15
4 juni 2015 Stadsschouwburg Heerlen MIJNWERKERS CONFERENTIE FNV

Mijnwerkers conferentie

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Mijnwerkers conferentie

fnv.nl 4 juni 2015

Stadsschouwburg Heerlen

MIJNWERKERS CONFERENTIE FNV

Page 2: Mijnwerkers conferentie

COLOFON

Vormgeving en DTP Studio FNV

Concept & Branddesign BTM | Bataafsche Teeken Maatschappij, Rotterdam

Tekst TIE-Netherlands

Fotografie Fleur Dikken | doculavie.nl

Order 15228

Augustus 2015

Page 3: Mijnwerkers conferentie

5

INTERNATIONAL MIJNWERKERS CONFERENTIE FNVDe conferentie Sterke vakbonden voor veilige mijnen, veilig werken is een mensenrecht vond plaats in de stadsschouwburg in Heerlen. De organisatie was in handen van een groep kaderleden

van FNV en werd ondersteund door TIE-Netherlands en Mondiaal FNV.

De conferentie vormde onderdeel van een breder project gericht op de versterking van de positie van mijnwerkers in

Turkije. In totaal waren er zo’n 60 deelnemers waaronder kaderleden actief in de werkgroepen internationale solidari-

teit, vertegenwoordigers van FNV en Mondiaal FNV, oud mijnwerkers uit Limburg, vertegenwoordigers van de Duitse

bond IGCB, de Belgische bond ABVV, IndustriAll, en lokale en regionale politici. Een delegatie van vakbondsleden die in

de mijnbouwsector werken uit Turkije, Colombia en Belarus waren aanwezig om verslag te doen aan de hand van hun

eigen vakbondservaringen en te vertellen over wat er gaande is in hun landen.

MUZIKAAL OPTREDENDe conferentie begint met een muzikaal optreden en limburgse liederen gezongen door het Shantykoor Schinveld. Hierna opent dagvoorzitter Ton Kitzen (tevens voorzitter van de Werkgroep Internationale Solidariteit van de sector

industrie) de conferentie. Hij heet iedereen welkom en benadrukt het doel van deze dag- namelijk bijdragen aan een

versterkt internationaal solidariteitsnetwerk dat zich richt op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van de

mijnwerkers wereldwijd en het onder de aandacht brengen van de onderdrukking van vakbondsvrijheid in verschillende

landen. Ton vertelt over de enerverende en inspirerende ideeën die de groep deze week heeft opgedaan in een aantal

internationale workshops over veiligheid en gezondheid, een bedrijfsbezoek aan DSM en het mijnmuseum in Heerlen.

Vijftig jaar geleden zijn de mijnen in Limburg gesloten. “Veel vaders, broers en ooms van aanwezigen en zelfs een aan-

tal van jullie hebben jarenlang in deze mijnen gewerkt. Het is mooi dat we op deze manier ook aandacht kunnen vragen

voor de omstandigheden in de mijnen wereldwijd op dit moment”.

Page 4: Mijnwerkers conferentie

6

Tijdens de conferentie worden de foto’s vertoond van Roger Cremers, wiens grootvader in de mijnen in Limburg heeft

gewerkt. Cremers geeft een beeld van het dagelijks leven van mijnwerkers wereldwijd.

Na het startschot door Ton Kitzen komt Gouverneur Theo Bovens aan het woord om iedereen welkom te heten en de

conferentie officieel te openen. Hij memoreert dat het dezelfde schouwburg in Heerlen was waar 50 jaar geleden de

sluiting van de mijnen werd aangekondigd door toenmalig Minister van Economische Zaken den Uyl. Deze sluiting

luidde het einde in van een samenleving die gebaseerd was op de mijnen; de provincie moest op zoek naar nieuw werk,

een nieuw leven, een nieuwe samenleving, een nieuw fundament. In de afgelopen vijftig jaar is er hard gewerkt om

een nieuwe samenleving te vormen; er kwamen nieuwe banen in de chemie en de auto-industrie, alhoewel niet volle-

dig toereikend. De laatste jaren is vooral ook het midden en kleinbedrijf gegroeid en er zijn steeds meer familiebedrij-

ven gekomen. “50 Jaar na de historische toespraak van den Uyl kunnen we met trots zeggen dat we in staat geweest

zijn nieuw werk, nieuwe kansen en een nieuwe samenleving te creëren. Met trots ook uit het historisch besef dat we

nooit zo ver gekomen zouden zijn zonder de mijnen en dus ook niet met alle mensen die daarin het zware, vieze en

gevaarlijke werk deden”, aldus Bovens. Hij sluit zijn toespraak af met “Hulde aan de mijnwerkers, hulde aan de koem-

pels. Ik wens u een goede conferentie toe, dat we veel van elkaar mogen leren.”

