3 KT Formulieren, beoordelingscriteria, procesbeschrijvingen

en studenthandleidingen voor onderzoek en stage zijn

09/2011 -

03/2012

Page 13: Rapport herstelplan windesheim

13

aangepast voor beoordelingen en herbeoordelingen tot

en met 31-08-2012.

OL4 KT Studenten worden aanzienlijk intensiever begeleid bij het

voorbereiden en doen van hun praktijkonderzoek.

Docenten worden hierbij extra gefaciliteerd door 15 i.p.v.

5 docenturen toe te kennen.

01/2012

OL5 KT De examencommissie controleert alle dossiers van

afstuderende studenten op procedurele correctheid en

volledigheid. Steekproefsgewijs controleert de

examencommissie de beoordelingen van andere

examinatoren. Hiermee borgt de examencommissie het

eindniveau.

06/2012

OL6 KT Er is een nieuwe stagecoördinator benoemd die

stageadressen screent op hbo-niveau (plaats en

begeleiding) en op het journalistieke profiel.

02/2012

Doorlopend

voor nieuwe

adressen

OL7 KT Bijspijkercursussen taal en onderzoek voor studenten

(inclusief toetsing) zijn uitgevoerd.

06/2012

met

herhaling

Voor de middellange termijn dient de kwaliteit van de stage en van de onderzoeksopdracht goed

geborgd te zijn. Hierbij besteden we aandacht aan de kwaliteit van de stageplaatsen respectievelijk

de onderzoeksopdrachten, van de begeleiding en van de beoordeling. Ook van de overige

summatieve toetsen in het programma dient de kwaliteit geborgd te zijn. Daarom wordt de

toetscommissie uitgebreid met onderwijskundige expertise van buiten de opleiding.

De opleiding verbetert het onderwijskader en toetsbeleid (hier verder afgekort tot OKT) dat een

beschrijving vormt van het huidige curriculum. De nieuw te vormen curriculumcommissie heeft het

verbeteren (korte termijn) en samenstellen (lange termijn) van een OKT als opdracht. De

opleidingsdirecteur, de HHD en een aantal OTL’ers zijn lid van de curriculumcommissie, evenals een

onderwijskundige. Daarnaast worden experts ingeschakeld voor specifieke onderdelen. HHD’ers en

OTL’ers krijgen hiermee grotere onderwijskundige verantwoordelijkheden. Kern is dat

curriculumontwikkeling en curriculumuitvoering dicht bij elkaar worden gebracht.

Tabel 4 Onderwijskundig leiderschap (OL): samenhang curriculum, middellange termijn

Nr Termijn Maatregel, activiteit of project Geplande

realisatie

Status

OL8 MT In de OER 2012-2013 is beschreven dat studenten in de

varianten Mediaproductie en Verhalen voldoen aan het

profiel van Journalistiek en het studieprogramma is op

die eis aangepast.

09/2012

Page 14: Rapport herstelplan windesheim

14

OL9 MT Er is een geactualiseerd OKT voor het huidige

curriculum, waarin de horizontale en verticale

samenhang en de onderzoeksleerlijn worden geborgd.

Geldt ook voor de deeltijdvariant.

06/2012

OL10 MT In het propedeusecurriculum komen studenten

uitgebreider in aanraking met het beroep en krijgen ze

meer zicht op het werkveld.

09/2012

OL11 MT De stageleidraad 2012-2013 borgt de relatie tussen

eindkwalificaties, algemene stagedoelen, persoonlijke

leerdoelen en beoordelingscriteria.

06/2012

OL12 MT Er zijn criteria voor top-stageplaatsen en deze plaatsen

zijn geselecteerd.

09/2012

OL13 MT Praktijkbegeleiders op de stageplaatsen hebben

kalibreersessies over gebruik beoordelingscriteria

bijgewoond.

09/2012,

herhaling

OL14 MT Formulieren, beoordelingscriteria, procesbeschrijvingen

en studenthandleidingen zijn verbeterd en passen bij

het OKT.

06/2012 –

09/2012

OL15 MT Er is vastgelegd op welk moment en op welke wijze in

het programma wordt vastgesteld of een student aan

de eindkwalificaties voldoet, inclusief kwalificaties voor

onderzoek (afstudeercohort 2012-2013).

06/2012

OL16 MT Leerplancommissie opgeheven; opleidingsdirecteur

(a.i.), HHD en OTL vormen samen de

curriculumcommissie: curriculumontwikkeling en –

uitvoering dichter bij elkaar.