AANLEIDING CONFERENTIECoen van der Veer van het dagelijks bestuur FNV vult Theo Bovens aan. De aanleiding voor deze conferentie was de

mijnramp in het Turkse Soma in mei 2014 waar meer dan 300 mijnwerkers om het leven kwamen. De meesten waren

tussen de 18-40 jaar oud en lieten vrouwen en jonge kinderen na. Ze verwijten het bedrijf en de overheid dat ze wil-

lens en wetens nalatig hebben gehandeld, ondanks waarschuwende rapporten. Deze mijnramp staat niet op zichzelf.

De mijnbouwsector gold en geld als een van de gevaarlijkste in de wereld, Steenkool uit Colombia staat bekend als

bloedkolen. Er zijn meer dan 3000 mensen vermoord door paramilitairen. In de beruchte kalimijnen in Belarus wordt een

mijnwerker gemiddeld maar 51 jaar oud. Van der Veer legt uit dat de FNV zich richt op betere arbeidsomstandigheden

voor werknemers wereldwijd en specifiek het recht op vakbondsvrijheid; het recht om collectief te onderhandelen en te

staken; een verbod op dwang en kinderarbeid en discriminatie en het streven naar een leefbaar loon- dit alles geborgd

in de keten. Al deze punten kwamen aan de orde in de samenwerking met Mondiaal FNV en ook het netwerk Dutch Coal

Dialogue, waarin tussen 2003-2012 nationale en internationale energiebedrijven, mijnbouwbedrijven, NGOs en vak-

bonden samenwerkten. Naast dat het mijnbouwwerk op lokaal niveau moet voldoen aan de vier essentiële arbeids-

rechten zouden consumenten moeten kunnen kiezen voor een energiebedrijf dat de eerlijkste kolen importeert. Op dit

laatste liep de dialoog echter stuk. De energiebedrijven verscholen zich achter de Europese en Nederlandse mede-

dingingswet, waardoor er niet voldoende transparantie is over de herkomst van kolen. Ook het EU initiatief “better coal”

Page 5: Mijnwerkers conferentie

7

doet pogingen om de kolen duurzaam te maken. Hier hebben vakbondsorganisaties echter alleen een klankbord positie.

In de deal die Minister Ploumen met de energiebedrijven heeft gesloten staat niet meer dan dat de OESO richtlijnen

moeten worden nageleefd en dat klachtenmechanismes moeten werken. Daar is echter niets nieuws aan; deze afspra-

ken bestaan al een lange tijd. Van der Veer stelt dan ook dat de vakbeweging een duidelijke positie moet krijgen in dit

soort processen. Beleidskaders geven richting en zijn belangrijk maar tegelijkertijd gaat het erom wat de kaders in de

dagelijkse praktijk betekenen. Dit zou een speerpunt moeten zijn.

ARBEIDSOMSTANDIGHEDENHierna wordt een video over de omstandigheden in de Turkse mijnen vertoond waarin een schokkerend beeld wordt

gegeven over de arbeidsomstandigheden en het leven van mijnwerkers in de regio van Zonguldak, Turkije. Feride Kayikci, kaderlid actief in het project en werkzaam bij FNV licht de film toe: doodgaan tijdens het werk zou nooit en te

nimmer het lot moeten zijn van een mijnwerker.

De titel “leven met de dood” vat de kern van de film echter goed samen. De mijnwerkers nemen iedere ochtend afscheid

van vrouw en kinderen vanwege de angst om nooit meer terug te komen. In de mijnen is maar één uit/ingang, ook wel

“de levensader” van de mijnwerkers genoemd en er wordt nog steeds gewerkt met technologie van het jaar 1965, met

houweel en schep. Mijnwerkers weten vaak niet hoe ze hun zuurstofmasker moeten gebruiken en de cursussen over

veiligheid zijn vaak niet meer dan bijeenkomsten waar men een handtekening zet en weer naar huis gaat. De proble-

men zijn verergerd sinds een aantal jaar geleden ongeveer de volledige mijnbouwsector is geprivatiseerd. Met zo min

mogelijk kosten proberen de bedrijven zoveel mogelijk winst te maken. Daardoor is er nauwelijks aandacht voor veilig-

heid. Het afgelopen jaar hebben er volgens statistieken 1200 dodelijke ongelukken plaatsgevonden, en hierbij worden

mijnwerkers die buiten de mijn sterven niet meegerekend. “We halen een grapje uit met de dood. De dood is altijd naast

je”, is dan ook een veelgehoorde spreuk in de mijnen.

ZWARTE LIJSTNa de film komen mijnwerkers Arif en Aydin uit Turkije aan het woord. Arif was werkzaam in de mijnen van Soma en is

na de ramp samen met collega’s ontslagen omdat een gedeelte van de mijn gesloten werd. Ze hebben nooit compensa-

tie gekregen en vanwege zijn kritische houding en vakbondswerk is het moeilijk voor hem om een nieuwe baan te vin-

den. Mensen die zich proberen te organiseren komen namelijk op een zwarte lijst te staan. Aydin werkt nog steeds in

de mijn. Beiden vertellen dat de meeste werknemers niet veel weten over de vakbond ondanks dat er veel te verbete-

ren valt. Aydin: “ik verdien maar 1200 lira (=ongeveer 400 Euro) en dat is net voldoende om in mijn basisbehoeften te

Page 6: Mijnwerkers conferentie

8

voldoen”. Er zijn in de mijnen veel gele bonden, die niet de belangen van de werknemers vertegenwoordigen maar in

dienst staan van de werkgever. Deze gele bonden zijn medeplichtig aan de ramp en moeten verantwoordelijk gehouden

worden. Er zijn twee verschillende periodes: de periode voor 13 mei 2014 en de periode hierna. Na het ongeluk is de

situatie iets veranderd. Mensen zijn nu meer bereid om in opstand te komen. Het kapitaal, de werkgevers en de gele

bonden doen er echter alles aan om het verzet te breken. Na de ramp zijn de mijnwerkers meer bewust geworden dat

het belangrijk is om een onafhankelijke vakbond op te richten in de mijnen. Aydin en Arif geven aan dat ze zich gesterkt

voelen door de mensen die achter ze staan, door de internationale solidariteit en omdat ze weten dat collega’s over de

hele wereld de zelfde strijd voeren. Dit zal hen helpen in hun lokale strijd. “We hebben jullie steun van buiten nodig”,

stellen ze. Ton Kitzen vult aan: “Het is ontzettend moedig dat ze hier zitten om hun verhaal te doen. Ik ben als kaderlid

al een hele tijd actief in internationale projecten en het laat je zien dat je andere mensen niet in de kou kunt laten

staan”.

LIMBURGSE MIJNSLUITINGJordy Clemens, wethouder in Heerlen geeft een presentatie over de Limburgse mijnsluiting in 1974 en de gevolgen

voor de regio en de stad. De mijnbouw heeft in Heerlen heel veel betekend en mensen identificeren zich met het mijn-

verleden. Na de sluiting van de mijnen transformeerde Limburg van één van de rijkste gebieden van Nederland naar

een van de armste regio’s. In de eerste mijnnota van december 1965 werd gesteld dat er alleen van een sluiting sprake

zou kunnen zijn als er vervangende werkgelegenheid zou worden gevonden voor de 46.000 directe en 30.000 indi-

recte arbeidskrachten. De economie was een monocultuur; wie niet werkte voor de mijnen werkte voor één van de

betrokken bedrijven-van bouwbedrijven die mijnwerkershuizen bouwden tot frisdrankfabrieken die de koempels van

drankjes voorzagen. Het vinden van vervangend werk was een enorme opgave. De DAF/Nedcar fabriek in Borne werd

niet het verwachtte vliegwiel van de plaatselijke economie en leverde maar 3000 banen op. Ook subsidies leidden

alleen tot tijdelijke oplevingen. De verwachtingen in de regio waren hooggespannen vanwege alle beloften die gedaan

werden aan het begin van de sluiting van de mijnen. De stemming was opgetogen en hoopvol en het was een teleur-

stelling toen de Oostelijke mijnstreek steeds verder afzakte. Hiermee werd volgens Clemens ook de kiem voor het wan-

trouwen in de politiek gelegd. Ook viel met het wegvallen van broodwinning en trots ook de kameraadschap onder