06/2012

7.2.2. Curriculumontwikkeling: lange termijn

Repareren van de tekortkomingen is weliswaar het primaire doel, maar op de lange termijn moet

Journalistiek een top-opleiding worden. Er is reeds een aanvang gemaakt met de ontwikkeling van

een nieuw curriculum dat in september 2013 van start gaat. De hierboven genoemde

curriculumcommissie zet de ontwikkeling van het nieuwe curriculum voort. De verbanden tussen

beroepsprofiel, eindkwalificaties, didactisch concept, toetsing, beoordeling en programma worden

vastgelegd in het OKT. Ook worden keuzes gemaakt over de rol en het eindniveau van

onderzoek(sleerlijn), de plaats en vorm van de beroepspraktijk (waaronder stages), de plaats en rol

van minoren en de rol van internationalisering.

De toetscommissie maakt een totaaloverzicht van toetsvormen (mondelinge en schriftelijke

tentamens, opdrachten, projecten) en eventuele compensatieregelingen gekoppeld aan de

onderwijseenheden. Tot slot zijn alle onderwijseenheden beschreven: relaties tussen de

competenties, leerdoelen op het beoogde (tussen)niveau en toetsplan liggen vast. Het is van belang

dat uit het OKT blijkt op welk moment en op welke wijze wordt getoetst en beoordeeld of een

student kwalificaties op het beoogde eindniveau heeft aangetoond. Het invoeren van een integraal

eindwerkstuk behoort nadrukkelijk tot de mogelijkheden.

Page 15: Rapport herstelplan windesheim

15

Tabel 5 Onderwijskundig leiderschap (OL): curriculumontwikkeling, lange termijn

Nr Termijn Maatregel, activiteit of project Geplande

realisatie

Status

OL17 LT Het OKT 2013 – 2017 is gereed, gebaseerd op een

eenduidig beroepsprofiel op basis van de graad Bachelor of

Journalism. Geldt ook voor de deeltijdvariant.

11/2012

OL18 LT Het journalistieke vak is de rode draad in de opleiding: de

meeste programmaonderdelen hebben journalistieke

aanknopingspunten.

03/2013

OL19 LT De onderzoeksleerlijn is in het OKT geborgd, kenniskring en

lectoraat zijn betrokken.

02/2013

OL20 LT De onderwijseenheden van het curriculum 2013-2017 zijn

voor de propedeutische fase beschreven.

04/2013

7.3. Kwaliteit van studenten

De keuze om de graad Bachelor of Communication per 1 september 2011 niet meer te verstrekken

heeft al geleid tot versmalling van het profiel. Met zittende studenten zijn inmiddels afspraken7

gemaakt over de afronding van hun studie met de varianten Mediaproductie of Verhalen. Daarnaast

wordt onderzocht of het mogelijk is (en onder welke voorwaarden) dat studenten deze varianten

kunnen volgen bij de opleiding Communicatie (ook onderdeel van EMMC).

Mogelijk leidt het stoppen van deze varianten tot een daling van het aantal studenten. De nieuw

instromende studenten kiezen specifiek voor het journalistieke profiel en dat legt een fundament

voor een inhoudelijke en kwalitatieve impuls.

De traditionele functies van de propedeuse worden versterkt: oriëntatie, verwijzing en selectie.

Maatregelen rondom succesvol studeren bevorderen de selectie van studenten die geschikt zijn voor

het journalistieke vak. Studieloopbaanbegeleiding (SLB) speelt hierbij een belangrijke rol, naast een

transparant systeem van toetsen en beoordelen en uitstekend onderwijs. SLB begint voor de poort

en eindigt pas als de student afstudeert. Deze maatregelen leiden tot een bewuste keuze van

(aspirant-)studenten en tot betere rendementen in de opleiding.

Prestaties mogen beloond worden. Goede studenten profiteren van voorrangsposities, bijvoorbeeld

voor het verwerven van topstageplaatsen.

7 Vierdejaars en ouder: geen programmawijziging, extra toets op hbo-waardigheid van stage-en

onderzoeksverslagen, Bachelor of Journalism. Derdejaars: extra toets op hbo-waardigheid van stage- en onderzoeksverslagen, Bachelor of Journalism, geen Mediaproductie en Verhalen mogelijk, wel specialisatie in RTV-journalistiek of Tijdschrift. Tweedejaars: uitsluitend een journalistiek profiel, geen specialisaties Mediaproductie en Verhalen.