Page 7: Mijnwerkers conferentie

9

mijnwerkers en verbondenheid in de buurt weg. Voor sommigen leidde dit tot psychische problemen en arbeidsonge-

schiktheid. De regio stond eind 20e eeuw vooral bekend om de hoge criminaliteitscijfers. Maar de sluiting van de mij-

nen vormde ook een decor voor iets anders: “door het mijnverleden staan we stil bij wie we zijn, wat ons bindt en wat

de kansen zijn voor de toekomst. Dit maakt een energie los in deze regio”. In de regio zat veel energie die op zoek was

naar een ventiel en de laatste tijd komen vele initiatieven los. Verschillende partijen zijn bereid te investeren met mid-

delen en ideeën. Dit zien we terug in het centrum van Heerlen dat getransformeerd is tot een levendige stadskern. Een

ander voorbeeld is de transitie naar nieuwe energie in de regio. Wam water uit de mijngangen wordt nu gebruikt om

onze huizen te verwarmen. “In dezelfde mijngangen waar de koempels heel hard werkten om de energie te produceren

wordt nu de energie geproduceerd voor de toekomst. De enige juiste term voor optimisme in de mijnstreek die ons

bindt is koempel-mentaliteit”, sluit Clemens af.

Hierna is er aandacht voor de mensenrechtenschendingen in de mijnbouw in Colombia. De mijnwerkers Claudio Lopez en Waldir de la Rosa, vakbondsactivisten bij SintraCarbon en werkzaam bij Cerrejón (Amerikaans mijnbouwbedrijf)

laten zien onder welke omstandigheden ze werken en wat er gebeurt met het milieu. De mijnbouw heeft niet alleen

gevolgen voor de mijnwerkers die onder ongezonde en onveilige omstandigheden werken maar ook voor de gemeen-

schappen in de directe omgeving. Ook ligt het in de planning van het bedrijf om de kolen te winnen die in de rivier

“Rancheria” te vinden zijn. Deze rivier is de belangrijkste bron van water in de omgeving en exploitatie van de kolen

zou verstrekkende gevolgen hebben voor de watervoorziening van de aanliggende dorpen. De vakbond SintraCarbon

zet zich in en heeft tot nu toe kunnen voorkomen dat het bedrijf hiertoe overgaat. In deze strijd werken vakbondsacti-

visten nauw samen met organisaties van boeren en dorpelingen in de omgeving.

CAMPAGNE STOP BLOEDKOLENGastspreker Joris van de Sandt, werkzaam bij Pax for Peace binnen de “Stop Bloedkolen” campagne vertelt over de

misstanden rondom de kolenmijnbouw in Colombia. 40% van de export van de steenkool (in 2014 ongeveer 90 miljoen

ton) gaat naar Europese energie centrales om energie te genereren. Nederland is de grootste importeur van steenkolen

ter wereld daievooral door Nuon, Essent, Delta, Electrakabel, en E.ON wordt gebruikt om energie op te wekken. Van

deze steenkolen komt 50% uit Colombia. De Nederlandse overheid heeft dan ook een specifieke verantwoordelijkheid.

Naast het bedrijf Cerrejon komt de productie van steenkool voor rekening van twee bedrijven namelijk Drummond

(Amerikaans bedrijf) en Prodeco/Glencore (Zwitsers bedrijf). Deze bedrijven zijn in de jaren 80 en 90 met steenkool-

mijnbouw begonnen toen het gebied nog in oorlog verkeerden. Rechtse militaire milities kwamen naar het mijnbouw-

gebied omdat ze bescherming wilden bieden aan grote industriële bedrijven en tussen 1996-2006 vinden in de

Page 8: Mijnwerkers conferentie

10

mijnbouwregio van Cesar enorm veel gewelddadigheden plaats. Er zijn 2600 mensen vermoord en zo’n 60.000 mensen

zijn ontheemd geraakt; van hun land verdreven door de paramilitairen die de grond in handen wilden krijgen om te ver-

kopen aan de steenkolenmijnen. In 2006 is er een vredesakkoord gesloten. In getuigenissen van paramilitairen kwam

naar voren dat mijnbedrijven een relatie hadden met het geweld, ze ondersteunden hen financieel of met brandstof,

auto’s, eten. Ook deelden de bedrijven strategische informatie over mensen die later werden vermoord of ontvoerd. In

Colombia zijn de afgelopen 5 jaar twee onderaannemers van Drummond veroordeeld voor betrokkenheid bij paramilitair

geweld en de miststanden rondom de mijn. Tot op de dag van vandaag zijn de mijnbouwbedrijven Drummond en

Glencore echter buiten schot gebleven. Slachtoffers van paramilitair geweld (mensen die rondom die mijnen wonen en

ook mijnwerkers en vakbondsleden) strijden nog steeds om gerechtigheid en openheid van informatie over wat er

gebeurd is. De mijnbouwbedrijven ontkennen tot op de dag van vandaag dat ze banden hebben gehad met de paramili-

taire milities. Nabestaanden zijn een rechtszaak begonnen in Amerika tegen Drummond maar de rechtszaak is afgewe-

zen. Dit brengt het probleem weer terug naar Colombia waar het aan de Colombiaanse justitie is om het thema op te

pakken. Echter, vanwege de economische belangen worden rechters en onderzoekers van het Openbaar Ministerie

tegengewerkt. Het is belangrijk dat de Nederlandse energiebedrijven ertoe aangezet worden om hun maatschappelijke

verantwoordelijkheid te nemen en druk uitoefenen op de bedrijven in Colombia. Ook vandaag de dag gaat het geweld

namelijk door. Mensen die zich hardmaken voor rechtsherstel of compensatie voor slachtoffers worden bedreigd. Het

maatschappelijk middenveld in Nederland blijven de overheid en bedrijven erop wijzen dat ze verantwoordelijkheid heb-

ben en hebben zich solidair verklaard met de slachtoffers. Ook is er veel media aandacht voor (geweest).

INDUSTRIAL GLOBAL UNIONNa de lunch komt Brian Kohler (Health, Safety and Sustainability Director) van Industri All global union) aan het woord.

IndustriAll Global Union vertegenwoordigt 50 miljoen werknemers in totaal 140 landen. Het verbeteren van de veilig-

heid op de werkplek en het versterken van vakbondsorganisaties is een kernelement van Industri-All, vooral in het

kader van het tegengaan van precaire arbeidsomstandigheden. Brian Kohler licht toe dat er jaarlijks 2.3 miljoen mensen

overlijden door werkgerelateerde oorzaken. Hiervan is er in 80% sprake van ziektes die werknemers oplopen door

ongezonde arbeidsomstandigheden. Kohler benadrukt daarnaast dat dit aantalhoogstwaarschijnlijk onderschat is-

alleen formeel erkende landelijke statistieken worden meegenomen- en hierbij worden vaak alleen gevallen meegeno-

men waarbinnen een compensatie is betaald aan de werknemers . Veel ziekteverschijnselen worden niet erkend als

werkgerelateerd en zijn “onder-gediagnosticeerd”. Wat betreft de mijnen hebben er zich de laatste jaren veel grote

dodelijke rampen voorgedaan. Het meest bekende geval is de ramp op 13 mei 2014 in de mijnen in Soma Turkije. Deze

mijnramp staat niet op zich- ook grote rampen als die bij Rana Plaza in Bangladesh en de Tazreen kledingfabriek in

Bangladesh geven aan dat het een “race to the bottom” is, die we waarnemen in het wereldwijde kapitalistische sys-

teem.

Page 9: Mijnwerkers conferentie

11

Veiligheid en gezondheid een zaak is van werknemersrechten. Ten allen tijde zouden werknemers het recht moeten

hebben om onveilig werk te weigeren, om volledig te participeren in het opzetten van V&G beleid, programma’s en

richtlijnen en de informatie en vaardigheden te hebben om veiligheidsrisico’s op de werkplek te herkennen en te kun-

nen aankaarten. Een zorgelijke ontwikkeling is dat er de laatste jaren een verschuiving heeft plaatsgevonden van een

benadering van veiligheid en gezondheid op de werkplek waarbij er steeds meer wordt gewezen op de verantwoorde-

lijkheid van de werknemer in plaats van de kijken naar structurele fouten in het arbeidsproces en de organisaties van

arbeid (keuzes van bedrijven) die leiden tot onveilige situaties. Met andere woorden, er is een verschuiving zichtbaar

van een kijk op V&G als ‘systeem’ en de benadering waarin veilig en gezond werken wordt gezien als primair mensen-

recht naar een “blame the workers” benadering. IndustriAll probeert hier verandering in te brengen. Zo voeren ze cam-

pagne om overheden onder druk te zetten om de ILO conventie 176- een specifieke ILO standaard voor V&G in de mijn-

bouw sector te ratificeren. Wat in ieder geval duidelijk wordt uit onderzoek van de ILO is dat werkplekken veiliger zijn

als er een onafhankelijke en democratische vakbond aanwezig is. Het recht op organisatie is dus onlosmakelijk verbon-

den met het recht op veilig en gezond werken. Ook als consumenten kunnen we niet wegkijken- onze kleding en ener-

gie wordt geproduceerd door deze bedrijven.