Page 16: Rapport herstelplan windesheim

16

Tabel 6 Maatregelen voor kwaliteit studenten

Nr Termijn Maatregel, activiteit of project Geplande

realisatie

Status

KK1 KT Zittende studenten kennen de veranderingen in de

afstudeervarianten.

02/2012

KK2 KT De voorlichting schetst een realistisch beeld van beroep

en opleiding. Vóór zomervakantie studiekeuzedagen met

taaltoets, kennistoets en presentatie over opleiding en

beroep.

06/2012

KK3 KT De voorlichtingsbrochures 2012-2013 met het brede

mediaprofiel zijn vervangen door brochures met het

journalistieke profiel.

03/2012

KK4 MT Keuze voor selectiemomenten: drempels in het

curriculum, BSA-norm 50 EC (2013: 55 EC) en kwalitatieve

eisen voor het BSA vastgelegd in de OER.

06/2012

KK5 MT SLB-beleid is vastgesteld en gericht op geschiktheid voor

beroep en op persoonlijke begeleiding; SLB’ers zijn

gecertificeerd.

09/2012

KK6 MT Besluit over mogelijkheid en condities tot overstappen

naar Communicatie.

09/2012

KK7 LT Prestaties worden beloond: topstudenten verwerven

voorrangsposities. Regels en instrumenten zijn

beschikbaar.

09/2012

KK8 LT Vastleggen en versterken van taalbeleid met als doel

taalvaardigheid van studenten te verbeteren en alle

docenten afspraken over taalverzorging uit te laten

voeren.

09/2012

KK9 LT Keuze voor en invoering van selectiebeleid voor en/of

aan de poort.

01/2013

7.4. Organisatie en beheer

De opleiding Journalistiek maakt sinds 1 januari 2011 deel uit van het domein Economie,

Maatschappij, Media en Communicatie (EMMC). De organisatie en het beheer van de opleiding

worden ingepast in de werkwijzen en procedures van het domein. Taken, bevoegdheden en

verantwoordelijkheden (TBV) worden expliciet gemaakt en door het management ook op werking

gecontroleerd. Visie daarop is dat TBV het primaire proces prettig ondersteunen en de kwaliteit op

logische manier borgen. De maatregelen die in tabel 7 worden genoemd hebben tot doel deze

integratie tot stand te brengen.

De beschreven maatregelen in het verbeterplan, zoals de keuze voor de graad Bachelor of

Journalism, de ontwikkeling van een nieuw curriculum en de gewenste cultuurverandering zullen ook

gevolgen hebben voor het organisatiemodel van de opleiding.

Page 17: Rapport herstelplan windesheim

17

Het huidige managementteam wordt opgevolgd door een nieuw management, waarvan de

opleidingsdirecteur van buiten zal worden aangetrokken. Diens benoeming wordt verwacht in

december 2012. Het managementteam is het boegbeeld van de opleiding en is sterk in externe

profilering. Het geeft effectief inhoudelijke en organisatorisch sturing aan de docententeams en

bestendigt de nieuwe cultuur. De opleidingsdirecteur legt in de lijn verantwoording af aan de

domeindirecteur.

Tabel 7 Maatregelen voor organisatie en beheer

Nummer Termijn Maatregel, activiteit of project Geplande

realisatiedatum

Status

OB1 KT Beëindiging status aparte en aanstelling interim-

management.

01/2012

OB2 KT Werkprocessen voor basiskwaliteit zijn

aangepast: beschreven, functionerend en

geborgd. Ze zijn in lijn met die van het domein

EMMC.

06/2012

OB3 KT Van studenten blijven gedurende een periode

van 7 jaar de door hen geleverde producten

bewaard die zijn gedefinieerd als behorend tot

het eindwerkstuk8.

02/2012

OB4 MT Samenstelling en werkwijze van de

werkveldcommissie zijn herzien en vastgelegd in

een reglement.

06/2012

OB5 MT Het management- en organisatiemodel past bij

de managementstructuur van het domein en

het primaire proces van de opleiding. Dit is

inclusief functioneren van teamleiders en

commissies.

12/2012

OB6 MT Het kwaliteitshandboek van de hogeschool en

het domein zijn volledig van toepassing op

Journalistiek.

09/2012

OB7 MT Het bedrijfsbureau van het domein ondersteunt

Journalistiek op dezelfde wijze als de overige

opleidingen van EMMC.

09/2012

OB8 LT Werkprocessen voor excellentie zijn aangepast:

beschreven, functionerend en geborgd. En ze

zijn in lijn met die van het domein EMMC.

06/2013

8 Deze maatregel geldt voor studenten die op 1 september 2011 stonden ingeschreven. Vóór 1 september 2011

gold als bewaartermijn dat producten werden bewaard tot 1 jaar na het einde van een schooljaar.

Page 18: Rapport herstelplan windesheim

18

8. Personele en financiële consequenties

De verbetermaatregelen in de tabellen behoren soms tot reguliere werkzaamheden, maar in andere

gevallen gaat het om activiteiten die een extra inzet vragen van medewerkers uit de opleiding, van

externe deskundigen en van scholingsfaciliteiten.

Naar schatting vragen de verbetermaatregelen bij elkaar ongeveer 6 fte aan extra inzet van

medewerkers. Daarnaast wordt een bedrag begroot van ongeveer 600.000 euro voor out-of-

pocketkosten.

9. Projectorganisatie

Het verbeterplan wordt uitgevoerd in de vorm van een programma. De interim-manager zal dat

programma vanaf maart 2012 als programmamanager organiseren en leiden. Door het kiezen van de

programma-aanpak en een projectmatige manier van verbeteren, wordt geborgd dat alle

maatregelen uitgevoerd worden, de opleiding Journalistiek minimaal aan de basiskwaliteit voldoet en

zich ontwikkelt tot een opleiding om trots op te zijn.

In figuur 1 is de organisatie voor de uitvoering van het verbeterplan schematisch weergegeven. Het

College van Bestuur is opdrachtgever. Samen met de domeindirecteur en de programmamanager

vormt het college de stuurgroep. De stuurgroep bestuurt en bewaakt de voortgang. Daartoe wordt

ook een inzichtelijke programmarapportage verzorgd waarin de status van alle maatregelen is te

volgen. De dagelijkse leiding is in handen van de programmamanager. Hij zorgt voor de opstart,

voortgang en overdracht van activiteiten/projecten. Hij is het aanspreekpunt voor de projectleiders

en actiehouders en overlegt regelmatig met hen.

Figuur 1 Organisatiemodel verbeterplan

De uitvoering van het verbeterplan wordt als volgt vormgegeven:

1. Tabellen met maatregelen worden uitgewerkt:

a. Verantwoordelijke voor realisatie bepalen (In de lijn en eventueel een

projectverantwoordelijke);

b. Clustering maatregelen als gezamenlijke aanpak beter werkt;

Page 19: Rapport herstelplan windesheim

19

c. Bepalen wat lijnactiviteit (actie met actiehouder) is en wat een project (met

projectleider) wordt.

2. Per activiteit/project wordt een projectbrief vastgesteld, zodat doelovereenstemming,

planning en werkwijze zijn geborgd.

3. Via een projectmatige aanpak wordt de uitvoering opgepakt.

Met deze structuur worden verantwoordelijkheden, bevoegdheden en resultaten goed belegd in de

organisatie.

10. Risico-analyse

Het uitvoeren van een intensief verbeterplan brengt risico’s met zich mee. De risico’s zijn in kaart

gebracht en maatregelen zijn genomen om deze risico’s te beperken (zie tabel). De volgende risico’s

zijn bewaakt:

Tabel 8 Risico's en maatregelen

1. Betrokkenheid en participatie van

medewerkers.

Vanaf het begin van het verbetertraject zijn alle

medewerkers geraadpleegd over de analyse en gevraagd

input te leveren voor het verbeterplan, te nemen

maatregelen en de wijze van uitvoeren.

Het uitvoeren van de verbeteringen gebeurt door

medewerkers van de opleiding, in samenwerking met

medewerkers van buiten de opleiding of van buiten de

hogeschool.

2. Financiële middelen en personele inzet:

onderwijs is mensenwerk en het

verbeteren van onderwijs vraagt dan ook

een geplande inzet van mensen en

middelen.

In het verbeterplan zijn de geschatte personele inzet en

de daarbij behorende financiële middelen opgenomen.

3. Borging: verbeteringen hebben alleen

zin als onderzocht wordt of ze het

beoogde effect hebben en als het na

verloop van een vastgestelde tijd

geëvalueerd wordt of het effect bereikt

is.

Borging en evaluatie zijn onderdeel van het verbeterplan.