GEZONDHEID EN VEILIGHEIDWim van Veelen, beleidsadviseur van FNV geeft ook aan dat het belangrijk is dat de schuld of verantwoordelijkheid

van gezondheid en veiligheid op de werkvloer niet op de individuele werknemer wordt geschoven. Het is belangrijk om

ons te realiseren dat we vooral in de tijd van de mijnbouw in Limburg heel veel hebben geleerd van gezondheid en vei-

ligheid op de werkvloer. Eén van de grote problemen waren de zogenaamde “stoflongen”. Echter met het sluiten van de

mijnen is dit probleem niet verdwenen. Ook in andere sectoren (een voorbeeld is de bouw) zijn er nu nog steeds werk-

nemers die ermee te maken hebben als gevolg van ongezonde arbeidsomstandigheden. In Nederland kunnen we jaar-

lijks spreken van 2000 werknemers die overlijden aan ziektes direct gerelateerd aan werk. Bovendien sterven er jaar-

lijks zo’n 100.000 werknemers door kanker die direct of indirect veroorzaakt wordt door werk. Daarnaast wordt er nu

gewerkt met nieuwe soorten stoffen (zoals nano-deeltjes) waarvan we de gevolgen voor de gezondheid nog niet kun-

nen overzien. Eén van de belangrijkste voorwaarden voor het voorkomen en aanpakken van werkgerelateerde ziektes

is dat er een onafhankelijke en goedgeschoolde bedrijfsarts is. De vraag is altijd; denkt de arts vooral aan het belang

van de werknemers of de werkgevers? Door wie wordt de bedrijfsarts betaald? Iedere werknemer heeft recht op

gezondheidsbescherming en moet zich kunnen informeren over de risico’s die zich kunnen voordoen op zijn/haar werk-

plek. Een goede scholing is daarvoor dan ook cruciaal. Op dit moment staat de risico-inventarisatie (een heel belangrijk

Page 10: Mijnwerkers conferentie

12

aspect van een goed arbo-beleid) op losse schroeven door nieuwe wetgeving op EU niveau. De kennis over ziektes is

de afgelopen 100 jaar steeds beter ontwikkeld. Nadat in Engeland in de 19e eeuw duidelijk werd dat longaandoenin-

gen te maken hadden met blootstelling aan stof is men overgegaan tot stofbestrijdingsmaatregelen. Dit werd ook voor-

namelijk ingegeven omdat werkgevers bang waren dat ze te maken zouden krijgen met allerlei vergoedingen en com-

pensatie zouden moeten betalen aan gedupeerde werknemers. Ook kwam er een beter ventilatie systeem in de mijnen

en vanaf 1930 stofbestrijding door middel van verneveling en vocht sproeisystemen. Echter, de hoge productienorm in

de mijnen stond veilig werken in de weg. Langzamerhand ging men ook denken aan voorlichting om deze risico’s te ver-

mijden. Werkgevers verwachtten dat het werk steeds sneller gedaan zou worden. Om te kunnen voldoen aan deze eis

gingen mijnwerkers hun stofmaskers weer afzetten. De hoge productienormen blijven een groot probleem en risico met

betrekking tot gezondheid en veiligheid op de werkplek. Tenslotte verwijst van Veelen naar het hoofd van de genees-

kundige dienst in de mijnen in Limburg (1869-1954). Deze man stond erom bekend dat hij zieke arbeiders (veel te) snel

weer de mijnen in stuurde. Daarnaast ontsloeg hij vaak mensen om van “lastige” zieke werknemers af te komen. “Van

vakbonden kreeg hij een rood hoofd en schuim op de mond”, aldus van Veelen. “Dit zegt wel iets over de ellende van de

tijd van toen”.