Tussentijdse evaluaties vinden plaats in: juni 2012,

december 2012, en tijdens de voorbereiding op de

heraccreditatie in de periode januari-juni 2013. Daarna

monitoring volgens interne systematiek van het domein.

Bovendien geldt het kwaliteitsbeleid van het domein

EMMC voortaan ook voor Journalistiek, waarmee de

borging versterkt wordt.

4. Waan van de dag waardoor de focus op

herstel en verbetering verdwijnt.

De programmastructuur met het CvB als opdrachtgever

borgt het verbeterproces en monitoring van de voortgang

op de afgesproken resultaten.

Nieuwe management van de opleiding bewaakt

voortgang eveneens en legt daarover verantwoording af.

5. Aanhoudende negatieve publiciteit Er wordt een communicatieprogramma ingezet om het

Page 20: Rapport herstelplan windesheim

20

onder interne en externe doelgroepen.

Imagoschade voor de opleiding en de

hogeschool

verbeterprogramma aan relevante doelgroepen te

communiceren, de publieke opinie te beïnvloeden en

imagoschade te beperken.

Page 21: Rapport herstelplan windesheim

21

Bijlage 1 Hoofdlijnen van de problematiek

Het visitatierapport en het besluit van de NVAO signaleren een aantal problemen bij de opleiding

Journalistiek. De problemen zijn naar ons idee uitingen van dieperliggende oorzaken. We hebben

geprobeerd deze dieperliggende oorzaken te benoemen. De oorzaken hebben we genummerd. Aan deze

oorzaken hebben we de problemen gekoppeld die in het visitatierapport zijn genoemd (a, b, etc). De

onderstreepte elementen zijn niet door het visitatiepanel of de NVAO benoemd, maar zijn eigen

bevindingen.

1. Naar binnen gerichte cultuur a. Onvoldoende kennis van het werkveld bij docenten b. Samenstelling en expertise in examencommissie voldoen nog niet aan eisen van de wet c. Functioneren en inbreng van beroepenveldcommissie is te weinig kritisch (o.a. zittingsduur van

leden) d. Te weinig aandacht voor nieuwe ontwikkelingen in het beroep (denk aan ondernemerschap, ZZP,

freelance) e. Onvoldoende inschakeling van expertise van buiten de opleiding f. Onrealistisch, te positief zelfbeeld g. Te dominante oude garde, te weinig gehonoreerde inbreng van anderen

2. Onvoldoende onderwijskundig leiderschap

a. Diffuus beroepsprofiel verlenen van twee graden b. Onderzoek(sleerlijn) onvoldoende in eindkwalificaties en in curriculum geborgd maar is wel

gepresenteerd als illustratief voor het beoogde niveau c. Competentiestructuur is studenten onduidelijk d. Toetsen en beoordelen zijn in onderbouw op orde, maar in bovenbouw ontbreekt transparantie e. Eindproducten voldoen qua vorm en inhoud niet aan het hbo-niveau f. Reflecties van studenten op het gebied van stage zijn vaak onvoldoende g. Teamvorming/intervisie onvoldoende georganiseerd, met name in jaar 4 h. Er is onvoldoende visie op de toekomst van het beroep en de opleiding en de realisatie daarvan i. Regelmatig worden inspanningen beloond, niet de resultaten (genade-zes)

3. Onbalans tussen kwantiteit en kwaliteit van de studenten (in- en doorstroom)

a. Voorlichting en selectie geven verkeerd beeld van de opleiding b. Studenten komen te laat in contact met het werkveld c. Diffuus beroepsprofiel d. Het instroomniveau van studenten is te laag e. Kwantitatieve normen zijn lange tijd belangrijker geweest dan kwalitatieve.

4. Onvoldoende regie op organisatorische en beheersmatige aspecten

a. Er is onvoldoende gearchiveerd: bewijsmateriaal voor het gerealiseerde niveau is niet beschikbaar

b. Inhoudelijke en didactische kwalificaties van docenten niet voldoende c. Docenten te weinig ingezet op kwaliteit (bijv. SLB, onderzoeks- en stagebegeleiding) d. Kwaliteit onvoldoende bewaakt en onvoldoende georganiseerd e. Processen lijken op orde, discipline in uitvoering ontbreekt f. Vooral aandacht voor product, minder voor proces en het minst voor verslaglegging g. Docenten hebben te weinig aandacht voor organisatorische en administratieve aspecten van het

onderwijs h. Signalen uit visitatiebezoeken zijn onvoldoende breed binnen Journalistiek ingedaald en opgepakt