INTERNATIONAAL PANELDe conferentie wordt afgesloten met een internationaal panel met verhalen uit eerste hand door mijnwerkers uit

Turkije, Belarus, Colombia en een oud-mijnwerker uit Nederland. Wim Schoenmaekers heeft 15 jaar ondergronds

gewerkt. Hij was 16 jaar toen hij begon met werken in de mijnen; de Wilhelmina en Emma staatsmijnen. De andere

deelnemers van het panel zijn Siarhei Charkasau (vakbondsleider van de vakbond NPG in de mijnen van Belaruskali

Belarus), Tayfun Görgün (voorzitter van de onafhankelijke mijnbouwbond Dev Maden Sen), Waldir de la Rosa (mijnwer-

ker bij Cerrejon, lid van de vakbond Sintracarbon- en verantwoordelijk voor veiligheid en gezondheid in één van de vak-

bondsafdelingen).

In het panel komt de situatie in de verschillende landen aan bod. Belarus bijvoorbeeld is een dictatuur; 85% van de

werknemers zijn georganiseerd door de staatsvakbond FPB die gelinieerd is aan het regime van Loekasjenko. 15%

wordt georganiseerd door de onafhankelijke vakbondsfederatie BKDP. Hiervan is de NPG- de onafhankelijke vakbond in

de kalimijnen- met 5000 leden de grootste onafhankelijke vakbond in Belarus. Kalimijnen leveren 20% van het BNP in

Belarus, dus de vakbond heeft een vrij sterke positie. De NPG heeft verschillende voorbeelden van hoe onafhankelijke

Page 11: Mijnwerkers conferentie

13

Page 12: Mijnwerkers conferentie

14

vakbonden in een dictatuur ook dingen kunnen bereiken. Wat betreft de veiligheidsopleidingen schort er nogal wat in

de verschillende landen. Waldir uit Colombia verteld dat werknemers trainingen ontvangen maar dat in de praktijk de

dingen niet goed zijn georganiseerd en veiligheid geen prioriteit is. In de mijnen draaien ze soms shifts van 12 uur,

waarnaast ze nog vele uren moeten reizen om op het werk te komen. Arbeiders in omstandigheden. Er zijn zelfs voor-

beelden van shifts waarin men 25 dagen onafgebroken werkt, met de nodige gevolgen voor het bioritme en slaapstoor-

nissen. In de mijnen in Turkije is na de staatsgreep in 1980 de situatie enorm verslechterd. Het regime investeerde in

de mijnbouw en de landbouw verdween volledig. Dit verslechterde nog meer met de privatisering van de mijnen waarin

winst boven alles gaat; dus ook de levens en gezondheid van de werknemers. In Turkije zijn veel gele bonden, corrupte

en criminele vakbonden gerelateerd aan de staat en de bedrijven. Zij verdedigen niet de belangen van de werknemers

maar alleen de werkgevers. Wim Schoenmaekers licht toe dat er in de mijnen in Limburg verschillende opleidingen en

veiligheidsvoorschriften waren, maar dat ook de hoge productienormen de veiligheid soms in de weg stonden. Maar er

waren specifieke schoenen, maskers en pakken en wat hem betreft was de veiligheidssituatie in de mijnen van

Nederland één van de veiligste in de wereld.

BELANGRIJKOp de vraag aan de deelnemers wat ze geleerd hebben tijdens de afgelopen dagen antwoordt Siarghei uit Belarus dat

hij beseft heeft hoe belangrijk de ratificatie door de Belarussische overheid van de ILO conventie 176 is voor de mijn-

werkers. De werkgevers en het parlement willen niet mee werken en beweren dat de eigen standaarden beter zijn dan

die van de ILO. In werkelijkheid echter, is de mening van Siarhei, wil het regime geen verantwoordelijkheid hoeven

afleggen aan externe internationale organisaties en is men niet gediend van controles. Ook heeft de input van deze

week hem geholpen met ideeen om een commissie voor V&G op te zetten binnen zijn eigen vakbond. Deze zou onder

andere veiligheidsissues op de agenda van de cao onderhandelingen moeten krijgen. Waldir uit Colombia legt uit dat

het een fantastische ervaring is om collega’s uit Turkije en Belarus te ontmoeten. ”Ondanks dat we niet dezelfde taal

spreken zijn onze belangen hetzelfde. Er is nog veel werk te doen om de veiligheidsituatie te veranderen zodat mensen

niet langer ziek worden en doodgaan.” Tayfun: De ramp in Soma had een grote impact. De politieke partijen en het par-

lement houden zich niet aan de afspraken en de situatie is voor het grootste deel bij hetzelfde gebleven. Er zijn nog

steeds rechtzaken, mensen hebben nog steeds geen compensatie en gerechtigheid. ”Het voorbeeld van de strijdvaar-

digheid in Colombia heeft ons geinspireerd”, aldus Tayfun. ”Wanneer we terug zijn in Turkije zullen we kijken hoe we

Page 13: Mijnwerkers conferentie

15

lessen kunnen integreren”. ”Het bezoek heeft ons laten denken over alternatieven voor de mijnen. Hiervan hebben we

vele voorbeelden gezien in Limburg. Aydin voegt nog toe: ”In één van de bijeenkomsten hebben we gesproken over de

situatie in Nederland 35 jaar geleden. Het was toen moeilijk om V&G bespreekbaar te maken maar er zijn veel resulta-

ten geboekt. Het is noodzakelijk om mijn collega’s te organiseren en te praten met mijn collega’s. Hier is doorzettings-

vermogen voor nodig. Ton en de collega’s in Nederland hebben een goede positie dankzij dit doorzettingsvermogen. Dit

is ook mogelijk in Turkije!”

NIEUWE MANIERENOver de vraag hoe men de toekomst van de mijnbouwsector ziet in relatie tot duurzame en ergie zegt Waldir dat

nieuwe manieren voor energie (bio-energie bijvoorbeeld) niet alleen de productie veranderen maar ook de milieu

omstandigheden. Tayfun stelt dat het belangrijk is dat we de discussie aangaan hoeveel energie we eigenlijk echt

nodig hebben, ook in Europa. ”Het is een collectieve verantwoordelijkheid om het energieverbruik omlaag te brengen,

zodat we niet al deze kolen nodig hebben. De wereld is niet alleen van ons maar ook van de volgende generaties. In

Nederland bijvoorbeeld komt 50% van de kolen uit Colombia. Het is een wereldwijd probleem en het moet bediscussi-

eerd worden op globaal niveau.” Naar aanleiding van zijn opmerking geeft iemand uit het publiek de suggestie dat de

gemeente Heerlen eigenlijk iets zou moeten doen in het kader van de mijnsluiting van 50 jaar geleden. Zij zouden zich

hard moeten maken dat bloedkolen schoner worden.

De conferentie wordt afgesloten met een muzikaal optreden door de band Acukas en die onder andere het welkbekende

”bella ciao” ten gehore brachten.

CONCLUSIEDe conferentie heeft veel in beweging gezet. Naast de interessante uitwisseling en ideeën voor acties en vervolgstap-

pen zijn er nieuwe vakbonden betrokken bij het project (ICGB uit Duitsland en ABVV uit België) waarmee samen-

gewerkt zal worden. Het internationaal solidariteitsnetwerk dat zich richt op het verbeteren van de arbeidsomstandig-

heden van de mijnwerkers wereldwijd is hiermee versterkt. Daarnaast is door de vele aandacht in de media ook de

onderdrukking van vakbondsvrijheid in de landen waar de mijnwerkers vandaan komen onder de aandacht gebracht van

een breed publiek.

Page 14: Mijnwerkers conferentie

16

MEDIA AANDACHT• Artikel op nu.nl- 4 juni 2014.

• Een radio interview op L1 (2e item).

• Een interview op Radio 1, met Tjalling Postma van Mondiaal FNV over de bloedkolen in Colombia (geen opname).

• Een uitgebreide colum ”Limburgse passie tegen bloedkolen”- in het Daglad De Limburger/ Limburgs Daglad, naar aan-

leiding van een interview met kaderleden Ton Kitzen en Wim Dekkers.

LINKS• TIE-Netherlands: www.tie-netherlands.nl

• M2015, Jaar van de Mijnen: www.m2015.nl

• Mondiaal FNV: www.fnv.nl/mondiaal

DANKBETUIGING• Met dank aan de leden van de kadergroep FNV: Feride Kayikci, Wim Dekkers, Ton Kitzen, Maurice Meyers,

Martin Schulte.

• Dank aan uitgeverij van Tilt voor het schenken van de prentenboeken “Onder onze voeten. Beelden uit de mijnstreek”

aan de internationale gasten.

• Foto’s met dank aan Doculavie: doculavie.nl

Page 15: Mijnwerkers conferentie

fnv.nl